NL
FR
D
EN
7
Elektrische aansluiting
De aansluiting op het lichtnet moet worden
uitgevoerd door gekwalifi ceerd personeel en
volgens de geldende normen.
Controleer of de spanning van het elektrici-
teitsnet overeenstemt met de spanning die op
het etiket onder het apparaat staat.
Controleer of het elektriciteitsnet voorzien is
van een effi ciënte aarding volgens de normen
en wetsvoorschriften. Het apparaat moet ver-
plicht geaard worden.
LET OP: Als het lichtnet niet voldoet aan de gel-
dende normen of geen effi ciënte aarding heeft,
werkt het apparaat niet.
Als het apparaat geen stekker heeft, moet er
op de voedingskabel een genormaliseerde stek-
ker worden aangebracht.
Voor een rechtstreekse aansluiting op het licht-
net kan er een apparaat worden aangebracht,
dat een afsluiting van het net verzekert, met
een openingsafstand van de contacten, waar-
door complete afsluiting mogelijk is in geval van
de categorie overvoltage III, conform aan de
installatieregels.
Bij het ontbreken van elektrische energie werkt
het apparaat niet en is het ook niet mogelijk
de branders aan te steken met lucifers of aan-
stekers.
Het kan echter wel correct werken als de voe-
dingskabel is aangesloten op ononderbroken
stroomtoevoer. In dat geval is de werking nor-
maal.
Gastransformaties en afstellingen
Als het toestel blijkt te zijn ontworpen voor een
ander type gas dan het voor handen zijnde gas,
moeten de buisjes van de branders worden
vervangen en moet de besturingskaart worden
ingesteld met de parameters die horen bij de
nieuwe confi guratie.
Vervanging buisjes
De keuze van de te vervangen buisjes moet wor-
den gemaakt op basis van de tabel “technische
kenmerken” die hierna wordt weergegeven.
Ga als volgt te werk:
– De roosters en de branders verwijderen.
– Met een rechte sleutel L de buis U losschroe-
ven (afb. 6) en U1/U2 (afb. 7)en de buis ver-
vangen door eentje die geschikt is voor het
type gas dat gebruikt moet worden.
– Het buisje krachtig, maar niet te krachtig,
blokkeren.
afb. 6
afb. 7