18 19
Aanwijzingen voor het gebruik van de
elektrische kookplaat
De elektrische keramische kookplaat (5 - fig. 1)
wordt bediend door een knop (fig. 2 - energie-
regelaar). zodra het verwarmingselement aangaat
gaat er een lampje branden. De bedieningsknop
heeft een schaal van 0 tot 12. Stand 0 geeft aan dat
de betreffende kookzone uit is.
Stand 1 geeft ann dat de betreffende kookzone op
het op het minimum vermogen staat terwijl stand 12
aangeeft dat de kookzone op het maximum
vermogen staat. De energiregelaar (fig. 2) bestuurt
de kookzone met twee circuits (5 - fig. 1). Door de
knop van stand 0 (uit) me de wijzers van de klok
(naar rechts) op de gewenste stand te draaien
(1-12) gaat het primaire gedeelte van de kookzone
aan. Om ook het secundaitre gedeelte van de kook-
zone aan te zetten moet u de knop o[p stand 12
zetten en de knop met de wijzers van de klok mee
(naar rechts) voorbij stand 12 draaien totdat hij niet
verder kan (*fig 12). Nu zal ook het secundaire
circuit ingeschakeld worden en is het mogelijk om
het vermogen van 1 tot 12 te regelen (1=minimum,
12=maximum).
Restwarmte-indicatielampje
Op de keramische kookplaat is een restwarmte
indicatielampje (Q - fig.1) voorhanden.
Dit lampje dient om de veiligheid van het
apparaat te vergroten; als dit lampje namelijk
gaat branden dan wordt u erop geattendeerd dat
de kookzone nog erg heet is. Het restwarmte-
indicatielampje blijft ook nadat de kookzone
uitgeschakeld is branden om u erop te attenderen
dat de kookzone nog heet is.
Belangrijk
De glaskeramische kookplaat houdt na gebruik de
warmte nog lang vast. Laat de kinderen dan ook
niet in de buurt van de kookplaat komen en raak
de plaat niet met uw handen aan.
Het restwarmte-indicatielampje blijft branden
totdat de kookplaat volledig afgekoeld is.
Indien de glaskeramische plaat barsten vertoont
moet u de stekker van het apparaat onmiddelijk
uit het stopcontact halen en een officieel technisch
servicecentrum bellen.
Aanwijzingen voor het gebruik van de
elektrische kookplaat
Als u één of meer kookzones gebruikt, blijft het
overige oppervlak koud. voor een doeltreffend
gebruik en een zuinig energieverbruik is het
verstandig om speciale pannen voor elektrische
koken op glaskeramische kookplaten te
gebruiken. De bodem van de pan moet dik en
vlak zijn en de diameter ervan moet zoveel moge-
lijk hetzelfde zijn als de diameter van de cirkel
van de kookzone (fig. 3). Het oppervlak van de
kookplaat en de bodem van de pan moeten
schoon zijn.
A-Laat de kookplaat niet aanstaan als er geen
pan op staat.
B-Maak de kookzones niet nat en zorg ervoor dat
zij niet overhit raken.
C-Vermijd temperatuurschommelingen op de
glaskeramische kookplaat. Giet bjvoorbeeld geen
koud water op de hete kookplaat.
D-Ga na dat de pan de kookzone helemaal
bedekt en dat de pan goed in het midden van de
kookzone staat.
E-de bodem van de pan moet vlak en droog om
minder energie te gebruiken en om ervoor te
zorgen dat uw glaskeramische kookplaat in
goede staat blijft.
F-Voorkom dat de handvatten van de pannen uit-
steken omdat de pannen in dat geval per ongeluk
om kunnen vallen.
G-Vergeet niet dat een kookzone ook nadat u de
betreffende zone uitgeschakeld heeft nog lang
warm blijft. Profiteer op handige wijze van deze
eigenschap door de kookzone enkele minuten
vóór het einde van de bereiding uit te schakelen.
Dankzij de restwarmte die het glaskeramiek
opgebouwd heeft is het op die manier namelijk
mogelijk om de bereiding af te maken zonder
elektrische energie te gebruiken.
H-het verdient de voorkeur niet op de glas-
keramische kookplaat te koken met pannen die op
gasbranders zijn gebruikt. Door de vlam van
gasbranders wordt de bodem van de pan
namelijk gevormd