Lampen vervangen
Gloeilampen vervangen
1. Til de lampafscherming iets op.
2. Duw de lampafscherming naar het midden
van het apparaat.
3. Vervang de defecte lamp door een nieuwe
lamp van hetzelfde type en met hetzelfde
vermogen (zie typeplaatje).
4. Breng de lampafscherming weer aan.
5. Schakel de stroom in door de stekker in het
stopcontact te steken of de zekering in te
schakelen.
OPMERKING: Controleer of de lampen goed
zijn aangebracht als de verlichting niet werkt.
Defecte lampen moeten direct worden
vervangen om overbelasting van de andere
lampen te voorkomen.
Lees beslist de aanwijzingen en
waarschuwingen in het hoofdstuk
"Veiligheidsvoorschriften" voordat u de lampen
vervangt.
De beschrijving van de lampvervanging
geldt voor verschillende uitvoeringen van het
apparaat.
OPMERKING: Lees de garantievoorwaarden
in het bijgevoegde serviceboekje.
Halogeenlampen vervangen
Halogeenlampen worden tijdens het gebruik
zeer heet. Ook na uitschakeling bestaat er nog
enige tijd een risico van brandwonden!
Wacht tot de halogeenlamp is afgekoeld
voordat u hem vervangt.
1. Verwijder de lampenring voorzichtig met
geschikt gereedschap.
2. Vervang de defecte lamp door een nieuwe
lamp van hetzelfde type en met hetzelfde
vermogen (zie typeplaatje).
OPMERKING: Het glas van de halogeenlamp
mag bij het aanbrengen niet worden
aangeraakt. Gebruik daarom een schone doek
bij het aanbrengen van de lamp.
3. Breng de lampafscherming weer aan.
4. Schakel de stroom in door de stekker in het
stopcontact te steken of de zekering in te
schakelen.