10
Ontdooiprogramma's
Met de 4 ontdooiprogramma's kunt u vlees, gevogelte en
brood ontdooien.
Aanwijzingen
■ Levensmiddelen voorbereiden
Gebruik levensmiddelen die zo plat mogelijk zijn en per portie
bij -18 °C zijn ingevroren en opgeslagen.
Neem het te ontdooien product altijd uit de verpakking en
weeg het. U heeft het gewicht nodig om het programma in te
stellen.
■ Bij het ontdooien van vlees en gevogelte ontstaat vloeistof.
Dit tijdens het keren verwijderen en in geen geval verder
gebruiken of met andere levensmiddelen in aanraking laten
komen.
■ Vormen
Leg de levensmiddelen op een platte vorm die geschikt is
voor de magnetron, bijv. een schaal of bord van glas of
porselein en doe er geen deksel op.
■ Bij het ontdooien van kip en stukken kip (P03) klinkt
tweemaal het signaal om te keren.
■ Rusttijd
Laat het ontdooide product nog 10 tot 30 minuten rusten,
voor een gelijkmatige temperatuurverdeling. Grote stukken
vlees hebben een langere rusttijd nodig dan kleine. Platte
stukken en gehakt dient u voor de rusttijd uit elkaar te halen.
Hierna kunt u de levensmiddelen verder verwerken, ook
wanneer dikke vleesstukken van binnen eventueel nog
bevroren zijn. Bij gevogelte kunt u nu de ingewanden
verwijderen.
Bereidingsprogramma's
Met de 3 bereidingsprogramma's kunt u rijst, aardappels of
groente garen.
Aanwijzingen
■ Levensmiddelen voorbereiden
Weeg het product. U heeft het gewicht nodig om het
programma in te stellen.
■ Vormen
Maak de levensmiddelen altijd klaar in een voor de
magnetron geschikte vorm met deksel. Voor rijst dient u een
grote, hoge vorm te gebruiken. Plaats de vorm op het lage
rooster.
Rijst (P05)
Aanwijzing: Gebruik geen rijst in kookbuideltjes. Rijst schuimt
sterk bij de bereiding. Stel het brutogewicht (zonder vloeistof)
in. Twee tot tweeënhalf keer zoveel vloeistof bij de rijst doen.
Aardappels (P06)
Aanwijzing: Gekookte aardappels:
snijd deze in stukken van gelijke grootte. Per 100 g aardappels
1 eetlepel water en wat zout toevoegen.
Groente (P07)
Aanwijzingen
■ verse groente:
in stukken van gelijke grootte snijden. 1 eetlepel water per
100 g groente toevoegen.
■ Rusttijd
Wanneer het programma afgelopen is, roert u het product
nog een keer om. Om tot een gelijkmatige
temperatuurverdeling te komen dient het nog 5-10 minten te
rusten.
De bereidingsresultaten zijn afhankelijk van de kwaliteit en de
aard van de levensmiddelen.
Combigaarprogramma's
Aanwijzingen
■ Neem het product uit de verpakking en weeg het. Kunt u het
exacte gewicht niet invoeren, rond het dan naar boven of
beneden af.
■ Vormen
Gaar de levensmiddelen in een niet al te grote,
hittebestendige vorm, die geschikt is voor de magnetron.
Plaats de vorm op het lage rooster.
Lamsvlees, medium (P12)
Geschikt is lamsvlees van de schouder of lamsbout zonder
been.
Gehakt (P13)
Het programma is geschikt voor vlees dat niet hoger is dan
7cm.
Vis, heel (P14)
Snijd het vel van de vis van tevoren in. Leg de vis in de
“zwemstand" in de vorm.
Eenpansgerecht met rijst (P15)
Voer alleen het gewicht van de rijst in. Geschikt zijn gerechten
met rijst en groente, vis of gevogelte. Gebruik alleen verse
ingrediënten. Gebruik een hoge vorm met deksel.
Rusttijd
Het product na afloop van het programma nog ca 5-10 minuten
laten rusten voor een gelijkmatige temperatuurverdeling.
Programma-nr. Gewichtsbereik in kg
Ontdooien
P 01 Gehakt 0,20 - 1,00
P 02 Vleesstukken 0,20 - 1,00
P 03 Kip, stukken kip 0,40 - 1,80
P 04 Brood 0,20 - 1,00
Programma-nr. Gewichtsbereik
in kg
Garen
05 Rijst 0,05 - 0,20
06 Aardappels 0,15 - 1,00
07 Groente 0,15 - 1,00
Programma-nr. Gewichtsbereik
in kg
Combigaren
08
Ovenschotel, diepvries*
(tot 3 cm hoog)
0,40 ,1,20
09 Kip, heel* 0,50 - 2,00
10 Rosbief, medium* 0,50 - 1,50
11 Gebraden varkenshals 0,50 - 2,00
12 Lamsvlees, medium 0,80 - 2,00
13 Gehakt* 0,50 - 1,50
14 Vis, heel* 0,30 - 1,00
15
Eenpansgerecht met rijst
en verse ingrediënten
0,05 - 0,20
* Gebruik een vorm zonder deksel