31
Kookzoneschakelaars
Met de vier kookzoneschakelaars kunt u het
verwarmingsvermogen van de kookzones instellen.
Aan het einde van het instelbereik zit een aanslag. Niet verder
draaien.
Ontstekingsknop
Met deze knop wordt het elektronische ontstekingssysteem
geactiveerd.
Wanneer u op de knop drukt, worden alle aanstekers gelijktijdig
ontstoken.
De oven
U stelt de oven in met de functie- en de temperatuurkeuzeknop.
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de wijze van verwarmen voor
de oven in. De functiekeuzeknop kan naar links en naar rechts
draaien.
Wanneer de gewenste wijze van verwarmen is ingesteld, brandt
de lamp in de oven.
Temperatuurkeuzeknop
Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur en de
grillstand instellen.
Als de oven opwarmt, brandt het lampje boven de
temperatuurkeuzeknop. Als het opwarmen wordt onderbroken,
gaat het uit. Brandt niet bij sommige instellingen.
De binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een
koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
Ovenlamp
Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De
warme lucht ontsnapt via de deur.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de oven
oververhit.
Ovendeur - aanvullende veiligheidsinstructies
Bij langere baktijden kan de ovendeur erg heet worden.
Indien u kinderen hebt, is bij het gebruik van de oven extra
voorzichtigheid geboden.
Verder is er een beveiligingsvoorziening (beveiligingsrooster)
beschikbaar waarmee directe aanraking van de ovendeur
wordt verhinderd. Dit beveiligingsrooster is onder nr. 469088
bij de klantenservice verkrijgbaar.
Standen Functie/gasfornuis
þ
Nulstand Fornuis is uitgeschakeld.
—
˜
Instelbereik Grote vlam = hoogste instelling
Spaarvlam = laagste instelling
Standen Functie
þ
Uit De oven is uitgeschakeld.
%
Boven-/onder-
warmte*
Het bakken en braden is maar op
één niveau mogelijk. Voor gebak
en pizza in bakvormen of op de
bakplaat alsmede voor magere
braadstukken van rund, kalf en wild
is deze instelling zeer geschikt. De
hitte komt gelijkmatig van boven en
onderen.
$
Onderwarmte Met onderwarmte kunt u gerechten
van onderen nabakken en rooste-
ren. De temperatuur komt van
onderen.
*
Vlakgrillen, klein
oppervlak
Deze wijze van verwarmen is
geschikt voor het grillen van steak,
worstjes, vis en toasts in kleine
hoeveelheden. Het middelste deel
van het grillelement wordt ver-
warmd.
(
Vlakgrillen, groot
oppervlak
U kunt meerdere steaks, worstjes,
vis en toast grillen. Het gehele
oppervlak onder het grillelement
wordt verwarmd.
* Wijze van verwarmen conform energie-efficiëntieklasse
EN50304.
Standen Functie
ÿ
Nulstand Oven niet heet.
50-270 Temperatuurbe-
reik
Temperatuurinstellingen in °C.
1, 2, 3 Grillstanden Grillstanden voor de grill, klein
* en groot ( oppervlak.
Stand 1 = zwak
Stand 2 = gemiddeld
Stand 3 = sterk