34
Kookplaat instellen
Uw kookplaat is voorzien van vier gasbranders. Hier kunt u
nalezen hoe u de gasbranders aansteekt en de kookplaat
instelt.
Gasbrander ontsteken
Plaats het branderdeksel altijd exact op de branderkelk. De
openingen op de branderkelk moeten altijd vrij zijn. Alle
branderdelen moeten droog zijn.
1. Open de bovenste afdekking. Deze moet tijdens het gebruik
van het fornuis altijd geopend zijn.
2. Draai de schakelaar van de gewenste kookzone naar links
op het symbool van de grote vlam
—.
3. Houd de kookzoneschakelaar ingedrukt en druk gelijktijdig
op de ontstekingsknop. De gasbrander wordt ontstoken.
4. Houd de kookzoneschakelaar ongeveer 1-3 seconden
ingedrukt. De ontstekingsbeveiliging wordt geactiveerd. Als
de gasvlam uitgaat, wordt de gastoevoer automatisch door
de ontstekingsbeveiliging onderbroken.
5. Stel de gewenste vlamhoogte in. Tussen de instelling
û Uit en
de instelling
— is de vlam niet stabiel. U moet daarom altijd
een instelling tussen de hoogste
— en de laagste vlam ˜
kiezen.
6. Als de vlam weer uitgaat, herhaalt u de procedure vanaf stap
2.
7. Voor het uitschakelen van de gasbrander: Draai de
gasbranderschakelaar û naar rechts op de stand Uit.
De ontsteking mag niet langer dan 15 seconden worden
bediend. Wanneer de brander na 15 seconden nog niet
ontstoken is, moet u minstens 1 minuut wachten. Herhaal dan
de ontstekingsprocedure.
De gasbrander ontsteekt niet.
Bij stroomuitval of bij vochtige bougies kunt u de gasbrander
met een gasaansteker of lucifer ontsteken.
Tabel - koken
Kies voor elke kookzone de juiste pangrootte. De diameter van
de panbodem moet met de grootte van de kookzone
overeenstemmen.
De kooktijden zijn afhankelijk van de soort, het gewicht en de
kwaliteit van de gerechten. Daarom zijn afwijkingen mogelijk.
De optimale kooktijd kunt u op basis van uw eigen ervaring
bepalen.
Mineralen en vitaminen kunnen bij het koken zeer snel hun
voedingswaarde verliezen. Gebruik daarom maar weinig water.
Zo blijven vitaminen en mineralen behouden. Kies korte
kooktijden zodat groentes steviger blijven en meer
voedingswaarde hebben.
Voorbeeld Gerecht Kookzone Kookstand
Smelten Chocolade, boter, margarine Spaarbrander Kleine vlam
Verwarmen Bouillon, groenteconserven Normale brander Kleine vlam
Verwarmen en warm
houden
Soepen Spaarbrander Kleine vlam
Stomen* Vis Normale brander Tussen grote en kleine vlam
Stomen* Aardappels en overige groen-
ten, vlees
Normale brander Tussen grote en kleine vlam
Koken* Rijst, groente, vleesgerechten
(met saus)
Normale brander grote vlamhoogte
Braden Pannenkoeken, aardappels,
schnitzels, vissticks
Extra krachtige brander Tussen grote en kleine vlam
* Wanneer u een pan met deksel gebruikt, schakel dan naar een kleinere vlam terug zodra het eten begint te koken.