21
KOGA - BOSCH Acti ve Line
Oorspr onkel i jk e gebru iksaan wi jzi ng
Nederlands –10
0 276 001 SAI | (14.8.13) Bosch eBike Systems
Technische gegevens
Montage
Plaats de accu alleen op een schone ondergrond. Voor-
kom in het bijzonder het vuil worden van de oplaadaanslui-
ting en de contacten, bijv. door zand of aarde.
Accu voor het eerste gebruik controleren
Controleer de accu voordat u deze voor de eerste keer op-
laadt of met uw eBike gebruikt.
Druk daarvoor op de aan-uit-toets A4 voor het inschakelen
van de accu. Als er geen led van de oplaadindicatie A3 brandt,
is de accu mogelijk beschadigd.
Als er minstens een led brandt, maar niet alle leds van de op-
laadindicatie A3 branden, dient u de accu voor het eerste ge-
bruik volledig op te laden.
Laad een beschadigde accu niet op en gebruik deze
niet. Neem contact op met een erkende rijwielhandel.
Accu opladen
Gebruik alleen het met uw eBike meegeleverde origi-
nele Bosch-oplaadapparaat of een origineel Bosch-op-
laadapparaat van hetzelfde type. Alleen dit oplaadappa-
raat is afgestemd op de bij de eBike gebruikte
lithiumionaccu.
Opmerking: De accu wordt gedeeltelijk opgeladen geleverd.
Om de volledige capaciteit van de accu te verkrijgen, laadt u
voor het eerste gebruik de accu volledig met het oplaadappa-
raat op.
Lees voor het opladen van de accu de gebruiksaanwijzing van
het oplaadapparaat en neem de voorschriften in acht.
De accu kan altijd afzonderlijk of aan de fiets opgeladen wor-
den zonder de levensduur te verkorten. Een onderbreking van
de laadbewerking beschadigt de accu niet.
De accu is voorzien van een temperatuurbewaking die ervoor
zorgt dat de accu alleen in het t emperatuurbereik tussen 0 ° C
en 40 ° C kan worden opgeladen.
Bevindt de accu zich buiten
het oplaadtemperatuurbereik,
knipperen drie leds van de
oplaadindicatie A3 . Maak de
accu los van het oplaadapparaat en laat deze op temperatuur
komen.
Sluit de accu pas weer aan op het oplaadapparaat als deze de
toegestane oplaadtemperatuur heeft bereikt.
Oplaadindicatie
De vijf groene leds van de oplaadindicatie A3 geven de op-
laadtoestand van de accu aan als de accu ingeschakeld is.
Daarbij komt elke led overeen met ca. 20 % van de capaciteit.
Als de accu volledig is opgeladen, branden alle vijf leds.
De laadtoestand van de ingeschakelde accu wordt bovendien
op het display van de bedieningscomputer weergegeven.
Lees hiervoor de gebruiksaanwijzing van aandrijfeenheid en
bedieningscomputer en neem deze in acht.
Als de capaciteit van de accu daalt beneden 5 %, gaan alle
leds van de oplaadindicatie A3 van de accu uit. Er is echter
nog een indicatiefunctie van de bedieningscomputer.
Lithiumionaccu PowerPack 300 PowerPack 400
Productnummer
– Standaardaccu
– Bagagedrageraccu
0 275 007 509
0 275 007 511
0 275 007 513
0 275 007 510
0 275 007 512
0 275 007 514
0 275 007 522
Nominale spanning V= 36 36
Nominale capaciteit Ah 8, 2 11
Energie Wh 300 400
Bedrijfstemperatuur °C –1 0. . .+4 0 –1 0. . .+4 0
Bewaartemperatuur °C –1 0. . .+6 0 –1 0. . .+6 0
Toegestaan oplaadtemperatuurbereik °C 0 ... + 40 0 ... + 40
Gewicht, ca. kg 2,0/2,4 2,5/2,6
Beschermingsklasse IP 54 (stof- en spatwaterbe-
scherming)
IP 54 (stof- en spatwaterbe-
scherming)
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 10 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM
Bosch eBike Systems 0 276 001 SAI | (14.8.13)
Accu monteren of verwijderen
(zie afbeeldingen C – D)
Schakel de accu altijd uit als u deze in de houder p laatst
of uit de houder neemt.
Om de ac c u te ku n n e n plaatsen, moet de sleute l A5 in het slot
A6 steken en het slot moet geopend zijn.
Voor het plaatsen van de standaardaccu A8 plaatst u deze
met de contacten op de onderste houder A9 aan de eBike (de
accu kan tot 7 ° naar het frame gekanteld zijn). Kantel deze tot
aan de aanslag in de bovenste houder A7 .
Voor het plaatsen van de bagagedrageraccu A2 duwt u de-
ze met de contacten naar voren in de houder A1 in de bagage-
drager tot de accu vastklikt.
Controleer of de accu stevig vast zit. Sluit de accu altijd met
het slot A6 af. Anders kan het slot opengaan en kan de accu uit
de houder vallen.
Trek de sleutel A5 na het afsluiten altijd uit het slot A6 . Daar-
mee voorkomt u dat de sleutel eruit valt of de accu van een ge-
parkeerde eBike door anderen wordt meegenomen.
Voor het uitnemen van de standaardaccu A8 schakelt u deze
uit en opent u het slot met de sleutel A5. Kantel de accu uit de
bovenste houder A7 en trek deze uit de onderste houder A9.
Voor het verwijderen van de bagagedrageraccu A2 scha-
kelt u deze uit en opent u het slot met de sleutel A5 . Trek de
accu uit de houder A1 .
Gebruik
Ingebruikneming
Gebruik alleen originele Bosch accu’s die door de fabri-
kant voor uw eBike zijn toegestaan. Het gebruik van
andere accu’s kan tot letsel en brandgeva ar leiden. Bij
gebruik van a ndere accu’s w ordt door Bosch g een aanspra-
kelijkheid aanvaard en geen garantie ge boden.
In- en uitschakelen
Het inschakelen van de accu is een van de mogelijkheden
om het eBike-systeem in te scha kelen. Lees daarvoor de ge-
bruiksaanwijzing van aandrijf eenheid en bedieningscompu-
ter en neem de voorschriften in acht.
Controleer voor het inschakelen van de accu of het eBike-sy-
steem dat het slot A6 afgesloten is.
Als u de accu wilt inschakelen , drukt u op de aan-uit-toets
A4. De leds van de indicatie A3 gaan branden en geven tege-
lijkertijd de oplaadtoestand aan.
Opmerking: Als de capaciteit van de accu onder 5 % daalt,
brandt er geen led van de oplaadindicatie A3 . Alleen op de be-
dieningscomputer is herkenbaar of het eBike-syst eem is inge-
schakeld.
Als u de accu wilt uitschakelen , drukt u opnieuw op de aan-
uit-toets A4 . De leds van de indicatie A3 gaan uit. Het eBike-
systeem wordt daarmee eveneens uitgeschakeld.
Als er ca. 10 minuten geen vermogen van de eBike-aandrij-
ving wordt opgevraagd (bijv. omdat de eBike stilstaat) en er
geen toets op de bedieningscomputer of bedieningseenheid
van de eBike wordt ingedrukt, worden het eBike-systeem en
daardoor ook d e accu automatisch uitgeschakeld om energie
te besparen.
De accu is door „Electronic Cell Pr otection (ECP)” beschermd
tegen overmatig ontladen, overmatig opladen, oververhitting
en kortsluiting. Bij gevaar wordt de accu door een veiligheids-
schakeling automatisch uitgeschakeld.
Wordt een defect van de accu
herkend, knipperen twee leds
van de oplaadindicatie A3 .
Neem in dit geval contact op
met een erkende rijwielhandel.
Aanwijzingen voor de optimal e omgang
met de accu
De levensduur van de accu kan worden verlengd als deze
goed wordt behandeld en met name bij de j uiste temperatu-
ren wordt bewaard.
Met toenemende ouderdom zal de capaciteit van de accu ech-
ter ook bij goede verzorging afnemen.
Een duidelijk kortere gebruiksduur na het opladen geeft aan
dat de accu versleten is. U kunt de accu vervangen.
Accu voor en tijdens het bewaren opladen
Laad de accu op tot ongeveer 60 % (3 tot 4 leds van de op-
laadindicatie A3 branden) voordat u deze voor lange tijd op-
bergt.
Controleer de oplaadtoestand na 6 maanden. Als er nog maar
één led van de oplaadindicatie A3 brandt, dient u de accu
weer tot ca 60 % op te laden.
Opmerking: Als de accu lange tijd in lege toestand wordt
bewaard, kan deze ondanks de geringe ze lfontlading worden
beschadigd en kan de opslagcapaciteit sterk worden vermin-
derd.
Het is niet aan te raden de accu langdurig aan het oplaadappa-
raat aangesloten te laten.
Bewaaromstandigheden
Bewaar de accu bij voorkeur op een droge en goed geventi-
leerde plaats. Bescherm deze tegen vocht en water. Bij on-
gunstige weersomstandigheden is het bijv. aan te raden om
de accu van de eBike te nemen en tot het volgende gebruik in
een gesloten ruimte te bewaren.
De accu kan bij temperaturen van – 10 ° C tot +60 ° C worden
bewaard. Voor een lange levensduur is echter bewaren bij een
temperatuur van ca. 20 ° C gunstig.
Let erop dat de maximale bewaartemperatuur niet wordt
overschreden. Laat de accu bijv. in de zomer niet in de auto
liggen en bewaar deze niet in fel zonlicht.
Er wordt aangeraden om de accu niet aan de fiets te bewaren.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 11 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM