nl
85
Instellen van
de temperatuur
Afb. 2
Koelruimte
De temperatuur is instelbaar
van +2 °C tot +8 °C.
Temperatuur-insteltoets 3 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur
in de koelruimte is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt in het
geheugen opgeslagen. De ingestelde
temperatuur wordt aangegeven op de
temperatuurindicatie 4.
Het vriesvak
De temperatuur in het vriesvak is
afhankelijk van de temperatuur in de
koelruimte.
Alarm function
Deuralarm
Het deuralarm (aanhoudend
geluidssignaal) wordt ingeschakeld als
de deur van het apparaat langer dan
twee minuten openstaat. Door de deur
te sluiten wordt het alarmsignaal weer
uitgeschakeld.
Alarm uitschakelen
Afb. 2
De alarm-toets 5 indrukken om het
alarmsignaal uit te schakelen.
Super-functie
Wanneer de super-functie is
ingeschakeld, wordt het kouder in het
vriesvak en in de koelruimte.
Aanwijzingen
■ Het apparaat kan hardere
bedrijfsgeluiden gaan maken.
■ Voor het invriezen van kleine
hoeveelheden levensmiddelen hebt
u de super-functie niet nodig.
Super functie gebruiken
■ Bij het aanbrengen van de verse
levensmiddelen de super-functie
inschakelen.
■ Snel invriezen van levensmiddelen –
vitaminen, voedingswaarde,
uiterlijk en smaak blijven behouden.
■ Snel koelen van dranken
■ Bewaren van grote hoeveelheden
levensmiddelen in de koelruimte.
In- en uitschakelen
Afb. 2
Toets super 2 indrukken.
De toets brandt wanneer de super-
functie is ingeschakeld.
De super-functie schakelt na ca.
1½ dagen automatisch uit en het
apparaat wordt
op de eerder ingestelde temperatuur
geschakeld.