A seconda del gas utilizzato dall'apparecchio, v. tabella III,
agire di conseguenza:
A: stringere a fondo le viti di bypass.
B: allentare le viti di bypass fino alla corretta regolazione del
gas in uscita dai bruciatori: verificare che regolando la
manopola tra il massimo e il minimo, il bruciatore non si
spenga, né si verifichino ritorni di fiamma.
C: le viti di bypass devono essere sostituite da un tecnico
autorizzato.
D: non manipolare le viti di bypass.
Per garantire la tenuta, è importante che tutte le tenute siano al
loro posto. Questi elementi sono indispensabili per il corretto
funzionamento dell'apparecchio dato che impediscono
l'introduzione di liquidi e sporcizia all'interno dell'apparecchio.
Ricollocare le manopole.
Non smontare mai l'asse del rubinetto (Fig. 9). in caso di
guasto, sostituire il rubinetto completo.
Attenzione!
Al termine applicare l'etichetta adesiva, indicando il nuovo tipo
di gas, accanto alla targa identificativa.
nl
é
Installatievoorschrift
V eiligheidsaanwijzingen
Lees de instructies van het apparaat alvorens over te gaan tot
de installatie en het gebruik ervan.
De grafieken afgebeeld in dit Installatievoorschrift zijn ter
oriëntatie.
De fabrikant is vrij v an elke v erantwoordelijkheid indien niet
voldaan w ordt aan de beschikking en v an deze handleiding.
Alle werkzaamheden betreffende installatie, afstelling en
aanpassing aan een ander gastype moeten worden
uitgev oerd door een bekwaam installateur , waarbij alle
toepasbare normen en wetgeving en de v oorschrif ten v an de
lokale gas- en elektriciteitsmaatschappijen moeten w orden
nageleefd.
Het wordt aanbe volen onze T echnische Dienst te t elefoneren
voor de aanpassing aan een ander gastype.
Sluit vóór elk e handeling de stroom- en gastoev oer van het
apparaat af.
Dit apparaat is enkel ontworpen voor huishoudelijk, het
commercieel of professioneel gebruik hiervan is niet toegelaten.
Dit apparaat mag niet worden geïnstalleerd in jachten of
caravans. De garantie zal enkel geldig zijn wanneer het gebruik
nageleefd werd waarvoor deze ontworpen werd.
Controleer voor de installatie of de voorwaarden van lokale
distributie (aard en druk van het gas) en de afstelling van het
apparaat compatibel zijn (zie tabel I). De afstelvoorwaarden van
het apparaat staan op het label of op het gegevensplaatje.
Dit apparaat mag enkel worden geïnstalleerd in een goed
geventileerde ruimte, waarbij de geldende reglementen en
beschikkingen inzake ventilatie nageleefd worden. Het apparaat
mag niet worden aangesloten op een inrichting voor de afvoer
van verbrandingsproducten.
De voedingskabel moet worden vastgemaakt in het meubelstuk,
om te voorkomen dat deze contact maakt met de gedeeltes van
de oven of van de kookplaat die warm worden.
Apparaten met stroomtoevoer moeten verplicht geaard worden.
Manipuleer de binnenzijde van het apparaat niet. Telefoneer
indien nodig onze Technische Dienst.
Vóór de installatie
Dit apparaat behoort tot klasse 3, volgens de norm EN 30-1-1
voor gasapparaten: apparaat ingebouwd in een meubel.
De meubels dichtbij het apparaat moeten uit niet ontvlambare
materialen bestaan. De gelaagde bekledingen en de lijm die
deze bevestigt, moeten hittebestendig zijn.
Dit apparaat kan niet geïnstalleerd worden op koelkasten,
wasmachines, vaatwassers of dergelijke.
Om een kookplaat op een oven te installeren, moet deze over
geforceerde ventilatie beschikken. Controleer de afmetingen
van de oven in uw installatiehandleiding.
Indien een afzuigkap geïnstalleerd wordt, moet rekening
gehouden worden met de installatiehandleiding hiervan, waarbij
altijd een minimale verticale afstand van 650 mm tot de
kookplaat behouden wordt.
V oorbereiding van het meubel (afb. 1-2)
Breng een insnijding aan van de nodige afmetingen op het
werkvlak.
Indien de kookplaat elektrisch of gemengd (gas en elektriciteit)
is en er zich geen oven onder bevindt, plaats dan een
scheidingsstuk van niet-ontvlambaar materiaal (bv. metaal of
gelaagd hout) op 10 mm van de basis van de kookplaat. Zo
wordt toegang vermeden tot de onderzijde hiervan. Indien het
een gaskookplaat is, wordt aanbevolen het scheidingsstuk op
dezelfde afstand te plaatsen.
Vernis voor houten werkvlakken de snijvlakken met een
speciale lijm, om deze te beschermen tegen vocht.
Installatie van het apparaat
Afhankelijk van het model kan de zelfklevende pakking al in de
fabriek zijn geplaatst. Als dat zo is, verwijder deze dan in geen
geval; de zelfklevende pakking voorkomt filtraties. Als de
pakking niet in fabriek is geplaatst, plak deze dan aan de
onderrand van de kookplaat. Afb. 3.
Voor de bevestiging van het apparaat aan het inbouwmeubel:
1. Draai elk van de klemmen in de aangeduide stand en zorg dat
deze vrij draaien.
2. Bouw de kookplaat in en centreer deze.
Druk op de uiteinden totdat de plaat op de hele omtrek steunt.
3. Draai de klemmen helemaal aan.
De stand van de klemmen is afhankelijk van de dikte van het
werkvlak. Afb. 4.
Uitbouw van de k ookplaat
Sluit het apparaat af van de elektriciteits- en gasaansluiting.
Draai de klemmen los en ga op omgekeerde werkwijze te werk
als bij de montage.
Gasaansluiting (fig. 5)
De gasaansluiting moet zo aangelegd zijn dat de afsluitkraan
toegankelijk is.
Het uiteinde van de inlaatcollector van de gaskookplaat is
voorzien van een schroefdraad van 1/2’’ (20,955 mm). Met
deze schroefdraad is mogelijk:
■ Een starre verbinding.
■ Aansluiting met een metalen flexibele slang (L min. 1 m -
max. 3 m).
Voeg de bijgeleverde afdichtpakking (034308) in tussen de
uitlaat van het spruitstuk en de gasaansluiting.
Vermijd dat deze slang contact maakt met de beweegbare
onderdelen van de eenheid waarin de kookplaat is ingebouwd
(een lade, bijvoorbeeld) of dat hij door ruimtes loopt die verstopt
kunnen raken.
Indien u de gasaansluiting horizontaal moet uitvoeren, zijn er bij
onze technische dienst een kniestuk (code 173018), en een
afdichting (code 034308) beschikbaar.
Indien u een cilindrische aansluiting moet maken, vervang dan
het door de fabriek geïnstalleerde kniestuk door dat uit de zak
met accessoires. Afb. 5a.
Vergeet niet om de pakking in te voegen.
: Lekgevaar!
Indien een aansluiting gemanipuleerd wordt, controleer de
lekdichtheid.
De fabrikant is niet aansprakelijk als een aansluiting lekken
vertoont nadat deze gemanipuleerd is.
Elektrische aansluiting (Afb. 6)
Controleer of het voltage en het vermogen van het apparaat
compatibel zijn met de elektrische installatie.
De kookplaten worden geleverd met een voedingskabel met of
zonder stekker.
Apparaten die voorzien zijn van een stekker mogen alleen op
een goed geaard stopcontact worden aangesloten.
Er moet een omnipolaire onderbrekingsschakelaar voorzien
worden met een minimale contactopening van 3 mm (behalve
bij een stekkeraansluiting, indien deze gemakkelijk bereikbaar is
voor de gebruiker).
Dit apparaat is van het type “Y”: de invoerkabel mag niet
vervangen worden door de gebruiker, maar door de Technische
Dienst. Het type kabel en de minimumdoorsnede dienen te
worden gerespecteerd.
V erandering van gastype
Indien de norm van het land het toelaat, mag dit apparaat
aangepast worden aan andere gassen (zie gegevensplaatje).
De hiervoor benodigde onderdelen bevinden zich in het
geleverde omvormingspakket (afhankelijk van het model). Het