nl
22
... bij het inschakelen
Het apparaat start niet.
De zekering van de huisinstallatie
is niet in orde.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De deur van het apparaat is niet
goed dicht.
De kraan is niet open.
De zeef aan de watertoevoerslang
is verstopt.
Apparaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact trekken.
Kraan dichtdraaien. Hierna de zeef
schoonmaken die zich aan de
aansluiting van de toevoerslang
bevindt. Tenslotte het apparaat
weer op het elektriciteitsnet
aansluiten, kraan opendraaien en
het apparaat inschakelen.
... aan het apparaat
de onderste sproeiarm draait
moeilijk
Sproeiarm door kleine deeltjes of
etensresten geblokkeerd.
Deksel van het afwasmiddelbakje
kan niet gesloten worden
Doseerreservoir te vol.
Mechanisme door vastgeplakte
afwasmiddelresten geblokkeerd.
De controlelampjes knipperen
na het starten van het programma.
Geen programma gekozen.
Controlelampjes gaan na de afwas
niet uit
Hoofdschakelaar nog
ingeschakeld.
Er kleven na de afwas resten
afwasmiddel in het reservoir
Reservoir was bij het vullen
vochtig, alleen een droog reservoir
met afwasmiddel vullen.
De indicatie „Watertoevoer
controleren”
brandt.
Kraan dicht.
Watertoevoer onderbroken.
Zeef aan de kraan verstopt.
Watertoevoerslang geknikt.
Na afloop van het programma blijft
er water in het apparaat staan
De afvoerslang is verstopt of
geknikt.
De afvoerpomp is geblokkeerd.
De zeven zijn verstopt.
Het programma is nog niet
afgelopen. Wacht op het einde van
het programma.
Functie ”Reset” uitvoeren.
Bij voor inbouw geschikte
apparaten opent resp. sluit de deur
niet zoals het hoort.
Het bevestigde deurpaneel heeft
niet het juiste gewicht. Houdt
u aan het gewicht dat in het
bijgesloten montagevoorschrift
staat aangegeven.
Verkeerd ingestelde spanning
van de deurveer. Voer de instelling
volgens stap (punt)
26
in het
bijgesloten montagevoorschrift uit.