nl
7
Gebruik van onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen van het
apparaat zout bijvullen. Hiermee bereikt
u dat de overgelopen zoutoplossing
onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie
aan het spoelreservoir wordt voorkomen.
–Deschroefdopvanhet
voorraadreservoir 1B eraf draaien.
– Het reservoir met water vullen (alleen
nodig bij het eerste gebruik).
– Hierna onthardingszout bijvullen (geen
tafelzout).
Hierdoor wordt het water verdrongen
en loopt weg.
*afhankelijk vanhetmodel
De indicatie zout bijvullen H op het
bedieningspaneel blijft nog even branden
en gaat pas na een tijdje uit, als zich
een voldoende zoutconcentratie heeft
gevormd.
Bij de instelwaarde van de waterhardheid
„0” geen onthardingszout gebruiken
omdat tijdens het afwassen geen zout
wordt verbruikt. De zoutindicatie is
uitgeschakeld. Bij het instellen op 1 tot 3
moet het zoutreservoir met zout gevuld
worden.
Gebruik van reinigingsproducten
met zoutcomponenten
Bij gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten
met zoutcomponenten hoeft in het
algemeen tot een waterhardheid
van 21°dH (37°fH, 26°Clarke, 3,7mmol/l)
geen onthardingszout gebruikt te worden.
Bij een waterhardheid boven 21° dH is
ook hier het gebruik van onhardingszout
noodzakelijk.
Indicatie zout bijvullen
Zodra de indicatie zout bijvullen H
op het bedieningspaneel brandt, moet
opnieuw zout worden bijgevuld.
Afhankelijk van het aantal afwasbeurten en
de instelling
van de wateronthardingsinstallatie kan het
meerdere maanden duren voordat het zout
bijgevuld dient te worden.
ã=Waarschuwingen
– Het zoutreservoir nooit
met afwasmiddel vullen. Hierdoor gaat
de onthardingsinstallatie kapot.
– Zout moet altijd onmiddellijk vóór het
inschakelen van het apparaat worden
bijgevuld om schade door corrosie
te voorkomen.
Onthardingszout $