14
nl
Wat te doen als
! Reparaties mogen alleen door de Servicedienst of een vakkundig monteur worden uitgevoerd. In
geval van reparatie of als u de storing met behulp van deze tabel niet kunt verhelpen: -
programmakiezer op Uit / 0" zetten - stekker uit het stopcontact halen of de zekering losdraaien
resp. eruit halen- kraan dichtdraaien - Servicedienst opbellen, zie blz. 17.
Storing
Eventuele oorzaak/advies
De stekker zit niet of niet goed in het stopcontact. De zekering is
doorgeslagen. De stroom is uitgevallen.
Bij het uitvallen van de stroom of bij een defect aan het apparaat
kunt u het water laten weglopen om het wasgoed uit de machine
te kunnen halen. (zie hoofdstuk "Schoonmaken van de afvoerpomp").
Die De toets «Start M» is niet ingedrukt. De vuldeur is niet goed
dicht (de indicatielampjes «Startklaar d-Wassen Q» en «SpoeĆ
len K» knipperen).
Niets aan de hand! Het water bevindt zich onder in het apparaat
en is daardoor niet te zien. De elektronische sturing reduceert het
verbruik bij een gelijkblijvend resultaat.
De mate van vervuiling van het wasgoed is groter dan normaal. De
dosering van het wasmiddel is ontoereikend. Wasmiddel doseren
volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Kies het meest geĆ
schikte wasprogramma voor het wasgoed.
Er werd te veel wasmiddel gebruikt. Het apparaat ca. 5-10 minuĆ
ten uitschakelen. Om de schuimvorming te stoppen: een eetlepel
wasverzachter in het wasmiddel-bakje doen en met een halve liĆ
ter water inspoelen. De volgende keer minder wasmiddel gebruiĆ
ken.
Sommige wasmiddelen hebben de neiging tot sterke schuimvorĆ
ming. Dit heeft geen invloed op het spoelresultaat.
Niets aan de hand! Tijdens het opwarmen van het water kunt u geĆ
luiden van de motor horen. Dit is normaal.
Niets aan de hand! Deze geluiden zijn normaal als de pomp begint
te werken en bij het leegpompen van de afvoerpomp.
De transportbeveiligingen zijn niet verwijderd. Let op de aanwijzinĆ
gen in het installatievoorschrift.. De verstelbare voetjes van het
apparaat zijn bij het plaatsen niet vastgezet. Het apparaat met een
waterpas stellen en de voetjes volgens het installatievoorschrift
vastzetten.
De afvoerpomp is verstopt., zie het hoofdstuk siehe "«SchoonmaĆ
ken van de afvoerpomp"; De afvoerslang is geknikt of verstopt (de inĆ
dicatielampjes «Spoelen K» en«Centrifug. 4-Klaar m» knipĆ
peren in beide gevallen).
De veiligheidsfunctie is geactiveerd. De instelling «Spoelstop L»
werd gekozen.
De kraan is dicht. De zeven aan de watertoevoer zijn verstopt (de
indicatielampjes «Startklaar d-Wassen Q» en «Centrifug. 4-
Klaar m» knipperen); zie het hoofdstuk "Schoonmaken van de zeven
in de wateraansluiting".