12
Wat te doen wanneer...
ʑ
Er water uitstroomt Afvoerslang juist bevestigen / vervangen.
Schroefaansluiting van de toevoerslang vastdraaien.
ʑ
Geen watertoevoer.
Wasmiddel niet ingespoeld.
Start/Bijvullen niet gekozen?
Waterkraan niet geopend?
Evtl. zeef verstopt? Zeef reinigen
a blz. 11.
Toevoerslang geknikt of ingeklemd?
ʑ
Vuldeur gaat niet open. Veiligheidsfunctie actief. Programma afbreken? a blz. 4.
(Spoelstop = zonder eindcentrifugeren) gekozen? a blz. 3,4.
Openen alleen via de noodontgrendeling mogelijk? a blz. 13.
ʑ
Het programma start niet. Start/Bijvullen of (Klaar in) tijd gekozen?
Vuldeur gesloten?
Kinderslot actief? Deactiveren a blz. 5.
ʑ
Wassop wordt niet afgepompt. (Spoelstop = zonder eindcentrifugeren) gekozen? a blz. 3,4.
Pomp reinigen a blz. 11.
Afvoerbuis en/of afvoerslang reinigen.
ʑ
Water in de trommel niet
zichtbaar.
Geen storing - Waterniveau onder het zichtbare bereik.
ʑ
Centrifugeresultaat niet naar
tevredenheid.
Wasgoed nat / te vochtig.
Geen fout - onbalans controlesysteem heeft het centrifugeren afgebroken,
ongelijkmatige verdeling van het wasgoed.
Kleine en grote stukken wasgoed gelijkmatig in de trommel verdelen.
Licht strijken gekozen? a blz. 5.
Te laag toerental gekozen? a blz. 5.
ʑ
De programmaduur wijzigt
tijdens de wascyclus.
Geen fout - Het programmaverloop wordt geoptimaliseerd voor het betreffende
wasproces. Dat kan leiden tot veranderingen in de programmaduur op het display.
ʑ
Meermalen beginnen met
centrifugeren.
Geen storing - Het onbalans controlesysteem zorgt er voor dat onbalans verdwijnt.
ʑ
Restwater in het compartiment
0 voor verzorgingsmiddelen.
Geen fout - Werking als verzorgingsmiddel wordt niet beïnvloed
Eventueel inzetelement reinigen a blz. 10.
ʑ
Geurvorming in wasautomaat. Programma Witte was/bonte was 90 °C zonder wasgoed doorvoeren.
Daarvoor wasmiddel voor alle temperaturen gebruiken.
ʑ
Statusindicatie Wassen
knippert. Eventueel loopt
wasmiddel uit de wasmiddel-
schuiflade
Teveel wasmiddel gebruikt?
1 eetlepel wasverzachter met een ½ liter water mengen en in compartiment II
doen (niet bij Outdoor- en dons-textiel!).
Wasmiddeldosering bij de volgende wasbeurt reduceren.
ʑ
Sterke geluidsontwikkeling,
trillingen en wandelen bij het
centrifugeren.
Apparaatvoeten gefixeerd?
Apparaatvoeten borgen a Plaatsingshandleiding.
Transportbeveiligingen verwijderd?
Transportbeveiligingen verwijderen a Plaatsingshandleiding.
ʑ
Geluiden bij het centrifugeren
en afpompen.
Pomp reinigen
a
blz. 11.
ʑ
Display / displaylampen werken
tijdens het bedrijf niet.
Stroomstoring?
Zekeringen geschakeld? Zekeringen inschakelen/vervangen.
Energiebespaarmodus actief?
Wanneer de storing herhaald optreedt de servicedienst inschakelen.
ʑ
Programmaduur langer dan
gewoonlijk.
Geen storing- Onbalans controlesysteem verhelpt de onbalans door het
meermalen verdelen van het wasgoed.
Geen fout - schuimcontrolesysteem actief - er wordt een spoelcyclus toegevoegd.
ʑ
Resten wasmiddel op het
wasgoed.
Soms bevatten fosfaatvrije wasmiddelen resten die niet in water oplosbaar zijn.
Spoelen/Centrifugeren kiezen of wasgoed na het wassen afborstelen.
13
Wat te doen wanneer ...
ʑ
Tijdens de bijvullen-toestand
knippert Start/Bijvullen zeer
snel en er klinkt een signaal
Waterpeil te hoog. Wasgoed bijvullen niet mogelijk. Eventueel vuldeur direct
sluiten.
Start/Bijvullen kiezen om het programma te hervatten.
Wanneer een storing niet zelf verholpen kan worden (Uit-/aanschakelen) of een reparatie nodig is:
Programmakiezer op Uit zetten en stekker uit het stopcontact halen.
Waterkraan dichtdraaien en Servicedienst inschakelen
a blz. 13.
Noodontgrendeling bijv. bij stroomstoring
Het programma wordt hervat wanneer de stroomstoring is afgelopen. Moet toch het wasgoed worden verwijderd, dan
kan de vuldeur als volgt worden geopend:
Verbrandingsgevaar!
Wassop en wasgoed kunnen heet zijn. Eventueel eerst laten afkoelen.
Niet in de trommel grijpen wanneer deze nog draait.
Niet de vuldeur openen wanneer er nog water achter het venster zichtbaar is.
1. Programmakiezer op Uit zetten en de stekker uit het stopcontact halen.
2. Wassop weg laten lopen a blz. 11.
3. Noodontgrendeling met een gereedschap naar onder trekken en loslaten.
Vervolgens kan de vuldeur worden geopend.
Servicedienst
ʑ
Wanneer u de storing niet zelf kunt verhelpen (Wat te doen wanneer ..., a blz. 12, 13), neem dan a.u.b. contact op
met onze Servicedienst. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om onnodige monteursbezoeken te vermijden.
ʑ
De contactgegevens voor de dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u hier, resp. in de Servicedienst-index
(afh. van het model).
NL 088 424 4010
B 070 222 141
ʑ
Geef a.u.b. aan de Servicedienst het typenummer (E-Nr.) en het fabricagenummer (FD) van het apparaat door.
Typenummer Fabricagenummer
Deze informatie kunt u vinden:
Aan de binnenzijde van de vuldeur * / geopende serviceklep*
en de achterzijde van het apparaat.
*afh. van het model
ʑ
Vertrouw op de deskundigheid van de producent. Neem contact met ons op.
Zo bent u er zeker van dat de reparatie door geschoolde servicemonteurs wordt uitgevoerd, die beschikken over
originele reservedelen