3
Installatie-instructies
Luchtafvoerleiding
Voor de luchtafvoerleiding kunnen alle gangbare producten gebruikte worden:
– flexibele buizen
– verzinkte plaatstalen kanalen of stalen buizen
– Verbindings-, overgangs- en hoekstukken voor vlakkanaal en buissystemen
– Muureenheid voor luchtafvoer naar buiten of een ventilatiekanaal
– Adapter voor rechthoekige kanalen
– rechthoekige kanalen of kunststofbuizen
– Terugslagklep
Het materiaal moet warmtebestendig zijn tot 80 °C en vochtbestendig!
Drukverliezen
De soort en lengte van de afvoerleiding, met name hoeken of bochten met kleine straal,
hinderen de luchtdoorvoer. -> Reducties in de doorsnede en drukverliezen (weerstanden) zo
klein mogelijk houden!
Absoluut vermijden:
– lange luchtafvoerleidingen
– Luchtafvoerleidingen met kleine diameter
– Luchtafvoerleidingen met veel bochten en haakse hoeken.
Drukverliezen door wrijving
De luchtdoorvoer wordt door kanaal, resp. buiswrijvingsweerstanden, d.w.z. de wrijving
aan de binnenkant van de luchtafvoerleiding als volgt beïnvloed:
– hoe gladder de binnenwand
– hoe groter de diameter van de binnenwand
– hoe korter de buis
des te geringer is de wrijvingsweerstand.
Drukverliezen door inbouwdelen
Door inbouwdelen ondervindt de afvoerlucht extra weerstand, bijv. door bochten en
hoeken, muureenheden met rooster of een terugslagklep.
Installatie voor buisaansluiting - binnendiameter Ɉ = 100 mm
Om de minimaal noodzakelijke luchtdoorvoer te waarborgen, mag een zeker drukverlies
(weerstand) niet worden overschreden.
Het toelaatbare totale drukverlies van een afvoerleiding mag een bepaalde waarde niet
overschrijden. Deze wordt berekend uit de som van alle afzonderlijke drukverlieswaarden
voor de rechte stukken en inbouwdelen in de luchtafvoerleiding.
De waarde voor het maximaal toegestane drukverlies van een afvoerleiding is 50*.
Installatie voor buisaansluiting - binnendiameter Ɉ > 100 mm
Bij een buisaansluiting met binnendiameter Ɉ > 100 mm en een totaal drukverlies groter
dan 50* de binnendiameter van de buisaansluiting vergroten
* Bepalen van het totale drukverlies zie tabel -> blz. 6.
4
Installatiemogelijkheden
– Afvoerluchtleiding zo leggen, dat de droger de uitgeblazen vochtig warme lucht niet
weer kan aanzuigen.
– Uitstroomopening voor de afvoerlucht zo vormgeven resp. aanleggen, dat er geen
extra tegendruk (bijv. door direct inblazende wind) voor de uitstromende lucht kan
ontstaan, bijv. door een naar onder gerichte 90° bocht -> blz. 7.
– De uitgang voor de luchtafvoerleiding mag max. 2,5 meter hoger liggen dan de
afvoerluchtopening van het apparaat!
Installatiemogelijkheden voor de luchtafvoerleiding:
Via een muureenheid naar buiten
Voorbeeld: buisaansluiting - binnendiameter Ɉ = 100 mm,
glad
A = Recht stuk (1,0m) 4
B = Bocht (R = 200 mm) 4
C = Recht stuk (1,5m) 6
D = Haakse bocht 19
E = Telescoop - muureenheid met rooster 14
Totaal drukverlies 47
Direct naar buiten
Luchtafvoer direct via een afvoerbuis door het geopende
raam naar buiten leiden.
Voorbeeld:
Buisaansluiting - binnendiameter Ɉ = 100 mm, flexibele
ribbelbuis
B = Bocht (R = 300 mm) 7
C = Recht stuk (1,5m) 18
B = Bocht (R = 100 mm) 10
C = Recht stuk (0,5m) 6
Totaal drukverlies 41
Via een muureenheid in schoorsteen of ventilatieschacht
– De aansluiting van de luchtafvoer op schoorstenen, waarop gas- kolenovens resp.
fornuizen of gas-ruimteverwarmingen op zijn aangesloten is niet toegestaan.
– Bij het aansluiten op een tegen vocht geïsoleerde ventilatieschacht moet de
verantwoordelijke schoorsteenveger worden geraadpleegd, of moet de toestemming
van de lokale bouw- en woning toezicht ambtenaar of huiseigenaar worden verkregen.
– Worden extra apparaten in de plaatsingsruimte of naastgelegen ruimtes, zoals
gasverwarmingstoestellen, geisers, kolenkachels met schoorsteenaansluiting of open
haard gebruikt, dan kan een onderdruk ontstaan, welke leidt tot een terugzuigwerking
van de verbrandingsgassen -> Vergiftigingsgevaar!
– Veilige werking in elk geval door de verantwoordelijke schoorsteenveger laten
bevestigen!