NL
12
22
/ GEBRUIK VAN HET APPARAAT
BEVEILIGING TIJDENS DE
WERKING
•Restwarmte
Na intensief gebruik kan de door u gebruikte
kookzone nog enkele minuten heet blijven.
Dit wordt weergegeven met een “H”.
Raak de betreffende zones dan niet aan.
•Temperatuurbegrenzer
Elke kookzone is uitgerust met een
veiligheidssensor die voortdurend de
temperatuur van de bodem van de pan
controleert. Als u een lege pan op een
ingeschakelde kookzone laat staan, zal deze
sensor automatisch de temperatuur van de
kookplaat aanpassen zodat uw keukengerei
of de kookplaat niet wordt beschadigd.
•Veiligheid “kleine voorwerpen”
Een klein voorwerp (zoals een vork, lepel of
ring …,) dat alleen op de kookplaat wordt
gelegd, wordt niet als pan herkend.
De display knippert en de kookplaat wordt
niet ingeschakeld.
Let op
Meerdere kleine voorwerpen kunnen op
een kookplaat als een pan worden
herkend.
De display geeft het kookvermogen aan
zonder te knipperen: deze voorwerpen
worden verwarmd als een kookvermogen
wordt ingesteld.
•Beveiliging bij overkoken
Het stopzetten van de
kookplaat, een speciale
weergave (symbool hiernaast)
en een pieptoon (naar gelang
model) kunnen in één van de
volgende 3 gevallen in werking
worden gezet:
- Overkoken waarbij de bedieningstoetsen
worden bedekt.
- Natte doek op de toetsen.
- Metalen voorwerp op de bedieningstoetsen.
Reinig het voorwerp of haal het weg, nu kunt
u verder gaan met koken.
•Systeem Auto-Stop
Indien u een bereiding vergeet stop te zetten,
is het kookplaat uitgerust met een beveiliging
“Auto-Stop system” die de vergeten
kookzone onmiddellijk uitschakelt na een
bepaalde tijd (begrepen tussen 1 en 10 uur
volgens het gebruikt vermogen).
Wanneer deze beveiliging in werking treedt,
wordt de onderbreking van de kookzone
aangegeven met de weergave “AS” of “A”in
de bedieningszone en wordt gedurende
ongeveer 2 minuten een pieptoon afgegeven.
Het volstaat om op een willekeurige
bedieningstoets te drukken om de pieptoon
te onderbreken.
Een dubbele pieptoon bevestigt uw
handeling.
PIEP... PIEP
•