80 81
Haal in deze gevallen de persoon uit die situatie en wacht
20 minuten alvorens de temperatuur te meten.
• Gebruik het onbehandelde oor voor het meten van
de temperatuur als er oordruppels of andere
oorgeneesmiddelen in de gehoorgang zijn gebruikt.
Onderhoud en reiniging
De sondepunt (5) is het gevoeligste onderdeel van de
thermometer. Hij moet schoon en onbeschadigd zijn om
nauwkeurige metingen te krijgen.
Als de thermometer per ongeluk zonder wegwerplenslter
wordt gebruikt, reinig de sondepunt dan als volgt:
Veeg met een wattenstaaf of een zachte doek
met een beetje alcohol erop voorzichtig over
het oppervlak. Gebruik geen andere
reinigingsmiddelen dan alcohol op de
sondepunt. Gebruik van andere
reinigingsmiddelen kan de punt
beschadigen.
Als de alcohol eenmaal volledig is opgedroogd, kan een
nieuw wegwerplenslter worden geplaatst en kan de
temperatuur worden gemeten. Neem contact op met
uw erkende plaatselijke servicecentrum als de sondepunt
beschadigd is.
Gebruik een zachte, droge doek om de display en buitenkant
van de thermometer schoon te maken. Gebruik geen
schurende schoonmaakmiddelen. Dompel de thermometer
nooit onder in water of een andere vloeistof.
Bewaar de thermometer en wegwerplenslters op een droge
plek, vrij van stof en vervuiling, en niet in direct zonlicht.
Extra wegwerplenslters (LF 40) zijn verkrijgbaar in de meeste
winkels waar de Braun ThermoScan wordt verkocht.
Probleemoplossing
Probleem Oplossing
Er zit geen
wegwerplenslter op.
Zet er een nieuw, schoon
wegwerplenslter op.
Meting vóór stabilisatie
van het apparaat.
Wacht tot alle icoontjes
stoppen met knipperen.
De omgevingstemperatuur
valt niet binnen het
toegestane gebruiksbereik
(10 – 40 °C of 50 – 104°F).
Laat de thermometer
30 minuten in een kamer op
een temperatuur tussen
10 en 40 °C of 50 en 104°F
komen.
HI = te hoog
LO = te laag
De opgemeten
temperatuur ligt niet
binnen het normale
bereik voor mensen
(34 – 42,2 °C of 93,2 – 108 °F).
Zorg ervoor dat de
sondepunt en lens schoon
zijn, en dat er een nieuw,
schoon wegwerplenslter op
zit. Zorg ervoor dat de
thermometer goed is
ingebracht. Neem daarna
opnieuw de temperatuur op.
Systeemfout Reset de thermometer door
de batterij te verwijderen en
vervolgens terug te plaatsen.
Wacht 1 minuut en zet dan
de thermometer weer aan.
Neem contact op met uw
erkende servicecentrum
(zie garantiekaart).
Batterij bijna leeg. Plaats nieuwe batterij.
Batterij leeg. Het apparaat
kan niet worden
ingeschakeld.
Plaats nieuwe batterij.
Heeft u verder nog vragen? Neem contact op met uw
erkende servicecentrum
(zie garantiekaart).
Nederlands
