Nederlands –12
0 276 001 SAI | (29.5.15) Bosch eBike Systems
Technische gegevens
Montage
Plaats de accu alleen op een schone onderg rond. Voor-
kom in het bijzonder het vuil worden van de oplaadaanslui-
ting en de contacten, bijv. door zand of aarde.
Accu voor het eerste gebruik controleren
Controleer de accu voordat u deze vo or de eerste keer op-
laadt of met uw eBike gebruikt.
Druk daarvoor op de aan-uit-toets A4 voor het inschakelen
van de accu. Als er geen led van de oplaadin dicatie A3 brandt,
is de accu mogelijk beschadigd.
Als er minstens een led brandt, ma ar niet alle leds van d e op-
laadindicatie A3 branden, dient u de accu vo or het eerste ge-
bruik volledig op te laden.
Laad een beschadigde accu niet op en gebruik deze
niet. Neem contact op met een er kende rijwielhandel.
Accu opladen
Gebruik alleen het met uw eBike meegeleverde origi-
nele Bosch-oplaadapparaat of een origineel Bosch-op-
laadapparaat van hetzelfde type. Alleen dit oplaadappa-
raat is afgestemd op d e bij de eBike gebruikte
lithiumionaccu.
Opmerking: De accu wordt gedeeltelij k opgeladen ge leverd.
Om de volledige capaciteit van de accu te verkrij gen, laadt u
voor het eerste gebruik de accu volledig met het oplaadappa-
raat op.
Lees voor het opladen van de accu de gebruiksaanwijz ing van
het oplaadapparaat en neem de voorschriften in acht.
De accu kan altijd afzonderlijk of aan de fiets op geladen wor-
den zonder de levensd uur te ver korten. Een onderbrekin g van
de laadbewe rking beschadigt de accu niet.
De accu is voorzien van een temperatuurbewa king die er voor
zorgt dat de accu alleen in het temperatuurbereik tussen 0 ° C
en 40 ° C kan worden opge laden.
Bevindt de accu zich buiten het
oplaadtemperatuurbereik,
knipperen drie leds van de op-
laadindicatie A3 . Maak de accu
los van het oplaadappar aat en
laat deze op temperatuur
komen.
Sluit de accu pas weer aan op het oplaadapparaat als deze de
toegestane oplaadtemperatuur heef t bereikt.
Oplaadindicatie
De vijf groene leds van de opla adindicatie A3 geven de op-
laadtoestand van de accu aan als de accu ingeschakeld is.
Daarbij komt elke led overeen met ca. 20 % van de capaciteit.
Als de accu volledig is opgeladen, br anden alle vijf leds.
De laadtoestand van de ingestelde accu wordt bov endien op
het display van de boor dcomputer weergegeven. Lees en
houd u aan de geb ruiksaanwijzing van aandrijfeen heid en
boordcomputer.
Ligt de capaciteit van de accu onder 5 %, dan gaan alle LED’s
van de laadindicatie A3 aan de accu uit, er is echter nog een
weergavefunctie van de boordcompute r.
Lithiumionaccu PowerPack 300 PowerPack 400 PowerPack 500
Productnum mer
– Standaardaccu
– Bagagedrageraccu
0 275 007 509
0 275 007 511
0 275 007 513
0 275 007 510
0 275 007 512
0 275 007 514
0 275 007 522
0 275 007 529
0 275 007 530
0 275 007 531
0 275 007 532
Nominale spanning
V= 36 36 36
Nominale capaciteit
Ah 8,2 11 13,4
Energie
Wh 300 400 500
Bedrijfstemperatuur
°C –1 0. . .+4 0 –1 0. . .+4 0 –1 0. . .+4 0
Bewaartemperatuur
°C –1 0. . .+6 0 –1 0. . .+6 0 –1 0. . .+6 0
Toegestaa n oplaadtemperatuurb ereik
°C 0. . .+4 0 0. . .+4 0 0. . .+4 0
Gewicht, ca.
kg 2,0/2,4 2,5/2,6 2,6/2,7
Beschermingsklasse
IP 54 (stof- en spatwater-
bescherming)
IP 54 (stof- en spatwater-
bescherming)
IP 54 (sto f- en sp atw ater-
bescherming)
Nederlands –13
Bosch eBike System s 0 276 001 SAI | (29.5.15)
Accu plaatsen en uitnemen
(zie afbeelding en C – D)
Schakel de accu altijd uit als u deze in de houder plaatst
of uit de houder neemt.
Om de accu te kunnen plaatsen, moet de sleutel A5 in het slot
A6 steken en het slot moet geopend zijn.
Voor het pla atsen van de standaardaccu A8 plaatst u deze
met de contacten op de onderste houder A9 aan d e eBike (de
accu kan tot 7 ° naar het frame gekanteld zijn). Kantel deze tot
aan de aanslag in de bovenste houde r A7 .
Voor het pla atsen van de bagaged rageraccu A2 duwt u de -
ze met de contacten naar vore n in de houder A1 in de bagage-
drager tot de accu vastklikt.
Controleer of de accu stevig vast zit. Sluit de accu altijd met
het slot A6 a f . A n d e r s k a n h e t s l o t o p e n g a a n e n k a n d e ac c u u i t
de houder vallen.
Trek de sleutel A5 na het afsluiten altijd uit het sl ot A6 . Daar-
mee voorkomt u dat de sleutel eruit valt of de accu van een ge-
parkeerde eBike door and eren wordt meegenomen.
Voor het uitnemen van de standa ardaccu A8 schakelt u de-
ze uit en opent u het slot met de sleutel A5 . Kantel de accu uit
de bovenste ho uder A7 en trek deze uit de onderste houder
A9.
Voor het verwi jderen van de bag agedragera ccu A2 scha-
kelt u deze ui t en opent u he t slot met de sl eutel A5 . Tre k de
accu uit de houder A1 .
Gebruik
Ingebruikneming
Gebruik alleen originele Bosch accu’s die door de fabri-
kant voor uw eBike zijn toegestaan. Het gebruik va n an-
dere accu’s kan tot letsel en b randgevaar leiden. Bij ge-
bruik van andere accu’s wordt door Bosch geen
aansprakelijkheid aanvaard en geen garantie geboden .
In- en uitschakelen
Het inschakelen van de accu is een van de mogelijkheden om
het eBike-systeem in te schakelen. Lees en houd u aan de ge-
bruiksaanwijzing van aandrijfeenheid en boordcomputer.
Controleer voor het inschakelen van de accu of het eBike-sy-
steem dat het slot A6 afgeslote n is.
Als u de accu wilt inschakelen , drukt u op de aan-uit-toets
A4. De leds van de indicatie A3 gaan branden en geven tege-
lijkertijd de oplaadtoestand aan.
Opmerking: Ligt de capaciteit van de accu onder 5 %, dan
brandt aan de accu geen LED van de laadindicatie A3 . Alleen
aan de boordcompute r is te herkennen of het eBike-systee m
ingeschakeld is.
Als u de accu wilt uitschakelen , drukt u opnieuw op de aan-
uit-toets A4. De leds va n de indicatie A3 gaan uit. Het eBike-
systeem wordt d aarmee eveneens uitg eschakeld.
Wordt ongeveer 10 minuten lang geen vermogen van d e
eBike-aandrijving opgeroepen (bijv. omdat de eBike stilstaat)
en is er geen toets aan boordcomputer of bedieningseenheid
van de eBike inge drukt, schakelen het eBik e-systeem en hier-
mee ook de accu om energiespaarre denen automatisch uit.
De accu is door „Electron ic Cell Protection (ECP)” b eschermd
tegen ov ermatig ontladen, overmatig opladen, overver hitting
en kortsluiting. Bij gevaar wordt de accu door een veiligheids-
schakeling au tomatisch ui tgeschakeld.
Wordt een defect van de accu
herkend, knipperen twee leds
van de oplaadindicatie A3.
Neem in dit geval contact op
met een erkende rijwielhandel.
Aanwijzingen voor de optimale omgang
met de accu
De levensduur van de accu kan worden verlengd als deze
goed wordt b ehandeld en met name bij de juiste temperatu-
ren wordt bewaard.
Met toenemende ouderdom zal de capaciteit va n de accu ech-
ter ook bij goe de verzorging afneme n.
Een duidelijk kortere gebruiksd uur na het opladen geef t aan
dat de accu versleten is. U kunt de accu vervangen.
Accu voor en tijdens het bewaren opladen
Laad de accu op tot ongeveer 6 0 % (3 tot 4 leds van d e op-
laadindicatie A3 branden) voordat u deze voor lan ge tijd op-
bergt.
Controleer de oplaadtoestand na 6 maanden. A ls er nog maar
één led van de oplaadindica tie A3 brandt, dient u d e accu
weer tot ca 60 % op te laden .
Opmerking: Als de accu lange tijd in lege toestand wordt be-
waard, kan deze ondanks de geringe zelfontlad ing worde n b e-
schadigd en kan de opslagcapaciteit sterk wo rden vermin-
derd.
Het is niet aan te raden de accu langdurig aan het oplaadappa-
raat aangesloten te laten.
Nederlands - 20 Nederlands - 21
Brinckers Brinckers