6. L10 aan de kant van de autodeur in
het kinderzitje.
8. Plaats het kinderzitje in de rijrichting op een voor
het gebruik hiervan toegelaten aut
de rugleuning 13 plat tegen de rugleuning van de
autostoel ligt.
9. Plaats de beide ISOFIT05 vlak
voor de beide klemsystemen02 .
10. Schuif de beide ISOFIT05 in de
kliksystemen 02 tot de ISOFIT
05 aan beide zijden met een klikgeluid vastklikken.
GEV 07 moet aan
beide kanten zichtbaar zijn als het kinder
zitje goed bevestigd is.
11 Hou de ISOFITinstelknop 08 ingedrukt en schuif
het kinderzitje zo ver mogelijk naar achteren.
1. V"HOOFDS
INSTELLEN".
2. L 10 aan de kant van de autodeur in
het kinderzitje.
3. L 10 in de
donkerrode gordelhouder 03 van de hoofdsteun 21
totdat dez
houder 03 ligt.
4. Plaats het kinderzitje op de autost
dat de rugleuning 13 vlak tegen de rugleuning van
de autostoel aank
Tip! W
de bevestiging van het kinderzitje hindert, moet deze
worden weggenomen (zie handleiding voertuig).
Bewaar de weggenomen hoofdsteun op een veilige
plaats in het voertuig zodat deze niet weggeslinger
kan worden.
5. V"UW KIND
V.
12. Schud aan het kinderzitje om te contr
goed vast zit en controleer nogmaals de beveili-
gingsknoppen 07 , om er zeker van tdat ze
allebei groen zijn.
13. V"UW KIND
V.
Controleer voor de veiligheid van uw kind voor elke rit of...
Źhet kinderzitje aan beide kanten met de ISOFIT05 in de
ISOFIT01 is ingeklikt en dat beide beveiligingsknoppen
07 geheel groen zijn;
Źhet kinderzitje goed vast zit;
Źhet heupgedeelte 15 van de gordel aan beide zijden door de twee lichtrode
gordelgeleiders 04 van het zitkussen loopt;
Źde
heupgordel
15
door de lichtrode
SecureGuard 09 verloopt;
Źhet schoudergedeelte van de gor16 aan de kant van het slot van de au-
togordel 17 ook door de lichtrode gordelgeleider 04 van het zitkussen loopt;
Źhet schoudergedeelte van de gor16 door de donkerrode gor
03 van de hoofdsteun loopt;
Źde XP-P10 correct is geinstalleerd en wordt gebruikt,
Źhet schoudergedeelte van de gor16 schuin naar achteren loopt;
Źde gordels gespannen en niet verdr
Źhet gordelslot 17 niet in de lichtrode gor 04 van het zitkussen
ligt.
GEV
Wanneer uw probeert het gor17 te openen of het
schoudergedeelte 16 in de lichtrode SecureGuard 09 te doen,
stop dan zodr
goed vast zit en controleer of uw kind goed vast zit. Leg uw kind
uit wat de gevaren van zijn of haar gedr
7. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Neem er de tijd voor om deze aanwijzingen zor
bewaar ze in het daarvoor bedoelde opbergvak. 12 op het kinderzitje
zodat u ze altijd kunt terugvinden. De handleiding moet bij over
derden met het kinderzitje worden meegegeven.
GEV
•
kan het kinderzitje onder bepaalde omstandigheden beschadigen zonder dat
de schade direct zichtbaar is. In dat geval moet het autokinderzitje wor
vervangen. V
•
het op de grond is gevallen).
•
name of alle mechanische onderdelen perfect werken.
• Breng nooit olie aan op onderdelen van het kinderzitje.
•
Laat uw kind nooit zonder toezicht in het kinderzitje in de aut
•
•
kan in rechtstreeks zonlicht z
kan daardoor gewond r
•
Hoe beter de gordel op het lichaam van uw kind aansluit, hoe gr
T
•
wandelen en te spelen.
•
de voeten van uw kind de rugleuning van de voorstoel niet r
verwondingsgevaar te voorkomen).
GEV
Bij een noodstop of een ongeval kunnen niet-vastgez
personen andere passagiers verwonden. Zor
•
rugleuning van de achterbank vastklikken);
•
vastgezet;
• alle personen in de auto de gordel om hebben;
•
WAARSCHUWING! T
• Het kinderzitje nooit los gebruiken, ook niet voor proefzitt
• 13 kan naar achteren kantelen. Z
op de autostoel voor
• 13 wordt opgeklapt, mag zich in de buurt van de
scharnieras niets tussen rugleuning 13 en zitkussen 14 bevinden. Uw
vingers of die van uw kind kunnen klem komen te zitt
•
Om beschadigingen te voorkomen, moet u er op lett
tussen harde voorwerpen (autodeur
•
Bewaar het kinderzitje op een veilige plek als het niet gebruikt wordt. Leg geen
zware voorwerpen op het zitje en bewaar het niet vlak naast warmtebronnen of
in direct zonlicht.
VOORZICHTIG! T
•
Bepaalde van gevoelig materiaal gemaakte aut
leer
optimale bescherming van de autobekleding r
BRIT
P
Controleer voor de veiligheid van uw kind voor elke rit of...
Źhet kinderzitje goed vast zit;
Źhet heupgedeelte
15
van de gordel aan beide zijden door de twee lichtrode
gordelgeleiders
04
van het zitkussen loopt;
Źde
heupgordel
15
door de lichtrode
SecureGuard 09 verloopt;
Źhet schoudergedeelte van de gor16 aan de kant van het slot van de
autogordel 17 ook door de lichtrode gordelgeleider 04 van het zitkussen
loopt;
Źhet schoudergedeelte van de gor16 door de donkerrode gor
03 van de hoofdsteun loopt;
Źhet schoudergedeelte van de gor16 schuin naar achteren loopt;
Źde gordels gespannen en niet verdr
Źde XP-P10 correct is geinstalleerd en wordt gebruikt,
Źhet gordelslot 17 niet in de lichtrode gor 04 van het zitkussen ligt.
GEV Wanneer uw probeert het gor17 te openen of het schou-
dergedeelte 16 in de lichtrode SecureGuard 09 te doen, stop
dan zodra dit mogelijk is. Contr
vast zit en controleer of uw kind goed vast zit. Leg uw kind uit
wat de gevaren van zijn of haar gedr
Een goed afgestelde hoofdsteun 21 waarborgt de optimale positie van het
schoudergedeelte van de gor16 , en biedt uw kind optimale beveiliging.
De hoofdsteun21 moet zo zijn afgesteld dat er tussen de schouders van uw
kind en de hoofdsteun21 nog twee vingers ruimte is.
Zo kunt u de hoogte van de hoofdst
de lichaamsgrootte van uw kind afstellen:
1. P11 aan de achterkant van de
hoofdsteun21 vast en trek deze naar u toe.
Nu is de hoofdsteun ontgrendeld.
2. U kunt nu de ontgrendelde hoofdst21 op de
gewenste hoogte inst
11 loslaat, klikt de hoofdsteun 21 vast.
3. Plaats het kinderzitje op de autost
4. Laat uw kind in het kinderzitje plaatsnemen en
controleer de hoogte. Herhaal de
de hoofdsteun 21 de juiste hoogte heeft.
01
02
1. Als uw auto standaar
de twee kliksystemen 02 , die met het stoeltje zijn meegeleverd*, met de
uitsnede omhoog op de twee ISOFIX-bevestigingspunten 01 van uw auto.
TIP!
De ISOFIX-bevestigingspunten bevinden zich tussen de zitting en de rugleuning
van de autostoel.
* De kliksystemen maken de inbouw van het kinderzitje met behulp van de
ISOFIX-bevestigingspunten gemakkelijker en voork
autobekleding. Als z
een veilige locatie. V
platgelegd kan worden voordat u dez
meestal het gevolg van vuil of vreemde materialen op het klemsyst
op de haken. V
lossen.
2. Schuif de hoofdsteun van de aut
3. V"HOOFDS.
8. HOOFDS
9. INS
Met ISOFIT + driepuntsgordel
A
De
KIDFIX Z-LINE
wordt met de ISOFIT
gemonteerd.
Uw kind wordt vervolgens met de driepuntsgordel van de auto in het kinderzitje
vastgegespt.
4. Houd de ISOFITinstelknop 08 ingedrukt en schuif de
ISOFIT 05 volledig naar buiten.
1. Plaats uw kind in het kinderzitje en leg de
XP-P10 over de borst van uw kind.
Indien u constateert dat de trekkr
3-puntsgordel niet voldoende is om ervoor te zorgen
dat de gordel str
kinderstoeltje zonder XP 10 worden gebruikt
zie hoofdstuk 3 “GOEDKEURING” [P
2. T
langs naar het slot van de autogordel 17 .
GEV
omdat u anders geen gebruik maakt van
de volledige beschermende werking van
het vasthoudsysteem.
3. Klik de gesp in het slot vast in de autogor17 .
4. L16 en het heupgedeelte
15 van de gordel aan de kant van het gordelslot van
de auto 17 door de lichtrode gordelgeleider 04 van
het zitkussen.
GEV 17 mag niet
tussen de lichtrode gordelgeleider04 en
de armleuning liggen.
5. L15 van de gordel aan de
andere zijde van het zitkussen ook door de lichtrode
gordelgeleider 04 .
GEV 15 moet
aan beide zijden zo laag mogelijk over de
liezen van uw kind lopen.
6. Plaats de heupgordel 15 in de lichtrode
SecureGuard 09 .
GEVPlaats niet de dwarsgordel 16 in de
lichtrode SecureGuar09 .
7. L16 in de
donkerrode gordelhouder03 van de hoofdsteun21
totdat dez
houder 03 ligt.
Tip! Als de rugleuning
11
de gordelhouder
03
bedekt,
kunt u de hoofdsteun
21
naar boven verstellen. Nu
kan het schoudergedeelte van de gor
16
gemak-
kelijk worden aangebr
21
vervolgens weer terug op de juiste hoogt
8. Controleer dat het schouder16 over het
sleutelbeen van uw kind loopt en niet tegen de hals
ligt en dat de knop op de gordelhouder 03 volledig
gesloten is.
Tip! U kunt de hoogte van de hoofdst21 ook nog
in de auto afstellen.
9. Open de klitt 10 en klap
het bovenste deel van de XP 10 opzij.
10. Leg het schoudergedeelte 16 van de gordel in het
geopende vlak van de XP-P10 .
11 Sluit de XP-P 10 weer door het opengevouwen
deel weer terug te vouwen en de klitt
sluiten.
GEV 16
moet schuin naar achteren lopen. U kunt
de weg van de gordel met de instelbar
gordelomleider van uw auto r
GEV Het schoudergedeelte 16 mag nooit naar
voren lopen naar de gordelomleider van de
auto. Gebruik in dat geval het kinderzitje
alleen op de achterzitting.
12. T
deelte van de gordel 16 te trekken.
13. V
5. Druk op beide kanten van het zitje de gr
grendelingsknop
07
en de rode ontgrendelingsknop
06
tegen elkaar
beide haken van de ISOFIT
05
geopend en gereed voor gebruik zijn.
10. UW KIND V
DE RIEM V
Om de riem van uw kind los te maken of om het zitje t
de stappen in hoofdstuk 6 "DEMONT[P
De
KIDFIX Z-LINE
wordt niet vast in de auto gemont
weg samen met uw kind met de driepuntsgordel van de auto vastge
Met driepuntsgordel
B
7. L10 in de
donkerrode gordelhouder03 van de hoofdsteun21
totdat dez
houder 02 ligt.
DE RIEM V
Om de riem van uw kind los te maken of om het zitje t
de stappen in hoofdstuk 6 "DEMONT[P
Aanpassen van de rugleuning:
De rugleuning 13 is door een scharnieras met het
zitkussen 14 verbonden. De rugleuning 13 past zich
traploos aan de hellingshoek van de aut
De beste bescherming is alleen gewaarborgd als de
autostoel r
0706
10
03
08
05
05
07
08
10
13
2111
21
14
13
10
03
10
13
10
17
16
15 04
17
15
04
16
16
10
16
16
03
16
03
21
16 09 15
