7335
4
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/286
Nächste Seite
DCP-8020
DCP-8025D
GEBRUIKERSHANDLEIDING
i
ii
EC Conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE
Producent
Brother Industries, Ltd.
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku,
Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Johor) Sdn. Bhd., PT Factory
PTD57028, Jalan Lambak,
Taman Johor,
Johor Bahru, Maleisië
Verklaren hierbij dat:
Voldoen aan de bepalingen in richtlijn R & TTE (1999/5/EC) en wij verklaren te voldoen aan de
volgende normen:
Jaar waarin CE-certificatie voor het eerst was toegekend: 2003
Omschrijving van product : Faxmachines
Type : Groep 3
Modelnaam : DCP-8020, DCP-8025D
Veiligheid : EN60950:2000
EMC EN55022:1998 klasse B
EN55024:1998
EN61000-3-2:1995 + A1:1998 + A2:1998
EN61000-3-3:1995
Uitgegeven door : Brother Industries, Ltd.
Datum : 11 december 2002
Plaats : Nagoya, Japan
iii
Veiligheidsmaatregelen
Veilig gebruik van de DCP
Bewaar deze instructies zodat u ze later nog kunt naslaan.
WAARS CHUWING
Binnen in de machine bevinden
zich hoogspanningselektroden.
Zorg dat u de DCP hebt uitgezet
en de stekker uit het stopcontact
hebt gehaald alvorens deze te
reinigen of vastgelopen papier te
verwijderen.
Hanteer de stekker nooit met
natte handen. U kunt dan namelijk
een elektrische schok krijgen.
Na gebruik kunnen sommige onderdelen in de DCP erg HEET zijn!
Om letsel te voorkomen, is het zaak dat u uw vingers niet in het in de
afbeelding aangegeven gedeelte steekt.
Om letsel te voorkomen, is het
zaak dat u uw handen niet op
de rand van de DCP onder het
scannerdeksel plaatst.
Om letsel te voorkomen, is het
zaak dat u uw vingers niet in
het in de afbeelding
aangegeven gedeelte steekt.
iv
WAARS CHUWING
Wanneer u de DCP verplaatst, neemt u deze vast aan de
handgrepen onder de scanner. Draag de DCP NOOIT aan de
onderkant.
Installeer apparatuur met een netsnoer altijd nabij een makkelijk
toegankelijk stopcontact.
Gebruik dit product niet in de buurt van apparaten die water
gebruiken, in een natte kelder of in de buurt van een zwembad.
Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
Voorzichtig
Bliksem en spanningspieken kunnen dit product beschadigen!
Wij raden u aan om op de elektrische voeding een apparaat dat
beschermt tegen spanningspieken te gebruiken, of om de
elektrische voeding tijdens onweer uit te schakelen.
Om letsel te voorkomen, is het zaak dat
u uw vingers niet in het in de afbeelding
aangegeven gedeelte steekt.
v
Een geschikte plaats kiezen
Zet de DCP op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau.
Kies een trillingsvrije plaats. Plaats de DCP in de buurt van een
telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een
plaats waar de temperatuur tussen de 10° C en 32,5° C blijft.
Voorzichtig
Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen,
radiatoren, airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten.
Zorg dat de DCP niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht,
overmatige warmte, vocht of stof.
Sluit de DCP niet aan op een stopcontact dat is voorzien van een
wandschakelaar of een automatische timer.
Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het
geheugen van de DCP verloren gaan.
Sluit de DCP niet aan op een stopcontact dat op dezelfde
stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de
stroomtoevoer kan verstoren.
Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals
luidsprekers of de basisstations van draadloze telefoons.
vi
Inhoudsopgave
1
Inleiding ................................................................................1-1
Gebruik van deze handleiding ..........................................1-1
Informatie opzoeken...............................................1-1
In deze handleiding gebruikte symbolen ................1-1
Naam en functie van de onderdelen van de DCP ......1-2
Overzicht van het bedieningspaneel................................. 1-6
Status LED’s...............................................................1-8
Originelen plaatsen en deze kopiëren (en scannen) ......1-10
De automatische documentinvoer gebruiken ...........1-10
De glasplaat gebruiken.............................................1-12
2
Papier ....................................................................................2-1
Omtrent papier..................................................................2-1
Papiertypes en -formaten ..........................................2-1
Aanbevolen papiersoorten..........................................2-1
Geschikt papier kiezen .....................................................2-2
Papiercapaciteit in de papierlades.......................... 2-3
Papierspecificaties voor iedere papierlade.............2-4
Papier laden ...............................................................2-5
Papier of andere media in de papierlade plaatsen
...2-5
Papier of andere media in de papierlade voor
handmatige invoer plaatsen (voor DCP-8020) ...2-7
Papier of andere media in de multifunctionele
papierlade plaatsen (MP-lade)
(voor DCP-8025D)..............................................2-9
De automatische duplexfunctie gebruiken bij het
kopiëren en afdrukken (voor DCP-8025D) ...........2-11
3
Programmeren op het scherm ............................................3-1
Gebruikersvriendelijk programmeren................................3-1
Tabel met overzicht van functies ................................3-1
Navigatietoetsen ...............................................................3-2
Werking van de toetsen..................................................3-11
4
Aan de slag ...........................................................................4-1
Standaardinstellingen .......................................................4-1
De papiersoort instellen ..............................................4-1
Het papierformaat instellen.........................................4-3
Het volume van de waarschuwingstoon instellen.......4-4
Toner sparen ..............................................................4-4
Slaapstand..................................................................4-5
vii
De scannerlamp uitschakelen ....................................4-5
Stroombespaarstand .................................................. 4-6
De lade voor kopieermodus instellen ......................... 4-7
Het contrast van het LCD-scherm instellen................4-8
Een lijst van systeeminstellingen afdrukken............... 4-8
De taal voor de meldingen op het LCD-scherm
instellen (alleen voor België) .................................. 4-9
5
Kopiëren ............................................................................... 5-1
De DCP als een copier gebruiken .................................... 5-1
Bedrukbaar gedeelte .................................................. 5-1
Tijdelijke kopieerinstellingen................................... 5-2
Een enkele kopie maken vanuit de ADF ....................5-3
Meerdere kopieën vanuit de ADF maken ................... 5-3
Een of meerdere kopieën via de glasplaat ................. 5-4
De melding Geheugen vol.......................................... 5-5
De kopieertoetsen gebruiken (tijdelijke instellingen) ........ 5-6
Vergroten/Verkleinen.................................................. 5-7
Kwaliteit (type document) ...........................................5-9
Kopieën sorteren bij gebruik van de automatische
documentinvoer......................................................5-9
Contrast....................................................................5-10
Lade selecteren........................................................ 5-11
Duplex/N in 1............................................................ 5-12
Duplex/N op 1 kopiëren............................................5-14
N op 1 kopiëren ....................................................5-14
Poster................................................................... 5-16
Duplex (1 in 1) (DCP-8025D) ...............................5-17
Duplex (2 in 1) en Duplex (4 in 1)
(voor de DCP-8025D)....................................... 5-19
De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen ..... 5-20
Kwaliteit ....................................................................5-20
Contrast....................................................................5-20
6
De DCP als een printer gebruiken ...................................... 6-1
Brother's printerdriver voor de DCP-8020, DCP-8025D
gebruiken....................................................................... 6-1
Uw document afdrukken...................................................6-2
Gelijktijdig afdrukken en faxen..........................................6-3
Dubbelzijdig printen (duplexprinten)........................... 6-3
Automatisch duplexprinten (voor DCP-8025D) ...... 6-3
Handmatig duplexprinten ....................................... 6-4
Documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden
....6-5
Printen op normaal papier..........................................6-5
viii
De papierlade voor handmatige invoer
(voor DCP-8020) ................................................6-5
De MP-lade (voor DCP-8025D)..............................6-6
Afdrukken op dikker papier en karton.........................6-8
De papierlade voor handmatige invoer
(voor DCP-8020) ................................................6-8
De multifunctionele lade (MP-lade)
(voor DCP-8025D)............................................6-10
Enveloppen printen...................................................6-12
Bedieningstoetsen voor de printer..................................6-17
Job Cancel................................................................6-17
De toets Secure........................................................6-17
De emulatie selecteren.............................................6-18
De lijst met interne fonts printen...............................6-19
De lijst met printopties printen ..................................6-19
De printer resetten....................................................6-19
7
Instellingen van de printerdriver ........................................7-1
Instellingen van de printerdriver........................................7-1
De instellingen in de printerdriver openen ........................7-1
Functies in de Brother Native Driver.................................7-2
Het tabblad Normaal...................................................7-2
Papierformaat.........................................................7-3
Meerdere pag. afdrukken .......................................7-3
Afdrukstand ............................................................7-3
Aantal .....................................................................7-3
Soort papier............................................................7-4
Het tabblad Geavanceerd...........................................7-5
Afdrukkwaliteit ........................................................7-5
Duplexprinten .........................................................7-6
Watermerk..............................................................7-8
Pagina-instelling...................................................7-10
Opties apparaat....................................................7-11
Afdruk beveiligen......................................................7-11
Het tabblad Accessoires.......................................7-14
Het tabblad Ondersteuning...................................7-16
Functies in de PS-printerdriver (Voor Windows
®
)...........7-17
De PS-driver installeren........................................7-17
Het tabblad Poorten..................................................7-18
Het tabblad Apparaatinstellingen..............................7-19
Het tabblad Indeling..................................................7-20
Het tabblad Papier/Kwaliteit......................................7-21
Geavanceerde opties................................................7-22
ix
8
Scannen bij gebruik van Windows
®
...................................8-1
Een document scannen ................................................... 8-1
TWAIN-compatibel ..................................................... 8-1
Toegang krijgen tot de scanner .................................. 8-2
Een document naar de PC scannen........................... 8-3
Een hele pagina scannen....................................... 8-3
Snel vooraf scannen om het te scannen gedeelte
te trimmen ..........................................................8-4
Instellingen in het scannervenster .............................. 8-6
Scan .......................................................................8-6
Resolutie ................................................................ 8-6
Type scan............................................................... 8-7
Helderheid.............................................................. 8-7
Contrast..................................................................8-7
Documentgrootte....................................................8-8
Een document scannen (alleen voor Windows
®
XP)......8-10
WIA-compatibel ........................................................ 8-10
Toegang krijgen tot de scanner ................................ 8-10
Een document naar de PC scannen......................... 8-11
Een document scannen met de ADF ...................8-11
Snel vooraf scannen om het te scannen gedeelte
te trimmen via de glasplaat .............................. 8-13
Het scannerhulpprogramma van Brother ............. 8-15
De scan-toets gebruiken (voor gebruik met USB of
parallelle interfacekabel).............................................. 8-16
Scannen naar e-mail ................................................ 8-17
Naar beeld scannen ................................................. 8-17
Scan naar OCR ........................................................8-18
Scannen naar bestand ............................................. 8-18
ScanSoft
®
PaperPort
®
en TextBridge
®
OCR gebruiken
... 8-19
Items bekijken...........................................................8-20
Uw items in mappen rangschikken........................... 8-21
Koppelingen naar andere toepassingen................... 8-21
ScanSoft
®
TextBridge
®
OCR gebruiken om tekst
in een beeld om te zetten in tekst die u kunt
bewerken.............................................................. 8-22
Items uit andere toepassingen importeren ............... 8-23
Items in andere bestandsformaten exporteren......... 8-23
Een beeldbestand exporteren .............................. 8-23
PaperPort
®
en ScanSoft
®
TextBridge
®
verwijderen .. 8-24
9
Het Brother Control Center gebruiken ............................... 9-1
Brother MFL-Pro Control Center ................................ 9-1
Brother Control Center automatisch laden ................. 9-2
x
Het automatisch laden uitschakelen ...........................9-2
Functies van het Brother Control Center ..........................9-3
Automatisch configureren...........................................9-3
Functies van de scantoets..........................................9-4
Kopieerhandelingen....................................................9-4
Scannerinstellingen voor het scannen, kopiëren
en faxen..................................................................9-5
Algemene instellingen................................................. 9-5
De scaninstellingen uitvoeren.....................................9-6
Een handeling uitvoeren in het Control Center
venster....................................................................9-7
Naar bestand scannen......................................................9-8
Het configuratiescherm voor het scannen naar
bestand...................................................................9-8
Scannerinstelling ........................................................9-8
Map van bestemming .................................................9-9
Naar e-mail scannen.......................................................9-10
Het configuratiescherm voor het scannen naar
e-mail....................................................................9-10
Scannerinstelling ......................................................9-10
E-mailapplicatie ........................................................9-11
Verzenden naar-opties .............................................9-11
Naar OCR scannen (tekstverwerker)..............................9-12
Het configuratiescherm voor het scannen naar
OCR......................................................................9-12
Scannerinstelling ......................................................9-12
Tekstverwerker .........................................................9-13
Naar beeld scannen........................................................9-14
Het configuratiescherm voor het scannen naar
beeld.....................................................................9-14
Scannerinstelling ......................................................9-15
Applicatie ..................................................................9-15
Kopiëren .........................................................................9-16
Het configuratiescherm voor Kopiëren .....................9-16
Scannerinstelling ......................................................9-17
Aantal exemplaren....................................................9-17
10
Het Brother SmartUI Control Center voor Windows
®
gebruiken ............................................................................10-1
Brother SmartUI Control Center .....................................10-1
Brother Control Center automatisch laden ...............10-2
Het automatisch laden uitschakelen .........................10-2
Functies van het Brother Control Center ........................10-3
Automatisch configureren.........................................10-4
xi
Apparatuursectie: de configuratie van de toets Scan to
wijzigen........................................................................ 10-5
Naar e-mail scannen ................................................10-6
Scannen naar bestand ............................................. 10-7
Naar beeld scannen ................................................. 10-8
Scan naar OCR ...................................................... 10-10
Softwaresectie ..............................................................10-12
Scannen .................................................................10-13
Kopiëren ................................................................. 10-13
Aangepast .............................................................. 10-14
Scannen naar bestand ................................................. 10-15
Scannen naar e-mail .................................................... 10-17
Bestandsbijlagen .................................................... 10-19
Scannerinstelling .................................................... 10-20
Scannen naar OCR (Tekstverwerker) .......................... 10-21
Scannen naar applicatie
(bijvoorbeeld: Microsoft Paint) ................................... 10-23
Kopiëren ................................................................. 10-25
Aangepast: door de gebruiker programmeerbare
knoppen..................................................................... 10-27
Een programmeerbare knop instellen .................... 10-27
1. Selecteer de scanhandeling. .......................... 10-28
2.
Selecteer de configuratie voor het scantype.
... 10-28
3. Selecteer de scaninstellingen.........................10-32
11
De DCP met een Macintosh
®
gebruiken ..........................11-1
Een Apple
®
Macintosh
®
met USB instellen ....................11-1
De printerdriver van Brother met uw Apple
®
Macintosh
®
(Mac OS
®
8.6-9.2) gebruiken ...................................... 11-2
De printerdriver van Brother met uw Apple
®
Macintosh
®
(Mac OS
®
X) gebruiken ............................................... 11-4
De opties voor het instellen van de pagina
selecteren............................................................. 11-4
Speciale instellingen................................................. 11-5
De PS-driver van uw Apple
®
Macintosh
®
gebruiken.......11-7
Bij gebruik van Mac OS
®
8.6 t/m 9.2 ........................ 11-7
Voor gebruikers van Mac OS
®
X ............................ 11-12
De Brother TWAIN-scannerdriver gebruiken met uw
Macintosh
®
................................................................ 11-15
Toegang krijgen tot de scanner .............................. 11-15
Een beeld naar uw Macintosh
®
scannen................ 11-16
Een hele pagina scannen................................... 11-16
Een afbeelding vooraf scannen.............................. 11-17
Instellingen in het scannervenster .......................... 11-18
xii
Beeld ..................................................................11-18
Te scannen gedeelte..........................................11-20
Business Card ....................................................11-20
Het beeld bijstellen .............................................11-21
Presto!
®
gebruiken PageManager
®
..............................11-22
Belangrijkste eigenschappen..................................11-22
Systeemvereisten ...................................................11-23
Technische ondersteuning......................................11-23
12
Scannen in een netwerk ....................................................12-1
Uw PC aanmelden met de DCP ...............................12-1
De scantoets gebruiken..................................................12-5
Scannen naar e-mail (PC) ........................................12-5
Naar beeld scannen..................................................12-6
Scan naar OCR ........................................................12-7
Naar een bestand scannen.......................................12-8
13
Belangrijke informatie .......................................................13-1
IEC 60825 specificatie..............................................13-1
Laserdiode............................................................13-1
Waarschuwing......................................................13-1
Voor uw veiligheid.....................................................13-2
Het apparaat loskoppelen.........................................13-2
LAN-aansluiting....................................................13-2
Naleving van de International E
NERGY STAR
®
normen .................................................................13-2
Radiostoring (alleen voor modellen van
220-240 volt).........................................................13-3
Belangrijke veiligheidsinstructies....................................13-4
Handelsmerken...............................................................13-6
14
Problemen oplossen en routineonderhoud ....................14-1
Problemen oplossen.......................................................14-1
Foutmeldingen..........................................................14-1
Vastgelopen papier...................................................14-4
Het document is bovenaan de ADF vastgelopen
....14-4
Het document is in de ADF vastgelopen. .............14-4
Vastgelopen papier...................................................14-5
Papier is vastgelopen in de duplexlade
(voor DCP-8025D)............................................14-9
Als u problemen met de DCP hebt.........................14-11
De afdrukkwaliteit verbeteren .................................14-14
De DCP inpakken en vervoeren...................................14-18
Routineonderhoud........................................................14-21
xiii
De scanner reinigen ...............................................14-21
De printer reinigen..................................................14-22
De drumeenheid reinigen ....................................... 14-23
De tonercartridge vervangen.................................. 14-24
Hoe vervang ik de tonercartridge .......................... 14-24
De drumeenheid vervangen ................................... 14-29
De levensduur van de drumeenheid controleren.... 14-32
Paginateller.............................................................14-32
15
Optionele accessoires ....................................................... 15-1
Geheugenkaart............................................................... 15-1
De optionele geheugenkaart installeren...................15-2
Netwerkkaart (LAN)........................................................15-5
Voor de installatie..................................................... 15-6
Stap 1: Installatie van de hardware ..........................15-6
Stap 2: De NC-9100h aansluiten op een Unshielded
Twisted Pair 10BASE-T of 100BASE-TX Ethernet
netwerk.................................................................15-9
LED ...................................................................... 15-9
TEST-TOETS .....................................................15-10
Papierlade #2 .........................................................15-11
V
Verklarende woordenlijst ....................................................V-1
S
Specificaties .........................................................................S-1
Omschrijving van het product...........................................S-1
Algemeen .........................................................................S-1
Afdrukmedia .....................................................................S-2
Kopiëren ...........................................................................S-2
Scanner ............................................................................S-3
Printer...............................................................................S-4
Interfaces..........................................................................S-4
Vereisten voor de computer .............................................S-5
Verbruiksartikelen.............................................................S-6
Netwerkkaart (LAN) (NC-9100h) ......................................S-7
16
Index ......................................................................................I-1
INLEIDING 1 - 1
1
Gebruik van deze handleiding
Dank u voor de aanschaf van een Digitale Copier Printer (DCP) van
Brother. Deze DCP-8020 of DCP-8025D is eenvoudig in het gebruik,
met een LCD-scherm waarop prompts verschijnen die u helpen bij
het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neem echter een
paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal
gebruik kunt maken van alle functies van de DCP.
Informatie opzoeken
De titels van alle hoofdstukken en subhoofdstukken staan in de
inhoudsopgave. Informatie over specifieke kenmerken of functies
kan worden opgezocht in de index achter in deze handleiding.
In deze handleiding gebruikte symbolen
In deze handleiding worden speciale symbolen gebruikt die u
attenderen op belangrijke informatie, verwijzingen en
waarschuwingen. Voor alle duidelijkheid zijn hier en daar speciale
lettertypen gebruikt en LCD-schermen afgebeeld, zodat duidelijk
wordt geïllustreerd op welke toetsen u moet drukken.
Inleiding
Vet Vet gedrukte tekst identificeert specifieke toetsen op het
bedieningspaneel van de DCP.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de nadruk op een belangrijk
punt of verwijst naar een verwant onderwerp.
Courier New
Het lettertype Courier identificeert de meldingen op het
LCD-scherm van de DCP.
Dit lettertype geeft de tekst in het LCD-scherm weer.
Waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u moet
treffen om te voorkomen dat u zich verwondt of de DCP beschadigt.
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet volgen om
te voorkomen dat de machine wordt beschadigd.
Opmerkingen leggen uit hoe u op een bepaalde situatie moet
reageren, of hoe de huidige bewerking met andere functies werkt.
Dit symbool waarschuwt u voor niet-compatibele apparaten of voor
bewerkingen die met de DCP niet kunnen worden uitgevoerd.
1 - 2 INLEIDING
Naam en functie van de onderdelen van de DCP
Vooraanzicht
Nr.
Naam Omschrijving
1 (DCP-8020) Papierlade voor
handinvoer
(DCP-8025D) Multifunctionele
papierlade (MP-lade)
Hier plaatst u papier.
2 Ontgrendelknop frontdeksel Druk hierop om het frontdeksel te
openen.
3 Steunklep documentenuitvoer met de
bedrukte zijde naar beneden
(steunklep)
Vouw deze klep uit opdat bedrukt
papier niet van de DCP glijdt.
4 Automatische documentinvoer (ADF) Gebruik de ADF voor documenten
die meerdere pagina’s tellen.
5 ADF-documentsteun Plaats het document hier om de
ADF te gebruiken.
6 ADF-
documentsteunklep
7 Documentdeksel
5 ADF-documentsteun
4 Automatische documentinvoer (ADF)
11 Papierlade (Lade #1)
8 Bedieningspaneel
3 Steunklep
documentenuitvoer met
de bedrukte zijde naar
beneden
1
(DCP-8020) Papierlade
handinvoer
(DCP-8025D)
Multifunctionele
papierlade (MP-lade)
9 Stroomschakelaar
10 Frontdeksel
2 Ontgrendelknop frontdeksel
INLEIDING 1 - 3
6 ADF-documentsteunklep Vouw deze klep uit opdat gescande
pagina’s niet van de DCP glijden.
7 Documentdeksel Maak dit open om het document op
de glasplaat te leggen.
8 Bedieningspaneel Gebruik de toetsen en het scherm
voor het beheren van de DCP.
9 Stroomschakelaar Zet deze aan of uit.
10 Frontdeksel Open dit deksel om een
tonercartridge of drumeenheid te
installeren.
11 Papierlade (Lade #1) Hier plaatst u papier.
Nr.
Naam Omschrijving
1 - 4 INLEIDING
Achteraanzicht
Nr.
Naam Omschrijving
12 Hefboom papierinstelling voor
duplexprinten
(DCP-8025D)
Stel met deze hefboom het papierformaat
voor duplexprinten in.
13 Duplexlade
(DCP-8025D)
Schuif deze uit voor het verwijderen van
papier dat is vastgelopen in de DCP.
14 Stroomaansluiting Sluit de stroom hier aan.
15 Documentuitvoer met de
bedrukte zijde naar boven
(uitvoerlade achteraan)
Open deze lade wanneer dikkere
papiersoorten in de MP-lade of papierlade
voor handinvoer is geplaatst.
16 ADF-deksel Open dit deksel om papier te verwijderen
dat is vastgelopen in de ADF.
17 Aansluiting USB-interface Sluit de USB-kabel hier aan.
18 Aansluiting parallelle interface Sluit de parallelle kabel hier aan.
15 Documentuitvoer
met de bedrukte
zijde naar boven
(uitvoerlade
achteraan)
14 Stroomaansluiting
13 Duplexlade
(DCP-8025D)
16 ADF-deksel
12 Hefboom papierinstelling
voor duplexprinten
(DCP-8025D)
17 Aansluiting
USB-interface
18 Aansluiting
parallelle interface
INLEIDING 1 - 5
Binnenaanzicht (documentdeksel open)
Nr.
Naam Omschrijving
19 Documentgeleiders Gebruik deze om het document midden op de
glasplaat te leggen.
20 Glazen strook Deze wordt gebruikt om documenten vanuit de
ADF te scannen.
21
Scannervergrendelings-
hendel
Gebruik deze om de scanner te
vergrendelen/ontgrendelen wanneer de DCP
wordt verplaatst.
22 Documentdeksel Maak dit open om het document op de glasplaat te
leggen.
23 Witte plaat Reinig deze voor een goede kopieer- en
scankwaliteit.
24 Glasplaat Hier plaatst u het document dat u wilt scannen.
23 Witte plaat
22 Documentdeksel
19 Documentgeleiders
20 Glazen strook
24 Glasplaat
21 Scannervergrendelings-
hendel
1 - 6 INLEIDING
Overzicht van het bedieningspaneel
DCP-8020 en DCP-8025D hebben een gelijkaardig bedieningspaneel.
9
2
1 3
1
Afdruktoetsen:
Secure
Voor het afdrukken van in het
geheugen opgeslagen gegevens.
Voer eerst uw wachtwoord van 4
cijfers in.
Job Cancel
Gegevens in het printergeheugen
wissen.
2
Status LED
(Light-Emitting Diode)
De LED knippert en verandert van
kleur volgens de status van de DCP.
3
Liquid Crystal Display (LCD) met
5 lijnen
Op het LCD-scherm verschijnen
prompts die u helpen bij het
instellen en gebruiken van de
diverse functies van de DCP.
8
Navigatietoetsen:
Menu
Geeft toegang tot het
programmamenu.
Set
Voor het opslaan van de
instellingen in de DCP.
Clear/Back
Verwijdert ingevoerde gegevens.
Als u meermaals op deze toets
drukt, verlaat u het menu.
of
Druk op deze toets om vooruit of
achteruit door de menuopties te
bladeren.
Met deze toets kunt u ook het
volume van de bel of de luidspreker
in de faxmodus afstellen.
of
Druk op deze toets om door de
menu's en opties te bladeren.
U kunt deze toets tevens gebruiken
om in de faxmodus door de namen
te bladeren die bij de nummers in
het geheugen zijn opgeslagen.
INLEIDING 1 - 7
9
8
5
3 4
6
7
5
Kopieertoetsen
(tijdelijke instellingen):
Enlarge/Reduce
Hiermee kunt u kopieën vergroten
of verkleinen, afhankelijk van het
door u geselecteerde percentage.
Contrast
Hiermee kunt u een lichtere of
donkerder kopie maken van het
document.
Quality
Hiermee kunt u de kopieerkwaliteit
voor het document kiezen.
Tray Select
Hiermee selecteert u welke lade u
wil gebruiken voor de volgende
kopie.
Sort
Via de automatische
documentinvoer kunnen meerdere
kopieën worden gesorteerd.
N in 1 (voor DCP-8020)
Met deze toets kunt u 2 of 4
paginas op 1 pagina kopiëren.
Duplex/N in 1 (voor DCP-8025D)
Met Duplex kunt u beide zijden van
een document kopiëren. Met N in 1
kunt u 2 of 4 paginas op 1 pagina
kopiëren.
6
Cijfertoetsen
Gebruik de cijfertoetsen om aan te
geven hoeveel kopieën u wilt
maken (maximaal 99).
7
Stop/Exit
Met een druk op deze toets wordt
het kopiëren of scannen gestopt, of
de programmeermodus afgesloten.
8
Start
Begint het kopiëren of scannen.
8
Scan
Hiermee start u de scanmodus.
1 - 8 INLEIDING
Status LED’s
De
Status
LED (Light Emitting Diode) knippert en verandert van
kleur volgens de status van de DCP.
De weergegeven LED’s in onderstaande tabel worden gebruikt in de
illustraties van dit hoofdstuk.
LED LED status
LED is uit.
Groen Geel Rood
LED is aan.
Groen Geel Rood
LED knippert.
LED DCP status Omschrijving
Slaapstand De schakelaar is uit of de DCP is in slaapstand
of bespaarstand.
Groen
Opwarmen De DCP warmt op voor het printen.
Groen
Klaar De DCP kan nu printen.
Geel
Gegevens
ontvangen
De DCP ontvangt gegevens van de computer,
verwerkt gegevens in het geheugen of drukt
gegevens af.
Geel
Gegevens in het
geheugen
Er zitten nog gegevens in het geheugen van de
DCP.
INLEIDING 1 - 9
Rood
Storing Volg de hieronder beschreven stappen.
1. Zet de aan/uit-schakelaar uit.
2. Wacht enkele seconden, zet het toestel weer
aan en probeer opnieuw te printen.
Wanneer u de storing niet kunt oplossen en u
dezelfde storingsmelding ziet wanneer u de
DCP weer aanzet, moet u contact opnemen met
uw dealer of een Brother authorized service
center.
Rood
Deksel open Het deksel is open. Sluit het deksel. (Raadpleeg
Foutmeldingen op pagina 14-1.)
Toner leeg Vervang de tonercartridge. (Raadpleeg De
tonercartridge vervangen op pagina 14-24.)
Papierstoring Plaats papier in de lade of verwijder
vastgelopen papier. Controleer de melding op
de LCD. (Raadpleeg Problemen oplossen en
routineonderhoud op pagina 14-1.)
Scanvergrendeling Controleer of de scanvergrendeling is
ontgrendeld. (Raadpleeg
Scannervergrendelings- hendel op pagina 1-5.)
Andere Controleer de melding op de LCD. (Raadpleeg
Problemen oplossen en routineonderhoud op
pagina 14-1.)
Geheugen vol Het geheugen is vol. (Raadpleeg
Foutmeldingen op pagina 14-1.)
LED DCP status Omschrijving
1 - 10 INLEIDING
Originelen plaatsen en deze kopiëren
(en scannen)
U kunt kopiëren via de automatische documentinvoer, of via de
glasplaat.
De automatische documentinvoer gebruiken
De automatische documentinvoer kan maximaal 50 vel bevatten en
voert het papier vel voor vel in de DCP in. Gebruik standaardpapier
(75g/m
2
) in de automatische documentinvoer. Blader de stapel
papier goed door en plaats de vellen zo in de automatische
documentinvoer, dat ze elkaar lichtjes overlappen.
Temperatuur:20
°
C - 30
°
C
Vochtigheid: 50% - 70%
Zorg dat in inkt geschreven documenten helemaal droog zijn.
1
Trek de steun van
automatische
documentinvoer uit.
2
Vouw de klep van de
steun van de
automatische
documentinvoer uit.
3
Blader de stapel papier
goed door en plaats de
vellen zo in de
automatische
documentinvoer, dat ze elkaar lichtjes overlappen. Plaats de
documenten met de bedrukte zijde naar boven en de
bovenste rand eerst in de invoer. Plaats ze diep genoeg, totdat
ze de invoerrol raken.
Gebruik GEEN gekruld, gekreukt, gevouwen of gescheurd
papier, en ook geen papier met nietjes, paperclips, lijm of
plakband. Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof. (Zie De
glasplaat gebruiken op pagina 1-12 als u een dergelijk
document wilt kopiëren of scannen.)
Steun van automatische
documentinvoer
Klep van
steun
INLEIDING 1 - 11
4
Stel de papiergeleiders af op de breedte van de documenten.
5
Druk op
Start
. De DCP begint de eerste pagina te scannen.
Klep van steun
Documenten met de
bedrukte zijde naar boven
in de automatische
documentinvoer
1 - 12 INLEIDING
De glasplaat gebruiken
U kunt de glasplaat gebruiken om een document pagina voor pagina
te kopiëren, of om pagina’s van een boek te kopiëren. Als u de
glasplaat wilt gebruiken, moet de automatische documentinvoer leeg
zijn. U kunt meerdere kopieën maken, maar als u ze wilt sorteren
moet u de automatische documentinvoer gebruiken.
1
Til het documentdeksel op.
2
Gebruik de documentgeleiders aan de linkerkant om het
document in het midden van de glasplaat te leggen, met de
bedrukte zijde naar beneden. Sluit het documentdeksel.
3
Voer met de cijfertoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken
(maximaal 99).
4
Druk op
Start
.
De DCP begint het document te scannen.
Als u een boek of een lijvig document wilt scannen, laat het
documentdeksel dan nooit dichtvallen en druk niet op het
deksel, daar dit de DCP kan beschadigen.
Originelen met bedrukte zijde
naar beneden op glasplaat
PAPIER 2 - 1
2
Omtrent papier
Papiertypes en -formaten
De DCP laadt papier van de geïnstalleerde papierlade, lade voor
handmatige invoer, multifunctionele papierlade of de optionele
onderste lade.
Aanbevolen papiersoorten
Voor u een grote hoeveelheid papier koopt, moet u het papier
testen om zeker te zijn dat het papier geschikt is.
Gebruik papier dat geschikt is voor kopiëren op normaal papier.
Gebruik papier van 75 tot 90 g/m
2
.
Gebruik neutraal papier. Gebruik geen zuurhoudend of alkalisch
papier.
Gebruik korrelig (long-grain) papier.
Gebruik papier met een vochtgehalte van circa 5%.
Papier
Type lade Model
Papierlade (Lade #1) DCP-8020 en DCP-8025D
Lade voor handmatige invoer DCP-8020
Multifunctionele papierlade (MP-lade) DCP-8025D
Optionele onderste lade (Lade #2) Optie voor DCP-8020 en DCP-8025D
Normaal papier: Xerox Premier 80 g/m
2
Xerox Business 80 g/m
2
Mode DATACOPY 80 g/m
2
IGEPA X-Press 80 g/m
2
Gerecycleerd
papier:
Xerox Recycled Supreme
Transparanten: 3M CG 3300
Etiketten: Avery laser label L7163
2 - 2 PAPIER
Voorzichtig
Gebruik geen inkjetpapier. Dit kan een papierstoring veroorzaken en
uw DCP beschadigen.
Geschikt papier kiezen
We adviseren het papier te testen (vooral speciale papierformaten
en papiersoorten) in de DCP alvorens u grote hoeveelheden papier
koopt.
Gebruik geen etiketbladen die al gedeeltelijk zijn opgebruikt. Dit
kan immers uw DCP beschadigen.
Gebruik geen gecoat papier, zoals papier met een vinyllaag.
Gebruik geen voorbedrukt of erg gestructureerd papier of papier
met een briefhoofd in reliëf.
Voor een optimaal printresultaat gebruikt u een aanbevolen
papiersoort, vooral voor normaal papier en transparanten. Voor
meer informatie over de papierspecificaties neemt u best contact op
met uw vertegenwoordiger of met de verkoper van uw DCP.
Gebruik etiketten of transparanten die geschikt zijn voor
laserprinters.
Voor de beste printkwaliteit gebruikt u best "long-grain" papier.
Wanneer u speciaal papier gebruikt en het papier niet goed
vanuit de papierlade kan worden ingevoerd, probeert u best het
papier in te voeren vanaf de lade voor handinvoer of de
multifunctionele papierlade.
U kunt gerecycleerd papier gebruiken in de DCP.
De afdrukkwaliteit is afhankelijk van gebruikte soort en merk
papier.
Ga naar http://solutions.brother.com
voor de meest recente
aanbevelingen voor papier dat met de DCP-8020 en
DCP-8025D kan worden gebruikt.
PAPIER 2 - 3
Papiercapaciteit in de papierlades
Papierformaat Aantal vellen
Multifunctionele
papierlade (MP-lade)
(DCP-8025D)
Breedte: 69.8 tot 220 mm
Hoogte: 116 tot 406.4 mm
50 vellen
(80 g/m
2
)
Lade voor
handmatige invoer
(DCP-8020)
Breedte: 69.8 tot 220 mm
Hoogte: 116 tot 406.4 mm
een vel
Papierlade (Lade #1) A4, Letter, Legal, B5 (ISO),
B5 (JIS), Executive, A5, A6,
B6 (ISO)
250 vellen
(80 g/m
2
)
Optionele onderste
lade (Lade #2)
A4, Letter, Legal, B5 (ISO),
B5 (JIS), Executive, A5, B6 (ISO)
250 vellen
(80 g/m
2
)
Duplexprinten
(DCP-8025D)
A4, Letter, Legal
2 - 4 PAPIER
Papierspecificaties voor iedere papierlade
*1 tot 3 enveloppen
*2 tot 10 vellen
Model DCP-8020 DCP-8025D
Papier-
soorten
Multi-
functionele
lade
NVT Normaal papier,
kwaliteitspapier,
gerecycleerd papier,
enveloppen*
1
, etiketten*
2
en transparanten*
2
Lade voor
handmatige
invoer
Normaal papier,
kwaliteitspapier,
gerecycleerd papier,
enveloppen, etiketten en
transparanten
NVT
Papierlade Normaal papier, gerecycleerd papier en
transparanten*
2
Optionele
onderste lade
Normaal papier, gerecycleerd papier en
transparanten*
2
Papier-
gewicht
Multi-
functionele
lade
NVT 60 tot 161 g/m
2
Lade voor
handmatige
invoer
60 tot 161 g/m
2
NVT
Papierlade 60 tot 105 g/m
2
Optionele
onderste lade
60 tot 105 g/m
2
Papier-
formaten
Multi-
functionele
lade
NVT Breedte: 69.8 tot 220 mm
Hoogte: 116 tot 406.4 mm
Lade voor
handmatige
invoer
Breedte: 69.8 tot 220 mm
Hoogte: 116 tot 406.4 mm
NVT
Papierlade A4, Letter, Legal, B5 (ISO), B5 (JIS), Executive, A5,
A6, B6 (ISO)
Optionele
onderste lade
A4, Letter, Legal, B5 (ISO), B5 (JIS), Executive, A5,
B6 (ISO)
Wanneer u transparanten bedrukt, dient u iedere transparant uit
de uitvoerlade te halen nadat deze door de DCP is uitgevoerd.
PAPIER 2 - 5
Papier laden
Papier of andere media in de papierlade plaatsen
1
Trek de papierlade helemaal uit de DCP.
2
Druk op de ontgrendeling van de papiergeleiders en verschuif
deze voor het correcte papierformaat.
Controleer of de geleiders goed vastzitten.
Voor het formaat Legal drukt u op de universele ontgrendeling
en trekt u aan de achterkant van de papierlade.
Universele ontgrendeling
2 - 6 PAPIER
3
Blader de stapel papier goed door; dit om te voorkomen dat
papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
4
Plaats het papier in de lade.
Het papier moet vlak in de lade liggen, onder de maximum
markering en de papiergeleider moet goed tegen de stapel
liggen.
5
Schuif de papierlade goed in de DCP en vouw de steunklep uit
voor u de DCP gaat gebruiken.
Wanneer u papier in de papierlade doet, dient u rekening te
houden met het volgende:
De te bedrukken zijde moet naar beneden zijn.
Leg eerst de bovenzijde van het papier in de lade en duw het
daarna voorzichtig helemaal in de lade.
Als u Legal-papier wilt kopiëren, moet u ook de extra steun
uittrekken.
Tot hier.
Extra steun
PAPIER 2 - 7
Papier of andere media in de papierlade voor handmatige
invoer plaatsen (voor DCP-8020)
1
Open de papierlade voor handmatige invoer. Verschuif de
papiergeleiders voor het juiste papierformaat.
2
Leg het papier met beide handen in de papierlade voor
handmatige invoer zodat de voorzijde van het papier de
papierinvoerrol raakt. Houd het papier zo vast tot de DCP het
papier automatisch even invoert en laat dan het papier los.
Wanneer u enveloppen en etiketten print, moet u altijd de
papierlade voor handmatige invoer gebruiken.
2 - 8 PAPIER
Wanneer u papier in de papierlade voor handmatige invoer
doet, dient u rekening te houden met het volgende:
De te bedrukken zijde moet naar boven zijn.
Leg eerst de bovenzijde van het papier in de lade en duw het
daarna voorzichtig helemaal in de lade.
Het papier moet recht en in de juiste positie in de papierlade
voor de handmatige invoer liggen. Anders wordt het papier
niet goed ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kan het
papier vastlopen.
Leg slechts een vel papier of envelop tegelijk in de
papierlade voor handmatige invoer, anders kan het papier
vastlopen.
PAPIER 2 - 9
Papier of andere media in de multifunctionele papierlade
plaatsen (MP-lade) (voor DCP-8025D)
1
Open de MP-lade en laat deze voorzichtig neer.
2
Trek aan de steunklep van de MP-lade en vouw deze uit.
Wanneer u enveloppen en etiketten print, moet u altijd de
multifunctionele papierlade gebruiken.
Steunklep MP-lade
2 - 10 PAPIER
3
Wanneer u papier in de MP-lade doet, moet het papier tot tegen
de achterzijde van de lade zijn ingeschoven.
4
Druk op de ontgrendeling van de papiergeleiders en verschuif
deze voor het correcte papierformaat.
Het papier moet recht en in de juiste positie in de MP-lade
liggen. Anders wordt het papier niet goed ingevoerd en krijgt
u een slechte afdruk of kan het papier vastlopen.
U kunt maximaal 3 enveloppen of 50 vellen 80 g/m
2
papier
in de MP-lade doen.
Wanneer u papier in de MP-lade doet, dient u rekening te
houden met het volgende:
De te bedrukken zijde moet naar boven zijn.
Tijdens het printen gaat de binnenste lade omhoog om
papier in de DCP te laden.
Leg eerst de bovenzijde van het papier in de lade en duw het
daarna voorzichtig helemaal in de lade.
PAPIER 2 - 11
De automatische duplexfunctie gebruiken bij het
kopiëren en afdrukken
(voor DCP-8025D)
Als u voor het kopiëren of afdrukken de automatische duplexfunctie
wilt gebruiken om het papier aan beide zijden te bedrukken, dan
moet u de papierhendel afstellen op het papierformaat dat u
gebruikt.
Deze functie is beschikbaar voor de formaten A4, Letter en Legal.
(Raadpleeg Duplex/N in 1 op pagina 5-12 en Dubbelzijdig printen
(duplexprinten) op pagina 6-3.)
1
Plaats papier in de papierlade of de multifunctionele papierlade.
2
Stel de hefboom van de papierinstelling voor duplexprinten,
achteraan de DCP, in op het juiste papierformaat.
3
Uw DCP kan nu dubbelzijdig printen.
LTR/LGL
A4
3 - 1 PROGRAMMEREN OP HET SCHERM
3
Gebruikersvriendelijk programmeren
Uw DCP is zodanig ontworpen, dat zij eenvoudig te gebruiken is en
met behulp van de navigatietoetsen en het LCD-scherm
geprogrammeerd kan worden. Programmeren op het scherm is
uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van de DCP optimaal te
benutten.
Tijdens het programmeren van uw DCP verschijnen op het
LCD-scherm stap voor stap meldingen die u door de
programmeringsprocedure leiden. U volgt gewoon de instructies op
het LCD-scherm; ze helpen u de juiste functiemenu's,
programmeringsopties en instellingen te selecteren.
Tabel met overzicht van functies
U zult uw DCP waarschijnlijk zonder deze gebruikershandleiding
kunnen programmeren. Gebruik de tabel met het overzicht van de
functies op pagina 3-4 voor uitleg bij de verschillende menuopties die
beschikbaar zijn.
U kunt instellingen maken door op de toets
Menu
te drukken en het
betreffende menunummer met behulp van de cijfertoetsen in te
voeren. Bijvoorbeeld: als u de
Kwaliteit
wilt instellen op
Foto
,
drukt u op
Menu
,
2
,
1
en of om
Foto
te selecteren,
waarna u op
Set
drukt.
Programmeren op het
scherm
PROGRAMMEREN OP HET SCHERM 3 - 2
Navigatietoetsen
U opent de programmeermodus door op
Menu
te drukken.
Als u de programmeermodus hebt geopend, geeft het LCD-scherm
het volgende weer:
Druk op
1
voor het algemene
instelmenu
OF
Druk op
2
voor het kopieermenu
OF
Druk op
3
voor het printermenu
OF
Druk op
4
voor het LAN-menu
(alleen wanneer de optionele LAN-kaart (NC-9100h) is
geïnstalleerd.)
OF
U kunt sneller door de menuniveaus bladeren door op de betreffende
pijl (omhoog/omlaag) te drukken: of .
Vervolgens stelt u een optie in door op
Set
te drukken wanneer de
optie in kwestie op het LCD-scherm wordt weergegeven.
*Menu openen
*Naar volgende menuniveau
*Optie accepteren
*Verschillende keren
indrukken om het menu te
verlaten
*Terug naar vorige
menuniveau
*Door huidige menuniveau
bladeren
*Terug naar vorige
menuniveau
*Naar vorige menuniveau
*Menu afsluiten
1.Standaardinst.
2.Kopie
3.Printer
4.LAN
Kies
▲▼
& Set
3 - 3 PROGRAMMEREN OP HET SCHERM
Het LCD-scherm geeft dan het volgende menuniveau weer.
Druk op of om naar de volgende menuselectie te gaan.
Druk op
Set
.
Nadat u een optie hebt geaccepteerd, wordt op het LCD-scherm de
melding
Geaccepteerd
weergegeven.
Gebruik om achteruit door de menu's te bladeren als u per
ongeluk te ver bent gegaan, of als dit toetsaanslagen bespaart.
De huidige instelling is altijd de optie met “ ”.
PROGRAMMEREN OP HET SCHERM 3 - 4
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina
1.
Standaardinst.
1.
Papiersoort
1.MP-bak
(DCP-8025D)
Dun papier
Normaal
Dik papier
Extra dik papier
Transparanten
Hiermee kunt u
instellen welke soort
papier er in de
multifunctionele
papierlade wordt
gebruikt.
4-1
2.Bovenlade
(Dit menu wordt
alleen
weergegeven
als de optionele
tweede lade is
geïnstalleerd.)
Dun papier
Normaal
Dik papier
Extra dik papier
Transparanten
Hiermee kunt u
instellen welke soort
papier er in
papierlade #1 wordt
gebruikt.
4-1
3.Onderlade
(optie)
Dun papier
Normaal
Dik papier
Extra dik papier
Transparanten
Hiermee kunt u
instellen welke soort
papier er in
papierlade #2 wordt
gebruikt.
4-1
2.
Papierformaat
1.Bovenlade
(Dit menu wordt
alleen
weergegeven
als de optionele
tweede lade is
geïnstalleerd.)
A4
Letter
Legal
Executive
A5
A6
B5
B6
Hiermee kunt u
instellen welk
papierformaat er in
papierlade #1 wordt
gebruikt.
4-3
2.Onderlade
(optie)
A4
Letter
Legal
Executive
A5
B5
B6
Hiermee kunt u
instellen welk
papierformaat er in
papierlade #2 wordt
gebruikt.
4-3
De fabrieksinstellingen staan vetgedrukt met .
selecteer
om af te
sluiten
Druk op de nummers van het menu.
(Bijv.: Druk op 1, 1 voor
Papiersoort. )
OF
selecteer om te accepteren
3 - 5 PROGRAMMEREN OP HET SCHERM
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina
1
.
Standaardinst.
(vervolg)
3.Waarsch.
toon
Laag
Half
Hoog
Uit
Hiermee stelt u het
volume van de
waarschuwingstoon
af.
4-4
4.
Bespaarstand
1.Toner
sparen
Aan
Uit
Verlengt de
gebruiksduur van de
tonercartridge.
4-4
2.Slaapstand (00-99)
05Min*
Bespaart stroom 4-5
3.
Bespaarstand
Aan
Uit
Stroombespaarstand 4-6
5. Kopie:
lade
(voor de
DCP-8020 is dit
menu niet
beschikbaar.)
(wanneer u een
optionele lade
#2 gebruikt, zie
pagina 3-10.)
Alleen lade 1
Alleen MP-lade
Auto
Selecteert welke lade
wordt gebruikt voor
het kopiëren.
4-7
5.LCD
Contrast
(DCP-8020)
6.LCD
Contrast
(DCP-8025D)
(wanneer u een
optionele lade
#2 gebruikt, zie
pagina 3-10.)
—- +
- +
- +
- +
- +
Hiermee stelt u het
contrast van het
LCD-scherm af.
4-8
6.Levensduur
(
voor DCP-8020
)
7.Levensduur
(
voor DCP-8025D
)
(wanneer u een
optionele lade
#2 gebruikt, zie
pagina 3-10.)
U kunt controleren
hoe lang de drum
nog meegaat. Dit
wordt in procenten
aangegeven.
14-32
De fabrieksinstellingen staan vetgedrukt met .
selecteer
om af te
sluiten
Druk op de nummers van het menu.
(Bijv.: Druk op 1, 1 voor
Papiersoort. )
OF
selecteer om te accepteren
PROGRAMMEREN OP HET SCHERM 3 - 6
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina
1
.
Standaardinst.
(vervolg)
7.
Paginateller
(
voor DCP-8020
)
8.Paginatell
(
voor DCP-8025D
)
(wanneer u een
optionele lade
#2 gebruikt, zie
pagina 3-10.)
Totaal
Kopie
Print
Lijst
Hier kunt u
controleren hoeveel
pagina's de DCP tot
nu toe in totaal heeft
afgedrukt.
14-32
8.
Systeeminst.
(
voor DCP-8020
)
9.
Systeeminst.
(
voor DCP-8025D
)
(wanneer u een
optionele lade
#2 gebruikt, zie
pagina 3-10.)
Hiermee kunt u
lijsten afdrukken.
4-8
0.Taalkeuze
(alleen voor
België)
Nederlands
Frans
Engels
Hiermee kunt u de
meldingen op het
LCD-scherm in een
andere taal
weergeven.
4-9
De fabrieksinstellingen staan vetgedrukt met .
0.Het menu Taalkeuze is niet beschikbaar voor
Nederland.
selecteer
om af te
sluiten
Druk op de nummers van het menu.
(Bijv.: Druk op 1, 1 voor
Papiersoort. )
OF
selecteer om te accepteren
3 - 7 PROGRAMMEREN OP HET SCHERM
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina
2.Kopie 1.Kwaliteit Tekst
Foto
Auto
Selecteert de
kopieerresolutie voor
uw document.
5-20
2.Contrast —- +
- +
- +
- +
- +
Stelt het contrast
voor de kopieën in.
5-20
3.Printer 1.Emulatie Auto
HP LaserJet
BR-Script 3
Selecteert de
emulatiemodus.
6-18
2.
Printopties
1.Interne
fonts
Print een lijst met de
interne fonts van de
DCP of de huidige
printerinstellingen.
6-19
2.
Configuratie
—6-19
3.Reset
printer
——Stelt de DCP
opnieuw in op de
standaard
fabrieksinstellingen.
6-19
De fabrieksinstellingen staan vetgedrukt met .
selecteer
om af te
sluiten
Druk op de nummers van het menu.
(Bijv.: Druk op 1, 1 voor
Papiersoort. )
OF
selecteer om te accepteren
PROGRAMMEREN OP HET SCHERM 3 - 8
Wanneer u de optionele LAN-kaart (NC-9100h) hebt
geïnstalleerd, geeft de LCD het volgende LAN-menu weer.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina
4.LAN
(optie)
1.Setup
TCP/IP
1.BOOT
Method
Autom.
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Kies de
opstartmethode die
het beste aan uw
eisen voldoet.
Zie de
gebruikers-
handleiding
2.IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres in.
3.Subnet
Mask
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
Subnet-masker in.
4.Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres van
de Gateway in.
5.Host Name BRN_XXXXXX Voer de Host name
in.
6.WINS
Config
Autom.
Statisch
U kunt de WINS
configuratiemodus
kiezen.
7.WINS
Server
Primary
Secondary
Specificeert het
IP-adres van de
primary of secondary
server.
8.DNS Server Primary
Secondary
Specificeert het
IP-adres van de
primary of secondary
server.
De fabrieksinstellingen staan vetgedrukt met .
selecteer
om af te
sluiten
Druk op de nummers van het menu.
(Bijv.: Druk op 1, 1 voor
Papiersoort. )
OF
selecteer om te accepteren
3 - 9 PROGRAMMEREN OP HET SCHERM
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina
4.LAN
(optie)
(vervolg)
1.Setup
TCP/IP
(vervolg)
9.APIPA Aan
Uit
Wijst automatisch het
IP-adres toe van het
link-local
adresbereik.
Zie de
gebruikers-
handleiding
2.Setup
Misc.
1.Netware Aan
Uit
Selecteer Aan om de
DCP in een Netware
netwerk te
gebruiken.
2.Net Frame Auto
8023
ENET
8022
SNAP
Voor het specificeren
van het type frame.
3.AppleTalk Aan
Uit
Selecteer Aan om de
DCP in een
Macintosh netwerk te
gebruiken.
4.DLC/LLC Aan
Uit
Selecteer Aan om de
DCP in een DLC/LLC
netwerk te
gebruiken.
5.Net
Bios/IP
Aan
Uit
Selecteer Aan om de
DCP in een Net
BIOS/IP netwerk te
gebruiken.
6.Ethernet Auto
100B-FD
100B-HD
10B-FD
10B-HD
Selecteert de
Ethernet link modus.
De fabrieksinstellingen staan vetgedrukt met .
selecteer
om af te
sluiten
Druk op de nummers van het menu.
(Bijv.: Druk op 1, 1 voor
Papiersoort. )
OF
selecteer om te accepteren
PROGRAMMEREN OP HET SCHERM 3 - 10
(voor DCP-8020 met de optionele papierlade #2)
(voor DCP-8025D met de optionele papierlade #2)
Wanneer u de optionele papierlade hebt, geeft de LCD deze
opties weer.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina
1.
Standaardinst.
5.Kopie:
lade
Alleen lade 1
Alleen lade 2
Auto
Selecteer welke lade
wordt gebruikt voor
het kopiëren.
4-7
6.LCD
Contrast
—- +
- +
- +
- +
- +
Hiermee stelt u het
contrast van het
LCD-scherm af.
4-8
7.Levensduur U kunt controleren
hoe lang de drum
nog meegaat. Dit
wordt in procenten
aangegeven.
14-32
8.
Paginateller
Totaal
Kopie
Print
Lijst
Hier kunt u controleren
hoeveel pagina's de
DCP tot nu toe in
totaal heeft afgedrukt.
14-32
9.
Systeeminst.
Hiermee kunt u
lijsten afdrukken.
4-8
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina
1.
Standaardinst.
5.Kopie:
lade
Alleen lade 1
Alleen lade 2
Alleen MP-lade
Auto
Selecteer welke lade
wordt gebruikt voor
het kopiëren.
4-7
6.LCD
Contrast
—- +
- +
- +
- +
- +
Hiermee stelt u het
contrast van het
LCD-scherm af.
4-8
7.Levensduur U kunt controleren
hoe lang de drum
nog meegaat. Dit
wordt in procenten
aangegeven.
14-32
8.
Paginateller
Totaal
Kopie
Print
Lijst
Hier kunt u
controleren hoeveel
pagina's de DCP tot
nu toe in totaal heeft
afgedrukt.
14-32
9.
Systeeminst.
Hiermee kunt u
lijsten afdrukken.
4-8
De fabrieksinstellingen staan vetgedrukt met .
3 - 11 PROGRAMMEREN OP HET SCHERM
Werking van de toetsen
U kunt de toetsen op het bedieningspaneel gebruiken om tijdelijke
kopieerinstellingen te maken en de scanfuncties te gebruiken. De
onderstaande tabel geeft een overzicht van de werking van de toetsen.
(XXX*) is het ingestelde papierformaat.
#2 (XXX*) wordt weergegeven als de optionele papierlade is geïnstalleerd.
Toetsen
(tijdelijke
instellingen)
Opties Omschrijving
Pagina
Secure In het geheugen opgeslagen
gegevens kunnen alleen worden
afgedrukt als een viercijferig
wachtwoord is ingevoerd.
6-17
Job Cancel Gegevens in het geheugen wissen. 6-17
Scan Scan naar e-mail Een document in zwart-wit of kleur
als een bijlage naar uw e-mail
scannen.
8-17
Scan naar beeld Een plaatje (bijv. een kleurenfoto)
naar uw grafische toepassing
scannen en het daar weergeven
en bewerken.
8-17
Scan naar OCR Een tekstdocument naar ScanSoft
®
scannen, waar TextBridge
®
het
omzet in bewerkbare tekst die in uw
tekstverwerker wordt weergegeven.
8-18
Scan n. bestnd Een document in zwart-wit of kleur
naar uw computer scannen en dit
als een bestand in de map van uw
keuze opslaan.
8-18
Enlarge/Reduce 104%, 141%, 200%, Automatisch,
Custom, 50%, 70%, 78%, 83%, 85%,
91% (Full Page), 94%, 97%
Het formaat van de kopieën
vergroten of verkleinen.
5-7
Contrast - + Het contrast bijstellen. 5-10
Quality Auto, Tekst, Foto Selecteren met welke resolutie uw
origineel gekopieerd moet
worden.
5-9
Tray Select
(For DCP-8020)
#1 (XXX*), #2 (XXX*), Auto Aangeven welke lade er voor
alleen de volgende kopie gebruikt
moet worden.
5-11
(For DCP-8025D)
#1 (XXX
*
)
,
#2 (XXX
*
)
,
MP-bak
,
Auto
5-11
Sort Kopieën sorteren via de
automatische documentinvoer.
5-9
N in 1
(For DCP-8020)
2 in 1 (P), 2 in 1 (L),
4 in 1 (P), 4 in 1 (L),
Poster, Uit
De indeling van de kopieën op de
afdrukmedia wijzigen.
5-14
Duplex/N in 1
(For DCP-8025D)
Form P1,
Form P2,
Form L1,
Form L2
Enkelzijdig,
Dubbelzijdig
5-12
AAN DE SLAG 4 - 1
4
Standaardinstellingen
De papiersoort instellen
Voor de beste afdrukkwaliteit is het zaak dat u de DCP instelt op de
papiersoort die u gebruikt.
Voor DCP-8020
1
Druk op
Menu
,
1
,
1
.
OF
Wanneer u de optionele
papierlade gebruikt, drukt u op
Menu
,
1
,
1
,
1
om de papiersoort
in te stellen voor
Bovenlade
of
Menu
,
1
,
1
,
2
om de papiersoort
in te stellen voor
Onderlade
.
2
Druk op of om
Dun
papier
,
Normaal
,
Dik papier
,
Extra dik papier
of
Transparanten
te selecteren.
3
Druk op
Set
.
4
Druk op
Stop/Exit
.
Aan de slag
11.Papiersoort
Normaal
Dik papier
Extra dik papier
Kies
▲▼
& Set
11.Papiersoort
1.Bovenlade
2.Onderlade
Kies
▲▼
& Set
4 - 2 AAN DE SLAG
Voor DCP-8025D
1
Druk op
Menu
,
1
,
1
,
1
om de
papiersoort in te stellen voor
MP-bak
.
OF
Druk op
Menu
,
1
,
1
,
2
om de
papiersoort in te stellen voor
Bovenlade
.
OF
Wanneer u de optionele papierlade gebruikt, drukt u op
Menu
,
1
,
1
,
3
om de papiersoort in te stellen voor
Onderlade
.
2
Druk op of om
Dun
papier
,
Normaal
,
Dik papier
,
Extra dik papier
of
Transparanten
te selecteren.
3
Druk op
Set
.
4
Druk op
Stop/Exit
.
U kunt voor Lade 1 en Lade 2 alleen
Transparanten
selecteren wanneer in
Menu
,
1
,
2
A4
,
Letter
of
Legal
is
geselecteerd.
11.Papiersoort
1.MP-bak
2.Bovenlade
3.Onderlade
Kies
▲▼
& Set
11.Papiersoort
1.MP-bak
Normaal
Dik papier
Kies
▲▼
& Set
AAN DE SLAG 4 - 3
Het papierformaat instellen
Voor het kopiëren kunnen acht verschillende papierformaten worden
gebruikt: A4, Letter, Legal, Executive, A5, A6, B5 en B6. Als u de
papiersoort in de DCP wijzigt, dient u ook de instelling voor
Papierformaat te wijzigen, zodat de DCP de kopie op de pagina kan
passen.
1
Druk op
Menu
,
1
,
2
.
2
Druk op
of
om
A4
,
Letter
,
Legal
,
Executive
,
A5
,
A6
,
B5
of
B6
.
te selecteren.
Druk op
Set
.
3
Druk op
Stop/Exit
.
Met optionele papierlade
1
Druk op
Menu
,
1
,
2
,
1
om het
papierformaat in te stellen voor
Bovenlade
.
OF
Druk op
Menu
,
1
,
2
,
2
om het
papierformaat in te stellen voor
Onderlade
.
2
Druk op of om
A4
,
Letter
,
Legal
,
Executive
,
A5
,
A6
,
B5
en
B6
te selecteren.
Druk op
Set
.
3
Druk op
Stop/Exit
.
Wanneer u de optionele papierlade gebruikt, kunt u het
formaat A6 niet selecteren.
Wanneer u
Transparanten
selecteert in
Menu
,
1
,
1
, kunt
u alleen
A4
,
Letter
of
Legal
selecteren.
12.Papierformaat
A4
Letter
Legal
Kies
▲▼
& Set
12.Papierformaat
1.Bovenlade
2.Onderlade
Kies
▲▼
& Set
4 - 4 AAN DE SLAG
Het volume van de waarschuwingstoon instellen
U kunt het volume van de waarschuwingstoon wijzigen. De
standaardinstelling is
Half
. Als de waarschuwingstoon is
ingeschakeld, geeft de DCP een piepje telkens wanneer u op een
toets drukt of een vergissing maakt.
1
Druk op
Menu
,
1
,
3
.
2
Druk op of om uw optie
te selecteren.
(
Laag
,
Half
,
Hoog
of
Uit
)
Druk op
Set
.
3
Druk op
Stop/Exit
.
Toner sparen
Met deze functie kunt u toner sparen. Wanneer u Toner sparen op
Aan
zet, zijn de afdrukken iets lichter. De standaardinstelling is
Uit
.
1
Druk op
Menu
,
1
,
4
,
1
.
2
Druk op of om
Aan
(of
Uit
) te selecteren.
3
Druk op
Set
.
4
Druk op
Stop/Exit
.
13.Waarsch.toon
Half
Hoog
Uit
Kies
▲▼
& Set
14.Bespaarstand
1.Toner sparen
Aan
Uit
Kies
▲▼
& Set
AAN DE SLAG 4 - 5
Slaapstand
Als u de slaaptijd instelt, wordt energie bespaard doordat de fuser
binnen in de DCP wordt uitgeschakeld wanneer de machine inactief
is. U kunt aangeven hoe lang de DCP inactief moet zijn voordat de
machine overschakelt naar de slaapstand (van 00 tot 99 minuten).
De timer wordt automatisch teruggesteld wanneer de DCP gegevens
van de pc ontvangt of wanneer u een kopie gaat maken. De
fabrieksinstelling is 05 minuten. Wanneer de DCP in de slaapstand
staat, wordt op het LCD-scherm de melding
Slaapstand
weergegeven. Als de machine in de slaapstand staat en u wilt
afdrukken of kopiëren, duurt het even voordat de fuser op
temperatuur is gekomen.
1
Druk op
Menu
,
1
,
4
,
2
.
2
Voer met de kiestoetsen de tijd in waarbij de DCP inactief moet
zijn voor deze in slaapstand gaat (00 tot 99).
3
Druk op
Set
.
4
Druk op
Stop/Exit
.
De scannerlamp uitschakelen
De scannerlamp blijft 16 uur branden, daarna wordt hij automatisch
uitgeschakeld zodat hij langer meegaat. U kunt de scannerlamp
desgewenst handmatig uitschakelen door tegelijk op de toetsen
en te drukken. De scannerlamp blijft uitgeschakeld totdat u de
scanfunctie weer gebruikt.
Door het uitschakelen van de scannerlamp wordt bovendien stroom
bespaard.
Wanneer u de slaapstand wil uitzetten, drukt u tegelijk op
Secure
en
Job Cancel
in stap 2.
Houdt u er echter rekening mee, dat de lamp minder lang
meegaat als hij vaak wordt uitgeschakeld. Sommige
mensen doen de lamp liever uit als ze het kantoor verlaten
of ’s avonds laat thuis. Dit is niet nodig voor het normale
dagelijkse gebruik.
Als de DCP in de slaapstand staat wanneer u de slaaptijd
wijzigt, is deze nieuwe instelling pas de volgende keer dat de
DCP kopieert, afdrukt of wordt aangezet van kracht.
4 - 6 AAN DE SLAG
Stroombespaarstand
Met deze functie bespaart u stroom. Als deze stand is geactiveerd
(
Aan
) en wanneer de machine inactief is en de scannerlamp uit is,
schakelt ze naar de circa 10 minuten automatisch over naar de
energiebesparende stroombespaarstand.
1
Druk op
Menu
,
1
,
4
,
3
.
2
Druk op of om
Aan
(of
Uit
) te selecteren.
3
Druk op
Set
wanneer op het
scherm uw keuze wordt
weergegeven.
4
Druk op
Stop/Exit
.
14.Bespaarstand
3.Bespaarstand
Aan
Uit
Kies
▲▼
& Set
AAN DE SLAG 4 - 7
De lade voor kopieermodus instellen
DCP-8020
Met de standaardinstelling
Auto
kan *
1
de DCP de optionele Lade 2
kiezen als het papier in Lade 1 op is, of *
2
als het document het beste
op het papier in Lade 2 past.
1
Druk op
Menu
,
1
,
5
.
2
Druk op of om
Alleen
lade 1
,
Alleen lade 2
of
Auto
te selecteren.
3
Druk op
Set
.
4
Druk op
Stop/Exit
.
DCP-8025D
Met de standaardinstelling
Auto
kan *
1
de DCP de optionele Lade 2
of de multifunctionele lade kiezen als het papier in Lade 1 op is, of
*
2
als het document het beste op het papier in Lade 2 past.
1
Druk op
Menu
,
1
,
5
.
2
Druk op of om
Alleen
lade 1
,
Alleen MP-lade
of
Auto
te selecteren.
OF
Wanneer u de optionele
papierlade gebruikt. Druk op
of om
Alleen lade 1
,
Alleen lade 2
,
Alleen
MP-lade
, of
Auto
te selecteren.
3
Druk op
Set
.
4
Druk op
Stop/Exit
.
Wanneer uw DCP een DCP-8020 is zonder optionele lade #2,
hebt u deze instelling niet nodig.
*
1
Kopieën worden alleen automatisch op het papier in Lade 2
afgedrukt als de papierinstelling voor Lade 2 hetzelfde is als die
voor Lade 1.
*
2
Bij gebruik van de automatische documentinvoer worden
kopieën automatisch op het papier in Lade 2 afgedrukt als voor
Lade 2 een andere papierinstelling is geselecteerd dan voor
Lade 1 en het papierformaat in Lade 2 geschikter is voor het
gescande origineel.
15.Kopie:lade
Alleen lade 1
Alleen lade 2
Auto
Kies
▲▼
& Set
15.Kopie:lade
Alleen lade 1
Alleen MP-lade
Auto
Kies
▲▼
& Set
15.Kopie:lade
Alleen lade 1
Alleen lade 2
Alleen MP-lade
Kies
▲▼
& Set
4 - 8 AAN DE SLAG
Het contrast van het LCD-scherm instellen
U kunt het contrast instellen zodat de LCD lichter of donkerder wordt.
1
(DCP-8020) Druk op
Menu
,
1
,
5
.
(DCP-8025D) Druk op
Menu
,
1
,
6
.
OF
Wanneer u de optionele lade #2
gebruikt, drukt u op
Menu
,
1
,
6
.
2
Druk op
om het contrast te verhogen.
OF
Druk op
om het contrast te verlagen.
Druk op
Set
.
3
Druk op
Stop/Exit
.
Een lijst van systeeminstellingen afdrukken
U kunt een lijst van de instellingen afdrukken.
1
(DCP-8020) Druk op
Menu
,
1
,
8
.
(DCP-8025D) Druk op
Menu
,
1
,
9
.
OF
Als de optionele tweede lade is geïnstalleerd, drukt u op
Menu
,
1
,
9
.
2
Druk op
Start
.
16.LCD Contrast
-+
Kies & druk Set
AAN DE SLAG 4 - 9
De taal voor de meldingen op het LCD-scherm
instellen (alleen voor België)
De meldingen op het LCD-scherm kunnen worden weergegeven in
het Nederlands, Frans of Engels. De standaardtaal is Nederlands.
1
Druk op Menu, 1, 0. Op het
LCD-scherm verschijnen
afwisselend onderstaande
meldingen:-
2
Druk op of om
Nederlands
,
Frans
of
Engels
te selecteren.
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
10.Taalkeuze
Nederlands
Frans
Engels
Kies
▲▼
& Set
5 - 1 KOPIËREN
5
De DCP als een copier gebruiken
U kunt de DCP ook als copier gebruiken en maximaal 99 kopieën per
keer maken.
Bedrukbaar gedeelte
Het afdrukgebied van de DCP begint circa 2 mm van de zijranden en
3 mm van de boven- en onderrand van het papier.
Kopiëren
Niet-bedrukbare
randen
3mm
2mm
Ex: A4 (Document) A4 (Papier)
KOPIËREN 5 - 2
Tijdelijke kopieerinstellingen
U kunt de kwaliteit van uw kopieën verbeteren door met de
kopieertoetsen tijdelijke instellingen te maken.
Enlarge/Reduce
,
Contrast
,
Quality
,
Tray Select
,
Sort
en
N in 1
(voor de DCP-8020) of
Duplex/N in 1
(voor de DCP-8025D).
Dit zijn tijdelijke instellingen en de DCP schakelt 1 minuut na het
kopiëren weer over naar de standaardinstellingen. Als u deze
tijdelijke instellingen opnieuw wilt gebruiken, moet u het volgende
document binnen 1 minuut in de automatische documentinvoer of op
de glasplaat plaatsen.
Tijdelijke
kopieertoetsen
5 - 3 KOPIËREN
Een enkele kopie maken vanuit de ADF
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer.
2
Druk op
Start
.
Het papier mag tijdens het kopiëren NIET uit de machine
worden getrokken.
Meerdere kopieën vanuit de ADF maken
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer.
2
Voer met de kiestoetsen in hoeveel exemplaren u wilt afdrukken
(maximaal 99 exemplaren).
3
Druk op
Start
.
Als u wilt stoppen, drukt op
Stop/Exit
om het origineel uit te
werpen.
Om de kopieën te sorteren drukt u op de toets
Sort
.
KOPIËREN 5 - 4
Een of meerdere kopieën via de glasplaat
Via de glasplaat kunnen meerdere kopieën worden gemaakt. Meerdere
kopieën worden gestapeld (alle kopieën van de eerste pagina, dan alle
kopieën van de tweede pagina, enz). Druk op de toets tijdelijke
kopieertoetsen om verdere instellingen te selecteren. (Raadpleeg De
kopieertoetsen gebruiken (tijdelijke instellingen) op pagina 5-6.)
1
Til het documentdeksel op.
2
Gebruik de documentgeleiders aan de linkerkant om het
document in het midden van de glasplaat te leggen, met de
bedrukte zijde naar beneden. Sluit het documentdeksel.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wil maken
(maximaal 99 exemplaren).
Druk bijvoorbeeld op
3 8
als u 38 kopieën wilt maken.
4
Druk op
Start
.
De DCP begint het document te scannen.
Als u meerdere kopin wilt sorteren, dient u de automatische
documentinvoer te gebruiken.
(Raadpleeg Een enkele kopie maken vanuit de ADF op pagina
5-3.)
Leg de documenten
document met de
bedrukte zijde naar
beneden op de
glasplaat.
Documentgeleiders
5 - 5 KOPIËREN
De melding Geheugen vol
Wanneer het bericht
Geheugen vol
wordt weergegeven, drukt u op
Stop/Exit
om de handeling te
annuleren of op
Start
om de gescande
pagina’s te kopiëren. Voordat u
verdergaat, moet u geheugen vrijmaken door een aantal in het
geheugen opgeslagen taken te wissen.
Wanneer dit foutbericht vaker verschijnt, is het misschien beter
het geheugen uit te breiden. Voor meer informatie over
geheugenuitbreiding Raadpleeg Geheugenkaart op pagina 15-1.
Geheugen vol
Kopie:Druk Start
Stop:Druk Stop
KOPIËREN 5 - 6
De kopieertoetsen gebruiken
(tijdelijke instellingen)
Gebruik de tijdelijke kopieertoetsen als u de instellingen alleen voor
de volgende kopie wilt wijzigen.
U kunt verschillende combinaties gebruiken. Het grote LCD-scherm
geeft de huidige instellingen weer.
Tijdelijke kopieertoetsen
Duplex / N op 1
Voorbeeld van het LCD-scherm in kopieermodus
Vergr/kl:100%
Kwal. :Auto
Contrast:- +
Bak :#1(A4)
Druk
▲▼
of Start
01
5 - 7 KOPIËREN
Vergroten/Verkleinen
U kunt de volgende vergrotings-/verkleiningspercentages
selecteren.
Bij
Automatisch
kan de DCP berekenen welk
verkleiningspercentage het meest geschikt is voor het papierformaat
dat u gebruikt.
Met
Custom (25-400%)
kunt u een percentage tussen 25% en
400% instellen.
Auto wordt alleen weergegeven wanneer u een document in de
automatische documentinvoer plaatst.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Voer met de kiestoetsen in hoeveel exemplaren u wilt afdrukken
(maximaal 99 exemplaren).
3
Druk op
Enlarge/Reduce
.
4
Druk op
Enlarge/Reduce
of .
Druk op
Enlarge/Reduce
100%
104% (EXE
LTR)
141% (A5
A4)
200%
Automatisch
Custom (25 - 400%)
50%
70% (A4
A5)
78% (LGL
LTR)
83% (LGL
A4)
85% (LTR
EXE)
91% (Full Page)
94% (A4
LTR)
97% (LTR
A4)
Vergr/kl:100%
Kwal. :Auto
Contrast:- +
Bak :#1(A4)
01
KOPIËREN 5 - 8
5
Druk op of om het gewenste vergrotings- of
verkleiningspercentage te selecteren.
Druk op
Set
.
OF
U kunt
Custom (25-400%)
selecteren en op
Set
drukken.
Gebruik de kiestoetsen om een
vergrotings-/verkleiningspercentage in te toetsen tussen
25%
en
400%
in te toetsen.
Druk op
Set
.
(Druk bijvoorbeeld op
5 3
als u
53%
wilt intoetsen.)
6
Druk op
Start
.
OF
Druk op een andere tijdelijke kopieertoets voor meer
instellingen.
De speciale kopieeropties (2of1, 4of1 of Poster) zijn niet
beschikbaar als u
Enlarge/Reduce
gebruikt
Automatisch
is niet beschikbaar als u de glasplaat
gebruikt.
5 - 9 KOPIËREN
Kwaliteit (type document)
Hiermee kunt u de kopieerkwaliteit voor het document kiezen. De
standaardinstelling is
Auto
en is geschikt voor documenten die
zowel tekst als afbeeldingen bevatten.
Tekst
wordt gebruikt voor
documenten die uitsluitend tekst bevatten. Foto wordt gebruikt voor
het kopiëren van foto’s.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Voer met de kiestoetsen in hoeveel exemplaren u wilt afdrukken
(maximaal 99 exemplaren).
3
Druk op
Quality
.
4
Druk op of om het type document te kiezen (
Auto
,
Tekst
of
Foto
).
Druk op
Set
.
5
Druk op
Start
.
OF
Druk op een andere tijdelijke kopieertoets voor meer
instellingen.
Kopieën sorteren bij gebruik van de
automatische documentinvoer
Als u meerdere kopin wilt sorteren, dient u de automatische
documentinvoer te gebruiken. De pagina’s worden afgedrukt in de
volgorde 123, 123, 123, enz.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer.
2
Voer met de kiestoetsen in hoeveel exemplaren u wilt afdrukken
(maximaal 99 exemplaren).
3
Druk op
Sort
.
4
Druk op
Start
.
OF
Druk op een andere tijdelijke kopieertoets voor meer instellingen.
KOPIËREN 5 - 10
Contrast
U kunt het contrast afstellen om kopieën donkerder of lichter te maken.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Voer met de kiestoetsen in hoeveel exemplaren u wilt afdrukken
(maximaal 99 exemplaren).
3
Druk op
Contrast
.
4
Druk op om een kopie lichter te maken.
OF
Druk op om een donkerdere kopie te maken.
Druk op
Set
.
5
Druk op
Start
.
OF
Druk op een andere tijdelijke kopieertoets voor meer
instellingen.
Druk op
Contrast
- +
- +
- +
- +
- +
- +
5 - 11 KOPIËREN
Lade selecteren
U kunt desgewenst voor alleen de volgende kopie een andere
papierlade kiezen.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Voer met de kiestoetsen in hoeveel exemplaren u wilt afdrukken
(maximaal 99 exemplaren).
3
Druk op
Tray Select
.
4
Druk op of om de lade te selecteren.
Druk op
Set
.
5
Druk op
Start
.
OF
Druk op een andere tijdelijke kopieertoets voor meer
instellingen.
(voor DCP-8020 met de optionele papierlade #2)
(voor DCP-8025D met de optionele papierlade #2)
* XXX is het papierformaat dat u hebt ingesteld in
Menu
,
1
,
2
.
Druk op
Tray Select
Auto
#1 (XXX)*
#2 (XXX)*
Druk op
Tray Select
Auto
#1 (XXX)*
#2 (XXX)*
MP-bak
Voor de DCP-8020 geeft het LCD-scherm alleen de verschillende
laden weer wanneer de optionele papierlade is geïnstalleerd.
KOPIËREN 5 - 12
Duplex/N in 1
‘Duplex’ drukt documenten dubbelzijdig af.
Tijdelijke toets Niveau 1 Niveau 2 Optie document Afgewerkte lay-out
Druk op
Duplex/N in 1
(DCP-8025D)
N in 1
(DCP-8020)
N op 1 2 op 1 P
2 op 1 L
4 op 1 P
4 op 1 L
Duplex(1 op 1)
(DCP-8025D)
Form P1
Form P2
Enkelzijdig
Dubbelzijdig
Form L1
Enkelzijdig
Dubbelzijdig
Form L2
2
1
12
2
1
1
2
2
1
12
34
2
1
1
2
3
4
2
1
1
2
2
1
1
2
1
2
1
2
2
1
1
2
1
2
1
2
2
1
1
2
5 - 13 KOPIËREN
Tijdelijke
toets
Niveau 1 Niveau 2 Optie
document Afgewerkte lay-out
Druk op
Duplex/N in 1
(DCP-8025D)
N in 1
(DCP-8020)
Duplex (2 op 1)
(DCP-8025D)
Form P1
Form P2
Form L1
Form L2
Duplex (4 op 1)
(DCP-8025D)
Form P1
Form P2
Form L1
Form L2
Poster
Uit
12
3
2
1
2
1
21
3
1
3
2
1
2
1
1
3
1
3
2
5
2
1
2
4
1
5
2
1
13
2
5
2
1
31
4
5
2
1
1
KOPIËREN 5 - 14
Duplex/N op 1 kopiëren
N op 1 kopiëren
U kunt papier besparen door twee of vier pagina's op één vel te
kopiëren. Controleer of het papierformaat is ingesteld op
A4
,
Letter
of
Legal
.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken
(maximaal 99).
3
Druk op
Duplex/N in 1
.
Druk op
Set
om
N op 1
te selecteren.
4
Druk op of om
2 op 1 P
,
2 op 1 L
,
4 op 1 P
of
4 op 1 L
te selecteren.
Druk op
Set
.
5
Als u klaar bent om te kopiëren
gaat u naar stap 7.
OF
Druk op of om
Kwal.
,
Contrast
of
Bak
te selecteren.
Druk op
Set
.
6
Druk op of om een nieuwe instelling te selecteren.
Druk op
Set
.
7
Druk op
Start
.
Als u de automatische documentinvoer gebruikt, kan de DCP
originelen scannen en daar kopieën van afdrukken.
OF
Als u de glasplaat gebruikt, zal de DCP de pagina scannen. Leg
het volgende origineel op de glasplaat.
Vergr/kl:100%
Kwal. :Auto
Contrast:- +
Bak :#1(A4)
Druk
▲▼
of Start
01
5 - 15 KOPIËREN
8
Selecteer
1
en druk op
Set
of
1
om de volgende pagina te
kopiëren.
9
Herhaal stap 7 en 8 voor elke
pagina die u in deze indeling
gebruikt.
10
Wanneer alle pagina’s van het document zijn gescand,
selecteert u
2
en drukt u op
Set
of
2
om af te drukken.
P
betekent Portrait (staand) en
L
betekent Landscape (liggend).
U kunt bovendien de functies N in 1 en Duplex combineren.
(Raadpleeg Duplex (2 in 1) en Duplex (4 in 1) (voor de
DCP-8025D) op pagina 5-19.)
Voor
2 op 1 P
,
2 op 1 L
,
4 op 1 P
of
4 op 1 L
kunt u de
functie vergroten/verkleinen niet gebruiken.
Vlakbedkopie:
Volgende Pagina
1.Ja
2.Nee
Kies
▲▼
& Set
KOPIËREN 5 - 16
Poster
U kunt van een foto een
kopie op posterformaat
maken. U moet de
glasplaat gebruiken.
1
Leg het origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat.
2
Druk op
Duplex/N in 1
op of om
Poster
te
selecteren.
Druk op
Set
.
3
Druk op
Start
.
De DCP begint het origineel te scannen en zal de pagina’s die
samen de poster vormen afdrukken.
Bij kopieën op posterformaat kunt u slechts één kopie maken en
kan het vergrotings- of verkleiningspercentage niet worden
gewijzigd.
5 - 17 KOPIËREN
Duplex (1 in 1) (DCP-8025D)
Een dubbelzijdige kopie maken van een enkelzijdig document
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Voer met de kiestoetsen in hoeveel exemplaren u wilt afdrukken
(maximaal 99 exemplaren).
3
Druk op
Duplex/N in 1
en of om
Duplex (1 op 1)
te selecteren.
Druk op
Set
.
4
Druk op of om
Form P1
,
Form P2
,
Form L1
of
Form
L2
te selecteren.
OF
Als u
Form P1
of
Form L2
selecteert, gaat u naar Stap 6.
Druk op
Set
.
5
Druk op of om
Enkelzijdig
te selecteren voor het
document (Als u de glasplaat gebruikt of het aantal hebt
gewijzigd in stap 2, krijgt u deze optie niet te zien).
Druk op
Set
.
6
Druk op
Start
om het document te scannen.
Wanneer u het document in de ADF hebt geplaatst, begint de
DCP met afdrukken.
OF
Als u het document op de glasplaat hebt geplaatst, gaat u naar
stap 7.
7
Leg het volgende document op de glasplaat.
Selecteer
1
en druk op
Set
of
1
om de volgende pagina te
kopiëren.
8
Wanneer alle pagina’s van het document zijn gescand,
selecteert u
2
en drukt u op
Set
of
2
om af te drukken.
2
1
1
2
KOPIËREN 5 - 18
Een dubbelzijdige kopie maken van een dubbelzijdig document
(Niet beschikbaar voor meerdere kopieën)
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer.
2
Druk op
Duplex/N in 1
en of om
Duplex (1 op 1)
te selecteren.
Druk op
Set
.
3
Druk op of om
Form P2
,
Form L1
te selecteren.
Druk op
Set
.
4
Druk op of om
Dubbelzijdig
te selecteren voor het
document.
Druk op
Set
.
5
Druk op
Start
.
6
Zorg ervoor dat u de documenten in de automatische
documentinvoer geplaatst hebt, zoals getoond op het
LCD-scherm en druk op
Start
.
7
Wanneer alle pagina’s van het document zijn gescand aan een
zijde, legt u het document met de andere zijde naar boven in de
ADF.
Druk op
Start
.
1
2
1
2
5 - 19 KOPIËREN
Duplex (2 in 1) en Duplex (4 in 1) (voor de DCP-8025D)
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Voer met de kiestoetsen in hoeveel exemplaren u wilt afdrukken
(maximaal 99 exemplaren).
3
Druk op
Duplex/N in 1
en of om
Duplex (2 op 1)
of
Duplex (4 op 1)
te selecteren.
Druk op
Set
.
4
Druk op of om
Form P1
,
Form P2
,
Form L1
of
Form
L2
te selecteren.
Druk op
Set
.
5
Druk op
Start
om het document te scannen.
Wanneer u het document in de ADF hebt geplaatst, begint de
DCP met afdrukken.
OF
Als u het document op de glasplaat hebt geplaatst, gaat u naar
stap 6.
6
Leg het volgende document op de glasplaat.
Selecteer
1
en druk op
Set
of
1
om de volgende pagina te
kopiëren.
7
Wanneer alle pagina’s van het document zijn gescand,
selecteert u
2
en drukt u op
Set
of
2
om af te drukken.
KOPIËREN 5 - 20
De standaardinstellingen voor het
kopiëren wijzigen
U kunt de kopieerinstellingen afstellen zoals in het onderstaande
schema wordt aangegeven. Deze instellingen blijven van kracht
totdat u ze weer wijzigt.
Kwaliteit
1
Druk op
Menu
,
2
,
1
.
2
Druk op of om
Tekst
,
Foto
of
Auto
te selecteren.
Druk op
Set
.
3
Druk op
Stop/Exit
.
Contrast
U kunt het contrast instellen zodat het beeld lichter of donkerder wordt.
1
Druk op
Menu
,
2
,
2
.
2
Druk op om het beeld lichter te
maken.
OF
Druk op om het beeld donkerder te maken.
Druk op
Set
.
3
Druk op
Stop/Exit
.
Submenu Menuopties Opties
Fabrieksinstellingen
1
.
Kwaliteit
Tekst Auto
Foto
Auto
2
.
Contrast
—- +
- +
- +
- +
- +
- +
21.Kwaliteit
Auto
Tekst
Foto
Kies
▲▼
& Set
22.Contrast
-+
Kies & druk Set
6 - 1 DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
6
Brother's printerdriver voor de
DCP-8020, DCP-8025D gebruiken
Een printerdriver is een stuurprogramma dat gegevens in het door
de computer gebruikte formaat omzet in een formaat dat door een
bepaalde printer kan worden gebruikt; dit is meestal een
printeropdrachttaal of een page description language (PDL).
De printerdrivers staan op de meegeleverde cd-rom. Installeer de
drivers eerst aan de hand van de instructies in de
installatiehandleiding. De meest recente printerdrivers kunt u tevens
downloaden vanaf Brother Solutions Center op:
Printen onder Windows
®
De specifieke printerdriver en TrueType
compatibele fonts voor
Microsoft
®
Windows
®
95/98/98SE/Me/2000 Professional/XP en
Windows NT
®
workstation 4.0 staan op de CD-ROM die bij de DCP
is geleverd. Met het installatieprogramma kunt u deze software
gemakkelijk op uw Windows
®
systeem installeren. De driver
ondersteunt onze unieke compressiemodes om sneller te kunnen
printen in Windows
®
toepassingen en biedt u de mogelijkheid om
verschillende printerparameters in te stellen, zoals besparend
printen en speciaal papierformaat.
Ondersteuning van populaire printeremulaties
De DCP ondersteunt HP LaserJet (PCL level 6) en BR-Script 3 (Post
Script 3) printeremulatie. Wanneer u DOS-toepassingsoftware
gebruikt, kunt u HP LaserJet (PCL level 6) en BR-Script 3 (Post
Script 3) emulatie gebruiken voor het afdrukken.
De DCP als een printer
gebruiken
http://solutions.brother.com
DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 6 - 2
Uw document afdrukken
Zodra de DCP gegevens van uw computer ontvangt, wordt het
afdrukken gestart door papier vanuit de papierlade in te voeren. Via
de papierlade kunnen diverse papiersoorten en enveloppen worden
ingevoerd.
1
Selecteer de afdrukopdracht op uw computer.
Als uw computer ook op andere printers is aangesloten,
selecteert u in het afdrukmenu of het menu met de
printerinstellingen van uw toepassing de Brother DCP-8020 of
DCP-8025D (USB) Printer als uw printerdriver, waarna u op OK
klikt om af te drukken.
2
Uw computer zal nu een afdrukopdracht en gegevens naar de
DCP sturen.
3
De LED knippert geel en de DCP begint te printen.
Als uw toepassing het door u gekozen papierformaat niet ondersteunt,
dan selecteert u een afmeting die net even iets groter is.
Daarna past u de breedte van de afdruk aan door in uw toepassing
de rechter- en de linkerkantlijn opnieuw in te stellen.
In de door u gebruikte toepassing kunt u de gewenste
papierafmetingen en afdrukstand instellen.
6 - 3 DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Gelijktijdig afdrukken en faxen
De DCP kan een via de computer verzonden taak afdrukken terwijl
er een document in de computer wordt gescand.
Dubbelzijdig printen (duplexprinten)
De bijgeleverde printerdriver ondersteunt duplexprinten. (Voor meer
informatie Raadpleeg Duplexprinten op pagina 7-6.)
Automatisch duplexprinten (voor DCP-8025D)
In deze modus print de DCP automatisch op beide zijden van het
A4
,
Letter
of
Legal
papier.
1
Open het dialoogvenster Eigenschappen van de printerdriver.
2
Selecteer Duplex in het tabblad Geavanceerd. Controleer of de
optie Duplexbak gebruiken is geselecteerd en klik op OK.
(Raadpleeg Duplexprinten op pagina 7-6.) De printer drukt
automatisch dubbelzijdig af.
Wanneer u Duplexbak gebruiken hebt geselecteerd, is
HQ1200 niet beschikbaar.
Wanneer u Duplex wil gebruiken voor faxen en kopiëren,
Raadpleeg De automatische duplexfunctie gebruiken bij het
kopiëren en afdrukken (voor DCP-8025D) op pagina 2-11.
DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 6 - 4
Handmatig duplexprinten
De DCP drukt eerst alle even
pagina’s af op een zijde van het
papier.
Daarna vraagt de Windows
®
driver u
(via een pop-up bericht) om het
papier opnieuw te plaatsen. Voor u
het papier opnieuw plaatst, moet u
het goed recht leggen, anders kan het
papier vastlopen. We adviseren geen
extreem dun of dik papier te
gebruiken.
6 - 5 DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Documentuitvoer met bedrukte zijde naar
beneden
Het papier wordt met de bedrukte zijde naar beneden op de
uitvoerlade aan de voorkant van de DCP uitgeworpen. Vouw de
steunklep open om de bedrukte pagina’s op te vangen.
Printen op normaal papier
De papierlade voor handmatige invoer (voor DCP-8020)
1
Selecteer Papierformaat, Soort papier, Papierbron en
andere instellingen in de printerdriver.
Soort papier: Normaal papier
Papierbron: Handmatig
2
Verzend de afdrukgegevens naar de DCP.
3
Open de papierlade voor handmatige invoer. Verschuif de
papiergeleiders voor het juiste papierformaat.
Voor het printen van transparanten moet u iedere transparant,
zodra deze is geprint, van de steunklep nemen.
De DCP zet automatisch de modus Handmatig invoeren aan
wanneer u papier in de lade voor handmatige invoer schuift.
Steun met
steunklep
DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 6 - 6
4
Leg het papier met beide handen in de papierlade voor
handmatige invoer zodat de voorzijde van het papier de
papierinvoerrol raakt. De DCP trekt het papier in.
5
Wanneer het gedrukte vel uit de DCP komt, plaatst u het
volgende vel zoals is beschreven in stap 4. Herhaal deze
stappen voor ieder vel dat u wil bedrukken.
De MP-lade (voor DCP-8025D)
1
Selecteer Papierformaat, Soort papier, Papierbron en
andere instellingen in de printerdriver.
Soort papier: Normaal papier
Papierbron: MP-lade
2
Open de MP-lade en laat deze voorzichtig neer.
3
Trek aan de steunklep van de MP-lade.
Het papier moet recht en in de juiste positie in de papierlade
voor de handmatige invoer liggen. Anders wordt het papier
niet goed ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kan het
papier vastlopen.
Leg slechts een vel papier tegelijk in de papierlade voor
handmatige invoer, anders kan het papier vastlopen.
6 - 7 DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
4
Wanneer u papier in de MP-lade doet, moet het papier tot tegen
de achterzijde van de lade zijn ingeschoven.
5
Druk op de ontgrendeling van de papiergeleiders en verschuif
deze voor het correcte papierformaat.
6
Verzend de afdrukgegevens naar de DCP.
Het papier moet recht en in de juiste positie in de MP-lade
liggen. Anders wordt het papier niet goed ingevoerd en krijgt u
een slechte afdruk of kan het papier vastlopen.
Wanneer u papier in de MP-lade doet, dient u rekening te
houden met het volgende:
De te bedrukken zijde moet naar boven zijn.
Tijdens het printen gaat de binnenste lade omhoog om
papier in de DCP te laden.
Leg eerst de bovenzijde van het papier in de lade en duw het
daarna voorzichtig helemaal in de lade.
Ontgrendeling
papiergeleiders
DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 6 - 8
Afdrukken op dikker papier en karton
Wanneer de uitvoerlade achteraan wordt geopend, heeft de DCP
een rechte baan van de papierlade voor handmatige invoer of de
MP-lade tot de achterzijde van de DCP. Gebruik deze methode voor
het in- en uitvoeren van papier wanneer u op dikker papier (106 - 161
g/m
2
) of karton wil printen.
De papierlade voor handmatige invoer (voor DCP-8020)
1
Selecteer Papierformaat, Soort papier, Papierbron en
andere instellingen in de printerdriver.
Soort papier: Dik papier of Dikker papier
Papierbron: Handmatig
2
Open de uitvoerlade achteraan.
3
Open de papierlade voor handmatige invoer. Verschuif de
papiergeleiders voor het juiste papierformaat.
6 - 9 DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
4
Leg het papier met beide handen in de papierlade voor
handmatige invoer zodat de voorzijde van het papier de
papierinvoerrol raakt. De DCP trekt het papier in.
5
Verzend de afdrukgegevens naar de DCP.
6
Wanneer het gedrukte vel uit de DCP komt, plaatst u het
volgende vel zoals is beschreven in stap 4. Herhaal deze
stappen voor ieder vel dat u wil bedrukken.
7
Wanneer u klaar bent met printen, sluit u de uitvoerlade
achteraan.
Voorzichtig
Verwijder ieder vel zodra het is geprint. Anders kan het papier
vastlopen of beginnen omkrullen.
Het papier moet recht en in de juiste positie in de papierlade
voor de handmatige invoer liggen. Anders wordt het papier
niet goed ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kan het
papier vastlopen.
Leg slechts een vel papier tegelijk in de papierlade voor
handmatige invoer, anders kan het papier vastlopen.
DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 6 - 10
De multifunctionele lade (MP-lade) (voor DCP-8025D)
1
Selecteer Papierformaat, Soort papier, Papierbron en
andere instellingen in de printerdriver.
Soort papier: Dik papier of Dikker papier
Papierbron: MP-lade
2
Open de uitvoerlade achteraan en vouw indien nodig de
papiersteun van de uitvoerlade uit met de bedrukte kant naar
boven.
3
Open de MP-lade en laat deze voorzichtig neer.
4
Trek aan de steunklep van de MP-lade.
5
Wanneer u papier in de MP-lade doet, moet het papier tot tegen
de achterzijde van de lade zijn ingeschoven.
Het papier moet recht en in de juiste positie in de MP-lade
liggen. Anders wordt het papier niet goed ingevoerd en krijgt u
een slechte afdruk of kan het papier vastlopen.
6 - 11 DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
6
Druk op de ontgrendeling van de papiergeleiders en verschuif
deze voor het correcte papierformaat.
7
Verzend de afdrukgegevens naar de DCP.
8
Wanneer u klaar bent met printen, sluit u de uitvoerlade achteraan.
Voorzichtig
Verwijder ieder vel zodra het is geprint. Anders kan het papier
vastlopen of beginnen omkrullen.
Wanneer u papier in de MP-lade doet, dient u rekening te
houden met het volgende;
Tijdens het printen gaat de binnenste lade omhoog om
papier in de DCP te laden.
De te bedrukken zijde moet naar boven zijn.
Leg eerst de bovenzijde van het papier in de lade en duw het
daarna voorzichtig helemaal in de lade.
DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 6 - 12
Enveloppen printen
Om enveloppen te bedrukken gebruikt u de papierlade voor
handmatige invoer of de multifunctionele lade.
1
Selecteer Papierformaat, Soort papier, Papierbron en
andere instellingen in de printerdriver.
Soort papier: Envelop, Env. Dun of Env. dik
De DCP zet automatisch de modus Handmatig invoeren aan
wanneer u papier in de lade voor handmatige invoer schuift.
Alle zijden moeten goed zijn gevouwen, zonder plooien of
kreuken.
6 - 13 DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Voor DCP-8020:
2
Open de uitvoerlade achteraan.
3
Open de papierlade voor handmatige invoer. Verschuif de
papiergeleiders voor het juiste envelopformaat.
Wanneer de enveloppen na het printen gekreukt zijn:
Achteraan de DCP opent u de uitvoerlade en drukt u op de
blauwe lipjes links en rechts (zie de afbeelding op de volgende
pagina). Wanneer u klaar bent met het printen van de
enveloppen, sluit u de uitvoerlade achteraan zodat de twee
blauwe lipjes terug in de oorspronkelijke stand staan.
DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 6 - 14
4
Leg de enveloppe met beide handen in de papierlade voor
handmatige invoer zodat de voorzijde van de enveloppe de
papierinvoerrol raakt. De DCP trekt de enveloppe in.
5
Wanneer de bedrukte envelop is uitgevoerd, wacht de DCP tot
u de volgende envelop invoert. Herhaal stap 4 voor iedere
envelop die u wil printen.
6
Verzend de afdrukgegevens naar de DCP.
7
Wanneer u klaar bent met printen, sluit u de uitvoerlade
achteraan.
Zorg ervoor dat de enveloppe recht ligt wanneer u deze in
de lade voor handmatige invoer schuift. Anders wordt de
enveloppe niet goed ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk
of kunnen de enveloppen vastlopen.
Leg slechts een envelop tegelijk in de papierlade voor
handmatige invoer, anders kan de envelop vastlopen.
Leg de envelop in de lade voor handmatige invoer, met de
te bedrukken zijde naar boven.
6 - 15 DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Voor DCP-8025D:
2
Open de uitvoerlade achteraan en trek indien nodig de
papiersteun uit voor de uitvoerlade met bedrukte zijde naar
omhoog.
3
Open de MP-lade en laat deze voorzichtig neer.
4
Trek aan de steunklep van de MP-lade.
Wanneer de enveloppen na het printen gekreukt zijn:
Achteraan de DCP opent u de uitvoerlade en drukt u op de
blauwe lipjes links en rechts (zie de afbeelding op de volgende
pagina). Wanneer u klaar bent met het printen van de
enveloppen, sluit u de uitvoerlade achteraan zodat de twee
blauwe lipjes terug in de oorspronkelijke stand staan.
DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 6 - 16
5
Leg de enveloppen in de MP-lade en schuif ze tot tegen de
achterkant van de lade. Leg niet meer dan 3 enveloppen tegelijk
in de MP-lade, anders kunnen ze vastlopen.
6
Houd de papiergeleider ingedrukt en stel deze af op het formaat
van de envelop.
7
Verzend de afdrukgegevens naar de DCP.
8
Wanneer u klaar bent met printen, sluit u de uitvoerlade achteraan.
De enveloppen moeten recht en in de juiste positie in de
MP-lade liggen. Anders worden de enveloppen niet goed
ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kunnen de
enveloppen vastlopen.
Wanneer u enveloppen in de MP-lade doet, dient u rekening te
houden met het volgende;
Tijdens het printen gaat de binnenste lade omhoog om de
enveloppen in de DCP te laden.
De te bedrukken zijde moet naar boven zijn.
Leg eerst de bovenzijde van het envelop in de lade en duw
deze daarna voorzichtig helemaal in de lade.
6 - 17 DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Bedieningstoetsen voor de printer
Job Cancel
U kunt gegevens in het geheugen wissen
door op de toets
Job Cancel
te
drukken.
De toets Secure
Beveiligde gegevens worden met een wachtwoord beveiligd. Alleen
diegenen die het wachtwoord kennen, kunnen de gegevens afdrukken.
De DCP zal pas beveiligde gegevens afdrukken wanneer het correcte
wachtwoord is ingevoerd. Wanneer het document is geprint, worden de
gegevens uit het geheugen verwijderd. Om deze functie te gebruiken
moet u uw wachtwoord instellen in het dialoogvenster van de
printerdriver. (Raadpleeg Opties apparaat op pagina 7-11.)
1
Druk op
Secure
.
OF
Het LCD-scherm geeft
Geen data!
weer wanneer er geen
beveiligde gegevens in het geheugen zijn opgeslagen.
2
Druk op of om de
gebruikersnaam te selecteren.
Druk op
Set
. Het LCD-scherm
geeft de mogelijke taken weer.
3
Druk op of om de taak te
selecteren.
Druk op
Set
. Het LCD-scherm
vraagt u uw wachtwoord van 4
cijfers in te voeren.
De toets
Secure
werkt niet wanneer u de Brother BR-Script
driver gebruikt.
Beveiligd print.
Gebruiker?
MIKE
ANDY
Kies
▲▼
& Set
Beveiligd print.
Opdracht?
Test1
Test2
Kies
▲▼
& Set
DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 6 - 18
4
Toets u wachtwoord in met de
toetsen van het bedieningspaneel.
Druk op
Set
.
5
Druk op of om
Print
te
selecteren.
Druk op
Set
. De DCP drukt de gegevens af.
OF
Wanneer u de beveiligde gegevens wil verwijderen, drukt u op
of om
Verwijder
te selecteren.
Druk op
Stop/Exit
.
De emulatie selecteren
Deze DCP kan de emulatie automatisch selecteren. Wanneer de
DCP gegevens ontvangt van de PC, selecteert het apparaat
automatisch de emulatiemodus. Deze functie is in de fabriek
ingesteld op AUTO.
U kunt de standaard emulatiemodus handmatig wijzigen op het
bedieningspaneel.
1
Druk op
Menu
,
3
,
1
.
2
Druk op of om
Auto
,
HP
LaserJet
of
BR-Script 3
te
selecteren.
Druk op
Set
.
3
Druk op
Stop/Exit
.
Wanneer u de stroom uitzet, worden de beveiligde
gegevens uit het geheugen gewist.
Wanneer u de beveiligde gegevens hebt afgedrukt, worden
deze uit het geheugen gewist.
Probeer deze functie met uw software of netwerkserver.
Wanneer deze functie niet goed werkt, dient u de gewenste
emulatie handmatig te selecteren met de knoppen op het
bedieningspaneel van de DCP of moet u de emulatie-opties van
uw software gebruiken.
Beveiligd print.
Test1
Wachtwoord:XXXX
Enter & druk Set
31.Emulatie
Auto
HP LaserJet
BR-Script 3
Kies
▲▼
& Set
6 - 19 DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
De lijst met interne fonts printen
U kunt een lijst printen met de interne (of residente) fonts van de
DCP zodat u deze kunt bekijken voor u een lettertype selecteert.
1
Druk op
Menu
,
3
,
2
,
1
.
2
Druk op
Start
. De DCP print de lijst.
3
Druk op
Stop/Exit
.
De lijst met printopties printen
U kunt een lijst printen met de huidige printopties.
1
Druk op
Menu
,
3
,
2
,
2
.
2
Druk op
Start
. De DCP print de
opties.
3
Druk op
Stop/Exit
.
De printer resetten
U kunt de DCP opnieuw instellen op de originele fabrieksinstellingen.
Lettertypen en macro's in de tijdelijke instellingen worden gewist.
1
Druk op
Menu
,
3
,
3
.
2
Druk op
1
om de
fabriekinstellingen te herstellen.
OF
Druk op
2
af te sluiten zonder wijzigingen.
3
Druk op
Stop/Exit
.
Alleen de printerinstellingen worden terug op de originele
fabrieksinstellingen gezet.
32.Printopties
1.Interne fonts
Druk op Start
32.Printopties
2.Configuratie
Druk op Start
33.Reset printer
1.Reset
2.Stop wijziging
Kies
▲▼
& Set
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 7 - 1
7
Instellingen van de printerdriver
Als u vanaf uw computer afdrukt, kunt u de volgende
printerinstellingen maken:
Papierformaat
Meerdere pag. afdrukken
Duplex
Watermerk*
1
*
2
Scaling*
2
Datum & tijd afdrukken*
1
*
2
Snelle printerinstelling*
1
*
2
Afdruk beveiligen*
1
*
1
Deze instellingen zijn niet beschikbaar bij de BR-Script driver.
*
2
Deze instellingen zijn niet beschikbaar bij de Uni driver.
De instellingen in de printerdriver openen
1
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand van uw software.
2
Selecteer Brother DCP-8020 of DCP-8025D (USB) Printer als
uw printer en klik op Voorkeuren voor Windows
®
2000/XP
(Eigenschappen voor Windows
®
95/98/98 SE en Me,
Standaard documentinstellingen voor Windows NT
®
). Nu ziet
u het dialoogvenster Voorkeursinstellingen*
3
.
Op welke wijze u toegang krijgt tot de instellingen in de
printerdriver, is afhankelijk van uw besturingssysteem en
software.
*3
De schermen die hier staan afgebeeld, zijn afkomstig uit
Windows
®
XP. De schermen op uw computer kunnen variëren
afhankelijk van uw Windows
®
besturingssysteem.
Enkele omschrijvingen in dit hoofdstuk zijn gebaseerd op de
DCP-8025D. Deze omschrijvingen hebben eveneens betrekking
op de DCP-8020.
Instellingen van de
printerdriver
(alleen voor Windows
®
)
7 - 2 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Functies in de Brother Native Driver
De native driver van Brother is een printerdriver die speciaal door
Brother ontwikkeld is. Deze driver heeft meer functies dan de
universele printerdriver van Microsoft
®
Windows
®
.
Het tabblad Normaal
1
Selecteer het Papierformaat, Meerdere pag. afdrukken, de
Rand (indien nodig) en Afdrukstand.
2
Selecteer het Aantal en het Soort papier.
3
Selecteer Papierbron (Eerste pagina en Andere paginas).
Bij Automatisch van de papierlade kan de printerdriver
automatisch een lade kiezen die geschikt is voor het
Papierformaat dat u gebruikt. U kunt het papierformaat voor
elke lade in het tabblad Accessoires instellen. (Raadpleeg Het
tabblad Accessoires op pagina 7-14.)
4
Om terug te gaan naar de standaardinstellingen, klikt u op de
knop Standaard.
1
2
3
4
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 7 - 3
Papierformaat
In het keuzelijst selecteert u welk papierformaat u gebruikt.
Meerdere pag. afdrukken
Bij het afdrukken van meerdere pagina’s kunt u het beeld van een
pagina verkleinen, zodat er meerdere pagina's op een vel papier
worden afgedrukt, of het beeld juist vergroten om een pagina op
meerdere vellen af te drukken.
Rand
Als u meerdere pagina's op een vel afdrukt met behulp van de functie
Meerdere pag. afdrukken, kunt u kiezen of u een rand, stippellijn of
geen rand om elke pagina op het vel wilt afdrukken.
Afdrukstand
Deze functie selecteert de stand waarin uw document zal worden
afgedrukt (Staand of Liggend).
Aantal
Hiermee selecteert u hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt.
vb. 4 in 1 vb. 1 in 2 × 2 pagina’s
Staand Liggend
7 - 4 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Sorteren
Als het selectievakje Sorteren is geselecteerd, wordt er een
compleet exemplaar van uw document afgedrukt, en wordt dit
herhaald voor het aantal exemplaren dat u hebt geselecteerd. Als
het selectievakje Sorteren niet is geselecteerd, wordt voor alle
exemplaren eerst de eerste pagina afgedrukt en wordt pas dan de
volgende pagina van het document afgedrukt.
Soort papier
U kunt de volgende papiersoorten kiezen voor uw DCP. Voor de
beste afdrukkwaliteit selecteert u welke papiersoort u wil gebruiken.
Normaal papier
Dun papier
Dik papier
Dikker papier
Briefpapier
Transparanten
Enveloppen
Env. Dik
Env. Dun
Als u normaal papier gebruikt (70 tot 95 g/m
2
), moet u
Normaal papier selecteren. Als u zwaar of grof papier
gebruikt, moet u Dik papier of Dikker papier selecteren.
Voor briefpapier selecteert u Briefpapier en voor OHP
transparanten selecteert u Transparanten. Als u normale
enveloppen gebruikt, selecteert u Enveloppen. Als u zwaar
of grof papier gebruikt, moet u Env. Dik of Env. Dikker
selecteren.
Als u enveloppen gebruikt, selecteert u Enveloppen. Als de
toner niet juist aan de enveloppe gefixeerd is terwijl
Enveloppen geselecteerd werd, selecteert u Env. Dik. Als de
enveloppe verkreukeld is terwijl Enveloppen geselecteerd
werd, selecteert u Env. Dun.
Vakje Sorteren geselecteerd Vakje Sorteren niet geselecteerd
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 7 - 5
Het tabblad Geavanceerd
Klik op een van de volgende pictogrammen om de desbetreffende
functie in te stellen:
1 Afdrukkwaliteit
2 Duplex
3 Watermerk
4 Pagina-instelling
5 Opties apparaat
Afdrukkwaliteit
Resolutie
U kunt de resolutie als volgt instellen:
HQ 1200
600 dpi
300 dpi
Om terug te gaan naar de standaardinstellingen, klikt u op de
knop Standaard.
Wanneer u Duplexbak gebruiken hebt geselecteerd, is
HQ1200 niet beschikbaar.
12345
7 - 6 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Toner-bespaarstand
U kunt kosten besparen met de toner-bespaarstand. Hierdoor wordt
de printdichtheid verlaagd.
Afdrukinstellingen
Voor Windows
®
95/98/98SE/Me
Afdrukinstellingen wordt gebruikt om de afdrukkwaliteit van het
document te verbeteren (foto’s, afbeeldingen of ingescande
afbeeldingen). Wanneer u Auto (Aanbevolen) selecteert, kiest de
printer automatisch de meest geschikte instellingen.
Wanneer de afdrukinstellingen op handmatig staan, kunt u de
helderheid, het contrast en de kwaliteit zelf instellen.
Voor Windows
®
2000/XP/NT
®
WS 4.0
Kruis Halftonen printer gebruiken aan voor het printen met
halftonen.
Kruis Halftonen systeem gebruiken aan om te printen met de
halftonen van het systeem. Om de instelling te wijzigen drukt u op
Instelling.
Wanneer de halftoon niet correct kan worden geprint, kruist u
Grijstinten verbeteren aan.
Duplexprinten
Wanneer u het pictogram voor duplexprinten aanklikt, ziet u de
opties voor duplexprinten.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 7 - 7
Duplexbak gebruiken (voor DCP-8025D)
Kruis het vakje Duplex aan en selecteer Duplexbak gebruiken. In
deze stand print de DCP automatisch op beide zijden van het papier.
Handmatig tweezijdig afdrukken
Kruis het vakje Duplex aan en selecteer Handmatig tweezijdig
afdrukken. In deze stand print de DCP eerst alle pagina’s met even
nummers. Dan stopt de printer en worden de instructies
weergegeven om het papier opnieuw te plaatsen. Wanneer u op OK
klikt, worden de oneven pagina’s geprint.
Soort duplex
U kunt Soort duplex selecteren. Voor iedere papierrichting zijn zes
soorten duplex beschikbaar.
Aan linkerkant omslaan
Aan rechterkant omslaan
Aan bovenkant omslaan
Aan onderkant omslaan
Aan bovenkant omslaan (Niet ondersteboven)
Aan onderkant omslaan (Niet ondersteboven)
Inbindmarge
Kruis de optie Inbindmarge aan. U kunt de waarde van de inbindmarge
invoeren in inch of millimeter (0 - 8 inches) [0 - 203.2 mm].
7 - 8 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Watermerk
U kunt een logo of tekst als een watermerk op uw documenten
afdrukken. U kunt een van de voorgeprogrammeerde watermerken
selecteren, of een zelf gemaakt bitmap-bestand of tekst gebruiken.
Selecteer Watermerk gebruiken en selecteer vervolgens het
watermerk dat u wilt gebruiken.
Op de achtergrond
Selecteer Op de achtergrond om het watermerk op de achtergrond van
uw document af te drukken. Als deze optie niet is geselecteerd, wordt het
watermerk over de tekst of het beeld op uw document afgedrukt.
In contourtekst
(alleen voor Windows
®
2000 Professional/XP/NT
®
WS 4.0)
Selecteer In contourtekst om alleen de contouren van het
watermerk af te drukken.
Watermerk afdrukken
Bij Watermerk afdrukken kunt u de volgende opties selecteren:
Op alle pagina’s
Alleen op eerste pagina
Vanaf tweede pagina
Aangepast
Vanaf tweede exemplaar toepassen (alleen sorteren)
(Voor Windows
®
2000/XP/Windows NT
®
4.0)
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 7 - 9
Watermerk instellen
U kunt de grootte van het watermerk en de plaats op de pagina
wijzigen door het watermerk te selecteren en op de knop Bewerken
te klikken. Als u een nieuw watermerk wilt toevoegen, klikt u op de
knop Nieuw en selecteert u Tekst of Bitmap bij de optie Stijl van
watermerk.
Titel
U kunt VERTROUWELIJK, AANTAL of CONCEPT als de
standaardtitel selecteren, of een willekeurige titel in het veld
invoeren
Tekst van watermerk
Voer in het vak Tekst de tekst van uw watermerk in en selecteer
vervolgens Lettertype, Grootte, Contrast en Stijl.
Watermerk bitmap
Voer de bestandsnaam en de locatie van de bitmap in het vak
Bestand in, of selecteer Bladeren om de locatie te zoeken. U
kunt ook de schaal van het beeld opgeven.
Positie
De instellingen voor de positie bepalen op welke plaats het
watermerk op de pagina komt te staan.
7 - 10 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Pagina-instelling
U kunt de grootte van uw afgedrukte document wijzigen met de
functie Scaling.
Selecteer Uit als u het document wilt afdrukken zoals het op het
scherm wordt weergegeven.
Selecteer Aanpassen aan papierformaat als uw document een
ongebruikelijk formaat heeft, of als u alleen het standaard
papierformaat hebt.
Selecteer Vrij wanneer u het resultaat handmatig wil verkleinen
of vergroten.
U kunt ook de functie In spiegelbeeld afdrukken of
Ondersteboven afdrukken gebruiken voor de pagina-instelling.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 7 - 11
Opties apparaat
Hier kunt u de volgende printerfuncties instellen:
Afdruk beveiligen
Beveiligde documenten zijn documenten die bij het verzenden naar de
DCP zijn beveiligd met een wachtwoord. Alleen diegenen die het
wachtwoord kennen, kunnen het document afdrukken. Omdat de
documenten zijn beveiligd op de DCP, moet u het bedieningspaneel van
de DCP gebruiken (met het wachtwoord) om het document te printen.
Een beveiligd document verzenden:
1
Selecteer Afdruk beveiligen in Printerfunctie en selecteer
Afdruk beveiligen.
2
Voer uw wachtwoord, gebruikersnaam en de naam van de taak
in en klik op OK.
3
U moet het beveiligde document afdrukken via het
bedieningspaneel van de DCP. (Raadpleeg De toets Secure op
pagina 6-17.)
Een beveiligd document verwijderen:
1
U moet het bedieningspaneel van de DCP gebruiken om een beveiligd
document te verwijderen. (Raadpleeg De toets Secure op pagina 6-17.)
U kunt maximaal 8 MB beveiligde gegevens opslaan in het
geheugen van de DCP.
7 - 12 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Snelle printerinstelling
Met Snelle printerinstelling kunt u snel driverinstellingen selecteren.
Als u de instellingen wilt bekijken, klikt u gewoon met de muis op het
pictogram op de taakbalk. Deze functie kan worden ingesteld op
AAN of UIT via Opties apparaat.
Beheerder (alleen voor Windows
®
95/98/98SE/Me)
Met de functie Beheerder kunnen de functie kopiëren, schaal en
watermerk worden vergrendeld en met een wachtwoord beveiligd.
De fabriekinstelling is UIT
Noteer uw wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats.
Wanneer u uw wachtwoord vergeet, hebt u geen toegang tot
deze functies.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 7 - 13
Datum & tijd afdrukken
Als u de optie Datum & tijd afdrukken hebt ingeschakeld, worden
de datum en de tijd die uw computerklok aangeeft, automatisch op
uw document afgedrukt.
Klik op Instelling om het formaat van Datum en Tijd te wijzigen. U
kunt het lettertype wijzigen door op Lettertype of Positie te klikken.
Als u voor Datum en Tijd ook een achtergrond wilt gebruiken,
selecteert u Opaak. Wanneer Opaak is geselecteerd, kunt u het
Contrast van de achtergrond voor Datum en Tijd aanpassen door
het percentage te wijzigen.
De Datum en Tijd die in het selectievakje worden weergegeven,
staan in de notatie waarin deze gegevens worden afgedrukt. De
Datum en Tijd die op uw document worden afgedrukt, zijn
afkomstig van de klok op uw computer.
7 - 14 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Het tabblad Accessoires
Het tabblad Accessoires bevat de instellingen voor het configureren
van de printerdriver voor het papierformaat van iedere papierbron.
Dit tabblad installeert ook eventuele extra opties voor de
driverinstellingen.
Instelling papierbron
Om het papierformaat voor iedere papierbron te configureren,
markeert u de bron in de lijst Instelling papierbron. Selecteer het
Papierformaat uit de keuzelijst en klik op Update. Als in het tabblad
Algemeen van de printerdriver automatische selectie van de
papierbron (standaardpapierbron) is geselecteerd (zie Het tabblad
Normaal op pagina 7-2), zal de printerdriver automatisch de
gegevens van Instelling papierbron gebruiken om een lade te
selecteren met het Papierformaat dat in de printerdriver is
geselecteerd.
Standaardbron
Met Standaardbron selecteert u de papierbron die wordt gebruikt
wanneer het papierformaat van het verzonden document niet
overeenkomt met de instellingen voor Papierbron.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 7 - 15
Beschikbare opties
Om toegang te krijgen tot de optionele 2e papierlade moet deze optie
in de driver zijn geïnstalleerd. Markeer het modelnummer in de lijst
Beschikbare opties en klik op Toevoegen. De optionele papierlade
staat dan in het vak Geïnstalleerd, de lijst Instelling papierbron en
de illustratie op het scherm geeft de 2e papierlade weer.
7 - 16 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Het tabblad Ondersteuning
Het tabblad Ondersteuning geeft informatie over de versie en
instellingen van de driver. Verder staan hier ook links naar de
website Brother Solutions Center en websites voor driver-updates.
Klik op het tabblad Ondersteuning om het volgende scherm weer te
geven:
Brother Solutions Center
Het Brother Solutions Center is een website waar u informatie
vindt over uw Brother-product, zoals veelgestelde vragen,
gebruikershandleidingen, driver-updates en tips voor het gebruik van
uw DCP.
Web Update
Web Update controleert Brother's website op nieuwe drivers,
downloadt deze en zal de driver op uw computer automatisch
updaten.
Instelling controleren
Bij Instelling controleren staat een lijst van de huidige instellingen
van uw driver.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 7 - 17
Functies in de PS-printerdriver
(Voor Windows
®
)
Windows
®
95/98/98SE/Me/2000 Professional/XP en Windows NT
®
4.0 maakt gebruik van de BR-Script 3(PostScript
®
3 emulatie) driver.
De PS-driver installeren
Als u de printerdriver al hebt geïnstalleerd volgens de instructies in
de installatiehandleiding, plaatst u de cd-rom in het cd-rom-station
van uw pc en selecteert u Software-installatieprogramma. Kies
MFL-Pro Suite en volg de instructies op het scherm. Wanneer het
scherm Selecteer de gewenste onderdelen wordt weergegeven,
selecteert u PS Printer Driver en volgt u de instructies op het
scherm.
Als u de driver en software nog niet hebt geïnstalleerd, plaatst u de
cd-rom in het cd-rom-station van uw pc en selecteert u
Software-installatieprogramma. Kies MFL-Pro Suite en volg de
instructies op het scherm. Wanneer het scherm Setup Type wordt
weergegeven, selecteert u Aangepast en de PS Printer Driver.
Volg nu de instructies op uw computerscherm.
Ga voor de meest recente drivers naar het Brother Solutions Center
op http://solutions.brother.com.
De schermen die hier staan afgebeeld, zijn afkomstig uit
Windows
®
XP.
De schermen op uw PC kunnen variëren afhankelijk van uw
besturingssysteem.
7 - 18 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Het tabblad Poorten
Selecteer de poort waarop uw printer is aangesloten of het pad naar
de netwerkprinter.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 7 - 19
Het tabblad Apparaatinstellingen
Selecteer de opties die u hebt geïnstalleerd.
7 - 20 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Het tabblad Indeling
U kunt de indeling wijzigen door een andere instelling te kiezen voor
Afdrukstand, Paginavolgorde of Pagina’s per vel.
Folder (voor de DCP-8025D) (voor Windows
®
2000/XP)
U kunt een foldertje afdrukken door in de lijst Pagina's per vel de
optie Brochure te selecteren.
Wanneer u Windows NT
®
4.0, Windows
®
2000 of XP, opent u
het tabblad Indeling door te klikken op
Voorkeursinstellingen... in het tabblad Algemeen van het
scherm Brother DCP-8025D BR-Script3
Voorkeursinstellingen.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 7 - 21
Het tabblad Papier/Kwaliteit
Selecteer de Papierinvoer.
Bij gebruik van Windows NT
®
4.0, Windows
®
2000 of XP opent
u het tabblad Layout door in het tabblad Algemeen van de
Brother DCP-8025D BR-Script3 Voorkeursinstellingen op
Voorkeursinstellingen voor afdrukken... te klikken.
7 - 22 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Geavanceerde opties
1
Selecteer Papierformaat en Aantal afdrukken.
2
Stel Afdrukkwaliteit, Schaal en TrueType-lettertype in.
3
U kunt de instellingen wijzigen door de instelling te selecteren in
de lijst met printerfuncties:
Soort papier
Toner-besparen
BR-Script Level
Wanneer u Windows NT
®
4.0, Windows
®
2000 of XP gebruikt,
opent u het tabblad Geavanceerde opties door te klikken op
Geavanceerd... in het tabblad Indeling of Papier/Kwaliteit.
1
2
3
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
8 - 1
8
Een document scannen
TWAIN-compatibel
De Brother MFL-Pro Suite software wordt geleverd met een
TWAIN-compatibele scannerdriver. TWAIN-drivers voldoen aan het
algemene universele protocol voor communicatie tussen scanners
en softwaretoepassingen. Dit betekent dat u niet alleen beelden
rechtstreeks kunt scannen naar de PaperPort
®
Viewer die met de
DCP werd meegeleverd, maar dat u beelden ook rechtstreeks naar
honderden andere softwaretoepassingen kunt scannen, mits deze
toepassingen scannen met TWAIN ondersteunen. Het betreft hier
populaire programma’s zoals Adobe
®
Photoshop
®
, Adobe
®
PageMaker
®
, CorelDraw
®
en vele andere toepassingen.
Scannen bij gebruik van
Windows
®
De bewerkingen en drivers voor het scannen kunnen variëren,
afhankelijk van uw besturingssysteem.
Voor Windows
®
95/98/98SE/Me/2000 Professional en
Windows NT
®
Workstation 4.0
De DCP gebruikt een TWAIN-compatibele driver om
documenten naar uw toepassingen te scannen. (Zie Een
document scannen, TWAIN-compatibel op pagina 8-1.)
Voor Windows
®
XP
De DCP gebruikt Windows
®
Imaging Acquisition (WIA) om
documenten te scannen. (Raadpleeg Een document scannen
(alleen voor Windows
®
XP) op pagina 8-10.)
Voor ScanSoft
®
, PaperPort
®
en TextBridge
®
OCR
Ga naar ScanSoft
®
PaperPort
®
en TextBridge
®
OCR gebruiken
op pagina 8-19.
8 - 2 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
Toegang krijgen tot de scanner
1
Open de toepassing (ScanSoft
®
PaperPort
®
) om een document
te scannen.
2
Selecteer in het keuzemenu Bestand de optie Scannen of
selecteer de knop Scannen. Het deelvenster Scannen wordt in
het linkerdeel van het scherm weergegeven.
3
Selecteer Brother DCP-8025D, Brother DCP-8025D USB of
Brother DCP-8025D LAN
uit de keuzelijst Scanner.
4
Klik op Scannen.
Het dialoogvenster Brother DCP-8025D, Brother DCP-8025D
USB of Brother DCP-8025D LAN kleur instellen wordt
weergegeven:
De instructies voor het scannen in deze handleiding hebben
betrekking op ScanSoft
®
PaperPort
®
8.0 SE.
Wanneer de DCP is aangesloten via:
Parallel - gebruik Brother DCP-8025D
USB - gebruik Brother DCP-8025D USB
LAN - gebruik Brother DCP-8025D LAN
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
8 - 3
Een document naar de PC scannen
U kunt een hele pagina scannen,
OF
een gedeelte van de pagina scannen nadat u het document snel
(vooraf) hebt gescand.
Een hele pagina scannen
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
ADF (automatische documentinvoer), of met de bedrukte zijde
naar beneden op de glasplaat.
2
Maak in het scannervenster desgewenst de volgende
instellingen:
Scan
Resolutie
Type scan
Helderheid
Contrast
Documentgrootte
Raadpleeg Instellingen in het scannervenster op pagina 8-6.
3
Klik in het scannervenster op de knop Starten.
Nadat het scannen is voltooid, klikt u op Stop om terug te keren
naar het venster PaperPort
®
.
Als u een documentformaat hebt gekozen, kunt u het te
scannen gedeelte bijstellen door er met de linkermuisknop op te
klikken en het te verslepen. Dit is nodig wanneer u tijdens het
scannen een deel van het beeld wilt trimmen.
8 - 4 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
Snel vooraf scannen om het te scannen gedeelte te
trimmen
De knop Vooraf scannen wordt gebruikt om een voorbeeld van een
beeld te bekijken, zodat u ongewenste delen kunt trimmen. Wanneer u
tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de Starten in het
scannervenster om het beeld te scannen.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Selecteer de instellingen voor Scan, Resolutie, Type scan,
Helderheid en Contrast.
3
In het dialoogvenster Brother DCP-8025D, Brother
DCP-8025D USB of Brother DCP-8025D LAN kleur instellen
klikt u op de knop Vooraf scannen.
Het hele document wordt in uw PC gescand en wordt
weergegeven in het vak met het te scannen gedeelte.
Te scannen gedeelte
Te scannen gedeelte
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
8 - 5
4
Selecteer het deel van het beeld dat u wilt scannen door er met
de linkermuisknop op te klikken, en sleep de muis om het
gewenste deel te selecteren.
5
Als u in stap 1 de automatische documentinvoer hebt gebruikt,
plaatst u het document met de bedrukte zijde naar boven weer
in de automatische documentinvoer.
6
Klik op Starten.
Nu wordt alleen het geselecteerde deel in het venster
PaperPort
®
(of het venster van uw toepassing) weergegeven.
7
Gebruik in het venster PaperPort
®
de opties die beschikbaar zijn
om het beeld te verfijnen.
Als u het geselecteerde gedeelte wilt controleren, kunt u het
vergroten door op te klikken. Als u een ander deel wilt
selecteren, gebruikt u om de selectie ongedaan te maken.
8 - 6 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
Instellingen in het scannervenster
Scan
Selecteer in welk formaat het beeld moet worden uitgevoerd: Foto,
Web of Tekst. Resolutie en Type scan worden voor elke
standaardinstelling gewijzigd.
De standaardinstellingen zijn als volgt:
Resolutie
U kunt de scanresolutie wijzigen in de keuzelijst Resolutie. Hogere
resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer
transfertijd, maar leveren een preciezer gescand beeld. In de
onderstaande tabel wordt aangegeven welke resoluties u kunt
selecteren en welke kleuren er beschikbaar zijn.
Scan Resolutie Type scan
Foto Selecteer dit als u foto’s scant. 300 x 300 dpi 24bit kleur
Web Selecteer dit als u het gescande
beeld aan webpagina’s wilt
toevoegen.
100 x 100 dpi 24bit kleur
Tekst Selecteer dit als u
tekstdocumenten gaat scannen.
200 x 200 dpi Zwart-wit
Resolutie Zwart-wit /
Grijstinten
(Foutendiffusie)
256 kleuren Ware grijstinten /
24bit kleur /
24-bits kleur
(Snel)
100 x 100 dpi Ja Ja Ja
150 x 150 dpi Ja Ja Ja
200 x 200 dpi Ja Ja Ja
300 x 300 dpi Ja Ja Ja
400 x 400 dpi Ja Ja Ja
600 x 600 dpi Ja Ja Ja
1200 x 1200 dpi Ja Neen Ja
2400 x 2400 dpi Ja Neen Ja
4800 x 4800 dpi Ja Neen Ja
9600 x 9600 dpi Ja Neen Ja
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
8 - 7
Type scan
Helderheid
Stel de instellingen voor helderheid bij (-50 tot 50) tot u het beste
resultaat krijgt. De standaard ingestelde waarde is 0, wat als een
‘gemiddelde’ instelling wordt beschouwd.
U kunt de helderheid instellen door het schuifbalkje naar rechts of
naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. U
kunt ook een waarde in het invoerveld typen.
Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een
lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het
gescande beeld te donker is, moet u voor de helderheid een hogere
waarde opgeven en het document nogmaals scannen.
Contrast
Het contrast kan alleen worden afgesteld als u een van de
instellingen voor de grijswaardenschaal hebt geselecteerd. Dit is niet
beschikbaar wanneer Zwart-wit en Kleur zijn geselecteerd als het
Type scan.
U kunt het contrast verhogen of verlagen door het schuifbalkje naar
links of rechts te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de
donkere en heldere gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen van
het contrast meer detail weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een
waarde in het invoerveld typen.
Zwart-wit: Stel het scantype in op Zwart-wit voor tekst of
lijntekeningen.
Grijs
(Foutdiffusie)
Stel het scantype in op Grijs (Foutdiffusie) of
Ware grijstinten voor foto’s.
Kleuren: Stel dit in op:
256 kleuren, dat tot 256 kleuren scant, of 24-bits
kleur dat tot 16,8 miljoen kleuren scant, of 24-bits
kleur (Snel) dat geen Kleurenaanpassing
gebruikt en sneller is dan 24-bits kleur.
Hoewel 24bit kleur een beeld met de meest
nauwkeurige kleurreproductie oplevert, zal het
beeldbestand dat met deze optie wordt gemaakt
ongeveer drie keer zo groot zijn als het bestand
dat met de optie voor 256 kleuren wordt gemaakt.
8 - 8 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
Documentgrootte
U kunt voor het documentformaat een van de volgende instellingen
selecteren:
Letter (8 1/2 x 11 in.)
A4 (210 x 297 mm)
Legal (8 1/2 x 14 in.)
A5 (148 x 210 mm)
B5 (182 x 257 mm)
Executive (7 1/4 x 10 1/2 in.)
Business Card (90 x 60 mm)
Photo 3.5 x 5 in. (9 x 13 cm)
Photo 5 x 7 in. (13 x 18 cm)
APS C 4 x 6 in. (10 x 15 cm)
Afwijkend (door de gebruiker gedefinieerd van 0.35 x 0.35 in. tot
8.5 x 14 in of 8.9 x 8.9 mm tot 215.9 x 355.6 mm.)
Als u foto’s of visitekaartjes wilt scannen, selecteert u het
documentformaat en legt u de foto of het kaartje met de bedrukte zijde
naar beneden midden op de glasplaat.
Als u foto's of andere beelden scant die u in een tekstverwerker of een
grafische toepassing wilt gebruiken, is het raadzaam om verschillende
instellingen uit te proberen voor het contrast en de resolutie, zodat u altijd
het beste resultaat krijgt.
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
8 - 9
Als u Afwijkend als het formaat hebt geselecteerd, wordt het
dialoogvenster Afwijkende documentgrootte geopend.
Typ de Naam, Breedte en Hoogte: voor het document.
U kunt “mm” of “inch” kiezen als eenheid voor de breedte en hoogte.
Breedte: toont de breedte van het te scannen gedeelte.
Hoogte: toont de hoogte van het te scannen gedeelte.
Datagrootte: geeft bij benadering aan hoe groot de gegevens
zijn in Bitmap-formaat. De andere bestandsformaten, zoals
JPEG, hebben een andere grootte.
Het door u gespecificeerde papierformaat wordt op het scherm
weergegeven.
8 - 10 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
Een document scannen
(alleen voor Windows
®
XP)
WIA-compatibel
Windows
®
XP gebruikt Windows
®
Image Acquisition (WIA) voor het
scannen van beelden van de DCP. U kunt beelden rechtstreeks naar
de PaperPort
®
Viewer scannen, die met uw DCP werd geleverd,
maar u kunt beelden ook rechtstreeks scannen naar andere
toepassingen die scannen met WIA of TWAIN ondersteunen.
Toegang krijgen tot de scanner
1
Open uw toepassing om een document te scannen.
2
Selecteer in het keuzemenu Bestand de optie Scannen of
selecteer de knop Scan.
3
Selecteer uw model DCP in de keuzelijst Scanner.
Het dialoogvenster Scannen wordt geopend:
4
Klik op Scannen.
De instructies voor het scannen in deze handleiding hebben
betrekking op ScanSoft
®
PaperPort
®
8.0. De stappen voor het
scannen met andere toepassingen kunnen variëren.
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
8 - 11
Een document naar de PC scannen
U kunt een hele pagina op twee manieren scannen. U kunt de
automatische documentinvoer of de glasplaat gebruiken.
Als u een document eerst snel wilt scannen en daarna een deel van
de pagina wilt bijsnijden, dan moet u de glasplaat (flatbed)
gebruiken.
Een document scannen met de ADF
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
ADF (automatische documentinvoer).
2
Selecteer Documentinvoer in de keuzelijst Papierinvoer (A).
3
Selecteer het beeldtype (B).
4
Selecteer het Paginaformaat in de keuzelijst (D).
A
B
C
D
8 - 12 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
5
Voor geavanceerde instellingen klikt u op de optie De kwaliteit
van de gescande foto aanpassen (C). U kunt ook Helderheid,
Contrast, Resolutie en Type afbeelding selecteren in de
Geavanceerde eigenschappen. Klik nadat u alle instellingen
hebt gemaakt op OK.
6
Klik op de knop Scannen in het scandialoogvenster om met
scannen te beginnen.
De hoogste scannerresolutie die u kunt selecteren is 1200
×
1200 dpi.
Voor hogere resoluties dan 1200 dpi, gebruikt u de Brother
Scanner Utility. (Raadpleeg Het scannerhulpprogramma
van Brother op pagina 8-15.)
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
8 - 13
Snel vooraf scannen om het te scannen gedeelte te
trimmen via de glasplaat
De knop Voorbeeld wordt gebruikt om een voorbeeld van een beeld
te bekijken, zodat u ongewenste delen kunt trimmen. Wanneer u
tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de Scannen in
het scannervenster om het beeld te scannen.
1
Leg het document met de bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat.
2
Controleer of Flatbed is geselecteerd in de lijst Papierinvoer (A).
3
Selecteer het beeldtype (B).
4
Klik in het dialoogvenster Scannen op de knop Voorbeeld. Het
hele document wordt in uw pc gescand en wordt weergegeven
in het vak met het te scannen gedeelte.
Te scannen
gedeelte
A
B
8 - 14 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
5
Selecteer het deel van het beeld dat u wilt scannen door er met
de linkermuisknop op te klikken, en sleep de muis om het
gewenste deel te selecteren.
6
Voor geavanceerde instellingen klikt u op Type afbeelding in
De kwaliteit van de gescande foto aanpassen (C). U kunt
Helderheid, Contrast, Resolutie en Geavanceerde
eigenschappen selecteren. Klik nadat u alle instellingen hebt
gemaakt op OK.
Te scannen gedeelte
C
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
8 - 15
7
Klik op de knop Scannen in het scandialoogvenster om met
scannen te beginnen.
Nu wordt alleen het geselecteerde deel in het venster
PaperPort
®
(of het venster van uw toepassing) weergegeven.
Het scannerhulpprogramma van Brother
Het scannerhulpprogramma van Brother wordt gebruikt om de
scannerdriver te configureren voor resoluties die hoger zijn dan 1200
dpi en om het papierformaat te wijzigen. Wanneer u Legal wil
instellen als standaard papierformaat, dient u de instelling met deze
optie te wijzigen. De nieuwe instellingen gelden pas nadat u uw PC
opnieuw heeft gestart.
Het programma uitvoeren:
U kunt het programma uitvoeren door Scanner Toepassing te
selecteren in het menu Start/Alle programma’s/Brother/Brother
MFL-Pro Suite.
Als u het origineel scant met een resolutie die hoger is dan 1200
dpi, kan het bestand erg groot worden. Controleer dat er
voldoende geheugen is en er voldoende vrije ruimte op de
harde schijf is voor het bestand dat u gaat scannen. Als de
computer niet voldoende geheugen heeft of er niet voldoende
vrije ruimte op de harde schijf is, kan de computer hangen en
kunt u uw bestand verliezen.
8 - 16 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
De scan-toets gebruiken (voor gebruik
met USB of parallelle interfacekabel)
U kunt de toets
Scan
op het bedieningspaneel gebruiken om
documenten te scannen naar uw tekstverwerker, grafische
toepassing, e-mailprogramma of naar een map op uw computer. Het
voordeel van de toets
Scan
is, dat u kunt scannen zonder met de
muis te klikken.
Voor scannen naar e-mail, scannen naar beeld, scannen
naar OCR en scannen naar bestand
U dient de DCP eerst op een Windows
®
-computer aan te sluiten
en de juiste Brother-drivers voor uw versie van Windows
®
te
installeren, pas dan kunt u de toets
Scan
op het
bedieningspaneel gebruiken.
Als u klaar bent om de toets
Scan
te gebruiken moet u ervoor
zorgen dat het Brother Control Center op uw computer draait.
Raadpleeg een van de volgende hoofdstukken voor nadere
informatie over het zodanig configureren van de toetsen van het
Brother Control Center, dat de toets
Scan
, de gewenste
toepassing opent:
Voor Windows
®
95/98/98SE/Me/2000 Professional en
Windows NT
®
WS 4.0, Raadpleeg Het Brother Control
Center gebruiken op pagina 9-1.
Voor Windows
®
XP, Raadpleeg Het Brother SmartUI Control
Center voor Windows
®
gebruiken op pagina 10-1.
Wanneer uw DCP is aangesloten met zowel een USB als
een parallelle kabel, moet u in iedere stap USB of Parallel
als doel selecteren.
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
8 - 17
Scannen naar e-mail
U kunt een document in zwart-wit of kleur als een bijlage naar uw
e-mail scannen. U kunt de configuratie van de toets
Scan
wijzigen.
(Raadpleeg Naar e-mail scannen op pagina 9-10 t/m 9-11.) (Voor
Windows
®
XP: Raadpleeg Apparatuursectie: de configuratie van de
toets Scan to wijzigen op pagina 10-5 t/m 10-11.)
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Druk op
Scan
.
3
Druk op of om
Scan
naar e-mail
te selecteren.
Druk op
Set
.
De DCP zal het document nu scannen, een bestand maken en
uw e-mailtoepassing opstarten met een nieuw e-mailbericht dat
nog niet geadresseerd is.
Naar beeld scannen
U kunt een plaatje in kleur naar een grafische toepassing scannen
en dit vervolgens bekijken en bewerken. U kunt de configuratie van
de toets
Scan
wijzigen. (Raadpleeg Naar beeld scannen op pagina
9-14.) (Voor Windows
®
XP: Raadpleeg Apparatuursectie: de
configuratie van de toets Scan to wijzigen op pagina 10-5 t/m 10-11.)
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Druk op
Scan
.
3
Druk op of om
Scan
naar beeld
te selecteren.
Druk op
Set
.
De DCP begint het document te scannen.
Scan naar e-mail
Scan naar beeld
Scan naar OCR
Scan n. bestnd
Kies
▲▼
& Set
Scan naar e-mail
Scan naar beeld
Scan naar OCR
Scan n. bestnd
Kies
▲▼
& Set
8 - 18 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
Scan naar OCR
Als u tekst wilt scannen, kunt u deze automatisch door ScanSoft
®
TextBridge
®
in een bewerkbaar tekstbestand laten omzetten en de
tekst vervolgens in een tekstverwerker weergeven, waar u deze kunt
bewerken. U kunt de configuratie van de toets
Scan
wijzigen.
(Raadpleeg Naar OCR scannen (tekstverwerker) op pagina 9-12 t/m
9-13.) (Voor Windows
®
XP: Raadpleeg Apparatuursectie: de
configuratie van de toets Scan to wijzigen op pagina 10-5 t/m 10-11.)
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Druk op
Scan
.
3
Druk op of om
Scan
naar OCR
te selecteren.
Druk op
Set
.
De DCP begint het document te
scannen.
Scannen naar bestand
U kunt een zwart-witbestand naar uw computer scannen en dit als
een bestand in de map van uw keuze opslaan. Welk bestandstype
en welke map wordt gebruikt, is afhankelijk van de instellingen die u
hebt gekozen in het scherm Naar bestand scannen van het Brother
MFL-Pro Control Center. (Raadpleeg Naar bestand scannen op
pagina 9-8 t/m 9-9.) (Voor Windows
®
XP: Raadpleeg
Apparatuursectie: de configuratie van de toets Scan to wijzigen op
pagina 10-5 t/m 10-11.)
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Druk op
Scan
.
3
Druk op of om
Scan n.
bestnd
te selecteren.
Druk op
Set
.
De DCP begint het document te scannen.
Scan naar e-mail
Scan naar beeld
Scan naar OCR
Scan n. bestnd
Kies
▲▼
& Set
Scan naar e-mail
Scan naar beeld
Scan naar OCR
Scan n. bestnd
Kies
▲▼
& Set
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
8 - 19
ScanSoft
®
PaperPort
®
en TextBridge
®
OCR gebruiken
ScanSoft
®
PaperPort
®
voor Brother is een toepassing voor het
beheren van documenten. PaperPort
®
wordt gebruikt voor het
weergeven van gescande documenten.
PaperPort
®
heeft een geraffineerd maar gebruikersvriendelijk
systeem voor het archiveren van grafisch werk en tekstdocumenten,
zodat u ze gemakkelijk kunt ordenen. U kunt documenten met
verschillende bestandsformaten combineren of stapelen”, waarna u
ze kunt of archiveren.
ScanSoft
®
PaperPort
®
kan worden geopend vanuit de
programmagroep ScanSoft
®
PaperPort
®
.
Zie Documentatie voor ScanSoft
®
PaperPort
®
op de CD-ROM.
De complete gebruikershandleiding van ScanSoft
®
PaperPort
®
,
inclusief ScanSoft
®
TextBridge
®
OCR, staat in de documentatie op
de cd-rom.
Dit hoofdstuk laat u alleen kennismaken met de basisfuncties.
Wanneer u de MFL-Pro Suite installeert, worden automatisch ook
ScanSoft
®
PaperPort
®
voor Brother en ScanSoft
®
TextBridge
®
OCR
geïnstalleerd.
Als u Windows
®
XP, Windows NT
®
4.0 of Windows
®
2000 Professional
gebruikt, raden wij u aan om u als beheerder aan te melden.
8 - 20 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
Items bekijken
In ScanSoft
®
PaperPort
®
kunt u items op diverse manieren bekijken:
Bureaubladbeeld toont een miniatuurweergave van elk item op een
bureaublad of in een map.
Items in de geselecteerde map worden op het bureaublad van
PaperPort
®
weergegeven. Er worden PaperPort
®
-items
(MAX-bestanden) weergegeven, maar ook andere items die niet in
PaperPort
®
zijn gemaakt (bestanden die in andere toepassingen zijn
gemaakt).
Bij items die niet in PaperPort
®
zijn gemaakt, staat een pictogram dat
aangeeft in welke toepassing het item was gemaakt. Een item dat niet in
PaperPort
®
is gemaakt, wordt weergegeven als een kleine rechthoekige
miniatuurweergave, het eigenlijke beeld wordt niet getoond.
Paginabeeld toont een close-up van een enkele pagina en u kunt
een PaperPort
®
-item openen door erop te dubbelklikken.
U kunt ook dubbelklikken op items die niet in PaperPort
®
zijn
gemaakt; deze worden dan geopend mits op uw computer een
toepassing is geïnstalleerd die het item kan weergeven.
Bureaublad beeld geeft items
weer als miniatuurbeeld
Pagina beeld geeft ieder item
weer als een volledige pagina
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
8 - 21
Uw items in mappen rangschikken
PaperPort
®
heeft een gebruikersvriendelijk systeem voor het
archiveren en ordenen van uw items. Het archiveringssysteem
bestaat uit mappen en items die u kunt selecteren en in
Bureaubladbeeld kunt bekijken. Een item kan in PaperPort
®
zijn
gemaakt, of in een andere toepassing (niet in PaperPort
®
):
Mappen worden in de mapweergave gerangschikt in een
hiërarchische structuur. U gebruikt dit venster om mappen te
selecteren en om items in de bureaubladweergave te bekijken.
U sleept een item gewoon naar een map en zet het daar neer.
Zodra de map is gemarkeerd, laat u de muisknop los. Het item
wordt dan in deze map opgeslagen.
Mappen kunnen worden “genest”
met andere woorden binnen
mappen kunnen andere mappen worden opgeslagen.
Als u op een map dubbelklikt, worden de items in die map (zowel
MAX-bestanden van PaperPort
®
als andere bestanden die niet in
PaperPort
®
zijn gemaakt) op het bureaublad weergegeven.
Voor het beheren van de mappen en items die in
bureaubladweergave worden weergeven, kunt u ook
Windows
®
Verkenner gebruiken.
Koppelingen naar andere toepassingen
ScanSoft
®
PaperPort
®
zal de meeste andere toepassingen op uw
computer automatisch herkennen en daar een koppeling voor maken.
Op de balk Verzenden naar onder aan de bureaubladweergave staan
pictogrammen van de toepassingen waarnaar een koppeling is gemaakt.
Als u een koppeling wilt gebruiken, sleept u een item naar de
koppeling in kwestie. De desbetreffende toepassing wordt dan
opgestart.
Het volgende voorbeeld van een
Verzenden naar
balk toont diverse
toepassingen met koppelingen naar PaperPort
®
.
Als PaperPort
®
een van de toepassingen op uw computer niet
automatisch herkent, dient u handmatig een koppeling te maken met
behulp van de opdracht Toevoegen aan balk Verzenden naar....
(Raadpleeg de documentatie van PaperPort
®
op de cd-rom voor
nadere informatie over het maken van nieuwe koppelingen.)
8 - 22 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
ScanSoft
®
TextBridge
®
OCR gebruiken om tekst in
een beeld om te zetten in tekst die u kunt bewerken
Wanneer u de MFL-Pro Suite installeert, worden automatisch ook
ScanSoft
®
TextBridge
®
OCR en PaperPort
®
op uw computer
geïnstalleerd.
ScanSoft
®
PaperPort
®
kan de tekst op een ScanSoft
®
PaperPort
®
-item (dit is in feite gewoon een plaatje van de tekst) snel
omzetten in tekst die u in een tekstverwerker kunt bewerken.
PaperPort
®
gebruikt hiervoor ScanSoft
®
TextBridge
®
, een
programma voor optische tekenherkenning dat samen met
PaperPort
®
wordt geleverd.
OF
PaperPort
®
kan de OCR-applicatie van uw keuze gebruiken op uw
computer geïnstalleerd. U kunt het hele item converteren, maar met
gebruikmaking van de opdracht Tekst kopiëren kunt u ook slechts
een deel van de tekst selecteren en alleen dit stuk tekst converteren.
Door een item naar het pictogram van een tekstverwerkerkoppeling
te slepen en het op dit pictogram neer te zetten, wordt de
ingebouwde OCR-toepassing van PaperPort
®
opgestart. U kunt
desgewenst ook uw eigen OCR-toepassing gebruiken.
Software van:
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
8 - 23
Items uit andere toepassingen importeren
U kunt items scannen, maar u kunt items ook op andere manieren
naar PaperPort
®
overbrengen en in PaperPort
®
-bestanden
(MAX-bestanden) omzetten:
Vanuit een andere toepassing, zoals Microsoft
®
Excel, afdrukken
naar de bureaubladweergave.
Bestanden importeren die in andere formaten zijn opgeslagen,
zoals Windows
®
Bitmap (BMP) of Tag Image File Format (TIFF).
Items in andere bestandsformaten exporteren
U kunt PaperPort
®
-items in diverse populaire bestandsformaten
opslaan of exporteren, bijvoorbeeld BMP, JPEG, TIFF en zichzelf
uitpakkende bestanden.
U kunt bijvoorbeeld een bestand voor een Internet-website maken
en dit als een JPEG-bestand exporteren. Websites gebruiken voor
het weergeven van beelden vaak JPEG-bestanden.
Een beeldbestand exporteren
1
Selecteer in het bestandsmenu van het venster PaperPort
®
de
opdracht waarmee u het bestand onder een andere naam kunt
opslaan. Het dialoogvenster Save 'XXXXX' As wordt geopend.
2
Selecteer het station en de directory waar u het bestand wilt
opslaan.
3
Geef een nieuwe bestandsnaam op en kies het bestandstype,
of selecteer een naam in het tekstvak voor de bestandsnaam.
(U kunt door de directory's en bestandsnamen bladeren om een
naam en locatie te kiezen.)
4
Klik op OK en sla uw bestand op, of klik op Stop om terug te
keren naar PaperPort
®
zonder het bestand op te slaan.
8 - 24 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
PaperPort
®
en ScanSoft
®
TextBridge
®
verwijderen
Voor Windows
®
95/98/98SE, en Windows NT
®
Workstation 4.0 en
Windows
®
Me:
Selecteer Start, Instellingen, Configuratiescherm, Software en
het tabblad Installeren en verwijderen.
Selecteer Brother-extensies voor Paperport
®
en klik op de knop
Toevoegen/Verwijderen.
Selecteer PaperPort
®
8.0 SE in de lijst en klik op de knop
Toevoegen/Verwijderen.
Voor Windows
®
2000 Professional:
Selecteer Start, Instellingen, Configuratiescherm en Software.
Selecteer Brother-extensies voor Paperport
®
en klik op de knop
Wijzigen/verwijderen.
Selecteer PaperPort
®
8.0 SE in de lijst en klik op Wijzigen.
Voor Windows
®
XP:
Selecteer Start, Configuratiescherm, Software, Programma’s
wijzigen of verwijderen.
Selecteer PaperPort
®
8.0 SE in de lijst en klik op de knop Wijzigen.
HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN 9 - 1
9
Brother MFL-Pro Control Center
Het Brother Control Center is een programma dat op het PC-scherm
wordt weergegeven wanneer u papier in de ADF van de DCP plaatst.
Op die manier kunt u snel en met slechts enkele muisklikken de
vaakst gebruikte scantoepassingen uitvoeren. Dankzij het Control
Center hoeft u niet langer specifieke toepassingen handmatig op te
starten.
Met het Brother Control Center kunt u scannen en kopiëren:
Rechtstreeks scannen naar een bestand, e-mail, tekstverwerker
of grafische toepassing van uw keuze.
Kopiëren
Het Brother Control Center
gebruiken
(Voor Windows
®
95/98/98SE/Me/2000 Professional en
Windows NT
®
WS 4.0)
Als u Windows
®
2000 Professional of Windows NT
®
4.0
gebruikt, raden wij u aan om u als beheerder aan te melden.
9 - 2 HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN
Brother Control Center automatisch laden
Het Control Center wordt automatisch geladen telkens wanneer
Windows
®
wordt opgestart.
Wanneer het Control Center is geladen, ziet u het pictogram Control
Center op de taakbalk.
Als u niet wilt dat Control Center automatisch wordt geladen, kunt u
het automatisch laden uitschakelen.
Het automatisch laden uitschakelen
1
Klik met de linkermuisknop op het pictogram van het Control
Center en klik op Tonen.
2
Als het venster van het Control Center wordt weergegeven, klikt
u op de knop Configuratie Control Center.
U ziet een dialoogvenster:
3
Deselecteer het aankruisvakje Popup automatisch laden.
Als het pictogram Control Center niet op de taakbalk wordt
weergegeven, moet u deze software zelf starten.
Dubbelklik op het pictogram Control Center op het
bureaublad of selecteer in het menu Start Programmas,
ScanSoft
®
PaperPort
®
8.0 en klik op Brother SmartUI PopUp.
HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN 9 - 3
Functies van het Brother Control Center
Automatisch configureren
Tijdens de installatie controleert het Control Center welke
e-mailtoepassingen en tekstverwerkers, en welke grafische
toepassingen voor het bekijken en bewerken van beelden op uw
systeem worden gebruikt.
Als u normaal gesproken bijvoorbeeld Outlook gebruikt voor uw
e-mail, zal het Control Center automatisch een koppeling en een
scanknop voor Outlook creëren.
U kunt een standaardtoepassing wijzigen. Klik met de
rechtermuisknop op de Control Center-knop waarvan u de
configuratie wilt wijzigen. Klik op de configuratie die wordt
weergegeven. Selecteer een andere toepassing.
U kunt bijvoorbeeld een scanknop van MS Word Pad vervangen
door MS Word door de toepassing te
wijzigen die is aangegeven onder Tekstverwerker.
9 - 4 HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN
Functies van de scantoets
Naar bestand scannen—Hiermee kunt u rechtstreeks naar een
bestand op uw computer scannen. U kunt het bestandstype en de
directory voor het document dat u scant desgewenst wijzigen.
Naar e-mail scannenHiermee kunt u een plaatje of tekst
rechtstreeks als een normale bijlage naar uw e-mailtoepassing
scannen. U kunt het bestandstype en de resolutie voor de bijlage
selecteren.
Scan naar OCR (Tekstverwerker)—Hiermee kunt u een
tekstdocument scannen, ScanSoft
®
TextBridge
®
OCR uitvoeren en
de tekst (geen grafische afbeeldingen) in een tekstverwerkerbestand
invoegen. U kunt zelf selecteren welke tekstverwerker wordt
gebruikt, bijvoorbeeld Word Pad, MS Word, enz.
Een beeld scannen—Hiermee kunt u een beeld rechtstreeks
scannen naar de grafische toepassing die u gebruikt voor het
bekijken en bewerken van afbeeldingen. U kunt zelf selecteren
welke toepassing wordt gebruikt, bijvoorbeeld Microsoft Paint.
Kopieerhandelingen
KopiërenHiermee kunt u de pc en een Windows
®
printerdriver
gebruiken voor geavanceerde kopieerbewerkingen.
U kunt de pagina inscannen op de Brother DCP en de kopieën
afdrukken met alle functies van de Brother DCP printerdriver.
OF
U kunt de kopie naar iedere standaard Windows
®
printerdriver sturen
die is geïnstalleerd op uw PC.
HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN 9 - 5
Scannerinstellingen voor het scannen, kopiëren en
faxen
Wanneer het Pop-Up venster wordt weergegeven, hebt u toegang
tot het venster Scaninstellingen.
Klik op het pictogram Configuratie Control Center
rechtsboven op het venster Brother Control Center
OF
Klik op de knop Instellingen aanpassen in een willekeurig
configuratiescherm.
Algemene instellingen
Popup automatisch laden—Selecteer dit vakje indien u wilt dat het
Brother MFL Control Center automatisch bij het opstarten van de
computer wordt geladen.
9 - 6 HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN
De scaninstellingen uitvoeren
De Pop-Up bevat acht verschillende scanmodi. Iedere keer dat u een
document scant, kunt u de meest geschikte scanmethode kiezen uit
de volgende opties:
Faxen, archiveren en kopiëren
Tekst voor OCR
Foto’s
Foto’s (hoge kwaliteit)
Foto’s (snel scannen)
Afwijkend
Kladexemplaar
Kwaliteitsexemplaar
Iedere modus heeft een eigen set opgeslagen instellingen. U kunt de
standaardinstellingen gebruiken of deze wijzigen.
Resolutie—Selecteer in de keuzelijst de resolutie die u het
vaakst gebruikt.
Kleurenmodus—Selecteer in de keuzelijst de kleurinstellingen
die u het vaakst gebruikt.
Scangrootte—Selecteer in de keuzelijst de scangrootte die u
het vaakst gebruikt.
Helderheid—U kunt een waarde instellen van 0% tot 100%
ContrastU kunt een waarde instellen van 0% tot 100%
Klik op OK om de instellingen op te slaan. Wanneer u een fout maakt
of de originele instellingen opnieuw wilt laden, klikt u op Standaard
instellingen herstellen wanneer de scanmodus wordt
weergegeven.
Faxen is alleen mogelijk als u een faxmodem in uw computer
hebt.
HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN 9 - 7
Een handeling uitvoeren in het Control Center
venster
Wanneer u dit scherm ziet, hebt u met de linkermuisknop op het
Control Center geklikt zonder eerst een document in de ADF te
plaatsen.
Plaats het document in de ADF van de DCP en klik op OK om naar
het Control Center scherm te gaan.
Indien u het document wil scannen vanaf de glasplaat, moet u
Scan
selecteren op het bedieningspaneel van de DCP.
9 - 8 HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN
Naar bestand scannen
Het configuratiescherm voor het scannen naar
bestand
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer. Het Brother Control Center
scherm wordt weergegeven.
2
Klik met de rechtermuisknop op Naar bestand scannen en klik
op Configuratie. Klik op Instellingen aanpassen om het
configuratiescherm van het Control Center weer te geven.
3
Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
OF
Als u weer terug wilt keren naar de standaardinstellingen, klikt u
op de knop Standaardinstellingen herstellen.
Scannerinstelling
Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het
bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren;
Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel
scannen); Aangepast; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar.
Klik op Instellingen aanpassen om een van de instellingen voor de
betreffende stand te wijzigen.
Faxen is alleen mogelijk als u een faxmodem in uw computer
hebt.
HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN 9 - 9
Map van bestemming
PaperPort
®
-map—Selecteer dit vakje als u het document in de map
PaperPort
®
wilt scannen.
Andere map—Selecteer dit vakje als u het document als een ander
bestandstype wilt scannen, of het in een andere directory/map wilt
opslaan.
Bestand—Als u hebt geselecteerd dat u het document in een andere
map wilt scannen, dient u het bestandstype te selecteren:
PaperPort
®
-beelditem (*.max)
PaperPort
®
Self-Viewing (*.exe)
Bekijkbaar in PaperPort
®
-browser (*.htm)
PaperPort
®
5.0-beelditem (*.max)
PaperPort
®
4.0-beelditem (*.max)
PaperPort
®
3.0-beelditem (*.max)
Windows Bitmap (*bmp)
PC Paintbrush (*.pcx)
PCX Multi-page (*.dcx)
JPEG (*.jpg)
TIFF - Niet-gecomprimeerd (*.tif)
TIFF - Groep 4 (*.tif)
TIFF - Klasse F (*.tif)
TIFF Multi-page - Niet-gecomprimeerd (*.tif)
TIFF Multi-page - Groep 4 (*.tif)
TIFF Multi-page - Klasse F (*.tif)
Portable Network Graphics (*.png)
FlashPix (*.fpx)
Klik op Bladeren als u op uw systeem wilt zoeken naar een directory
of map. Klik op OK om de instellingen op te slaan.
9 - 10 HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN
Naar e-mail scannen
Het configuratiescherm voor het scannen naar
e-mail
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer. Het Brother Control Center
scherm wordt weergegeven.
2
Klik met de rechtermuisknop op de knop van de
e-mailtoepassing en klik op Configuratie. Klik op Instellingen
aanpassen om het configuratiescherm van het Control Center
weer te geven.
3
Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
OF
Als u weer terug wilt keren naar de standaardinstellingen, klikt u
op de knop Standaardinstellingen herstellen.
Scannerinstelling
Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het
bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren;
Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel
scannen); Aangepast; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar.
Klik op Instellingen aanpassen om een van de instellingen voor de
betreffende stand te wijzigen.
Faxen is alleen mogelijk als u een faxmodem in uw computer
hebt.
HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN 9 - 11
E-mailapplicatie
E-mailapplicatie—Selecteer uw e-mailtoepassing in de lijst.
E-mailinstellingen—Klik op de knop E-mailinstellingen om de
koppelingen in te stellen.
Het scherm Programmakoppelingen wordt weergegeven:
Verzenden naar-opties
Bijlagen converteren naar opgegeven bestandstype—Bijlagen
omzetten naar het formaat dat is aangegeven in het vakje
Bestandstype. Deselecteer dit vakje als u de bestanden in de
oorspronkelijke bestandsindeling wilt houden, bijvoorbeeld als
Word-documenten de bestandsindeling .doc moeten behouden en
JPEG-beelden de bestandsindeling .jpg.
Alle documenten en beelditems—Converteert alle items ongeacht
het programma waarin deze waren gemaakt; converteert
bijvoorbeeld alle Word-bestanden (.doc) en JPEG-bestanden (.jpg)
naar dit bestandstype.
Alleen PaperPort
®
-beelditems (max)—Converteert alleen
PaperPort
®
-beeldbestanden (.max). PaperPort
®
converteert geen
andere bestandstypen, zoals JPEG-beelden en Word-documenten.
BestandstypeIdentificeert naar welke bestandsindeling de items
moeten worden geconverteerd; bijvoorbeeld JPEG of TIFF.
Items, indien mogelijk, in een enkel bestand combineren
Combineert alle geselecteerde items in één enkel bestand met
meerdere pagina’s. Deze optie is alleen beschikbaar als het
bestandstype meerdere paginas ondersteunt, zoals multi-page TIFF.
9 - 12 HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN
Naar OCR scannen (tekstverwerker)
Het configuratiescherm voor het scannen naar
OCR
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer. Het Brother Control Center
scherm wordt weergegeven.
2
Klik met de rechtermuisknop op de knop van de tekstverwerker
en klik op Configuratie. Klik op Instellingen aanpassen om het
configuratiescherm van het Control Center weer te geven.
3
Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
OF
Als u weer terug wilt keren naar de standaardinstellingen, klikt u
op de knop Standaardinstellingen herstellen.
Scannerinstelling
Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het
bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren;
Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel
scannen); Aangepast; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar.
Klik op Instellingen aanpassen om een van de instellingen voor de
betreffende stand te wijzigen.
Faxen is alleen mogelijk als u een faxmodem in uw computer
hebt.
HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN 9 - 13
Tekstverwerker
Tekstverwerker—Selecteer in de lijst de tekstverwerker die u wilt gebruiken.
Klik op de knop Koppelinginstellingen om een scherm te openen
waar u het gewenste documentformaat kunt instellen en het
OCR-programma kunt identificeren:
Bestandstype—Selecteer in de keuzelijst de bestandsindeling die u
voor uw documenten wilt gebruiken.
OCRGeef aan welk OCR-programma u wilt gebruiken om de
gescande documentbeelden om te zetten in bewerkbare
documenten. Deze optie is alleen beschikbaar als u een ander
OCR-programma hebt dan het programma dat met PaperPort
®
werd
geleverd. (PaperPort
®
8.0 gebruikt dezelfde OCR engine als die van
ScanSoft
®
's TextBridge
®
Pro Millennium.)
Klik op de knop Instellingen om te kiezen op welke wijze de
OCR-toepassing de pagina's leest die u in uw tekstverwerker scant.
Het venster OCR-instellingen wordt weergegeven:
Selecteer de gewenste instelling en klik op OK.
Pagina automatisch oriënteren—Klik op dit selectievakje als u de pagina's
automatisch wilt omdraaien, zodat de tekst rechtop komt te staan.
Uitvoer in enkele kolomKlik op dit selectievakje als u
kolommen wilt verwijderen uit documenten met meerdere
kolommen, zodat de geconverteerde tekst in één kolom wordt
weergegeven.
9 - 14 HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN
Naar beeld scannen
Het configuratiescherm voor het scannen naar
beeld
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer. Het Brother Control Center
scherm wordt weergegeven.
2
Klik met de rechtermuisknop op de knop van de grafische
toepassing en klik op Configuratie. Klik op Instellingen
aanpassen om het configuratiescherm van het Control Center
weer te geven.
3
Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
OF
Als u weer terug wilt keren naar de standaardinstellingen, klikt u
op de knop Standaardinstellingen herstellen.
HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN 9 - 15
Scannerinstelling
Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het
bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren;
Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel
scannen); Aangepast; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar.
Klik op Instellingen aanpassen om een van de instellingen voor de
betreffende stand te wijzigen.
Applicatie
Applicatie—Selecteer in de lijst de toepassing die u aan dit Pop-up
venster wilt toevoegen.
Klik op de knop Aangepaste koppelinginstellingen om
koppelingen naar de door u gespecificeerde toepassing te maken.
Faxen is alleen mogelijk als u een faxmodem in uw computer
hebt.
9 - 16 HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN
Kopiëren
Het configuratiescherm voor Kopiëren
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer. Het Brother Control Center
scherm wordt weergegeven.
2
Klik met de rechtermuisknop op Kopiëren en klik op
Configuratie. Klik op Instellingen aanpassen om het
configuratiescherm van het Control Center weer te geven.
3
Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
OF
Als u weer terug wilt keren naar de standaardinstellingen, klikt u
op de knop Standaardinstellingen herstellen.
HET BROTHER CONTROL CENTER GEBRUIKEN 9 - 17
Scannerinstelling
Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het
bestandstype. U kunt kiezen uit: Kladexemplaar of
Kwaliteitsexemplaar.
Klik op Instellingen aanpassen om een van de instellingen voor de
betreffende stand te wijzigen.
Aantal exemplaren
Aantal—Toets het aantal gewenste exemplaren in.
Klik op de knop Kopieeropties indien u de kopieeropties wilt
aanpassen.
Klik op OK om de kopieerinstellingen op te slaan.
10 - 1
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10
Brother SmartUI Control Center
Het Control Center van Brother is een hulpprogramma waarmee u
gemakkelijk en met slechts een paar muisklikken toegang krijgt tot
de meest gebruikte scantoepassingen. Als u het Control Center
gebruikt, hoeft u bepaalde toepassingen niet handmatig te starten en
kunt u een document rechtstreeks naar een map op uw computer
sturen. Het Control Center van Brother geeft u de beschikking over
drie verschillende functies:
1
Rechtstreeks scannen naar een bestand, e-mail,
tekstverwerker of grafische toepassing van uw keuze.
2
Geavanceerde kopieerfuncties, zoals vier/twee of een-op-een
kopiëren.
3
Programmeerbare knoppen die u kunt configureren om aan de
vereisten van uw eigen toepassing te voldoen.
Klik in de taakbalk met de rechtermuisknop op het pictogram van het
Control Center en selecteer Weergeven om het venster van het
Brother SmartUI Control Center te openen.
Het Brother SmartUI Control
Center voor Windows
®
gebruiken
(voor Windows
®
XP)
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 2
Brother Control Center automatisch laden
Het Control Center is in eerste instantie zodanig geconfigureerd, dat
het automatisch wordt geladen wanneer Windows
®
wordt gestart.
Wanneer het Control Center is geladen, wordt het pictogram van het
Control Center op de taakbalk weergegeven. Als u niet wilt dat
Control Center automatisch wordt geladen, kunt u het automatisch
laden uitschakelen.
Het automatisch laden uitschakelen
1
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het Control
Center op de taakbalk en selecteer Weergeven.
2
Het hoofdvenster van het SmartUI Control Center wordt
geopend. Onder in het venster staat een selectievakje met de
naam “Pop-up Auto-laden”.
3
Deselecteer de optie Pop-Up Auto-laden om te voorkomen dat
SmartUI automatisch wordt geladen wanneer Windows
®
wordt
gestart.
10 - 3
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
Functies van het Brother Control
Center
Het SmartUI Control Center biedt u de mogelijkheid om de toets
Scan
op uw DCP te configureren en om de ingebouwde
softwarefuncties zoals “Scannen naar bestand” te gebruiken. Met de
functie “Scannen naar bestand” kunt u een document rechtstreeks
naar de harde schijf scannen, naar de directory en in de
bestandsindeling van uw keuze, zonder dat u een andere applicatie
hoeft te gebruiken. Selecteer de gewenste sectie door op het
betreffende tabblad te klikken.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 4
Automatisch configureren
Tijdens de installatie controleert het Control Center welke
e-mailtoepassingen en tekstverwerkers, en welke grafische
toepassingen voor het bekijken en bewerken van beelden op uw
systeem worden gebruikt.
Bijvoorbeeld: als u normaal gesproken Outlook gebruikt voor uw
e-mail, zal het Control Center automatisch een koppeling en een
scanknop voor Outlook creëren.
Als u een andere e-mailtoepassing wilt gebruiken, klikt u met de
rechtermuisknop op een van de scanknoppen in het Control Center,
waarna u op Configuratie klikt. Selecteer het tabblad Configuratie en
selecteer in het keuzemenu Applicatie een andere toepassing. U
kunt de E-mail scanknop van Outlook Express bijvoorbeeld in
Outlook veranderen door in de lijst de betreffende toepassing te
selecteren.
10 - 5
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
Apparatuursectie: de configuratie van
de toets Scan to wijzigen
Wanneer het SmartUI Control Center wordt weergegeven, kunt u het
venster Apparatuursectie openen om de toets
Scan
op de DCP te
configureren. Klik op het tabblad Apparatuursectie linksboven in het
venster SmartUI Control Center. (Raadpleeg De scan-toets
gebruiken (voor gebruik met USB of parallelle interfacekabel) op
pagina 8-16.)
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 6
Naar e-mail scannen
Als u de functie voor het naar e-mail scannen wilt configureren, klikt
u met de linkermuisknop op de knop Scannen naar e-mail. Het
onderstaande scherm wordt dan geopend. U kunt de configuratie
wijzigen, bijvoorbeeld de e-mailtoepassing waarnaar gescand wordt,
de bestandsindeling van het bestand dat als bijlage wordt verzonden
en de scaninstellingen.
Als u de e-mailtoepassing waarnaar gescand wordt wilt wijzigen,
selecteert u in de keuzelijst Applicatie de compatibele
e-mailtoepassing die op uw systeem is geïnstalleerd.
Als u het bestand dat als bijlage wordt verzonden wilt wijzigen, klikt
u op de knop Koppelingsvoorkeuren om een lijst van
bestandstypen weer te geven.
10 - 7
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
Scannen naar bestand
Als u de functie voor het naar bestand scannen wilt configureren,
klikt u met de linkermuisknop op de knop Scan to File. Het
onderstaande scherm wordt dan geopend.
Selecteer het bestandstype voor het opgeslagen beeld in de
keuzelijst Indeling. U kunt het bestand opslaan in de standaardmap
PaperPort
®
, zodat het bestand in PaperPort
®
wordt weergegeven, of
u kunt een andere map/directory selecteren door op de knop
Bladeren te klikken.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 8
Naar beeld scannen
Als u de functie voor het naar beeld scannen wilt configureren, klikt
u met de linkermuisknop op de knop Scannen naar beeld. Het
onderstaande scherm wordt dan geopend. U kunt de configuratie
wijzigen, bijvoorbeeld de beeldbestandsindeling of de toepassing
waarnaar gescand wordt.
10 - 9
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
Als u de standaardinstelling van de scan wilt wijzigen, klikt u op het
tabblad Scaninstellingen.
U kunt de kleurenmodus instellen op zwart-wit, 8-bits grijs of 24-bits
kleur.
De resolutie kan worden gewijzigd van 100 tot 1200 dpi. U kunt het
door u gebruikte papierformaat definiëren en de helderheid en het
contrast van het beeld instellen voordat u gaat scannen.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 10
Scan naar OCR
Als u de functie voor het naar OCR scannen wilt configureren, klikt u
met de linkermuisknop op de knop Scannen naar OCR. Het
onderstaande scherm wordt dan geopend. U kunt de configuratie
wijzigen, bijvoorbeeld de toepassing waarnaar gescand wordt.
10 - 11
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
U kunt uw scan als een ander bestandstype verzenden. Selecteer de
toepassing in het venster Bestandstype.
U kunt voor uw OCR-instelling Uitvoer in enkele kolom of Pagina
automatisch oriënteren selecteren.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 12
Softwaresectie
De Softwaresectie bevat drie groepen met knoppen voor Scannen
naar. Elke groep heeft een aantal verschillende knoppen, die zijn
voorgeprogrammeerd voor de meest gebruikte toepassingen. De
groep Scannen bevat vier knoppen: een voor het scannen naar
bestand, een voor het scannen naar e-mail, een voor het scannen
naar een tekstverwerker en een voor het scannen naar een grafische
toepassing. De groep Kopiëren bevat drie knoppen voor het
kopiëren van N op 1. De groep Aangepast bevat drie knoppen
waaraan u uw eigen functies kunt toewijzen.
*1
*2
*3
*4
10 - 13
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
Scannen
*1 Scannen naar bestand —Stelt u in staat om rechtstreeks naar een
bestand op schijf te scannen. U kunt het bestandstype en de
directory desgewenst wijzigen.
*2 Outlook Express Stelt u in staat om een pagina of document als
een normale bijlage rechtstreeks naar een e-mailtoepassing te
scannen. U kunt het bestandstype en de resolutie van de bijlage
selecteren.
*3 Microsoft WordPad Stelt u in staat om een pagina of document
te scannen, ScanSoft
®
TextBridge
®
OCR automatisch te starten en
de tekst (niet het grafische beeld) naar een tekstverwerker over te
brengen. U kunt selecteren naar welke tekstverwerker de scan wordt
overgebracht, bijvoorbeeld WordPad, MS Word, Word Perfect of een
andere tekstverwerker die op uw computer is geïnstalleerd.
*4 Microsoft Paint —Stelt u in staat om een pagina rechtstreeks naar
een grafische viewer/editor te scannen. U kunt selecteren naar
welke toepassing de scan wordt overgebracht, bijvoorbeeld MS
Paint, Corel PhotoPaint, Adobe PhotoShop, of een andere grafische
editor die op uw computer is geïnstalleerd.
Kopiëren
Een op een kopiëren—Hiermee kunt u de pc en een Windows
®
printerdriver gebruiken voor geavanceerde kopieerbewerkingen. U
kunt de pagina op de DCP scannen en de kopieën afdrukken met
gebruikmaking van een van de functies van de printerdriver voor de
DCPOFu kunt de kopieën verzenden naar een
standaardprinterdriver voor Windows
®
die op uw computer is
geïnstalleerd, zelfs netwerkprinters.
Vier/Twee op een kopiërenu kunt de vier/twee op een functies van
de Brother printerdriver gebruiken om vier/twee documentpagina’s
op slechts een uitvoerpagina af te drukken.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 14
Aangepast
Scannen naar bestand—Deze knoppen zijn voorgeprogrammeerd
voor de functie Scannen naar bestand. U kunt de configuratie van elk
van deze knoppen aan uw behoeften aanpassen door met de
rechtermuisknop op een knop te klikken en de configuratiemenu’s te
volgen.
10 - 15
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
Scannen naar bestand
Via de knop Scannen naar bestand kunt u een beeld scannen en het
als een bepaald bestandstype op een directory op uw harde schijf
opslaan. Zo kunt u uw papieren documenten op eenvoudige wijze
archiveren. Klik met de rechtermuisknop op de knop Scannen naar
bestand en klik op Configuratie om het bestandstype te configureren
en aan te geven in welke directory het moet worden opgeslagen.
Het tabblad Scanhandeling is ingesteld op Bestand en dit mag niet
worden gewijzigd.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 16
Klik op het tabblad Configuratie om de configuratie te wijzigen.
Selecteer het bestandstype voor het opgeslagen beeld in de
keuzelijst Indeling. U kunt het bestand opslaan in de standaardmap
PaperPort
®
, zodat het bestand in PaperPort
®
wordt weergegeven, of
u kunt een andere map/directory selecteren door op de knop
Bladeren te klikken.
U kunt de standaardinstelling wijzigen door de knop Andere map te
selecteren en vervolgens op Bladeren te klikken om de map te
selecteren waar de bestanden moeten worden opgeslagen.
10 - 17
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
Scannen naar e-mail
De knop Scannen naar e-mail wordt automatisch ingesteld op uw
standaard e-mailtoepassing. Als u de standaard e-mailtoepassing of
het standaardbestandstype wilt wijzigen, klikt u met de
rechtermuisknop op de knop E-mail en selecteert u “Configuratie”.
Het tabblad Scanhandeling is ingesteld op E-mail en dit mag niet
worden gewijzigd.
Klik op het tabblad Configuratie om een andere e-mailtoepassing te
selecteren. Selecteer de gewenste e-mailtoepassing in de keuzelijst
Applicatie.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 18
Als u het bestandstype voor de bijlage wilt wijzigen, klikt u op de knop
Koppelingsvoorkeuren om koppelingen in te stellen. Selecteer het
vakje Bijlagen converteren naar opgegeven bestandstype en
selecteer het gewenste bestandstype in de keuzelijst.
10 - 19
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
Bestandsbijlagen
Items worden als bestandsbijlagen per e-mail verzonden en krijgen
de opgegeven bestandsindeling.
Bijlagen converteren naar opgegeven bestandstype—Selecteer dit
aankruisvakje wanneer u voor de bijlagen een ander bestandstype
wil selecteren.
Alle documenten en beelditems—Klik op dit selectievakje als u alle
gescande beelden naar hetzelfde bestandstype wilt converteren.
Alleen PaperPort
®
-beelditems (MAX)—Klik op dit selectievakje als u
alleen bijlagen wilt converteren die PaperPort
®
MAX-bestanden zijn.
Items, indien mogelijk, in een enkel bestand combineren—Klik dit
selectievakje aan wanneer u alle bijlagen wilt combineren tot een
bestand. Als dit vakje niet is geselecteerd, wordt elke gescande
pagina in een apart bestand opgeslagen.
Bestandstype—Selecteer in de keuzelijst in welke bestandsindeling
de bijlage moet worden opgeslagen.
PaperPort
®
-beelditem (*.max)
Bekijkbaar in PaperPort
®
-browser (*.htm)
PaperPort
®
Self-Viewing (*.exe)
PaperPort
®
5.0-beelditem (*.max)
PaperPort
®
4.0-beelditem (*.max)
PaperPort
®
3.0-beelditem (*.max)
Windows Bitmap (*.bmp)
PC Paintbrush (*.pcx)
PCX Multi-page (*.dcx)
JPEG (*.jpg)
TIFF - Niet-gecomprimeerd (*.tif)
TIFF - Groep 4 (*.tif)
Multi-Page -Niet-gecomprimeerd (*.tif)
Multi-Page - Groep 4 (*.tif)
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 20
Scannerinstelling
U kunt de scannerinstellingen, die worden gebruikt voor het maken
van de bijlagen, wijzigen. Klik op het tabblad Scaninstellingen en
selecteer de gewenste instellingen.
10 - 21
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
Scannen naar OCR (Tekstverwerker)
Scannen naar OCR converteert de gegevens van het grafische
beeld van de pagina naar tekst die in een tekstverwerker kan worden
bewerkt. U kunt de standaardtekstverwerker (bijvoorbeeld: Word
Pad in plaats van Word) en het bestandstype wijzigen. U kunt in
plaats van het in PaperPort
®
ingebouwde TextBridge
®
OCR ook een
ander OCR-softwarepakket kiezen.
Als u Scannen naar OCR wilt configureren, klikt u met de
rechtermuisknop op de knop WordPad en selecteert u Configuratie.
Het tabblad Scanhandeling is ingesteld op OCR en dit mag niet
worden gewijzigd.
Klik op het tabblad Configuratie om een andere tekstverwerker te
selecteren. In de keuzelijst Applicatie kunt u selecteren naar welke
tekstverwerker de scan moet worden overgebracht.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 22
Als u de programmakoppelingen wilt wijzigen, klikt u op de knop
Koppelingsvoorkeuren.
Bestandstype—Selecteer in de keuzelijst de bestandsindeling die u
voor uw documenten wilt gebruiken.
OCRSelecteer de gewenste OCR-toepassing in de keuzelijst.
10 - 23
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
Scannen naar applicatie
(bijvoorbeeld: Microsoft Paint)
Met Scannen naar applicatie kunt u een beeld scannen zodat u het
kunt bewerken. Als u de standaard grafische toepassing wilt
wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de knop en selecteert u
Configuratie.
Het tabblad Scanhandeling is ingesteld op Applicatie en dit mag niet
worden gewijzigd.
Klik op het tabblad Configuratie om een andere applicatie te
selecteren.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 24
Als u de toepassing van bestemming wilt wijzigen, selecteert u de
betreffende toepassing in de keuzelijst Applicatie.
Als u de andere configuratieopties wilt wijzigen, klikt u op de knop
Koppelingsvoorkeuren.
Hier kunt u desgewenst het beeld tot schermresolutie (96 dpi)
terugbrengen, een waarschuwing weergeven als een item
annotaties heeft, en een origineel item bijwerken als het verzonden
item is gewijzigd.
10 - 25
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
Kopiëren
Met de programmeerbare kopieerknoppen kunt u profiteren van de
ingebouwde functies van de Brother printerdriver, zodat u
geavanceerde kopieerfuncties kunt gebruiken, zoals n-op-1 printen.
De kopieerknoppen worden automatisch gekoppeld aan de
standaardprinterdriver van Windows
®
. U kunt een willekeurige
printer als de standaardprinter instellen, ook printers van een ander
merk dan Brother. U kunt de kopieerknoppen pas gebruiken nadat u
de printerdriver hebt geconfigureerd door met de rechtermuisknop
op een kopieerknop te klikken en Configuratie te selecteren.
In het venster Scaninstellingen kunt u de benodigde instellingen
maken voor kleurenmodus, resolutie, papierformaat, helderheid en
contrast.
Het configureren van de kopieerknop wordt voltooid door de
printerdriver in te stellen. Klik op de knop Kopieeropties… om de
instellingen van de printerdriver weer te geven.
Het scherm met de kopieeropties varieert, afhankelijk van het
Brother-model dat u hebt gekocht.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 26
Selecteer het aantal pagina’s per vel in de keuzelijst. Als u de
kopieerknop bijvoorbeeld wilt configureren om twee pagina’s op een
vel af te drukken, dient u 2 op 1 te selecteren.
De kopieerknoppen kunnen pas worden gebruikt nadat u ze
hebt geconfigureerd.
10 - 27
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
Aangepast: door de gebruiker
programmeerbare knoppen
In de groep Aangepast van het Brother SmartUI Control Center
zitten drie programmeerbare knoppen. (OPMERKING: het aantal
knoppen kan variëren, afhankelijk van het Brother-model dat u hebt
gekocht.) U kunt uw eigen voorkeuren en configuratie instellen,
afgestemd op de toepassing die u gebruikt.
Als u een programmeerbare knop wilt configureren, klikt u met de
rechtermuisknop op de betreffende knop en selecteert u
Configuratie. Het configuratievenster wordt weergegeven. Hier hebt
u vier keuzes: Applicatie, Bestand, OCR en E-mail.
Applicatie: deze instelling koppelt de knop aan een knop die wordt
weergegeven op de balk Verzenden naar van PaperPort
®
.
Raadpleeg het helpbestand van PaperPort
®
voor nadere informatie
over met PaperPort
®
compatibele applicaties.
Bestand: deze instelling laat u een gescand bestand opslaan in een
directory op een harde schijf van een lokale computer of
netwerkcomputer. U kunt ook selecteren welke bestandsindeling
moet worden gebruikt.
OCR: gescande documenten worden geconverteerd naar
bewerkbare tekstbestanden. Als u een OCR-softwarepakket van een
ander merk op uw pc geïnstalleerd hebt, kunt u dit selecteren. De
standaard OCR-software is TextBridge
®
, dat in PaperPort
®
8.0 SE is
ingebouwd. U kunt tevens selecteren naar welke tekstverwerker en
in welke bestandsindeling de bewerkbare tekst wordt overgebracht.
E-mail: gescande beelden worden als een bijlage aan een
e-mailbericht gekoppeld. Als u meer dan een e-mailtoepassing op
uw systeem hebt, kunt u kiezen welk e-mailpakket er moet worden
gebruikt. U kunt ook het bestandstype voor de bijlage selecteren.
Een programmeerbare knop instellen
Als u een programmeerbare knop wilt configureren, klikt u met de
rechtermuisknop op de betreffende knop en selecteert u
Configuratie. Volg de onderstaande richtlijnen voor de configuratie
van de programmeerbare knop.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 28
1. Selecteer de scanhandeling.
Selecteer het scantype door op de betreffende knop te klikken.
2. Selecteer de configuratie voor het scantype.
Klik op het tabblad Configuratie om de scanbewerking te wijzigen.
Welke lijst met instellingen er in het tabblad Configuratie wordt
weergegeven, is afhankelijk van de knop die u onder Scantype hebt
geselecteerd.
Applicatie:
Selecteer de toepassing van bestemming in de keuzelijst.
10 - 29
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
Klik op Koppelingsvoorkeuren om de opties voor het verzenden in te
stellen. U kunt de toepassing in het menu aan de linkerkant
selecteren.
Bestand:
Selecteer de bestandsindeling in de keuzelijst Bestandstype. U kunt
het bestand naar de standaardmap PaperPort
®
zenden, of u kunt uw
eigen directory van bestemming selecteren door Andere map te
selecteren. Gebruik de knop Bladeren om de directory van
bestemming te selecteren.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 30
OCR:
Selecteer de tekstverwerker van bestemming in de keuzelijst.
Klik op Koppelingsvoorkeuren en selecteer de toepassing van
bestemming in het menu aan de linkerkant. Selecteer de
bestandsindeling in de keuzelijst Bestandstype. Als er een andere
OCR-toepassing op uw systeem is geïnstalleerd, kunt u deze
toepassing selecteren in de keuzelijst OCR. Scansoft
®
TextBridge
®
is geïnstalleerd als onderdeel van de toepassing PaperPort
®
8.0 SE.
10 - 31
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
E-mail:
Selecteer de e-mailtoepassing van bestemming in de keuzelijst.
Klik op de knop Koppelingsvoorkeuren om de opties voor het per
e-mail verzenden te selecteren. U kunt het bestandstype opgeven,
en het e-mailadres in de Quick-Send-lijst selecteren.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS
®
GEBRUIKEN
10 - 32
3. Selecteer de scaninstellingen.
De scannerinstellingen van elk van de scantypen kunnen voor de
programmeerbare knoppen in de groep Aangepast worden
geselecteerd. U kunt instellingen voor de kleurenmodus, de
resolutie, het papierformaat, de helderheid en het contrast
selecteren.
11 - 1 DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN
11
Een Apple
®
Macintosh
®
met USB
instellen
Welke functies door de DCP worden ondersteund, is afhankelijk van
het besturingssysteem dat u gebruikt. Het onderstaande schema
geeft een overzicht van de functies die worden ondersteund.
*1 Als u Mac OS
®
X 10.2 gebruikt, moet u upgraden naar Mac OS
®
X 10.2.1 of recenter. (Ga voor de meest recente informatie voor Mac
OS
®
X naar: http://solutions.brother.com)
De DCP met een Macintosh
®
gebruiken
Voor aansluiting van de DCP op een Macintosh
®
, hebt u een
USB-kabel nodig die niet langer is dan 1,80 meter.
Sluit de DCP niet aan op een USB-poort op een
toetsenbord of een USB-hub zonder voeding.
Enkele omschrijvingen in dit hoofdstuk zijn gebaseerd op de
DCP-8025D. Deze omschrijvingen hebben eveneens
betrekking op de DCP-8020.
Functie Mac OS
®
Mac OS
®
X
8.6 9.X 10.1 10.2.1 of
recenter
*
1
Afdrukken JaJaJaJa
Scannen (TWAIN) Ja Ja Neen Ja
DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN 11 - 2
De printerdriver van Brother met uw
Apple
®
Macintosh
®
(Mac OS
®
8.6-9.2)
gebruiken
Een printer selecteren:
1
Open de Kiezer via het Apple menu.
2
Klik op het pictogram Brother Laser. Klik in het
rechterdeelvenster van de Kiezer op de printer waarop u wilt
afdrukken. Sluit de Kiezer.
Een document afdrukken:
1
Vanaf een toepassing zoals Presto!
®
PageManager
®
, klik op
Bestand en selecteer Page Setup. U kunt de instellingen voor
Papierformaat, Afdrukstand en Schaal aanpassen en op de
knop OK klikken.
11 - 3 DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN
2
Vanaf een toepassing zoals Presto!
®
PageManager
®
, klik op
Bestand en selecteer Afdrukken. Klik op Afdrukken om af te
drukken.
Indien u Aantal, Pagina’s, Resolutie, Papierbron en Soort papier
wilt aanpassen, moet u dat doen voordat u op Afdrukken klikt.
In Opties kunt u de functie Duplex selecteren.
Automatisch tweezijdig afdrukken is alleen beschikbaar op de
DCP-8025D.
DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN 11 - 4
De printerdriver van Brother met uw
Apple
®
Macintosh
®
(Mac OS
®
X)
gebruiken
De opties voor het instellen van de pagina
selecteren
1
Vanaf een toepassing zoals Presto!
®
PageManager
®
, klik op
Bestand en selecteer Page Setup. Controleer of DCP-8020 of
DCP-8025D is geselecteerd in het keuzevakje Stel in voor. U
kunt de instellingen voor Papierformaat, Afdrukstand en
Schaal aanpassen en op de knop OK klikken.
2
Vanaf een toepassing zoals Presto!
®
PageManager
®
, klik op
Bestand en selecteer Afdrukken. Klik op Afdrukken om af te
drukken.
11 - 5 DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN
Speciale instellingen
Selecteer de Soort papier, Resolutie en andere instellingen.
Druk op Aantal & Pagina’s om de instellingen te wijzigen.
Duplex
Automatisch tweezijdig afdrukken is alleen beschikbaar op de
DCP-8025D.
DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN 11 - 6
Instellingen afdrukken
11 - 7 DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN
De PS-driver van uw Apple
®
Macintosh
®
gebruiken
Bij gebruik van Mac OS
®
8.6 t/m 9.2
1
Bij gebruik van Mac OS
®
8.6 tot 9.04
Open de map Apple Extra’s. Open de map Apple LaserWriter
programmatuur.
Bij gebruik van Mac OS
®
9.1 tot 9.2
Open de map Applications (Mac OS
®
9). Open de map
Utilities.*
* De schermafbeeldingen hebben betrekking op Mac OS
®
9.04.
Om de PS-driver op een netwerk te gebruiken, raadpleegt u het
beste de NC-9100h netwerkhandleiding op CD-ROM
Om de PS-driver te gebruiken met een USB-verbinding, moet u
Emulatie
instellen op
BR-Script 3
(
Menu
,
3
,
1
) voordat u
het USB-snoer aansluit. (Raadpleeg De emulatie selecteren op
pagina 6-18.)
De PS-driver biedt geen ondersteuning voor deze functies:
HQ 1200
Secure Print
DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN 11 - 8
2
Open het pictogram Bureaubladprinterbeheer.
3
Selecteer Printer (USB) en klik op OK.
11 - 9 DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN
4
Klik op Wijzig... in het PostScript
printerbeschrijvingsbestand
(PPD).
Selecteer Brother DCP-8025D en klik op Selecteer.
5
Klik op Wijzig... in Selectie USB Printer.
Selecteer Brother DCP-8025D en klik op Selecteer.
DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN 11 - 10
6
Klik op Maak aan.
7
Geef de naam van uw DCP (DCP-8025D) en klik op Bewaar.
11 - 11 DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN
8
Selecteer Stop in het menu Archief.
9
Klik op het pictogram DCP-8025D op het Bureaublad.
10
Selecteer Standaardprinter in het menu Print.
DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN 11 - 12
Voor gebruikers van Mac OS
®
X
U moet de PS-driver als volgt installeren.
1
Selecteer Programma’s in het menu Ga.
2
Open de map Utilities.
Indien u een USB-snoer gebruikt en u werkt in Mac OS
®
X, kunt
u slechts één printerdriver voor een DCP registreren in het Print
Center.
Indien er al een Brother Native Driver (DCP-8020/8025D) is
aangegeven in de lijst met printers, moet u deze eerst wissen en
dan de PS-driver installeren.
Om de PS-driver te gebruiken met een USB-verbinding, moet u
Emulatie
instellen op
BR-Script 3
(
Menu
,
3
,
1
) voordat u
het USB-snoer aansluit. (Raadpleeg De emulatie selecteren op
pagina 6-18.)
11 - 13 DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN
3
Open het pictogram met het Print Center.
4
Klik op Voeg printer toe....
5
Selecteer USB.
DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN 11 - 14
6
Selecteer DCP-8025D en klik op Voeg toe.
7
Selecteer Stop ’Afdrukbeheer’ in het menu Afdrukbeheer.
11 - 15 DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN
De Brother TWAIN-scannerdriver
gebruiken met uw Macintosh
®
De Brother DCP software wordt geleverd met een
TWAIN-compatibele scannerdriver voor Macintosh
®
. U kunt deze
TWAIN-scannerdriver voor Macintosh
®
gebruiken met alle
toepassingen die de TWAIN-specificaties ondersteunen.
Toegang krijgen tot de scanner
Start uw Macintosh
®
TWAIN-compliant toepassing. De eerste keer
dat u de TWAIN-driver (MFL-Pro/P2500) van Brother gebruikt, moet
u deze toepassing als standaard instellen door de optie voor het
selecteren van de bron te selecteren (of de andere menuoptie voor
het selecteren van een apparaat). Daarna kunt u voor elk document
dat u scant de optie voor het ontvangen van het beeld of de optie
voor het scannen selecteren. Het dialoogvenster voor het instellen
van de scanner wordt geopend:
Scannen in Mac OS
®
X wordt ondersteund vanaf Mac OS
®
X
10.2.1 of recenter.
Het scherm dat hier staat afgebeeld, is afkomstig uit Mac OS
®
9. Het scherm op uw Macintosh
®
kan er anders uitzien,
afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt.
De methode voor het selecteren van de bron of het kiezen van
de scan kan variëren, afhankelijk van de toepassing die u
gebruikt.
(Mac OS
®
8.6–9.2)
DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN 11 - 16
Een beeld naar uw Macintosh
®
scannen
U kunt een hele pagina scannen,
OF
een gedeelte van de pagina scannen nadat u het document snel hebt
gescand.
Een hele pagina scannen
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Kies zo nodig de volgende instellingen in het dialoogvenster met
scannerinstellingen:
Resolutie
Type scan
Te scannen gedeelte
Helderheid
Contrast
3
Klik op Starten.
Nadat het scannen is voltooid, wordt het beeld in uw grafische
toepassing weergegeven.
11 - 17 DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN
Een afbeelding vooraf scannen
Met de functie voor het vooraf scannen kunt u een beeld snel en met
een lage resolutie scannen. In het te scannen gedeelte wordt een
miniatuurweergave van het beeld getoond. Dit is slechts een
voorbeeld dat u laat zien hoe het beeld er zal uitzien. Gebruik de
knop Vooraf scannen om een voorbeeld te bekijken wanneer u
ongewenste delen van een beeld wilt afknippen. Klik wanneer u
tevreden bent met wat u ziet op Starten om het beeld te scannen.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Klik op Vooraf scannen.
Het volledige beeld wordt in de Macintosh
®
gescand en wordt
weergegeven in het te scannen gedeelte van het
dialoogvenster Scanner.
3
Als u slechts een stuk van het snel gescande document wilt
scannen, klikt u ergens in het beeld en sleept u de muis om het
gewenste deel te selecteren.
4
Plaats een document in de automatische documentinvoer
indien u deze gebruikt.
5
Maak de benodigde instellingen voor Resolutie,
Type scan (Gray Scale), Helderheid, Contrast en Grootte in
het dialoogvenster Scanner Setup.
6
Klik op Starten.
Nu wordt alleen het geselecteerde gedeelte van het document
weergegeven in het vak met het te scannen gedeelte.
7
Gebruik uw toepassing om het beeld te bewerken en verfijnen.
DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN 11 - 18
Instellingen in het scannervenster
Beeld
Resolutie
Selecteer de scanresolutie in de keuzelijst Resolutie. Hogere
resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer
transfertijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
11 - 19 DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN
Type scan
Zwart-wit—Selecteer Zwart-wit voor tekst of lijntekeningen. Voor
fotografische beelden selecteert u het grijze beeldtype
(foutendiffusie) of de ware grijstinten.
Grijs (Foutdiffusie)wordt gebruikt voor documenten die
fotografische beelden of afbeeldingen bevatten. (Foutendiffusie is
een methode waarbij beelden met gesimuleerde grijstinten worden
gemaakt door in plaats van grijze stippen zwarte stippen in een
specifieke matrix te plaatsen.)
Ware grijstinten—wordt gebruikt voor documenten die fotografische
beelden of afbeeldingen bevatten. Deze modus is exacter omdat hij
tot 256 grijstinten gebruikt. Deze modus vraagt het meeste
geheugen en de langste transfertijd.
KleurenKies ofwel 8 kleuren, waarmee maximaal 8 kleuren
worden gescand, of 24-bits kleur waarmee maximaal 16,8 miljoen
kleuren worden gescand. Hoewel 24-bits kleur een beeld met de
meest nauwkeurige kleurreproductie oplevert, zal het beeldbestand
dat met deze optie wordt gemaakt ongeveer drie keer zo groot zijn
als het bestand dat met de optie voor 8 kleuren wordt gemaakt.
DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN 11 - 20
Te scannen gedeelte
Kies voor de grootte een van de volgende opties:
Letter 8.5 x 11 in
A4 210 x 297 mm
Legal 8.5 x 14 in
A5 148 x 210 mm
B5 182 x 257 mm
Executive 7.25 x 10.5 in
Business Card 90 x 60 mm
Afwijkend (door de gebruiker gedefinieerd van 0.35 x 0.35 in. tot
8.5 x 14 in of 8.9 x 8.9 mm tot 216 x 356 mm)
Als u een afwijkend formaat hebt gekozen, kunt u het te scannen
gedeelte bijstellen. Klik en sleep met ingedrukte muisknop om het
beeld bij te knippen.
Breedte: Geef de breedte van het afwijkende formaat op.
Hoogte: Geef de hoogte van het afwijkende formaat op.
Business Card
Als u visitekaartjes wilt scannen, selecteert u de instelling Business
Card (90 x 60 mm), en legt u het kaartje in het midden van de
glasplaat.
Als u foto's of andere beelden scant die u in een tekstverwerker of
een grafische toepassing wilt gebruiken, is het raadzaam om
verschillende instellingen uit te proberen voor het contrast, de
resolutie, enz., zodat u altijd het beste resultaat krijgt.
11 - 21 DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN
Het beeld bijstellen
Helderheid
Stel de Helderheid zodanig af, dat u het beste beeld krijgt. De
TWAIN-scannerdriver van Brother biedt 100 intellings-
mogelijkheden voor de helderheid (-50 tot 50). De standaard
ingestelde waarde is 0, wat als een ‘gemiddelde’ instelling wordt
beschouwd.
U kunt de Helderheid instellen door het schuifbalkje naar rechts of
naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. U
kunt ook een waarde in het invoerveld typen. Klik op OK.
Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een
lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen.
Als het gescande beeld te donker is, moet u voor de helderheid een
hogere waarde opgeven en het document nogmaals scannen.
Contrast
Het Contrast kan alleen worden afgesteld als u een van de
instellingen voor de grijswaardenschaal hebt geselecteerd, deze
instelling kan niet worden gebruikt als u zwart-wit hebt geselecteerd
als Type scan.
Het verhogen van het Contrast (door de knop naar rechts te slepen)
benadrukt de donkere en heldere gedeelten van het beeld, terwijl het
verlagen van het Contrast (door de knop naar links te slepen) meer
detail weergeeft in de grijze zones. In plaats van de knop te slepen
kunt u in het invoerveld ook een waarde typen om het contrast in te
stellen. Klik op OK.
DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN 11 - 22
Presto!
®
gebruiken PageManager
®
Presto!
®
PageManager
®
is een toepassing voor het beheren van
documenten in uw computer. Omdat het compatibel is met de
meeste beeldbewerkingsprogramma’s, biedt Presto!
®
PageManager
®
u ongekende controle over uw computerbestanden.
U kunt eenvoudig en snel documenten beheren en uw e-mail en
bestanden lezen met de ingebouwde OCR-software van Presto!
®
PageManager
®
Indien u de DCP als scanner gebruikt, adviseren wij dat u Presto!
®
PageManager
®
gebruikt. Presto!
®
PageManager
®
installeren, zie
Installatiehandleiding (voor snelle installatie).
Belangrijkste eigenschappen
OCR: In één stap een afbeelding scannen, tekst herkennen en
bewerken met een tekstverwerker.
Scanknoppen: Documenten scannen en openen in een
programma in één stap.
Beeldbewerking: Afbeeldingen verbeteren, bijsnijden en draaien
of openen met een beeldbewerkingssoftware van uw keuze.
Noot: Voeg verwijderbare notities, stempels en tekeningen toe
aan afbeeldingen.
Boomstructuur: Bekijk en rangschik uw maphiërarchie voor
eenvoudige toegang.
Miniatuurbeelden: Bekijk de bestanden als miniatuurbeelden
voor snelle identificatie.
De complete NewSoft Presto!
®
PageManager
®
4.0 handleiding
vindt u op de Macintosh CD-ROM die is geleverd met uw DCP.
11 - 23 DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN
Systeemvereisten
PowerPC processor
Systeem 8.6, 9X, 10.1, of recenter
CD-ROM drive
Vaste schijf met minimaal 120 MB beschikbare schijfruimte
Aanbevolen:
8-bit kleur of betere videokaart.
Eudora Mail of Outlook Express e-mailsoftware
Technische ondersteuning
[Duitsland]
[UK]
Firmanaam: NewSoft Europe
Adres: Regus Center Fleethof Stadthausbrucke 3
20355 Hamburg, Germany
Telefoon: 49-40-37644530
Fax: 49-40-37644500
E-mail: contact@newsoft.eu.com
URL: http://de.newsoft.eu.com/
Firmanaam: SoftBay GmbH
Adres: Carlstrase 50
D-52531 Ubach-Palenberg
Telefoon: 49(0)2451/9112647
Fax: 49(0)2451/409642
E-mail: newsoft@softbay.de
URL: http://de.newsoft.eu.com/
Firmanaam: Guildsoft Ltd
Adres: Not Open
Telefoon: 44-01752-201148
Fax: 44-01752-894833
E-mail: Tech@guildsoft.co.uk
URL: http://uk.newsoft.eu.com/
DE DCP MET EEN MACINTOSH
®
GEBRUIKEN 11 - 24
[Frankrijk]
[Italië]
[Spanje]
[Overige landen]
Firmanaam: Partners In Europa
Adres: Unit 14, Distribution Centre
Shannon Ind. Est
Shannon, Co. Clare
Ierland
Telefoon: 33-1-49462340
E-mail: Newsoft@pie.ie
Firmanaam: V.I.P
Adres: Not Open
Telefoon: 166821700
Fax: 532786999
E-mail: supporto@gensoftonline.com
Firmanaam: Atlantic Devices
Adres: Caputxins, 58, 08700 Igualada
Telefoon: 938040702-33
Fax: 938054057
E-mail: support@atlanticdevices.com
E-mail: tech@newsoft.eu.com
12 - 1 SCANNEN IN EEN NETWERK
12
Om de DCP te gebruiken als netwerkscanner, moet de NC-9100h
netwerkkaart in de DCP geïnstalleerd zijn. Bovendien moeten
TCP/IP. U kunt de instellingen van de NC-9100h netwerkkaart
wijzigen vanaf het bedieningspaneel of met de Professional utility of
Web Management BRAdmin. (raadpleeg de handleiding van de
NC-9100h op de CD-ROM.)
Uw PC aanmelden met de DCP
Wanneer u de DCP, die bij het installeren van MFL-Pro (zie de
Installatiehandleiding) op uw PC is geregistreerd, wilt wijzigen, volgt
u deze procedure.
1
Voor Windows
®
98/Me/2000
In het menu Start selecteert u Configuratiescherm, Scanners
en camera’s en klikt u met de rechtermuisknop op de scanner.
Selecteer Eigenschappen om het dialoogvenster
Eigenschappen netwerkscanner te zien.
Voor Windows
®
XP
In het menu Start selecteert u Configuratiescherm, Printers
en faxapparaten, Scanners en camera’s (of
Configuratiescherm, Scanners en camera’s) en klikt u met
de rechtermuisknop op het scannerpictogram.
Scannen in een netwerk
(alleen Windows
®
98/98SE/Me/2000 Professional en XP)
SCANNEN IN EEN NETWERK 12 - 2
*Selecteer Eigenschappen om het dialoogvenster
Eigenschappen netwerkscanner te zien.
2
Klik op het tabblad Netwerkinstellingen in het dialoogvenster
en selecteer een methode om de DCP te specificeren als
netwerkscanner voor uw PC.
<
12 - 3 SCANNEN IN EEN NETWERK
Specificeer uw machine per adres
Voer het IP-adres van de DCP in het veld IP Address in.
Klik op Toepassen en op OK.
Specificeer uw machine per naam
Voer de naam van de DCP node in het veld Node Name in.
Klik op Toepassen en op OK.
Zoeken in een lijst met beschikbare apparaten
Klik op Bladeren en selecteer het apparaat dat u wil gebruiken.
Klik op OK.
Klik op Toepassen en op OK.
SCANNEN IN EEN NETWERK 12 - 4
3
Klik op het tabblad Scan naar Knop in het dialoogvenster en
voer de naam van uw PC in het veld Display Name in. Het
LCD-scherm van de DCP geeft de naam weer die u hier invoert.
De standaardinstelling is de naam van uw PC. U kunt hier een
naam invoeren.
4
U kunt het ontvangen van ongewenste documenten vermijden
door een PIN-code van 4 cijfers in te stellen. Voer uw PIN-code
in het veld PIN Number en Retype PIN Number in. Om
gegevens te verzenden naar een PC die is beveiligd met een
PIN-code, vraagt het LCD-scherm de PIN-code in te voeren
voor het document kan worden gescand en naar de DCP
verzonden. (Raadpleeg De scantoets gebruiken op pagina 12-5
t/m 12-8.)
12 - 5 SCANNEN IN EEN NETWERK
De scantoets gebruiken
Scannen naar e-mail (PC)
Wanneer u Scan naar e-mail (PC) selecteert, wordt uw document
gescand en direct naar de PC verzonden die u in het netwerk hebt
ingesteld. De Brother SmartUI activeert de standaard
e-mailtoepassing op de ingestelde PC zodat het document naar de
geadresseerde kan worden verzonden. U kunt een
zwart-witdocument of kleurendocument scannen. Dit wordt dan als
bijlage verzonden bij het e-mailbericht.
U kunt de configuratie van de toets
Scan
wijzigen. Voor Windows
®
98/98SE/Me/2000: (Raadpleeg Naar e-mail scannen op pagina 9-10
t/m 9-11.) (Voor Windows
®
XP: Raadpleeg Apparatuursectie: de
configuratie van de toets Scan to wijzigen op pagina 10-5 t/m 10-9.)
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Druk op
Scan
.
3
Druk op of om
Scan
naar e-mail
te selecteren.
Druk op
Set
.
4
Druk op of om de PC te
kiezen die u wil gebruiken voor het
e-mailen van uw document.
Druk op
Set
.
Wanneer het LCD-scherm u vraagt een PIN-code in te voeren,
voert u op het bedieningspaneel de 4 cijfers van de PIN-code
voor de betreffende PC in.
Druk op
Set
.
De DCP begint het document te scannen.
Voor netwerkscannen worden de selecties van het Brother
Control Center (SmartUI) alleen gebruikt voor het configureren
van de Scantoets. U kunt het netwerkscannen niet starten met
het Brother Control Center (SmartUI).
Scan naar e-mail
Scan naar beeld
Scan naar OCR
Scan n. bestnd
Kies
▲▼
& Set
SCANNEN IN EEN NETWERK 12 - 6
Naar beeld scannen
Wanneer u Scan naar beeld selecteert, wordt uw document gescand
en direct naar de PC verzonden die u in het netwerk hebt ingesteld.
De Brother SmartUI activeert de standaard grafische toepassing op
de betreffende PC. U kunt de configuratie van de toets
Scan
wijzigen. (Voor Windows
®
98/Me/2000: Raadpleeg Naar beeld
scannen op pagina 9-14.) (Voor Windows
®
XP: Raadpleeg
Apparatuursectie: de configuratie van de toets Scan to wijzigen op
pagina 10-5 t/m 10-10.)
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Druk op
Scan
.
3
Druk op of om
Scan
naar beeld
te selecteren.
Druk op
Set
.
4
Druk op of om de
gewenste bestemming te
selecteren.
Druk op
Set
.
Wanneer het LCD-scherm u vraagt een PIN-code in te voeren,
voert u op het bedieningspaneel de 4 cijfers van de PIN-code
voor de betreffende PC in.
Druk op
Set
.
De DCP begint het document te scannen.
Voor netwerkscannen worden de selecties van het Brother
Control Center (SmartUI) alleen gebruikt voor het configureren
van de Scantoets. U kunt het netwerkscannen niet starten met
het Brother Control Center (SmartUI).
Scan naar e-mail
Scan naar beeld
Scan naar OCR
Scan n. bestnd
Kies
▲▼
& Set
12 - 7 SCANNEN IN EEN NETWERK
Scan naar OCR
Wanneer u Scan naar OCR selecteert, wordt uw document gescand
en direct naar de PC verzonden die u in het netwerk hebt ingesteld.
De Brother SmartUI activeert ScanSoft
®
TextBridge
®
en converteert
uw document naar tekst. Deze tekst kunt u dan weergeven en
bewerken in een tekstverwerker op de betreffende PC. U kunt de
configuratie van de toets
Scan
wijzigen.
(Voor Windows
®
98/Me/2000: Raadpleeg Naar OCR scannen
(tekstverwerker) op pagina 9-12 t/m 9-13.) (Voor Windows
®
XP:
Raadpleeg Apparatuursectie: de configuratie van de toets Scan to
wijzigen op pagina 10-5 t/m 10-11.)
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Druk op
Scan
.
3
Druk op of om
Scan
naar OCR
te selecteren.
Druk op
Set
.
4
Druk op of om de
gewenste bestemming te
selecteren.
Druk op
Set
.
Wanneer het LCD-scherm u vraagt een PIN-code in te voeren,
voert u op het bedieningspaneel de 4 cijfers van de PIN-code
voor de betreffende PC in.
Druk op
Set
.
De DCP begint het document te scannen.
Voor netwerkscannen worden de selecties van het Brother
Control Center (SmartUI) alleen gebruikt voor het configureren
van de Scantoets. U kunt het netwerkscannen niet starten met
het Brother Control Center (SmartUI).
Scan naar e-mail
Scan naar beeld
Scan naar OCR
Scan n. bestnd
Kies
▲▼
& Set
SCANNEN IN EEN NETWERK 12 - 8
Naar een bestand scannen
Wanneer u Scan to File selecteert, kunt u een zwart-witdocument of
kleurendocument scannen en direct verzenden naar een PC in het
netwerk. Het bestand wordt opgeslagen in de map en met het
bestandsformaat dat u op de betreffende PC hebt geconfigureerd in
de Brother SmartUI. U kunt de configuratie van de toets
Scan
wijzigen.
(Voor Windows
®
98/Me/2000: Raadpleeg Naar bestand scannen op
pagina 9-8 t/m 9-9.) (Voor Windows
®
XP: Raadpleeg
Apparatuursectie: de configuratie van de toets Scan to wijzigen op
pagina 10-5 t/m 10-11.)
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
2
Druk op
Scan
.
3
Druk op of om
Scan n.
bestnd
te selecteren.
Druk op
Set
.
4
Druk op of om de
gewenste bestemming te
selecteren.
Druk op
Set
.
Wanneer het LCD-scherm u vraagt een PIN-code in te voeren,
voert u op het bedieningspaneel de 4 cijfers van de PIN-code
voor de betreffende PC in.
Druk op
Set
.
De DCP begint het document te scannen.
Voor netwerkscannen worden de selecties van het Brother
Control Center (SmartUI) alleen gebruikt voor het configureren
van de Scantoets. U kunt het netwerkscannen niet starten met
het Brother Control Center (SmartUI).
Max. 25 clients kunnen zijn aangesloten op een DCP binnen
een netwerk. Wanneer bijvoorbeeld 30 clients tegelijk een
verbinding proberen maken, worden er 5 niet weergegeven op
het LCD-scherm.
Scan naar e-mail
Scan naar beeld
Scan naar OCR
Scan n. bestnd
Kies
▲▼
& Set
13 - 1 BELANGRIJKE INFORMATIE
13
IEC 60825 specificatie
Dit apparaat is een Class I laserproduct, zoals bepaald in IEC 60825.
Het onderstaande label is bijgevoegd in de landen waar dit
noodzakelijk is.
Deze machine heeft een Class 3B laserdiode die onzichtbare
laserstraling in de scannerunit straalt. De scannerunit mag in geen
geval worden geopend.
Laserdiode
Golflengte: 760 - 810 nm
Vermogen: 5 mW max.
Categorie: Class 3B
Waarschuwing
Het gebruik van sturingen, aanpassingen of toepassingen en procedures
die afwijken van deze uit deze handleiding kunnen gevaarlijke
blootstelling aan straling veroorzaken.
Belangrijke informatie
CLASS 1 LASER PRODUCT
APPAREIL À LASER DE CLASSE 1
LASER KLASSE 1 PRODUKT
BELANGRIJKE INFORMATIE 13 - 2
Voor uw veiligheid
Voor een veilige werking moet de meegeleverde stekker in een
normaal stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net
geaard is.
Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per
se dat de voeding is geaard en dat de installatie volkomen veilig is.
Het is in uw eigen belang dat u in geval van twijfel omtrent de aarding
een bevoegd elektricien raadpleegt.
Het apparaat loskoppelen
Dit product moet worden geïnstalleerd in de nabijheid van een goed
bereikbare wandcontactdoos. In geval van nood moet u het netsnoer
uit het wandcontact trekken om het apparaat compleet uit te
schakelen.
LAN-aansluiting
Waarschuwing: Dit apparaat alleen aansluiten op LAN-verbindingen
die niet kunnen blootstaan aan overspanningen.
Naleving van de International E
NERGY
S
TAR
®
normen
Het doel van het International E
NERGY
S
TAR
®
programma is het
bevorderen van de ontwikkeling en verspreiding van
energie-efficiënte kantoorapparatuur.
Brother Industries, Ltd. is een partner in het E
NERGY
S
TAR
®
-programma en verklaart dat dit product voldoet aan de
richtlijnen van E
NERGY
S
TAR
®
inzake energiebesparing.
13 - 3 BELANGRIJKE INFORMATIE
Radiostoring (alleen voor modellen van 220-240
volt)
Dit product voldoet aan EN55022(CISPR Publication 22)/Klasse B.
Voor dit product gebruikt wordt, moet u ervoor zorgen dat u de
volgende interfacekabels gebruikt.
1
Een afgeschermde parallelle interfacekabel met twisted pair
bedrading en met de markering “IEEE 1284 compatibel”. De
kabel mag niet langer zijn dan 1,8 meter.
2
Een USB-kabel. De kabel mag niet langer zijn dan 2,0 meter.
BELANGRIJKE INFORMATIE 13 - 4
Belangrijke veiligheidsinstructies
1
Lees alle instructies door.
2
Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan.
3
Volg alle waarschuwingen en instructies die op het apparaat
worden aangegeven.
4
Zet de DCP uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u
de machine gaat reinigen. Gebruik geen vloeibare
reinigingsmiddelen of aërosols. Gebruik een vochtige doek om
het apparaat schoon te maken.
5
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water.
6
Zet het apparaat niet op een onstabiel oppervlak, stelling of
tafel. Het apparaat kan dan namelijk vallen, waardoor het
ernstig kan worden beschadigd.
7
Gleuven en openingen in de behuizing en de achter- en
onderkant zijn voor de ventilatie: om zeker te zijn van de
betrouwbare werking van het apparaat en om het te
beschermen tegen oververhitting, mogen deze openingen
beslist nooit worden afgesloten of afgedekt. De openingen
mogen beslist nooit worden afgedekt door het apparaat op een
bed, een bank of een kleed of op een soortgelijk oppervlak te
zetten. Zet het apparaat nooit in de buurt van of boven een
radiator of verwarmingsapparatuur. Het apparaat mag nooit in
een kast worden ingebouwd, tenzij voldoende ventilatie
aanwezig is.
8
Dit apparaat moet worden aangesloten op een spanningsbron
zoals op het etiket staat aangegeven. Als u niet zeker weet
welke soort stroom geleverd wordt, neem dan contact op met
uw wederverkoper of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
Gebruik alleen het netsnoer dat is geleverd bij de DCP.
9
Dit apparaat is voorzien van een 3-draads geaard snoer en een
geaarde stekker. Deze stekker past alleen in een geaard
stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Kan de stekker niet
in uw stopcontact worden gebruikt, raadpleeg dan een
elektricien en vraag hem uw oude stopcontact te vervangen.
Het is absoluut noodzakelijk dat een geaarde stekker en een
geaard stopcontact worden gebruikt.
13 - 5 BELANGRIJKE INFORMATIE
10
Plaats nooit iets op het netsnoer. Zet het apparaat niet op een
plaats waar mensen over de snoeren kunnen lopen.
11
Wacht totdat de DCP de pagina’s heeft uitgeworpen alvorens ze
aan te raken.
12
Trek de stekker uit de wandcontactdoos en raadpleeg een
geautoriseerde servicemonteur wanneer het volgende zich
voordoet:
Wanneer het netsnoer defect of uitgerafeld is.
Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst.
Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
Wanneer het apparaat niet normaal functioneert, ondanks
het naleven van de bedieningsinstructies. Alleen de
instellingen aanpassen die zijn aangegeven in de
bedieningshandleiding. Onvakkundig aanpassen van
andere instellingen kunnen schade veroorzaken en eisen
vaak uitvoerige reparaties door een vakbekwaam monteur.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing is
beschadigd.
Als het apparaat duidelijk anders gaat presteren, waarbij
reparatie nodig blijkt.
13
Om uw apparaat te beveiligen tegen stroompieken en –
schommelingen, adviseren wij het gebruik van een
overstroombeveiliging.
14
Om het risico van brand, stroomstoot of lichamelijk letsel te
reduceren, leest u aandachtig volgende maatregelen:
Gebruik dit product niet in de buurt van apparaten die water
gebruiken, in een natte kelder of in de buurt van een
zwembad.
Gebruik alleen het netsnoer dat is aangegeven in deze
handleiding.
BELANGRIJKE INFORMATIE 13 - 6
Handelsmerken
Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van
Brother Industries, Ltd.
Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother
Industries, Ltd.
Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van
Brother International Corporation.
© Copyright 2003 Brother Industries, Ltd. Alle rechten
voorbehouden.
Windows, Microsoft en Windows NT zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft in de VS en andere landen.
Macintosh, QuickDraw, iMac en iBook zijn handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken Apple Computer, Inc.
Postscript en Postscript Level 3 zijn geregistreerde handelsmerken
van Adobe Systems Incorporated.
PaperPort en TextBridge zijn wettig gedeponeerde handelsmerken
van ScanSoft, Inc.
Presto! PageManager is een wettig gedeponeerd handelsmerk van
NewSoft Technology Corporation.
Elk bedrijf wiens software in deze handleiding wordt vermeld, heeft
een softwarelicentieovereenkomst die specifiek bedoeld is voor de
desbetreffende programma’s.
Alle andere merknamen en productnamen die in deze
handleiding worden gebruikt, zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
14 - 1 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
14
Problemen oplossen
Foutmeldingen
Zoals met alle verfijnde kantoorproducten het geval kan zijn, kan het
gebeuren dat u problemen krijgt met deze machine. In dergelijke
gevallen kan de DCP het probleem doorgaans zelf identificeren en
wordt een foutmelding weergegeven. De onderstaande lijst geeft
een overzicht van de meest voorkomende foutmeldingen.
Problemen oplossen en
routineonderhoud
FOUTMELDINGEN
FOUTMELDING OORZAAK WAT TE DOEN
Drum bijna
leeg
De drum is aan het einde van zijn
gebruiksduur.
Gebruik de drum tot u
afdrukproblemen krijgt en plaats dan
een nieuwe drum.
De drumteller is niet gereset. 1. Open het frontdeksel en druk op
Clear/Back
.
2. Druk op 1 om te resetten.
Document
nazien
De documenten zijn niet goed geplaatst of het
document dat via de ADF is gescand, is
langer dan 90 cm.
Raadpleeg Vastgelopen papier op
pagina 14-4.
Papier nazien
Cassette1
nazien
Cassette2
nazien
De DCP heeft geen papier meer of het papier
is niet goed in de papierlade geplaatst.
Vul papier bij in de papierlade of
MP-lade.
OF
Verwijder het papier en leg het
opnieuw in de lade.
Check papier
MP
Er is geen papier meer in de MP-lade. Vul papier bij. (Raadpleeg Papier of
andere media in de multifunctionele
papierlade plaatsen (MP-lade) (voor
DCP-8025D) op pagina 2-9.)
Papierform.
fout
Wanneer u deze fout ziet,
komt het papier in de
papierlade niet overeen met het formaat dat u
hebt ingesteld in
Menu, 1, 2.
Plaats het correcte papierformaat of
verander de standaardinstelling.
(Raadpleeg De papiersoort instellen
op pagina 4-1).
Scanslot
nazien
Het scanslot is gesloten. Zet de scannervergrendeling los en
druk op Stop/Exit.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 2
Afkoelen
Ogenblikje
aub
De temperatuur van de drumeenheid of de
tonercartridge is te hoog. De DCP
onderbreekt de huidige afdruktaak en gaat in
afkoelmodus. Tijdens het afkoelen hoort u de
koelventilator draaien. Op de display van de
DCP ziet u Afkoelen en Ogenblikje aub.
Het afkoelen duurt circa 20 minuten.
Kap open
Kap sluiten
aub
Het frontdeksel is niet goed gesloten. Sluit het frontdeksel voor de
drumeenheid.
DX-hendel
fout
De hefboom van de papierinstelling voor
duplexprinten is niet correct ingesteld voor
het papierformaat.
Zet de hefboom in de correcte
stand. (Raadpleeg De automatische
duplexfunctie gebruiken bij het
kopiëren en afdrukken (voor
DCP-8025D) op pagina 2-11.)
Face Up Open De uitvoerlade met de bedrukte zijde naar
boven, is open.
Sluit de uitvoerlade.
Fuser is open Het fuserdeksel is open. Sluit het deksel. (Raadpleeg
Vastgelopen papier op pagina
14-5.)
Machinefout
XX
De DCP heeft een mechanisch probleem. Neemt contact op met Brother of
met uw dealer.
Geen
duplexlade
U probeerde duplex te printen terwijl het
duplexdeksel open was.
Installeer de duplexlade correct.
(Raadpleeg Papier is vastgelopen in
de duplexlade (voor DCP-8025D)
op pagina 14-9.)
Geheugen vol U kunt geen gegevens in het geheugen
opslaan.
(Bezig met kopiëren)
Druk op Stop/Exit en wacht tot de
andere processen zijn afgewerkt en
probeer opnieuw.
OF
Breid het geheugen uit. (Raadpleeg
Geheugenkaart op pagina 15-1.)
(Bezig met afdrukken)
Verminder de printresolutie.
(Raadpleeg Afdrukkwaliteit op
pagina 7-5.)
OF
Verwijder de gegevens in het
geheugen. (Raadpleeg De melding
Geheugen vol op pagina 5-5.)
OF
Breid het geheugen uit. (Raadpleeg
Geheugenkaart op pagina 15-1.)
FOUTMELDINGEN
FOUTMELDING OORZAAK WAT TE DOEN
14 - 3 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
Papierstoring
Het papier is vastgelopen in de DCP. Raadpleeg Vastgelopen papier op
pagina 14-5 en Papier is
vastgelopen in de duplexlade (voor
DCP-8025D) op pagina 14-9.
Open deksel Een vel, een stuk papier of een papierklem zit
vast in de DCP.
Open het frontdeksel. Wanneer u
vastgelopen papier of een ander
voorwerp ziet, dient u dit voorzichtig
te verwijderen en het frontdeksel te
sluiten. Wanneer dit bericht niet
verdwijnt, dient u het frontdeksel
nog eens te openen en te sluiten.
Wanneer de DCP niet zelf kan
resetten en terugkeren naar de
datum- en tijdnotatie, geeft de
display Machinefout XX weer.
Neemt contact op met Brother of
met uw dealer.
Toner op Er is geen tonercartridge geïnstalleerd.
OF
De toner is op en de machine kan niet meer
printen.
Installeer de tonercartridge.
OF
Vervang de tonercartridge.
(Raadpleeg De tonercartridge
vervangen op pagina 14-24.)
Tonerniv.
laag
Wanneer het LCD-scherm Tonerniv. laag
weergeeft, kunt u nog steeds printen.
Maar de toner is bijna leeg en de DCP zegt
dat de toner bijna op is.
Bestel een nieuwe tonercartridge.
FOUTMELDINGEN
FOUTMELDING OORZAAK WAT TE DOEN
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 4
Vastgelopen papier
Afhankelijk van de plaats waar het papier is vastgelopen, volgt u de
betreffende instructies om het probleem op te lossen.
Het document is bovenaan de ADF vastgelopen.
1
Verwijder alle papier uit
de ADF dat niet is
vastgelopen.
2
Open het ADF-deksel.
3
Trek het vastgelopen
document rechts uit.
4
Sluit het ADF-deksel.
5
Druk op
Stop/Exit
.
Het document is in de ADF vastgelopen.
1
Verwijder alle papier uit de
ADF dat niet is
vastgelopen.
2
Til het documentdeksel op.
3
Trek het vastgelopen
document rechts uit.
4
Sluit het documentdeksel.
5
Druk op
Stop/Exit
.
OF
1
Haal de ADF-steun uit de ADF.
2
Trek het vastgelopen document rechts uit.
3
Druk op
Stop/Exit
.
14 - 5 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
Vastgelopen papier
Om vastgelopen papier te verwijderen, volgt u onderstaande
stappen.
WAARS CHUWING
Wanneer u de DCP pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in
de DCP erg heet. Wanneer u het frontdeksel of de papierlade
achteraan de DCP opent, mag u nooit de onderdelen aanraken die
in onderstaande illustratie gearceerd zijn.
Verwijder het vastgelopen papier als volgt.
Wanneer het vastgelopen papier helemaal is verwijderd met behulp van
onderstaande tips, kunt u de papierlade eerst installeren en daarna het
frontdeksel sluiten. De DCP gaat automatisch verder met printen.
Als het papier vastloopt wanneer u de optionele onderlade
gebruikt, moet u controleren of de bovenste papierlade
correct is geïnstalleerd.
Haal alle papier uit de papierlade en leg de stapel recht
wanneer u nieuw papier plaatst. Hierdoor vermijdt u dat
meerdere vellen tegelijk in de DCP worden ingevoerd en dat
het papier vastloopt.
HEETHEET
Vooraanzicht Achteraanzicht
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 6
1
Trek de papierlade helemaal uit de DCP.
2
Trek het vastgelopen papier uit de DCP.
3
Druk op de ontgrendelknop en open het frontdeksel.
4
Verwijder de drumeenheid. Trek het vastgelopen papier uit de
DCP. Wanneer u de drumeenheid niet gemakkelijk kan
verwijderen, mag u dit in geen geval forceren. U kunt beter het
vastgelopen papier uit de papierlade proberen trekken.
14 - 7 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
WAARS CHUWING
Om te vermijden dat de DCP wordt beschadigd door statische
elektriciteit, mag u de elektroden (zie onderstaande illustratie) niet
aanraken.
5
Open de uitvoerlade achteraan. Trek het vastgelopen papier uit
de fusereenheid. Wanneer het vastgelopen papier kan worden
verwijderd, gaat u naar stap 7.
Wanneer u het papier achteraan uit de DCP moet trekken, kan
de fuser vuil worden door tonerpoeder en kunnen de volgende
afdrukken vuil zijn. Print enkele testpagina’s tot de fuser weer
schoon is.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 8
WAARS CHUWING
Wanneer u de DCP pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in
de DCP erg HEET! Wacht tot de DCP is afgekoeld voor u de interne
onderdelen van de DCP aanraakt.
6
Open de klep waar u het vastgelopen papier kunt verwijderen
(het fuserdeksel). Trek het vastgelopen papier uit de fuser.
7
Sluit het deksel. Sluit de uitvoerlade achteraan.
HEET!
Achteraanzicht
Klep waar papier
vastgelopen is wordt
verwijderd
(fuserdeksel)
14 - 9 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
8
Duw de ontgrendeling naar beneden en neem de tonercartridge
uit de drumeenheid. Verwijder eventueel vastgelopen papier in
de drumeenheid.
9
Installeer de drumeenheid weer in de DCP.
10
Installeer de papierlade in de DCP.
11
Sluit het frontdeksel.
Papier is vastgelopen in de duplexlade (voor DCP-8025D)
1
Trek de duplexlade en de papierlade uit de DCP.
2
Trek het vastgelopen papier uit de DCP.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 10
3
Schuif de duplexlade en de papierlade weer in de DCP.
Het bericht
Jam Duplex
wordt weergegeven wanneer u
een vel papier uit de uitvoerlade met de bedrukte zijde naar
beneden hebt verwijderd en slechts een zijde is bedrukt.
Wanneer de hefboom voor de papierinstelling voor
duplexprinten niet correct is ingesteld voor het
papierformaat, kan het papier vastlopen en is de afdruk niet
correct op het blad gepositioneerd.
14 - 11 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
Als u problemen met de DCP hebt
Als de kopie er goed uitziet, heeft het probleem waarschijnlijk niet
met de DCP te maken. Controleer onderstaande tabel en volg de
instructies.
PROBLEEM SUGGESTIES
Problemen met het afdrukken of ontvangen van faxen
Tekst staat te dicht op elkaar,
en horizontale strepen op de
pagina, of de boven- en
onderkant van tekst ontbreekt.
Als de kopie er slecht uitziet, moet u de scanner reinigen. Blijft het
probleem zich voordoen, bel dan Brother of uw leverancier en maak een
afspraak voor een servicebeurt.
Slechte afdrukkwaliteit. Raadpleeg De afdrukkwaliteit verbeteren op pagina 14-14.
Verticale zwarte strepen De primaire coronadraad van de DCP is waarschijnlijk vuil. Reinig de
primaire coronadraad (Raadpleeg De drumeenheid reinigen op pagina
14-23.)
Problemen met de kopieerkwaliteit
Verticale strepen op de
kopieën.
Soms ziet u verticale strepen op uw kopieën. Dit betekent dat de
scanner of de primaire printcorona vuil is. Reinig beide onderdelen.
(Raadpleeg De scanner reinigen op pagina 14-21 en De drumeenheid
reinigen op pagina 14-23.)
Problemen met de printer
De DCP print niet. Controleer de volgende punten:
De DCP is aangesloten en de stroomschakelaar is Aan. (Zie de
Handleiding voor snelle installatie.)
De tonercartridge en drumeenheid zijn correct geïnstalleerd.
(Raadpleeg De drumeenheid vervangen op pagina 14-29.)
De interfacekabel is goed aangesloten tussen de DCP en de
computer. (Raadpleeg de handleiding voor snelle installatie.)
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft.
(Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 14-1.)
De DCP print onverwacht of
print “rommel”.
Reset DCP of zet deze uit en weer aan. Controleer de instellingen in uw
toepassing en controleer of deze kan samenwerken met uw DCP.
De DCP print de eerste
pagina’s correct, maar dan
ontbreekt tekst op enkele
pagina’s.
Uw computer herkent het signaal “buffer vol” van de printer niet. Sluit de
DCP-kabel correct aan.
De DCP kan geen volle
pagina’s van een document
printen.
Geheugen vol bericht wordt
weergegeven.
Verlaag de printresolutie. Maak uw document minder complex en
probeer opnieuw. Verlaag de grafische kwaliteit of verminder het aantal
lettertypen in uw toepassing.
Mijn kop- en voetteksten
worden op het scherm
weergegeven, maar worden
niet afgedrukt.
De meeste laserprinters hebben een kleine marge die buiten het
afdrukbereik valt. Meestal zijn dit de eerste en laatste twee lijnen en kunt
u op een blad 62 lijnen printen. Pas de boven- en ondermarge voor uw
document aan.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 12
Problemen met het scannen
Tijdens het scannen treden er
TWAIN-fouten op.
Zorg dat de TWAIN-driver van Brother als primaire bron is geselecteerd.
Klik in PaperPort
®
in het bestandsmenu op de scanopdracht en
selecteer de Brother TWAIN-driver.
Problemen met software
Kan ‘2 op 1 of 4 op 1’
afdrukken niet uitvoeren.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en
de printerdriver hetzelfde zijn.
Kan niet afdrukken wanneer
Adobe Illustrator wordt
gebruikt.
Gebruik een lagere resolutie.
Bij het gebruik van ATM
lettertypen ontbreken
sommige tekens of worden ze
vervangen door andere
tekens.
Wanneer u Windows
®
95/98/98SE/Me gebruikt, selecteert u
‘Printerinstellingen’ in het ‘Start’ menu. Selecteer de eigenschappen van
de ‘Brother DCP-8020 of DCP-8025D (USB) Printer’. Klik op ‘Spool
Setting’ op het tabblad ‘Details’. Selecteer ‘RAW’ in het ‘Spool Data
Format.’
De foutmelding “Kan niet
afdrukken naar LPT1” of
“LPT1 in gebruik” wordt
weergegeven.
1. Controleer of de DCP aan is (netsnoer aangesloten en
stroomschakelaar aan) en dat deze direct is aangesloten op de
computer met de IEEE-1284 bi-directionele parallelle kabel. De kabel
mag niet door een ander randapparaat gaan (zoals een Zip Drive,
externe CD-ROM Drive, of Switch box).
2. Op het LCD-scherm van de DCP mag geen foutmelding staan.
3. Controleer of andere apparaatdrivers, die ook communiceren via de
parallelle poort, automatisch worden geactiveerd wanneer u de
computer opstart (zoals drivers voor Zip Drives, externe CD-ROM
Drive, enz. Controleer het volgende: (Load=, Run=commandoregels
in het win.ini bestand of de Statup Group).
4. Vraag aan de fabrikant van uw computer of de BIOS-instellingen voor
de parallelle poort zijn ingesteld voor een bi-directionele machine;
(Parallel Port Mode – ECP).
Er wordt gemeld dat de DCP
bezig is, of dat er geen
verbinding met DCP kan
worden gemaakt.
Er wordt gemeld dat er geen
verbinding met de DCP kan
worden gemaakt.
Als de DCP niet op de pc is aangesloten en u de Brother-software
opstart, wordt telkens wanneer u Windows
®
start gemeld dat er geen
verbinding met de DCP kan worden gemaakt. U kunt deze melding
negeren of als volgt uitschakelen. Dubbelklik op de meegeleverde
cd-rom op "\tool\WarnOFF.REG".
De scantoets op het bedieningspaneel van de DCP werkt pas nadat u
de pc met de DCP erop aangesloten opnieuw hebt opgestart. Als u de
melding weer wilt inschakelen, dubbelklikt u op de meegeleverde
cd-rom op "\tool\WarnON.REG".
PROBLEEM SUGGESTIES
14 - 13 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
Problemen met het papier
De DCP voert geen papier in.
Het LCD-scherm geeft
Papier nazien of
Papierstoring weer.
Controleer of het bericht Papier nazien of Papierstoring op het
LCD-scherm is weergegeven. Wanneer de lade leeg is, vult u papier bij.
Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst.
Wanneer het papier gekruld is, moet u het strekken. Soms moet u het
papier uit de lade halen, de stapel omdraaien en weer in de lade
plaatsen. Plaats minder papier in de lade en probeer opnieuw.
Controleer of de papierlade voor handmatige invoer of de MP-lade niet
zijn geselecteerd in de printerdriver.
De DCP voert geen papier in
vanuit de papierlade voor
handmatige invoer.
Schuif het papier goed in en voer vel per vel in. Controleer of de
papierlade voor handmatige invoer of de MP-lade is geselecteerd in de
printerdriver.
Hoe voer ik enveloppen in? U kunt enveloppen invoeren via de papierlade voor handmatige invoer
of de MP-lade. Uw toepassing moet zo zijn ingesteld dat u het
betreffende envelopformaat kunt printen. Dit stelt u meestal in via het
menu Papierinstellingen of Documentinstellingen in uw toepassing. Zie
het handboek bij uw software.
Welk papier kan ik gebruiken? U kunt normaal papier, enveloppen, transparanten en etiketten
gebruiken die geschikt zijn voor laserprinters. (Voor informatie over
papier Raadpleeg Bedieningstoetsen voor de printer op pagina 6-17.)
Hoe los ik problemen met
vastgelopen papier op?
Raadpleeg Vastgelopen papier op pagina 14-5.
Problemen met de afdrukkwaliteit
De afgedrukte pagina’s zijn
gekruld.
Dun of dik papier dat buiten de standaard valt, kan dit probleem
veroorzaken. Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd.
(Raadpleeg De papiersoort instellen op pagina 4-1 en Soort papier op
pagina 7-4.)
De afgedrukte pagina’s zijn
vlekkerig.
U hebt de verkeerde papiersoort ingesteld voor het papier dat u
gebruikt—OF—Het gebruikte papier is te dik of te gestructureerd.
(Raadpleeg De papiersoort instellen op pagina 4-1 en Soort papier op
pagina 7-4.)
De afdrukken zijn te licht. Zet de toner-bespaarstand uit in het tabblad Geavanceerde instellingen
van de printerdriver. (Raadpleeg Toner-bespaarstand op pagina 7-6.)
Problemen met het netwerk
Ik kan niet via het netwerk
printen.
Controleer of de DCP aan, on line en klaar is om te printen. Druk op de
toets Test. De huidige instellingen van de NC-9100h worden afgedrukt.
Controleer of de kabels en de netwerkaansluitingen goed zijn. Probeer,
indien mogelijk, de DCP aan te sluiten op een andere poort van de hub
en gebruik een andere kabel. Controleer of de LED’s actief zijn. De
NC-9100h heeft een tweekleurige LED voor de probleemdiagnose.
PROBLEEM SUGGESTIES
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 14
De afdrukkwaliteit verbeteren
In dit deel vindt u informatie over volgende onderwerpen:
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
Vage afdruk
Controleer de omgeving van de printer. Factoren, zoals vochtigheid,
hoge temperatuur enz. kunnen deze storing veroorzaken. (Raadpleeg
Een geschikte plaats kiezen op pagina v.)
Wanneer de hele pagina te licht is, kan de functie Toner-bespaarstand
aan zijn. Zet de Toner-bespaarstand uit in het tabblad Eigenschappen
van de driver.
OF
Wanneer de DCP niet is aangesloten op een computer, zet u de
toner-bespaarstand uit in de DCP zelf. (Raadpleeg Toner sparen op
pagina 4-4.)
Installeer een nieuwe tonercartridge. (Raadpleeg De tonercartridge
vervangen op pagina 14-24.)
Installeer een nieuwe drumeenheid. (Raadpleeg De drumeenheid
vervangen op pagina 14-29.)
Grijze achtergrond
Controleer of het papier dat u gebruikt geschikt is voor de printer.
(Raadpleeg Omtrent papier op pagina 2-1.)
Controleer de omgeving van de printer – hoge temperaturen en een
hoge vochtigheid kunnen leiden tot grijze achtergronden. (Raadpleeg
Een geschikte plaats kiezen op pagina v.)
Gebruik een nieuwe tonercartridge. (Raadpleeg De tonercartridge
vervangen op pagina 14-24.)
Gebruik een nieuwe drumeenheid. (Raadpleeg De drumeenheid
vervangen op pagina 14-29.)
Beeldschaduw
Controleer of u geschikt papier gebruikt. Gestructureerd of erg dik
papier kan dit probleem veroorzaken.
Controleer of u in de printerdriver de geschikte papiersoort hebt
gekozen. (Raadpleeg Omtrent papier op pagina 2-1.)
Gebruik een nieuwe drumeenheid. (Raadpleeg De drumeenheid
vervangen op pagina 14-29.)
Tonervlekken
Controleer of u geschikt papier gebruikt. Gestructureerd papier kan dit
probleem veroorzaken. (Raadpleeg Omtrent papier op pagina 2-1.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer nieuwe
drumeenheid. (Raadpleeg De drumeenheid vervangen op pagina
14-29.)
Ongelijkmatige afdruk
Controleer of u geschikt papier gebruikt. (Raadpleeg Omtrent papier op
pagina 2-1.)
Selecteer Dik papier in de printerdriver of gebruik dunner papier.
Controleer de omgeving van de printer. Omgevingsfactoren, zoals hoge
vochtigheid, kunnen dergelijke storingen veroorzaken. (Raadpleeg Een
geschikte plaats kiezen op pagina v.)
Volledig zwart
U kunt het probleem eventueel oplossen door de primaire corona in de
drum te reinigen. Hiervoor gebruikt u het blauwe lipje. Zorg ervoor dat u
het blauwe lipje terug in de oorspronkelijke stand zet (
). (Raadpleeg
De drumeenheid reinigen op pagina 14-23.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer nieuwe
drumeenheid. (Raadpleeg De drumeenheid vervangen op pagina
14-29.)
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
C
DE
F
d
ef
g
BC
b
c
d
2
3
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
14 - 15 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
Witte vlekken op zwarte
tekst op een afstand van 94
mm
Zwarte vlekken op een
afstand van 94 mm
Wanneer het probleem niet is opgelost na enkele afdrukken, zit er
misschien lijm van de etiketten op de OPC-drum.
Reinig de drumeenheid als volgt:
1 Plaats het afdrukvoorbeeld voor de drumeenheid en bepaal de
exacte plaats van de slechte afdruk.
2 Draai de drum met de hand en controleer nauwkeurig het oppervlak
van de OPC-drum.
Voorzichtig
Zorg ervoor dat u de lichtgevoelige drum niet met de vingers aanraakt.
3 Wanneer u de markering op de drum hebt gevonden die
overeenkomt met de afdruk, veegt u het oppervlak van de OPC-drum
schoon met een wattestaafje tot het stof of het papier van de drum
loskomt.
Voorzichtig
U mag de lichtgevoelige drum nooit reinigen met een scherp voorwerp,
zoals een balpen, enz.
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer nieuwe
drumeenheid. (Raadpleeg De drumeenheid vervangen op pagina
14-29.)
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
94 mm
94 mm
94 mm
94 mm
Lichtgevoelige drum
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 16
Zwarte tonerresten op de
pagina
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer nieuwe
drumeenheid. (Raadpleeg De drumeenheid vervangen op pagina
14-29.)
Controleer of u geschikt papier gebruikt. (Raadpleeg Omtrent papier op
pagina 2-1.)
Wanneer u etiketten voor laserprinters gebruikt, kan de lijm soms op de
OPC-drum blijven kleven. Reinig de drumeenheid. (Raadpleeg De
drumeenheid reinigen op pagina 14-23.)
Gebruik geen papier met klemmen of nietjes. Deze beschadigen
immers het drumoppervlak.
Wanneer de uitgepakte drumeenheid wordt blootgesteld aan direct
zonlicht of kunstlicht, kan de drum worden beschadigd.
Witte lijnen op de pagina
Controleer of u geschikt papier gebruikt. Gestructureerd of erg dik
papier kan dit probleem veroorzaken.
Controleer of u in de printerdriver de geschikte papiersoort hebt
gekozen.
Misschien verdwijnt het probleem vanzelf. Probeer verschillende
afdrukken te maken om dit probleem op te lossen, vooral wanneer de
printer lange tijd niet is gebruikt.
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer nieuwe
drumeenheid. (Raadpleeg De drumeenheid vervangen op pagina
14-29.)
Lijnen op de pagina
Reinig de binnenkant van de printer en de primaire corona in de
drumeenheid. (Raadpleeg De drumeenheid reinigen op pagina 14-23.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer nieuwe
drumeenheid. (Raadpleeg De drumeenheid vervangen op pagina
14-29.)
Verticale zwarte lijnen op het
blad
De afgedrukte pagina’s
hebben verticale tonervlekken.
Reinig de primaire corona van de drumeenheid.
Controleer of het reinigingslipje van de primaire corona in de
oorspronkelijke stand is (
).
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Raadpleeg De drumeenheid vervangen op pagina
14-29.)
De tonercartridge is misschien beschadigd. Plaats een nieuwe
tonercartridge. (Raadpleeg De tonercartridge vervangen op pagina
14-24.) Controleer of er geen stukje papier in de printer op het
scannervenster zit.
De fixeereenheid is misschien beschadigd. Neem contact op met de
klantendienst.
Witte verticale lijnen op de
pagina
Het probleem kan worden opgelost door het scannervenster te reinigen
met een zachte doek. (Raadpleeg De printer reinigen op pagina 14-22.)
De tonercartridge is misschien beschadigd. Plaats een nieuwe
tonercartridge. (Raadpleeg De tonercartridge vervangen op pagina
14-24.)
Pagina schuin
Controleer of het papier goed in de papierlade zit en of de geleiders niet
te strak of te los tegen het papier liggen.
Stel de papiergeleiders correct in.
Wanneer u de papierlade voor handmatige invoer (of de MP-lade)
gebruikt. (Raadpleeg Papier laden op pagina 2-5.)
Er zit teveel papier in de papierlade.
Controleer de papiersoort en de papierkwaliteit. (Raadpleeg Omtrent
papier op pagina 2-1.)
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
A
B
C
D
E
F
G
H
ab
cd
efg
h
ijk
ABCD
abcde
01234
14 - 17 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
Krul of golf
Controleer de papiersoort en de papierkwaliteit. Door hoge
temperaturen en een hoge vochtigheid kan het papier gaan krullen.
Als u de printer niet vaak gebruikt, is het papier misschien te lang in de
papierlade blijven zitten. Draai de stapel papier in de papierlade om.
Blader het papier en draai het 180° in de papierlade.
Probeer te printen via de rechte uitvoerbaan. (Raadpleeg Papier laden
op pagina 2-5.)
Plooien of kreuken
Controleer of het papier correct is geladen.
Controleer de papiersoort en de papierkwaliteit. (Raadpleeg Omtrent
papier op pagina 2-1.)
Probeer te printen via de rechte uitvoerbaan. (Raadpleeg Papier laden
op pagina 2-5.)
Draai de papierstapel in de lade om of draai het papier in de invoerlade
180°.
De drumeenheid is een verbruiksartikel en moet af en toe
worden vervangen.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
B DEFGH
abc efghijk
ACD
bcde
134
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 18
De DCP inpakken en vervoeren
Als u de DCP gaat transporteren, moet u de machine in het
oorspronkelijke verpakkingsmateriaal inpakken. Als u de DCP niet
correct inpakt, kan de garantie vervallen.
1
Zet de stroomschakelaar van de DCP uit.
2
Haal het netsnoer van de DCP uit het stopcontact.
De scanner vergrendelen
3
Zet de scannerhefboom omhoog om de scanner te
vergrendelen. Deze hefboom zit links van de glasplaat.
Voorzichtig
Schade aan de DCP die is veroorzaakt omdat de scanner niet was
vergrendeld voor het verplaatsen en transporteren, kan de garantie
doen vervallen.
4
Open het frontdeksel.
Scannervergrendelingshendel
14 - 19 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
5
Verwijder de drumeenheid en de tonercartridge. Laat de
tonercartridge in de drumeenheid zitten.
6
Doe de drumeenheid en tonereenheid
in de plastic tas en sluit de tas.
7
Sluit het frontdeksel. Klap de steun in
van de uitvoerlade met bedrukte zijde naar beneden.
8
Verpak de DCP in de plastic tas
en doe deze in de originele
doos met het originele
verpakkingsmateriaal.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 20
9
Plaats de drumkit en de tonercartridge, het netsnoer en het
gedrukte materiaal zoals hieronder aangegeven in de kartonnen
doos:
10
Sluit de doos en maak deze dicht met verpakkingstape.
14 - 21 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
Routineonderhoud
De scanner reinigen
Zet de stroomschakelaar van de DCP uit en open het documentdeksel.
Reinig de glasplaat en de glazen strook met een droge doek en de witte
plaat met isopropylalcohol op een pluisvrije doek.
Witte plaat
Documentdeksel
Glazen strook
Witte plaat
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 22
De printer reinigen
Voorzichtig
Gebruik nooit isopropylalcohol om het bedieningspaneel schoon
te maken. Het paneel kan barsten.
Gebruik geen schoonmaakalcohol om het venster van de
laserscanner te reinigen.
Raak het scannervenster nooit aan met de vingers.
De drumeenheid bevat toner, u moet deze dus voorzichtig
hanteren. Wanneer u toner morst op uw handen of kledij, dient u
de vlekken onmiddellijk te verwijderen met koud water.
1
Zet de stroomschakelaar van de DCP uit en open het
frontdeksel.
2
Verwijder de drumeenheid met de tonercartridge.
WAARS CHUWING
Wanneer u de DCP pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in
de machine erg HEET! Wanneer u het frontdeksel van de DCP
opent, mag u nooit de onderdelen aanraken die in onderstaande
illustratie gearceerd zijn.
Vooraanzicht
HEET!
14 - 23 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
3
Reinig het scannervenster voorzichtig met een droge, zachte
doek. Gebruik nooit isopropylalcohol.
De drumeenheid reinigen
U plaatst de drumeenheid met de toner best op een doek of een
groot vel papier opdat er geen toner zou gemorst worden.
1
Reinig de primaire corona in de drumeenheid door het blauwe
lipje een paar keer van rechts naar links te schuiven.
2
Zet het blauwe lipje in de oorspronkelijke stand en vergrendel
deze (
).
Voorzichtig
Wanneer het blauwe lipje niet in de oorspronkelijke stand is (
),
kunnen verticale strepen voorkomen op de geprinte pagina’s.
3
Installeer de drumeenheid met de tonercartridge opnieuw in de
DCP. (Raadpleeg De drumeenheid vervangen op pagina
14-29.)
4
Sluit het frontdeksel.
5
Sluit de stroom eerst aan en dan het telefoonsnoer.
Scannervenster
Corona
Lipje
Oorspronkelijke stand ()
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 24
De tonercartridge vervangen
De DCP kan tot 6.500 pagina’s printen met een “hoge capaciteit”
tonercartridge. Wanneer de tonercartridge bijna leeg is, geeft het
LCD-scherm
Tonerniv. laag
weer. De DCP wordt geleverd met
een standaard tonercartridge die na circa 3.300 pagina’s moet
worden vervangen. Het werkelijke aantal pagina’s hangt af van het
type document dat u meestal print (b.v. standaard brief of
gedetailleerde tekeningen).
Verwijder de lege tonercartridge conform de plaatselijk geldende
reglementeringen. Gooi toner niet weg bij het huishoudelijk afval.
dicht de tonercartridge goed af, zodat geen toner uit de cartridge kan
worden gemorst. Voor meer informatie over het verwijderen van
toner neemt u contact op met de afvalmaatschappij.
We adviseren de DCP te reinigen telkens wanneer u de
tonercartridge vervangt.
Hoe vervang ik de tonercartridge
WAARS CHUWING
Wanneer u de DCP pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in
de machine erg HEET! Raak nooit de onderdelen aan die in
onderstaande illustratie grijs zijn gekleurd.
We adviseren een nieuwe tonercartridge klaar te houden
wanneer u het bericht
Tonerniv. laag
ziet.
HEET!
14 - 25 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
1
Open het frontdeksel en verwijder de drumeenheid.
Voorzichtig
Zet de drumeenheid op een doek of een groot blad papier opdat
geen toner wordt gemorst.
Om te vermijden dat de DCP wordt beschadigd door statische
elektriciteit, mag u de hieronder getoonde elektroden nooit
aanraken.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 26
2
Druk de vergrendeling naar beneden en trek de tonercartridge
uit de drumeenheid.
Voorzichtig
Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u
toner morst op uw handen of kledij, dient u de vlekken onmiddellijk
te verwijderen met koud water.
3
Pak de nieuwe tonercartridge uit. Doe de lege tonercartridge in
de aluminium tas en verwijder deze conform de geldende
reglementeringen.
Voorzichtig
Pak de nieuwe tonercartridge uit net voor u deze in de DCP
installeert. Wanneer een tonercartridge te lang uit de verpakking
blijft, gaat de toner minder lang mee.
De multifunctionele machines van Brother zijn ontworpen om te
werken met toner van een bepaalde specificatie en leveren
optimale prestaties indien gebruikt met originele tonercartridges
van Brother. Brother kan deze optimale prestaties niet
garanderen indien toner of tonercartridges van andere
specificaties worden gebruikt. Het gebruik van cartridges anders
dan originele cartridges van Brother en van cartridges die met
toner van andere merken zijn gevuld, wordt derhalve afgeraden.
Indien enig deel van deze machine wordt beschadigd als gevolg
van het gebruik van toner of tonercartridges anders dan originele
Brother-producten, dan worden de reparaties die nodig zijn als
gevolg daarvan niet door de garantie gedekt omdat deze
producten incompatibel en ongeschikt zijn voor deze machine.
Vergrendeling
14 - 27 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
4
Schud de tonercartridge vijf tot zes keer heen en weer om de
toner gelijkmatig te verdelen in de cartridge.
5
Verwijder het beschermplaatje.
6
Schuif de nieuwe tonercartridge in de drumeenheid tot hij
vastklikt. Als u de cartridge correct hebt geplaatst, gaat de
vergrendeling automatisch omhoog.
Tonercartridge
Drumeenheid
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 28
7
Reinig de primaire corona in de drumeenheid door het blauwe
lipje een paar keer van rechts naar links te schuiven. Zet het
blauwe lipje terug in de oorspronkelijke stand (
) voor u de
drumeenheid met de tonercartridge opnieuw installeert.
8
Installeer de drumeenheid met de tonercartridge en sluit het
frontdeksel.
Corona
Lipje
Oorspronkelijke stand ()
14 - 29 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
De drumeenheid vervangen
De DCP gebruikt een drumeenheid om afbeeldingen op papier te
zetten. Wanneer het LCD-scherm de melding
Drum bijna leeg
weergeeft, is de drumeenheid aan het einde van de gebruiksduur en
dient u een nieuwe aan te schaffen.
Ook wanneer het LCD-scherm
Drum bijna leeg
weergeeft, kunt u
nog een tijdje printen zonder de drumeenheid te vervangen. Wanneer
de afdrukkwaliteit echter sterk achteruitgaat (ook voor
Drum bijna
leeg
is weergegeven), dient u de drumeenheid te vervangen. Wanneer
u de drumeenheid vervangt, dient u de DCP te reinigen. (Raadpleeg De
drumeenheid reinigen op pagina 14-23.)
Voorzichtig
Wanneer u de drumeenheid verwijdert, dient u voorzichtig te zijn. De
drumeenheid bevat immers toner. Wanneer u toner morst op uw
handen of kledij, dient u de vlekken onmiddellijk te verwijderen met
koud water.
WAARS CHUWING
Wanneer u de DCP pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in
de DCP erg HEET! Wees dus voorzichtig.
Het aantal pagina’s dat u met een drumeenheid kunt afdrukken,
kan heel wat lager liggen dan de aangegeven aantallen. We
kunnen niet alle factoren controleren die de gebruiksduur van
de drumeenheid bepalen. Daarom kunnen we een minimum
aantal pagina’s niet garanderen.
HEET!
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 30
Volg deze stappen om de drumeenheid te vervangen:
1
Druk op de ontgrendelknop en open het frontdeksel.
2
Verwijder de oude drumeenheid met de tonercartridge. Plaats
deze op een doek of een vel papier opdat geen toner wordt
gemorst.
Voorzichtig
Om te vermijden dat de printer wordt beschadigd door statische
elektriciteit, mag u de hieronder getoonde elektroden nooit
aanraken.
14 - 31 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
3
Druk de vergrendeling naar beneden en trek de tonercartridge
uit de drumeenheid. (Raadpleeg De tonercartridge vervangen
op pagina 14-24.)
4
Pak de nieuwe drumeenheid pas uit wanneer u deze gaat
installeren. Doe de oude drumeenheid in de plastic tas en
verwijder deze conform de geldende reglementeringen.
5
Plaats de tonercartridge in de nieuwe drumeenheid. (Raadpleeg
De tonercartridge vervangen op pagina 14-24.)
6
Installeer de nieuwe drumeenheid en laat het frontdeksel open.
7
Druk op
Clear/Back
.
8
Druk op
1
. Wacht tot het
LCD-scherm
Geaccepteerd
weergeeft en sluit het frontdeksel.
Voorzichtig
Wanneer u toner morst op uw handen of kledij, dient u de vlekken
onmiddellijk te verwijderen met koud water.
Verwijder de lege drumeenheid conform de plaatselijk geldende
reglementeringen. Gooi toner niet weg bij het huishoudelijk
afval. Dicht de drumeenheid goed af, zodat geen toner kan
worden gemorst. Voor meer informatie over het verwijderen van
toner neemt u contact op met de afvalmaatschappij.
Vergrendeling
Drum vervangen?
1.Ja
2.Nee
Kies
▲▼
& Set
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 14 - 32
De levensduur van de drumeenheid controleren
U kunt zien hoelang de drum nog meegaat.
1
(DCP-8020) Druk op
Menu
,
1
,
6
.
OF
Als de optionele tweede lade is
geïnstalleerd, drukt u op
Menu
,
1
,
7
.
(DCP-8025D) Druk op
Menu
,
1
,
7
.
2
Het LCD-scherm geeft gedurende 5 seconden de resterende
levensduur van de drum in % weer.
Paginateller
U kunt zien hoeveel pagina's de DCP in totaal heeft gekopieerd of
afgedrukt, en een lijst weergeven van het totale aantal pagina's dat
verwerkt is.
1
(DCP-8020) Druk op
Menu
,
1
,
7
.
OF
Als de optionele tweede lade is
geïnstalleerd, drukt u op
Menu
,
1
,
8
.
(DCP-8025D) Druk op
Menu
,
1
,
8
.
2
Het LCD-scherm geeft het aantal pagina’s voor
Totaal
en
Kopie
.
Druk op om
Print
en
Lijst
te zien.
3
Druk op
Stop/Exit
.
Ook wanneer de resterende levensduur 0% is, kunt u de
drumeenheid blijven gebruiken tot u problemen krijgt met de
afdrukkwaliteit.
17.Levensduur
Resterend:100%
18.Paginateller
Totaal :123456
Kopie :120002
15 - 1 OPTIONELE ACCESSOIRES
15
Geheugenkaart
De geheugenkaart wordt op de hoofdbesturingskaart in de DCP
geïnstalleerd. Wanneer u extra geheugen plaatst, verhoogt u het
prestatievermogen van de printer en de copier.
Optionele accessoires
Model Optioneel geheugen
DCP-8020 (32 MB standaardgeheugen) 32 MB TECHWORKS 12457-0001
DCP-8025 (32 MB standaardgeheugen) 64 MB TECHWORKS 12458-0001
128 MB TECHWORKS 12459-0001
De DIMM-modules moeten voldoen aan deze specificaties:
Type 100 pin en 32 bit output
CAS Lantency: 2 of 3
Klokfrequentie: 100 MHz of beter
Capaciteit: 32, 64, 128 MB
Hoogte: 35mm of minder
Pariteit: GEEN
DRAM type: SDRAM 4 Bank
Niet alle DIMM’s zijn geschikt voor de DCP. Voor de laatste
informatie van Brother, surf naar:
http://solutions.brother.com
OPTIONELE ACCESSOIRES 15 - 2
De optionele geheugenkaart installeren
WAARS CHUWING
Het oppervlak van het moederbord NOOIT aanraken binnen de
15 minuten na het uitzetten van de stroom.
1
Zet de DCP uit, haal de stekker uit het stopcontact en koppel
vervolgens de interfacekabel los.
WAARS CHUWING
Zet de stroomschakelaar van de DCP uit alvorens u de
geheugenkaart installeert (of verwijdert).
15 - 3 OPTIONELE ACCESSOIRES
2
Verwijder het zijpaneel. Maak de twee schroeven los en
verwijder de metalen beschermplaat.
3
Pak de DIMM uit en houdt deze vast aan de randen.
WAARS CHUWING
DIMM-kaarten kunnen zelfs door erg kleine hoeveelheden statische
elektriciteit worden beschadigd. Raak de geheugenchips op de kaart
niet aan. Draag een antistatische polsband wanneer u de kaart
installeert of verwijdert. Wanneer u geen antistatische polsband
hebt, dient u het blote metaal op de printer regelmatig aan te raken.
4
Houd de DIMM vast met uw vinger aan de rand en uw duim op
de achterzijde. Lijn de inkepingen op de DIMM uit met het
DIMM-slot. (Controleer of de sluitingen aan weerszijden van het
DIMM-slot open of naar buiten gericht zijn.)
OPTIONELE ACCESSOIRES 15 - 4
5
Duw de DIMM recht in het slot (stevig aandrukken). De
vergrendelingen aan weerzijden van de DIMM moeten
vastklikken. (Om een DIMM te verwijderen moet u de
vergrendelingen ontgrendelen.)
6
Monteer de metalen plaat en bevestig deze met de twee
schroeven.
7
Monteer het zijpaneel.
8
Sluit het telefoonsnoer opnieuw aan.
9
Sluit de interfacekabels aan die u voordien hebt verwijderd.
10
Sluit het stroomsnoer weer aan en zet de stroomschakelaar van
de DCP aan.
WAARS CHUWI NG
Wanneer de status LED rood is (storing), moet u contact opnemen
met uw dealer of een erkend Brother service center.
Om na te gaan of u de DIMM correct hebt geïnstalleerd, kiest
u in de driver de optie voor het afdrukken van de
printerinstellingen. Controleer of de afdruk het extra
geheugen vermeldt.
U kunt de huidige geheugengrootte controleren door te
drukken op
Menu
,
1
,
8
(DCP-8020),
Menu
,
1
,
9
(DCP-8025D).
15 - 5 OPTIONELE ACCESSOIRES
Netwerkkaart (LAN)
Wanneer u de optionele netwerkkaart (LAN) (NC-9100h) installeert,
kunt u de DCP in het netwerk inbinden voor Internet FAX, Netwerk
Scanner, Netwerk Printer en Netwerk Management.
WAARS CHUWING
Het oppervlak van het moederbord NOOIT aanraken binnen de 15
minuten na het uitzetten van de stroom.
Voor meer informatie over het configureren van de netwerkkaart
raadpleegt u de netwerkhandleiding van de NC-9100h op de
CD-ROM die bij de DCP is geleverd.
NC-9100h
Print/Fax Server
OPTIONELE ACCESSOIRES 15 - 6
Voor de installatie
Wees voorzichtig bij het hanteren van de NC-9100h. Deze kaart
bevat delicate elektronische componenten die kunnen worden
beschadigd door statische elektriciteit. Om dergelijke schade te
vermijden dient u onderstaande voorzorgen te nemen.
Laat de NC-9100h in de antistatische verpakking tot u de kaart
gaat installeren.
Controleer of u goed bent geaard voor u de NC-9100h aanraakt.
Gebruik indien mogelijk een antistatische polsband en een
aardingsmatje. Wanneer u geen antistatische polsband hebt,
dient u het blote metaal achteraan de machine aan te raken voor
u de NC-9100h hanteert.
Om statisch opladen te vermijden, verplaatst u zich zo weinig
mogelijk.
Werk indien mogelijk niet in een ruimte met een tapijtvloer.
Buig de kaart niet en raak de componenten op de kaart niet aan.
Benodigd gereedschap:
Phillips schroevendraaier
Stap 1: Installatie van de hardware
WAARS CHUWING
Het oppervlak van het moederbord NOOIT aanraken binnen de 15
minuten na het uitzetten van de stroom.
1
Zet de DCP uit, haal de stekker uit het stopcontact en koppel
vervolgens de interfacekabel los.
15 - 7 OPTIONELE ACCESSOIRES
WAARS CHUWING
Zet de stroomschakelaar van de DCP uit voor u de NC-9100h
installeert (of verwijdert).
2
Verwijder het zijpaneel. Maak de twee schroeven los en
verwijder de metalen beschermplaat.
3
Maak de twee schroeven los en verwijder de metalen
afdekplaat.
Afdekplaat
OPTIONELE ACCESSOIRES 15 - 8
4
Steek de NC-9100h in connector P1 op het moederbord (zie
illustratie) en zet (stevig drukken) de NC-9100h vast met de
twee schroeven.
5
Monteer het metalen afdekplaatje en bevestig dit met de twee
schroeven.
6
Monteer het zijpaneel.
7
Sluit de interfacekabels aan die u voordien hebt verwijderd.
8
Sluit het stroomsnoer weer aan en zet de stroomschakelaar van
de DCP aan.
9
Druk op de Test-toets en druk de pagina met de
netwerkconfiguratie af. (Raadpleeg TEST-TOETS op pagina
15-10.)
15 - 9 OPTIONELE ACCESSOIRES
Stap 2: De NC-9100h aansluiten op een
Unshielded Twisted Pair 10BASE-T of
100BASE-TX Ethernet netwerk
Om de NC-9100h aan te sluiten op een 10BASE-T of 100BASE-TX
netwerk hebt u een “Unshielded Twist Pair”-kabel nodig. De kabel
moet aan de ene zijde worden aangesloten op een vrije poort van uw
Ethernet hub en de andere zijde moet worden aangesloten op de
10BASE-T of 100BASE-TX connector (een RJ45 Connector) van de
NC-9100h.
Controleren of de hardware goed is geïnstalleerd:
Steek de stekker weer in het stopcontact. Na het initialiseren en
opwarmen (dit kan een paar seconden duren), is de DCP klaar voor
gebruik.
LED
Brandt niet:
Wanneer beide LED’s uit zijn, is de printserver niet aangesloten op
het netwerk.
Link/Speed LED is oranje: Fast Ethernet
De Link/Speed LED is oranje wanneer de printserver is aangesloten
op een 100BASE-TX Fast Ethernet netwerk.
OPTIONELE ACCESSOIRES 15 - 10
Link/Speed LED is groen: 10 BASE T Ethernet
De Link/Speed LED is groen wanneer de printserver is aangesloten
op een 10 BASE T Ethernet netwerk.
Active LED is geel:
De Active LED knippert wanneer de printserver gegevens ontvangt
of verzendt.
TEST-TOETS
Kort drukken: de netwerkconfiguratie wordt afgedrukt.
Lang drukken (meer dan 5 seconden): de netwerkconfiguratie wordt
teruggezet naar de standaard fabrieksinstellingen.
Wanneer er een geldige verbinding is met het netwerk, knippert
de LED oranje of groen.
Om de DCP in het netwerk in te stellen raadpleegt u de
netwerkhandleiding van de NC-9100h op de CD-ROM.
LED
LED
Ethernet
RJ-45
TEST-toets
15 - 11 OPTIONELE ACCESSOIRES
Papierlade #2
U kunt het accessoire Papierlade #2 (LT-500) gebruiken als een
derde papierbron. Papierlade #2 kan maximaal 250 vel 80 g/m
2
bevatten.
Papierlade #2 circa 250 vel van 80 g/m
2
Basisgewicht 60 tot 105 g/m
2
Vochtgehalte 4% tot 6% per gewicht
Wij adviseren: Xerox 4200 DP 80 g/m
2
Losse vellen: Hammermill Laser Paper 90 g/m
2
VERKLARENDE WOORDENLIJST V - 1
V
ADF (automatische documentinvoer) Het document kan in de
ADF worden geplaatst, waarbij iedere pagina om beurten
automatisch wordt ingescand.
Contrast Een instelling die compenseert voor donkere of lichte
documenten door kopieën van lichte documenten donkerder te
maken, en die van donkere documenten lichter te maken.
Fotoresolutie Een resolutie die verschillende grijstinten gebruikt,
zodat foto's optimaal worden gereproduceerd.
Grijstinten De grijstinten die voor het kopren van foto's worden
gebruikt.
LCD-scherm (Liquid Crystal Display) Dit is het schermpje op uw
DCP waarop tijdens het programmeren meldingen verschijnen.
MFL-Pro Suite Hiermee kunt u de DCP als een printer en scanner
gebruiken.
OCR (Optical Character Recognition) De meegeleverde software
ScanSoft
®
TextBridge
®
zet een beeld van tekst om in tekst met
een bewerkbaar formaat.
Scannen Dit betekent dat een elektronisch beeld van een papieren
document in uw computer wordt ingelezen.
Systeeminstellingenlijst Een afgedrukt rapport met de huidige
instellingen van de DCP.
Tonercartridge Een accessoire met tonerpoeder, nodig voor
Brother laserprinters.
Toner-bespaarstand Een proces waarbij minder toner wordt
verbruikt zodat het tonerpatroon langer meegaat. Hierdoor
worden ontvangen documenten veel lichter afgedrukt.
Drumeenheid Een afdrukapparaat voor de DCP.
True Type lettertypen De lettertypen die worden gebruikt in de
Windows
®
besturingssystemen. Indien u de Brother True Type
lettertypen installeert, zijn meer soorten lettertypen beschikbaar
voor Windows
®
toepassingen.
Verklarende woordenlijst
V - 2 VERKLARENDE WOORDENLIJST
Volume van waarschuwingstoon Instelling van het volume van
het geluidssignaal dat u hoort telkens wanneer u een toets indrukt
of een vergissing maakt.
Waarschuwingstoon Het geluidssignaal dat u hoort telkens
wanneer u een toets indrukt of een vergissing maakt.
SPECIFICATIES S - 1
S
Omschrijving van het product
De DCP-8020 en DCP-8025D zijn 3 in 1 multifunctionele centra:
printer, copier en kleurenscanner. De DCP-8025D kan ook
tweezijdig afdrukken.
Algemeen
Specificaties
Geheugencapaciteit 32 MB
Optioneel geheugen 1 DIMM slot; Geheugen uitbreidbaar tot 160 MB
Automatische
documentinvoer (ADF)
Max. 50 pagina’s
Temperatuur: 20
°C
- 30
°C
Vochtigheid: 50% - 70%
Papier: 75 g/m
2
A4 formaat
Papierlade 250 vel van 80 g/m
2
Multifunctionele lade 50 vel (80 g/m
2
) (alleen DCP-8025D)
Lade voor handmatige
invoer
Enkel vel (80 g/m
2
) (alleen DCP-8020)
Printertype Laser
Afdrukmethode Elektrofotografie door halfgeleiderlaser
LCD (Liquid Crystal
Display)
22 tekens
×
5 regels
Opwarmtijd Max. 18 seconden bij 23
°C
Stroombron 220-240 volt wisselstroom 50/60 Hz
Stroomverbruik Normaal gebruik (kopiëren): 440W of minder (25
°C
)
Piekwaarde:
Slaapstand:
Stand-by:
1090W of minder
14W of minder
16W of minder (Wanneer LAN-kaart
(NC-9100h) is geïnstalleerd.)
75W of minder (25
°C
)
Afmetingen 532
×
444
×
469 (mm)
Gewicht Zonder drum/toner-unit:
DCP-8020: 16.6 kg
DCP-8025D: 18.1 kg
Geluidsemissie In bedrijf:
Stand-by:
53 dB A of minder
30 dB A of minder
S - 2 SPECIFICATIES
Afdrukmedia
Kopiëren
Algemeen (vervolg)
Temperatuur: In bedrijf:
Opslag:
10 - 32.5
°C
0 - 40
°C
Vochtigheid In bedrijf:
Opslag:
20 tot 80% (niet condenserend)
10 tot 90% (niet condenserend)
Papierinvoer Papierlade
Papiersoort:
Normaal papier, kringlooppapier en
transparanten, omslagen (handmatige
invoer/MP-lade)
Papierformaat:
A4, Letter, Legal, B5 (ISO), B5 (JIS),
Executive, A5, A6, B6 (ISO)
Gewicht: 60 - 105 g/m
2
(papierlade)
Voor meer informatie, Raadpleeg
Papierspecificaties voor iedere papierlade op
pagina 2-4.
Maximale capaciteit papierlade: circa 250 vel
van 80 g/m
2
normaal papier.
Maximale capaciteit MP-lade: circa 50 vel van
80 g/m
2
normaal papier.
(alleen DCP-8025D)
Papierlade handmatige invoer / MP-lade
Papierformaat:
Breedte: 69.8 - 220.0 mm
Hoogte: 116.0 - 406.4 mm
Gewicht: 60 - 161 g/m
2
Papieruitvoer Maximaal 150 vel normaal papier (afdrukken met
bedrukte zijde naar beneden op de uitvoerlade)
Kleur/Monochroom Monochroom
Kopieersnelheid Max. 16 pagina's per minuut (A4-papier)
Meerdere kopieën Sets van maximaal 99 paginas
Vergroten/Verkleinen 25% tot 400% (in stappen van 1%)
Resolutie max. 1200 x 600 dpi
SPECIFICATIES S - 3
Scanner
Kleur/Monochroom Kleur/Monochroom
TWAIN-compatibel
(Voor Windows
®
95/98/98SE/Me/2000 Professional
en Windows NT
®
Workstation versie 4.0)
Mac OS
®
8.6-9.2/Mac OS
®
X 10.1/10.2.1 of recenter
WIA-compatibel Ja (Windows
®
XP)
Resolutie Max. 9600
×
9600 dpi (geïnterpoleerd)
Max. 600
×
2,400 dpi (optisch)
* Maximum 1200 x 1200 dpi scanning onder
Windows
®
XP (resolutie max. 9600 x 9600 dpi
kan worden geselecteerd via Brother scanner
utility)
Documentgrootte ADF breedte: 148 mm tot 216 mm
ADF hoogte: 148 mm tot 356 mm
Breedte glasplaat scanner: Max. 216 mm
Hoogte glasplaat scanner: Max. 356 mm
Scanbreedte 212 mm
Grijstinten 256 grijstinten
Direct scannen naar een netwerkcomputer is mogelijk onder
Windows
®
98/98SE/Me/2000 Professional en XP.
Scannen in Mac OS
®
X wordt ondersteund vanaf Mac OS
®
X
10.2.1 of recenter.
S - 4 SPECIFICATIES
Printer
Interfaces
Emulatie PCL6 (Brother Printing System for Windows
®
emulatie van HP LaserJet) en BR-Script
(PostScript
®
) Level 3
Printerdriver Windows
®
95/98/98SE/Me/2000 Professional/XP
en Windows NT
®
Workstation Version 4.0 driver
met ondersteuning van Brother Native
Compression mode en bi-directional capability
Apple
®
Macintosh
®
QuickDraw
®
Driver en
PostScript (PPD) voor Mac OS
®
8.6-9.2/Mac OS
®
X
10.1/10.2.1 of hoger
Resolutie HQ1200 (Max. 2400
×
600 dots/inch)
Afdrukkwaliteit Normale printmodus
Economy printmodus (bespaart toner)
Afdruksnelheid Max. 16 pagina's per minuut (A4-papier)
(bij papiertoevoer via papierlade)
Duplexprinten Max. 8.5 pagina’s/minuut: (alleen DCP-8025D)
(8.5 zijden per minuut, 4.25 vellen per minuut)
Eerste afdruk Na 12 seconden (A4-papier in papierlade)
Interface Aanbevolen snoer
Parallel Een bi-directioneel afgeschermd parallel snoer dat
voldoet aan IEEE 1284 en niet langer is dan 2 m.
USB Een Hi-Speed USB 2.0 snoer dat niet langer is dan
2m.
Gebruik in ieder geval een Hi-Speed USB 2.0 gecertificeerde
kabel wanneer uw computer een Hi-Speed USB 2.0 interface
gebruikt.
Ook wanneer uw computer een USB 1.1 interface heeft, kunt u
de DCP aansluiten.
SPECIFICATIES S - 5
Vereisten voor de computer
Minimale systeemvereisten
Computerplatform en versie
van besturingssysteem
Processor
Minimale
snelheid
Minimale
hoeveel-
heid RAM
Aanbevolen
hoeveelheid
RAM
Beschikbare ruimte op
de harde schijf
Driver
Toepassings-
software
*
1
Windows
®
-
besturings-
systeem
95, 98, 98SE Pentium 75
MHz
24 MB 32 MB 80 MB 100 MB
Me Pentium 150
MHz
32 MB 64 MB
NT
®
Workstation
4.0
Pentium 75
MHz
2000
Professional
Pentium 133
MHz
64 MB 128 MB
XP Pentium 233
MHz
180 MB
Besturings-
systeem
voor Apple
®
Macintosh
®
Mac OS
®
8.6 - 9.2
(alleen voor
afdrukken,
scannen en
PC-FAX)
Alle basis-
modellen
voldoen aan
de minimum
vereisten
32 MB 64 MB 50 MB 200 MB
Mac OS
®
X
10.1/10.2.1 of
recenter
(afdrukken,
scannen*
2
,
PC-FAX Send en
Remote Setup)
128 MB 160 MB
OPMERKING: USB is niet ondersteund onder Windows
®
95 of Windows NT
®
WS 4.0.
Alle wettig gedeponeerde handelsmerken waarnaar hier wordt verwezen, zijn het eigendom van de
respectieve bedrijven.
Ga voor de meest recente drivers naar het Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com.
*
1
Toepassingssoftware is anders voor Windows
®
dan voor
Macintosh
®
*
2
Scanning wordt ondersteund vanaf 10.2.1 of recenter.
S - 6 SPECIFICATIES
Verbruiksartikelen
Levensduur
tonercassette
TN-7300: standaard tonercassette – max. 3,300*
pagina’s
TN-7600: Speciale tonercassette – max. 6500*
pagina’s
*(bij afdruk op formaat letter of A4 met 5%
dekkingsgraad.)
De levensduur van toner varieert volgens de aard
van de gemiddelde printtaak.
Levensduur drum Max. 20.000 pagina’s/drum unit (DR-7000)
Er zijn talrijke factoren die de levensduur van de
drum kunnen beïnvloeden (temperatuur,
vochtigheid, soort papier, toner en aantal pagina’s
per printtaak).
SPECIFICATIES S - 7
Netwerkkaart (LAN) (NC-9100h)
DCP-8020 (optioneel)
DCP-8025D (optioneel)
Wanneer u de optionele netwerkkaart (LAN)
(NC-9100h) installeert, kunt u de DCP op het
netwerk aansluiten en geburuiken als
netwerkscanner, netwerkprinter en Network
Management software.
Ondersteuning van:
Windows
®
95/98/Me/NT
®
4.0/2000/XP
Novell NetWare 3.X, 4.X, 5.X
Mac OS
®
8.6 - 9.2, X 10.0-10.2.1 of nieuwer
Ethernet 10/100 BASE-TX Auto Negotiation
TCP/IP, IPX/SPX, AppleTalk, DLC/LLC
RARP, BOOTP, DHCP, APIPA, NetBIOS, WINS
LPR/LPD, Port9100, SMTP/POP3
SMB(NetBIOS/ IP), IPP, SSDP, Rendezvous, FTP
MIBII en Brother private MIB
TELNET, SNMP, HTTP, TFTP
Bijgeleverde utilities:
BRAdmin Professional en Web Based
Management
Direct scannen vanaf een netwerkcomputer is
niet ondersteund in Windows
®
95, NT
®
en Mac
OS
®
.
BRAdmin Professional is niet ondersteund in
Mac OS
®
.
I - 1 INDEX
Index
A
ADF-deksel ....................... 14-4
Afdruk
gebied .............................. 5-1
Afdrukmedia ....................... 2-1
Als u de standaardinstelling
van de scan wilt wijzigen,
klikt u op het tabblad
Scaninstellingen. ............ 10-9
automatische documentinvoer,
gebruiken ........................ 1-10
B
Bedieningspaneel,
overzicht ........................... 1-6
Brother Control Center
gebruiken en
configureren ................... 9-1
C
Combineer indien mogelijk alle
items tot één bestand. .... 9-11
D
De machine
transporteren ................ 14-18
Drivers
printer .............................. 7-1
TWAIN-compatibel .......... 8-1
Windows
®
printer ............................ 6-1
Drumeenheid
resterende levensduur
controleren ................. 14-32
drumeenheid .................. 14-23
Duplex/N in 1 toets ........... 5-12
Duplex/1 in 1 .................. 5-17
Duplex/2 in 1 ..................5-19
Duplex/4 in 1 ..................5-19
E
Ecologie
Scannerlamp .................... 4-5
Slaapstand ....................... 4-5
Enveloppen ......................... 2-3
F
Fax, stand-alone
ontvangen
problemen ................. 14-11
foutmeldingen op het
LCD-scherm ....................14-1
Geheugen vol .................14-2
tijdens het scannen van
een document .............. 5-5
Papier nazien ................. 14-1
G
Grijstinten ............................S-3
H
HELP .................................. 3-1
K
Kopieer
lade gebruiken ................. 4-7
papier ............................... 2-1
Kopiëren
contrast ..........................5-20
Duplex/N in 1 .................5-12
een kopie ..................5-3, 5-4
glasplaat ........................... 5-4
Kwaliteit
(type document) ............. 5-9
INDEX I - 2
Lade selecteren ..............5-11
meerdere exemplaren ......5-4
Sorteren (alleen ADF) ......5-9
standaardinstellingen,
wijzigen .........................5-20
tijdelijke instellingen
....5-2, 5-6
toetsen .............................5-6
Vergroten/Verkleinen .......5-7
via de ADF .......................5-3
kopiëren
overschakelen naar de
kopieermodus .................5-1
L
Lade gebruiken, instelling
kopiëren ...........................4-7
Lade voor handmatige
invoer .........................6-5, 6-8
LAN-configuratie ..........3-8, 3-9
LCD (Liquid Crystal
Display) .............................1-6
LCD-Contrast ...................4-8
M
Multifunctionele papierlade
(MP lade) ..........................2-1
O
OCR, instelling wijzigen
...10-11
onderhoud, routine ..........14-21
P
Paginateller .....................14-32
PaperPort
®
exporteren ......................8-23
importeren ......................8-23
openen .............................8-2
Papier ..................................S-2
capaciteit ..........................2-3
Formaat ............................4-3
vastlopen ........................14-4
Printen
de afdrukkwaliteit
verbeteren ..................14-14
De toets Secure ..............6-17
driver .................................7-1
dubbelzijdig
(duplexprinten) ................6-3
emulatie
Windows
®
... 6-1, 6-18, 7-17
Emulatie selecteren ........6-18
enveloppen: ....................6-12
lade voor handmatige
invoer ..............................6-5
multifunctionele lade .........6-6
op dik papier .....................6-8
problemen .....................14-11
rapporten en lijsten .........6-19
resolutie ........................... S-4
specificaties ..................... S-4
vastgelopen papier .........14-5
Printerdriver .......................7-17
Problemen oplossen ..........14-1
als u problemen hebt
faxen afdrukken of
ontvangen ................14-11
problemen met de
printer .......................14-11
problemen met de
telefoonlijn ................14-11
problemen met
papier .......................14-13
foutmeldingen op het
LCD-scherm .................14-1
PS-printerdriver .................7-17
R
Reinigen (routineonderhoud)
printer ...........................14-22
scanner .........................14-21
I - 3 INDEX
Resolutie
afdrukken .........................S-4
Scan ................................ 8-6
Scannen .......................... S-3
S
Scannen naar de PC .......... 8-3
ScanSoft
®
PaperPort
®
... 8-19
Scansoft
®
TextBridge
®
OCR ............................. 8-22
Scannerlamp ...................... 4-5
Scannervergrendeling .... 14-18
Snelkiezen .......................... 1-6
Software
Brother Control Center .... 9-1
ScanSoft
®
Paper Port
®
... 8-19
T
Tabel met overzicht van
functies ............................. 3-1
tijdelijke
kopieerinstellingen ............ 5-6
toets Quality (kopiëren) ...... 5-6
Tonercartridge
vervangen .................... 14-24
Trommeleenheid
vervangen .................... 14-29
V
Vastlopen
document ....................... 14-4
papier ............................. 14-5
Veiligheidsmaatregelen
... iii, 13-4
Verkleinen
kopieën ............................ 5-7
volume, instellen
waarschuwingstoon ......... 4-4
OPMERKING
Dit apparaat bevat een Ni-MH batterij voor memory back-up.
Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het
moment dat u het apparaat bij einde levensduur afdankt.
Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als Klein Gevaarlijk
Afval.
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KGA
.
DUT/BEL-DUT
Versie A
4

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Brother DCP-8020 wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info