Appendix–40
♦
Uitgerekte tekens roteren
n = “a0” of “A1” Rechtop (standaard)
n = “a1” of “A1” 90 graden gedraaid
n = “a2” of “A2” Ondersteboven, 180 graden gedraaid
n = “a3” of “A3” 270 graden gedraaid
♦
Gegevensbegin van streepjescode
n = “b” of “B”
Gegevens achter “b” of “B” worden gelezen als gegevens in de
streepjescode zelf. Gegevens in de streepjescode moeten eindigen met de
code “ \ ” (5CH), die ook deze opdracht afsluit. Welke gegevens er voor de
streepjescode kunnen worden geaccepteerd, is afhankelijk van de modus
die is geselecteerd door “t” of “T”.
• Als CODE 39 is geselecteerd met de parameter “t0” of “T0”:
Drieënveertig tekens “0” t/m “9”, “A” t/m “Z”, “-”, “ . ”, “ (spatie)”, “$”, “ / ”, “+”
en “%” worden als gegevens voor de streepjescode geaccepteerd. Als
andere tekens worden gebruikt, komen er fouten in de gegevens te staan.
Het aantal tekens dat in een streepjescode kan worden gebruikt, is
onbeperkt. De gegevens in de streepjescode beginnen en eindigen
automatisch met een sterretje “ * ” (beginteken en stopteken). Als er aan het
begin of aan het einde van de ontvangen gegevens een sterretje staat “ * ”,
wordt dit sterretje als het beginteken of als het stopteken beschouwd.
• Als Interleaved 2 of 5 is geselecteerd met de parameter “t1” of “T1”:
Dan worden de numerieke tekens “0” t/m “9” als gegevens in de
streepjescode geaccepteerd. Als andere tekens worden gebruikt, komen er
fouten in de gegevens te staan. Het aantal tekens dat in een streepjescode
kan worden gebruikt, is onbeperkt. In deze modus worden even cijfers
gebruikt; als er een oneven cijfer in de gegevens in de streepjescode staat,
wordt aan het einde van de gegevens in de streepjescode automatisch het
nulteken “0” toegevoegd.
• Als FIM (US-Post Net) is geselecteerd met de parameter “t3” of “T3”:
Letters “A” t/m “D” zijn geldig en van de gegevens kan 1 cijfer worden
afgedrukt. Er worden kleine letters en hoofdletters geaccepteerd.
• Als Post Net (US-Post Net) is geselecteerd met de parameter “t4” of
“T4”:
Cijfers “0” t/m “9” kunnen als gegevens worden gebruikt en deze gegevens
moeten eindigen met een controlecijfer. “?” kan worden gebruikt in plaats
van het controlecijfer.