A - 50
HL7050_US_UG_FM5.5
■ Als UPC-E is geselecteerd met de parameter ‘t6’ of ‘T6’:
Dan worden de cijfers '0' t/m '9' als gegevens in de streepjescode
geaccepteerd.
1 Acht cijfers (standaardformaat) Het eerste teken moet een ‘0’ zijn
en de gegevens moeten eindigen met een
controlecijfer.
Totaal acht cijfers = '0' plus 6 cijfers plus 1
controlecijfer.
2 Zes cijfers Het eerste teken en het laatste controlecijfer worden
uit de achtcijferige gegevens verwijderd.
1: Voor acht cijfers kan ‘?’ worden gebruikt in plaats van een
controlecijfer
2: Door ‘+’ en een twee- of vijfcijferig nummer aan het einde van de
gegevens toe te voegen, maakt u een uitgebreide code voor alle
zes- en achtcijferige formaten.
■ Als Codabar is geselecteerd met de parameter ‘t9’ of ‘T9’:
Tekens '0' t/m '9', '-', ' . ', '$', '/', '+', ' : ‘ kunnen worden afgedrukt.
Letters ‘A’ t/m ‘D’ kunnen worden afgedrukt als een start-stop code
en kunnen als kleine letters of hoofdletters worden ingevoerd.
Zonder start-stop code zullen er fouten in de gegevens sluipen. U
kunt geen controlecijfer toevoegen en als u ‘?’ gebruikt, zullen er
fouten in de gegevens sluipen.
■ Als Code 128 Set A, Set B of Set C is geselecteerd met de
parameter 't12' of 'T12,' 't13' of 'T13,' of 't14' of 'T14'
Code 128 sets A, B en C kunnen afzonderlijk worden geselecteerd.
Set A geeft tekens Hex 00 t/m 5F aan. Set B omvat tekens Hex 20
t/m 7F. Set C bevat numerieke paren 00 t/m 99. U kunt schakelen
tussen de codesets door %A, %B, of %C te zenden. FNC 1, 2, 3 en
4 worden geproduceerd met %1, %2, %3 en %4. Met de SHIFT-
code, %S kunt u tijdelijk schakelen (voor slechts een teken) tussen
set A en set B en omgekeerd. Het teken ‘%’ kan worden gecodeerd
door het tweemaal te zenden.
■ Als ISBN (EAN) is geselecteerd met de parameter ‘t130’ of ‘T130’:
Dan gelden dezelfde regels als voor ‘t5’ of ‘T5’.