INHOUDSOPGAVE
BASISKENNIS
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN VAN UW
NAAIMACHINE ............................................................. 1
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN .............................. 2
TOEBEHOREN ............................................................. 3
GEBRUIK VAN DE NAAIMACHINE .............................. 4
Stekkers en contacten ..........................................4
Aan/uit- en lichtschakelaar ................................... 5
Voetpedaal ............................................................ 5
De naald erin doen ............................................... 6
De naald controleren ............................................ 6
De persvoet vervangen ........................................ 7
Omschakelen naar de vrije armmachine ..............8
De machine stabiliseren ....................................... 8
BEDIENINGSTOETSEN ............................................... 9
Steeklengteknop ................................................... 9
Achteruitnaaiknop ............................................... 10
Steekbreedteknop ..............................................11
Naaldpositie-keuzeknop ..................................... 12
DRAAD INRIJGEN ...................................................... 14
De spoel opwinden .............................................14
De onderdraad (spoel) inrijgen ...........................15
De bovendraad (naald) inrijgen .......................... 17
Oppakken van de onderdraad ............................18
Naaien met een dubbele naald (optie) ............... 20
Draadspanning ................................................... 21
OVERZICHT VAN COMBINATIES VAN
MATERIALEN, NAALDEN EN GARENS ............ 24
DE RECHTE EN DE ZIGZAGSTEEK
Rechte steek ......................................................25
Naaien van de randen ........................................ 27
Naaien van spijkerstof ........................................ 28
Naaien op erg dunne materialen ........................ 29
Doorvoeren van het materiaal ............................ 30
Zigzagsteek ........................................................ 32
INGEBOUWDE STEKEN
Decoratieve steken ............................................. 33
KNOOPSGATEN MAKEN EN KNOPEN AANZETTEN
Knoopsgat maken ...............................................37
Knopen aanzetten ..............................................41
GEBRUIK VAN DE TOEBEHOREN EN APPLICATIES
Een rits inzetten .................................................. 43
Plooien ...............................................................44
Stoppen .............................................................. 45
Kant aanzetten ...................................................46
Applicaties .......................................................... 47
Blindzoomsteek .................................................. 48
Overlocksteek ..................................................... 49
Een koord opnaaien ...........................................50
Monogrammen en borduren ...............................52
ONDERHOUD
Het lampje verwisselen .......................................53
Smeren ...............................................................54
Reinigen .............................................................56
Controlelijst ......................................................... 61
De naaimachine opnieuw inpakken .................... 65
INDEX