“BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES”
Bij het gebruik van de naaimachine moeten altijd enkele fundamentele voorzorgsmaatregelen
worden genomen, waaronder:
“Voor gebruik eerst alle instructies doorlezen.”
GEVAARLIJK – Om het risico op elektrische schokken te beperken:
1. De naaimachine nooit aan laten staan als er niemand in de buurt is. Altijd onmiddellijk na gebruik en voordat de machine
wordt gereinigd, de stekker van de naaimachine uit het stopcontact verwijderen.
2. Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het lampje verwisselt.
Vervang het lampje door hetzelfde type van 15 watt.
WAARSCHUWING – Ter voorkoming van brandwonden, brand, elektrische schokken of ander
persoonlijk letsel:
1. De machine nooit als speelgoed laten gebruiken. Altijd goed oppassen als de machine door of in de nabijheid van kinderen
wordt gebruikt.
2. De machine is uitsluitend geschikt voor gebruik zoals wordt beschreven in de handleiding. Gebruik ook alleen de accessoires
die door de fabrikant in de handleiding worden aanbevolen.
3. Gebruik deze machine niet wanneer het snoer of de stekker beschadigd is, wanneer de machine niet goed werkt, gevallen
of beschadigd is of met water in contact is gekomen. Breng de naaimachine terug naar de dichtstbijzijnde erkende dealer
of servicecentrum voor onderzoek, reparatie en elektrische of mechanische afstellingen.
4. Zorg altijd dat de ventilatiegaten vrij zijn en niet geblokkeerd. Zorg dat de ventilatiegaten van de naaimachine en het
voetpedaal vrij zijn van pluizen, stof en stukjes materiaal.
5. Zorg, dat er nooit voorwerpen in de openingen van de machine worden geduwd of terecht komen.
6. Gebruik deze machine nooit buiten.
7. Gebruik deze machine nooit op plaatsen waar aërosol-produkten (spuitbussen) worden gebruikt of waar zuurstof wordt
toegediend.
8. De machine wordt uitgezet door de Aan/Uit schakelaar in de positie “O” te draaien (uit) en de stekker uit het stopcontact
te verwijderen.
9. Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken. Neem altijd de stekker vast, niet het snoer.
10. Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de naald.
11. Gebruik altijd de juiste naaldplaat. Door gebruik van een foute naaldplaat kan de naald breken.
12. Gebruik geen kromme naalden.
13. Tijdens het naaien, niet aan de stof trekken of de stof doorduwen daar hierdoor de naald kan buigen en breken.
14. Schakel de naaimachine uit (symbool “O”) wanneer u bij de naald iets wilt veranderen, bijvoorbeeld een draad door de naald
rijgen, de naald verwisselen, de spoel opwinden of de persvoet verwisselen.
15. Neem altijd eerst de stekker uit het stopcontact wanneer u een afdekplaatje van de naaimachine verwijdert, tijdens het smeren
of wanneer u één van de wijzigingen aan de machine uitvoert die in de handleiding worden beschreven.
16. De naaimachine is niet bestemd voor het gebruik door kleine kinderen of minder toerekeningsvatbare personen zonder dat
er toezicht op wordt gehouden.
17. Let erop dat kleine kinderen niet zomaar met de machine kunnen spelen.
“BEWAAR DEZE INSTRUCTIES”
“Deze naaimachine is uitsluitend geschikt
voor huishoudelijk gebruik.”