CD 5
CD10
47
NEDERLANDS
Tracks afspelen in willekeurige volgorde.
1. Controleer of de disk is geplaatst.
2. Druk op de toets Random op de afstandsbediening. Op het display verschijnt
‘RAN ON’.
3. Druk op . De cd-speler speelt de hele disk in willekeurige volgorde af. U kunt
ook tijdens het afspelen op de toets Random drukken om de functie in te
schakelen.
4. Druk op Random wanneer de functie wilt uitscgakelen. De disk wordt dan tot het
einde in de opgenomen volgorde afgespeeld.
5. Druk op als u het afspelen op enig moment wilt stoppen.
Opmerking: Als u ‘Random’ selecteert wanneer ‘RPT ONE’ is geselecteerd, wordt
de modus ‘RPT ONE’ automatisch geannuleerd.
De functie Resterend (Remain) gebruiken
1. Controleer of de disk is geplaatst.
2. Druk op de afstandsbediening op de toets Remain om de resterende afspeeltijd
van de track weer te geven.
3. Druk nogmaals op Remain om de totale resterende afspeeltijd van de disk weer
te geven.
4. Druk voor of tijdens het afspelen nogmaals op Remain om terug te gaan naar
de normale afspeelmodus.
Afspelen programmeren
De CD5/CD10 kan worden geprogrammeerd om on de volgorde van uw voorkeur
alleen tracks af te spelen die u wilt beluisteren.
1. Controleer of de disk is geplaatst. In het display moeten de inhoudgegevens
worden weergegeven.
2. Druk op de toets Prog op de afstandsbediening. Op het display verschijnen de
programma-instellingen.
3. Selecteer met de toetsen en het nummer van de track die u als eerste wilt
programmeren.
4. Druk op de toets Prog op de afstandsbediening. De gewenste track is nu
geprogrammeerd. Het programmanummer wordt automatisch met één
verhoogd voor de volgende invoer. U kunt met stap 3 één of meer tracks
overslaan.
5. Herhaal de stappen drie en vier tot u alle gewenste tracks hebt ingevoerd. U
kunt maximaal 20 tracks programmeren.
6. Druk op om met afspelen van de geprogrammeerde tracks te beginnen.
7. Druk op de toets Prog Clear op de afstandsbediening om alle geprogrammeerde
tracks te wissen.
Disks plaatsen en uitnemen
1. Druk op de toets Openen/Sluiten.
2. Plaats, zodra de lade geheel naar buiten is gekomen voorzichtig een disk met
het label naar boven in de lade.
3. Druk weer op de toets Openen/Sluiten om de lade te sluiten. Als de disk correct
is geladen en de lade is gesloten, leest de cd-speler de disk en geeft de inhoud
weer.
4. De lade kan op elk gewenst moment worden geopend door op de toets
Openen/Sluiten te drukken. Neem de disk alleen uit wanneer de lade geheel
geopend is.
Opmerking:
– Leg geen andere voorwerpen dan een cd in de lade. Vreemde voorwerpen
kunnen het mechanisme beschadigen.
– Forceer de lade tijdens het openen en sluiten niet met de hand.
– Houd de lade gesloten, om te voorkomen dat vuil en stof binnendringt.
– Als de compact disk ernstig is beschadigd of te vuil is, kan de speler deze
mogelijk niet lezen of afspelen.
– Plaats nooit meer dan één disk tegelijk in de lade.
Normaal afspelen
Dit apparaat is bestemd om compact discs, opgenomen cd’s (cd-r)
en herschrijfbare cd’s (cd-rw) af te spelen, die voorzien zijn van het
hier afgebeelde identificatielogo. Andere disks kunnen niet worden
gebruikt. Op de cd-r/cd-rw discs dient een correcte inhoudsopgave
(TOC) te zijn opgenomen, zodat ze kunnen worden afgespeeld. Het apparaat kan
uitsluitend discs afspelen die zijn opgenomen in cd-da formaat voor
muziekweergave, of discs die mp3- of wma-bestanden bevatten. Probeer niet op
dit apparaat een disc met andere informatie af te spelen, zoals een gegevens-cd-
rom voor pc’s.
1. Schakel uw versterker in en zet de ingangskeuzetoets in de juiste stand.
Reduceer het volume tot minimaal.
2. Druk op de toets Openen/Sluiten om de lade te openen en plaats een disk.
3. Druk weer op de toets Openen/Sluiten om de lade te sluiten. De speler zal eerst
de disk lezen.
4. Druk om het afspelen te starten op de toets .
5. Zodra de laatste track is afgespeeld, gaat het display terug naar de
inhoudsopgave.
6. Druk op als u het afspelen op enig moment wilt stoppen. Als u tijdens het
afspelen op de toets drukt, wordt het afspelen onderbroken. Druk op de toets
om het afspelen te hervatten.
Tijdens het afspelen een bepaalde track zoeken
1. Als u eenmaal kort op de toets drukt, gaat u naar het begin van de volgende
track op de cd. Herhaal dit zo vaak als nodig is.
2. Als u eenmaal kort op de toets drukt, gaat u naar het begin van de vorige
track.
Een track zoeken als het afspelen is gestopt.
1. Door eenmaal kort drukken op de toetsen kunt u tracks overslaan.
2. Druk op om met afspelen van de geselecteerde track te beginnen.
Disks en tracks herhalen
1. Controleer of de disk is geplaatst.
2. Druk tijdens het afspelen van een track tweemaal op de toets Herhalen
(Repeat) als u deze track wilt herhalen. Op het display verschijnt ‘RPT ONE’.
Druk op . De geselecteerde track wordt herhaald tot de functie wordt
uitgeschakeld. U kunt ook op Herhalen (Repeat) drukken, de gewenste track
met de cijfertoetsen op de afstandsbediening selecteren en dan op drukken.
3. Druk tweemaal op de toets Herhalen (Repeat) op de afstandsbediening. Op het
display verschijnt ‘RPT ALL’. Druk op . De hele disk wordt dan herhaald, tot de
functie wordt uitgeschakeld.
4. Als u voor of tijdens het afspelen de herhaalfunctie wilt uitschakelen, druk dan
op de toets Herhalen (Repeat) tot in het display ‘RPT OFF’ wordt weergegeven.
Bediening