D - GEBRUIK
VOORZORGSMAATREGELEN:
Plaats het toestel op een afstand van ten minste
20 cm van een wand of brandbaar voorwerp.
Plaats het toestel op een horizontaal vlak en ver-
plaats het niet tijdens het gebruik.
In geval van gaslek (gaslucht): sluit onmiddellijk
alle kranen en knoppen.
WANNEER DE GRILL-FUNCTIE GEBRUIKT
WORDT:
ZORG DAT ER ALTIJD WATER AANWEZIG IS IN
DE WATERBAK.
LAAT DE GRILLPLAAT NOOIT OP MAXIMUM VER-
MOGEN ( ) FUNCTIONEREN.
LAAT DE GRILL (KNOP IN STAND ( )) NOOIT
LANGER DAN 2 À 3 MINUTEN
VOORVERWARMEN ZONDER VOEDINGSMIDDE-
LEN, OP STRAFFE VAN BESCHADIGING VAN DE
SPECIALE BEKLEDING.
Laat het toestel helemaal afkoelen voordat u het
opbergt.
Sluit na gebruik altijd de kraan van de drukrege-
laar of de gasfles.
1) FUNCTIE KOOKSTEL (zie Afb. 4)
- Als het toestel als Grill is gebruikt moeten eerst de
Grill en de waterbak verwijderd worden (let op, eerst
laten afkoelen!) .
- Haal indien nodig de pannenroosters uit hun behui-
zing en monteer ze door ze vast te klikken in de inke-
pingen op de plaat (Afb. 5 en 6).
1) a - Aansteken:
- Open de gastoevoer (kraan of hendel van de drukre-
gelaar).
- Houd een vlam bij de brander en draai vervolgens de
knop die bij de brander hoort "tegen de klok in" tot in
stand ( ).
- Regel de vlam al naar gelang de diameter van de
gebruikte (koeken-)pan door de knop te verdraaien
tussen ( ) en ( ). Gebruik geen (koeken-)pan
met een diameter van minder dan 16 cm of meer dan
28 cm.
- Als u de kooktemperatuur wilt veranderen, stel dan de
vlam af door de knop in te stellen op het vastgestelde
bereik tussen ( ) en (●)
- Draai zo nodig het toestel - deksel of (voor de
modellen met windscherm Plus en Extra) windscherm
naar de wind toe - om te voorkomen dat door de
wind de vlam van de brander de bodem van de pan
niet meer raakt.
- Draai, als het gerecht klaar is, de knop van de
gebruikte brander "met de klok mee" tot in stand (●).
2) FUNCTIE GRILL (zie Afb. 7-10)
- Als het toestel gebruikt is als kookstel moeten eerst
de pannenroosters van de 2 branders verwijderd wor-
den (let op, eerst laten afkoelen !); berg ze op in hun
behuizing (zie Afb. 6).
- Plaats de waterbak en vouw de steundraden voor de
grill aan beide zijden uit (zie fig. 7)
- Doe er ongeveer 1 liter water in: zie maatstreep "
MAXI " fig. 8
- Open de gastoevoer (kraan of hendel van de drukre-
gelaar).
2) a - Aansteken
- Steek eerst een brander aan. Ga hiervoor als volgt te
werk:
- Houd een vlam bij de brander en draai vervolgens de
knop die bij de brander hoort "tegen de klok in" tot in
stand ( ).
Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk:
Het toestel moet gebruikt worden met een flexibele lei-
ding die geschikt is voor butaan en propaan.
De leiding mag niet langer zijn dan 1,20 m. Als hij
beschadigd is of scheurtjes vertoont, moet de leiding
vervangen worden. Niet aan de leiding trekken, niet in
elkaar draaien. Zorg dat de leiding niet in aanraking
komt met voorwerpen die heet kunnen worden.
Aansluiting van de flexibele leiding: Sluit de leiding aan
op de nippel van het toestel door de moer van de leid-
ing stevig maar niet overmatig aan te draaien met
behulp van 2 hiervoor geschikte sleutels:
- sleutel nr. 14 om de nippel van het toestel te
blokkeren,
- sleutel nr. 17 om de moer van de leiding aan te
draaien.
Sluit het andere uiteinde van de leiding aan op de nip-
pel van de drukregelaar.
- Controleer de gasdichtheid volgens de aanwijzingen
van paragraaf C.
C - AANSLUITING VAN DE GASFLES
Indien de aanwezige glasfles leeg is, zie paragraaf E:
"Demonteren of vervangen van de gasfles".
Ga voor het aansluiten of demonteren van een gasfles
altijd te werk op een goed geventileerde plaats, bui-
tenshuis, nooit in aanwezigheid van een vlam, warmte-
bron of vonk (sigaret, elektrisch apparaat, e.d .), en op
voldoende afstand van andere personen en brandbare
materialen.
- Plaats de gasfles op de grond, achter of naast het
toestel.
- Sluit de kraan van de drukregelaar of van de gasfles.
- Schroef of draai de drukregelaar op de gasfles of op
de kraan van de gasfles.
- Sluit de knoppen van het kookstel door ze "met de
klok mee" te draaien tot in stand (●).
- Controleer of de soepele leiding of de slang normaal
loopt, zonder torsie of trekspanning.
- Controleer of de luchtgaatjes van de branderpijp ter
hoogte van de injector niet verstopt zijn met stof of
spinnenwebben.
Gasdichtheid
Probeer nooit een gaslek op te sporen met behulp
van een vlam, maar gebruik hiervoor een speciale
vloeistof voor het opsporen van gaslekken.
- Bevochtig de aansluitpunten tussen gasfles/
drukregelaar/slang/toestel met de speciale vloeistof
voor het opsporen van gaslekken.
De knoppen op het kooktoestel moeten in stand (●) staan.
- Open de gastoevoer (kraan of hendel van de
drukregelaar).
- Als u gasbelletjes constateert, is er een gaslek.
- Om het gaslek te verhelpen, moeten de moeren
aangedraaid worden. Eventuele defecte onderdelen
moeten vervangen worden. Het toestel mag pas in
gebruik genomen worden als alle lekken verholpen
zijn.
- Sluit de kraan van de gasfles.
Belangrijk:
De installatie moet ten minste een maal per jaar en bij
elke verwisseling van de gasfles op gaslekken gecon-
troleerd worden.
13
NL