BEDIENINGSINSTRUCTIES
Het in- en uit schakelen van het ondersteuningssysteem:
Zie guur 7. Druk op de ON/OFF-knop (1) op de accu. Als u dit doet, ziet u de LED’s (2) voor het laadniveau van de accu oplichten
en de huidige restcapaciteit van de accu wordt aangegeven. Bij het inschakelen zal ook het display van de HMI-computer aan
gaan. Als alle LED’s branden, is het accu-niveau 100%. Elke LED correspondeert met ongeveer 20% capaciteit.
Het systeem zal automatisch uitschakelen na 10 minuten inactiviteit of als de accu leeg is.
2
1
100%
Figuur 7.
Verlichting
Gevoed door de accu van het aandrijfsysteem (alle EU-landen behalve Duitsland)
De verlichting wordt gevoed door de accu van het aandrijfsysteem.
Verlichting in-/uitschakelen:
Zie guur 4. Druk op de knop voor de verlichting (5) op de HMI. Als de verlichting wordt ingeschakeld, zal de
achtergrondverlichting op de computereenheid eveneens aangaan en het verlichtingssymbool (9) zal in beeld verschijnen.
De verlichting blijft aan totdat deze wordt uitgezet met de verlichtingsknop of als de stroom van de accu of de naafdynamo
niet langer beschikbaar is. Als de aandrijvingsondersteuning wordt afgesloten als gevolg van een te lage accuspanning, zal de
verlichting wel blijven branden totdat de accu compleet leeg is.
Gevoed door naafdynamo (Duitsland)
Als het verlichtingssysteem alleen door een naafdynamo wordt gevoed (vanwege wettelijke eisen losgekoppeld van de accu van
het aandrijfsysteem), dan kan de verlichting niet worden aangezet met de HMI. De verlichting moet dan worden aan- en uitgezet
met een aparte knop voor het verlichtingssysteem.
Rit-informatie
Zie guur 4. Gebruik de informatie/reset knop (3) om de verschillende functies van de etscomputer te doorlopen: snelheid,
gemiddelde snelheid, totale afstand en ritafstand.