654583
134
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/142
Nächste Seite
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Software voor het verwerken, weergeven en bewerken van
RAW-opnamen
Digital Photo Professional
Versie 4.5
Instructiehandleiding
O
Inhoud van deze instructiehandleiding
O
DPP staat voor Digital Photo Professional.
O
De schermen die in deze handleiding worden
gebruikt voor instructies voor de basisbewerkingen,
zijn afkomstig uit Windows 8.1.
O
geeft de selectieprocedure in het menu aan.
O
Verwijzingen naar menu's, knoppen of vensters die
op het computerscherm worden weergegeven, staan
tussen vierkante haken.
O
Verwijzingen naar toetsen op het toetsenbord
worden weergegeven tussen punthaken < >.
O pag. **
verwijst naar een paginanummer.
Klik hierop om naar de desbetreffende pagina
te gaan.
O
geeft aan dat de functie is bedoeld voor
gebruikers die ervaring hebben met
beeldbewerkingssoftware.
O
: handige informatie voor het oplossen van
problemen.
Geavanceerd
© CANON INC. 2016 CEL-SW9MA280
O
: tips voor geavanceerd gebruik van de
software.
O
: informatie die vóór gebruik moet worden
gelezen.
O
: aanvullende informatie die voor u van nut kan
zijn.
O
Door de handleiding bladeren
O
Klik op de pijlen rechtsonder in het scherm.
: volgende pagina
: vorige pagina
: terug naar de laatst weergegeven pagina
O
Klik op de hoofdstuktitels rechts op het scherm om
naar de pagina met de inhoudsopgave van dat
hoofdstuk te gaan. U kunt ook op het gewenste
onderwerp in de inhoudsopgave klikken om naar de
desbetreffende pagina te gaan.
NEDERLANDS
2
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Inleiding
Belangrijke functies van DPP
Hieronder staan de belangrijkste taken die u kunt uitvoeren voor
opnamen die u naar uw computer hebt gedownload.
* geeft aan dat deze taak kan worden uitgevoerd voor
JPEG- of TIFF-opnamen en ook voor RAW-opnamen.
O Opnamen weergeven en ordenen
O Een opname aanpassen
O Verschillende elementen van een opname aanpassen terwijl de
oorspronkelijke opname ongewijzigd blijft
O Onbeperkt beeldstijlen toepassen
O De oorspronkelijke en de aangepaste versie van uw opname in
hetzelfde venster weergeven
O Een opname bijsnijden en de hoek ervan
aanpassen (bijsnijden)
O
Formaat van een opname wijzigen
O Lensaberratie corrigeren
O Digitale lensoptimalisatie
O
Automatisch/handmatig stof wissen
O Een RAW-opname converteren naar een
JPEG- of TIFF-opname en deze opslaan
O Grote aantallen RAW-opnamen in batches verwerken
O De opname overbrengen naar beeldbewerkingssoftware
O Een opname printen
O Koppelen met EOS Utility voor opnamen op
afstand
O Compatibel met kleurbeheersystemen
O CMYK-simulatie gebruiken voor commercieel drukwerk
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
3
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Systeemvereisten
Kan ook worden geïnstalleerd op een pc met een 32-bits versie, maar
dan met beperkte werking. Op 32-bits besturingssystemen
wordt (32bit)
weergegeven bij [About Digital Photo Professional 4/Info over Digital
Photo Professional 4] in [Help]. Zie de beschrijvingen met de aanduiding
in deze handleiding voor informatie over beperkingen.
* Met Microsoft .NET Framework 4.5 geïnstalleerd
Ondersteunde camera's
EOS-1D X Mark II, EOS-1D X, EOS-1D C, EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds
Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 5DS/EOS 5DS R, EOS 5D Mark IV,
EOS 5D Mark III, EOS 5D Mark II, EOS 6D, EOS 7D Mark II, EOS 7D,
EOS 80D, EOS 70D, EOS 60D/EOS 60Da, EOS 50D, EOS 760D, EOS
750D, EOS 700D, EOS 100D, EOS 1300D, EOS 1200D, EOS 650D,
EOS 600D, EOS 550D, EOS 500D, EOS 450D, EOS 1000D,
EOS 1100D, EOS M5, EOS M3, EOS M2, EOS M, EOS M10,
PowerShot G3 X*, PowerShot G1 X Mark II* en PowerShot G7 X*,
PowerShot G9 X*, PowerShot SX60 HS*, PowerShot G5 X*, PowerShot
G7 X Mark II*, PowerShot G16*, PowerShot S120* en PowerShot G1 X*
* Voor RAW-opnamen kunnen functies die niet in de camera aanwezig
zijn (zoals Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)) en
functies zoals Digital Lens Optimizer (Digitale lensoptimalisatie), niet
worden gebruikt. Beeldstijlen echter kunnen zelfs worden gebruikt
wanneer deze zich niet in de camera bevinden, met uitzondering van
sommige functies.
Besturingssysteem
Windows 10, Windows 8.1, Windows 8, Windows 7*
Model
Pc waarop een van bovenstaande
besturingssystemen vooraf is geïnstalleerd
(Opgewaardeerde computers worden niet
ondersteund)
Processor
Core 2 Duo 2.0 GHz of hoger (Core i-serie of
hoger aanbevolen)
RAM (geheugen) 2.0 GB RAM of meer (4.0 GB of meer aanbevolen)
Harde schijf
Installatie: min. 300 MB beschikbare schijfruimte
Gebruik: min. 600 MB beschikbare schijfruimte
Beeldscherm
Resolutie: XGA (1024 x 720) of meer (1600 x 1200
of meer aanbevolen)
Kleuren: 16 bits kleuren (65.536 kleuren) of meer
32bit
Ondersteunde opnamen
Opnamegegevens
Opnametype Extensie
Foto's
RAW-
opnamen
Opnamen in Canon RAW-indeling die zijn
gemaakt op ondersteunde camera's
.CR2
JPEG-
opnamen
Met Exif 2.2, 2.21 of 2.3 compatibel
JPEG-opnamen
.JPG
Movies
Movies die zijn gemaakt met
ondersteunde camera's
.MOV,
.MP4
4
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Inhoud
Inleiding...................................................................... 2
Belangrijke functies van DPP ....................................... 2
Systeemvereisten ......................................................... 3
Ondersteunde camera's ............................................... 3
Ondersteunde opnamen ............................................... 3
1 Opnamen downloaden ........................................... 7
DPP starten .................................................................. 8
Opnamen downloaden naar de computer .................... 9
Opnamen downloaden met het programma
“EOS Utility” ..............................................................
9
Opnamen downloaden met een kaartlezer............... 9
2 Opnamen weergeven ........................................... 10
Opnamen weergeven in het hoofdvenster
(miniatuurweergave) ..................................................
11
De miniatuurweergave wijzigen ............................. 12
Een opname vergroten en weergeven in het
voorbeeldvenster .......................................................
16
Een bepaald gebied vergroten en weergeven ....... 17
De details van een opname controleren ...... 18
Het hoofdvenster weergeven (multiweergave) ...... 18
Een opname controleren met het functiepaneel
voor voorbeelden ...................................................
19
Een opname controleren in de multifunctionele
voorbeeldweergave ...............................................
23
Een opname controleren in secundaire
vensters .................................................................
24
Vensterpanelen (deelvensters) openen en sluiten .... 25
De weergavemethode en de volgorde van paletten
wijzigen ......................................................................
26
De weergavemethode (Dock/Float/Vastgezet/
Zwevend) van paletten wijzigen.............................
26
Paletten rangschikken ........................................... 26
DPP afsluiten ............................................................. 27
Geavanceerd
3 Opnamen ordenen en sorteren............................ 28
Opnamen op een efficiënte manier controleren en
sorteren ......................................................................
29
Opnamen sorteren.................................................. 31
Opnamen sorteren in het hoofdvenster .................. 32
Opnamen rangschikken in het hoofdvenster .......... 33
Een RAW-opname en JPEG-opname als één
opname weergeven ................................................
34
Opname-informatie controleren.............................. 35
Ordenen van opnamen............................................... 37
Een ongewenste opname verwijderen ................... 37
Opnamen verplaatsen ............................................ 37
Opnamen in mappen verplaatsen .......................... 38
Veelgebruikte mappen vastleggen (met een
bladwijzer) ..............................................................
38
4 Opnamen bewerken............................................. 39
RAW-opnamen........................................................... 41
RAW-opnamen ....................................................... 41
RAW-ontwikkeling .................................................. 41
Wanneer RAW-ontwikkeling moet worden
uitgevoerd...............................................................
41
Voordelen van een RAW-opname.......................... 41
JPEG- en TIFF-opnamen bewerken........................... 42
Toolpaletten................................................................ 43
Bewerken met het toolpalet
Basisaanpassingen ....................................................
44
Helderheid aanpassen............................................ 44
De beeldstijl wijzigen .............................................. 45
Een beeldstijlbestand gebruiken ............... 47
De kleurtoon aanpassen door de witbalans te
wijzigen...................................................................
47
De kleurtoon aanpassen met behulp van
automatische witbalanscorrectie ............................
48
JPEG/TIFF
Geavanceerd
5
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
De witbalans aanpassen met de
kleurtemperatuur....................................................
49
Witbalans aanpassen............................... 49
Contrast aanpassen............................................... 50
De helderheid van schaduwen/lichte
delen aanpassen ...................................................
50
Kleurtoon en verzadiging wijzigen ......................... 51
Het dynamische bereik aanpassen .......... 52
Gradatie en helderheid automatisch aanpassen ... 53
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie
helderheid) gebruiken ............................................
54
Beeldscherpte aanpassen ..................................... 55
Bewerken met het toolpalet Kleurtoon
aanpassen .................................................................
57
Helderheid en contrast aanpassen ........................ 57
De kleurtoon aanpassen met behulp van
automatische witbalanscorrectie............................
58
Tooncurve aanpassen.............................. 59
Het dynamische bereik aanpassen .......... 61
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie
helderheid) gebruiken ............................................
61
Bewerken met het toolpalet Kleur
aanpassen .................................................................
62
Bewerken met het toolpalet Kleur
aanpassen .............................................................
62
Bewerken met het toolpalet
Gedetailleerd aanpassen...........................................
64
Ruis reduceren ...................................................... 64
Aanpassen beeldscherpte ..................................... 65
Bewerken met het toolpalet Bijsnijden/
Hoek aanpassen........................................................
66
Bewerken met het toolpalet Lenscorrectie................. 69
Lensaberratie corrigeren........................................ 69
Geavanceerd
Geavanceerd
Geavanceerd
Geavanceerd
JPEG/TIFF
Geavanceerd
Geavanceerd
JPEG/TIFF
Geavanceerd
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
Correcties aanbrengen ........................................... 70
De schuifregelaar Shooting distance information
(Informatie opnameafstand) ...................................
72
Meerdere opnamen tegelijk corrigeren................... 73
Digitale lensoptimalisatie ........................................ 73
Digitale lensoptimalisatie gebruiken ....................... 74
Beeldscherpte aanpassen ...................................... 76
Bewerken met het toolpalet Stof
verwijderen/Kopieerstempel .......................................
77
Automatisch stof wissen ......................................... 77
Automatisch stof wissen in het hoofdvenster ......... 78
Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) ............... 79
Ongewenste delen van een opname wissen
(kopieerstempelfunctie) ..........................................
81
De te gebruiken kleurruimte instellen ......................... 82
Soft-Proof Colors gebruiken ....................................... 83
Bewerkingsresultaten opslaan................... 84
Bewerkingsgegevens opslaan in een opname ....... 84
Een opname opslaan als een afzonderlijke
opname...................................................................
84
Opnamen opnieuw bewerken.................... 86
Aanpassingsgegevens (recept)
gebruiken....................................................................
87
Een recept kopiëren en toepassen op een andere
opname...................................................................
88
Een recept opslaan als een bestand ...................... 88
Recepten laden en toepassen................................ 89
Meerdere opnamen aanpassen en met
elkaar vergelijken........................................................
90
Opnamen efficiënt bewerken..................... 91
Bewerkingen uitvoeren in het
beeldbewerkingsvenster.........................................
91
De weergavepositie van de miniaturen wijzigen
en de miniaturen naast elkaar weergeven..............
92
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
6
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen verzamelen en bewerken in het
venster Collection (Collectie) .................................
93
Opnamen samenvoegen .......................... 95
Samenvoegmethoden............................................ 98
HDR-opnamen (High Dynamic Range)
maken ........................................................................
99
Dual Pixel RAW-optimalisatie gebruiken.... 102
Aanpassing op microniveau van de positie van
maximale scherpte en resolutie met gebruik van
de diepte-informatie binnen het Dual Pixel
RAW-bestand ......................................................
102
Het gezichtspunt of de voorgrondbokeh
wijzigen voor fraaiere resultaten ..........................
103
Het voorkomen van ghosting in opnamen
verminderen.........................................................
104
Een RAW-opname overbrengen naar
Photoshop................................................................
106
De werkbalk in het hoofdvenster
aanpassen ...............................................................
107
5 Opnamen printen................................................ 108
Een opname printen ................................................ 109
Printen met opname-informatie ............................... 110
Een miniaturenlijst afdrukken (Overzichtsafdruk
afdrukken)................................................................
111
Printen met plug-in................................................... 112
6 Grote aantallen RAW-opnamen verwerken........ 113
Witbalans in een batch toepassen op opnamen
(persoonlijke witbalans) ...........................................
114
Persoonlijke witbalans vastleggen....................... 114
Persoonlijke witbalans toepassen........................ 115
Opnamen in een batch opslaan als JPEG-
of TIFF-opnamen (batchverwerking) .......................
116
Opnamen in een batch overbrengen naar
beeldbewerkingssoftware ........................................
118
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
Geavanceerd
Geavanceerd
Geavanceerd
De naam van opnamebestanden in een batch
wijzigen.....................................................................
119
De bestandsnaam van opnamen
wijzigen volgens de opnamevolgorde in het
hoofdvenster.........................................................
119
7 Opnamen op afstand ......................................... 120
Opnamen op afstand................................................ 121
Klik-witbalans vastleggen op de camera .............. 124
8 Voorkeuren opgeven.......................................... 126
Voorkeuren opgeven ................................................ 127
General settings (Algemene instellingen)............. 127
Beeldverwerking ................................................... 128
Color management (Kleurbeheer) ........................ 130
View settings (Weergave-instellingen) ................. 131
Referentie .............................................................. 132
Problemen oplossen................................................. 133
De software verwijderen (installatie ongedaan
maken)......................................................................
134
Informatie over het opnamekader in
het hoofdvenster en het
beeldbewerkingsvenster...........................................
135
Verklarende woordenlijst .......................................... 136
Index......................................................................... 138
Over deze instructiehandleiding ........................... 142
Handelsmerken .................................................... 142
* Secties met en in '4 Opnamen bewerken'
ondersteunen niet alleen het bewerken van RAW-opnamen maar
ook het bewerken van JPEG-/TIFF-opnamen.
: Alle functies die in dit gedeelte worden besproken, zijn
geschikt voor het bewerken van JPEG/TIFF-opnamen.
: Een aantal van de functies die in dit gedeelte worden besproken,
zijn geschikt voor het bewerken van JPEG/TIFF-opnamen.
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
1
7
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen downloaden
DPP starten ............................................................... 8
Opnamen downloaden naar de computer ................. 9
Opnamen downloaden met het programma “EOS Utility” ......
9
Opnamen downloaden met een kaartlezer................... 9
8
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
DPP starten
Dubbelklik op het pictogram op het bureaublad.
¿ DPP wordt gestart en het hoofdvenster (miniatuurweergave)
wordt weergegeven.
Als u een door DPP ondersteund opnamebestand naar het pictogram op
het bureaublad sleept en neerzet, wordt DPP gestart en wordt de map
weergegeven waarin het opnamebestand is opgeslagen.
9
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen downloaden naar de computer
De opnamen downloaden die zijn opgeslagen op de geheugenkaart die
in de camera is geplaatst.
U kunt opnamen downloaden met “EOS Utility”, communicatiesoftware
voor de camera.
Raadpleeg de “EOS Utility Instructiehandleiding” (elektronische
handleiding in PDF-indeling) voor gedetailleerde instructies voor het
downloaden van opnamen.
Opnamen downloaden met het programma “EOS Utility”
U kunt opnamen ook met een kaartlezer van een ander merk naar de
computer downloaden.
1
Plaats de geheugenkaart in de kaartlezer.
O Start DPP.
2
Open [My Computer/Deze computer]
[EOS_DIGITAL] en
sleep de map [DCIM] naar [Desktop/Bureaublad].
¿ De map [DCIM] wordt naar uw computer gekopieerd.
O Alle opnamen worden opgeslagen in submappen van de map
[DCIM].
O Het kopiëren van opnamen naar uw computer kan even duren
wanneer er een groot aantal opnamen is opgeslagen op de
geheugenkaart.
Opnamen downloaden met een kaartlezer
2
10
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen weergeven
Opnamen weergeven in het hoofdvenster (miniatuurweergave) ....
11
De miniatuurweergave wijzigen.................................. 12
Het functiepaneel voor miniaturen gebruiken .....
13
De functie Filteren/Sorteren van de
miniatuurweergave gebruiken ................................
14
Het histogrampalet weergeven ................. 15
Een opname vergroten en weergeven in het voorbeeldvenster .....
16
Een bepaald gebied vergroten en weergeven............ 17
Het navigatiepalet weergeven................... 17
De details van een opname controleren ..... 18
Het hoofdvenster weergeven (multiweergave) ........... 18
Een opname controleren met het functiepaneel voor voorbeelden....
19
De vergrotingsfactor wijzigen ................................. 19
Vergelijken met een vastgezette (vaste) opname ......
19
Meerdere opnamen tegelijk weergeven ................. 20
Rasterlijnen weergeven .......................................... 20
AF-punten weergeven ............................................ 20
Een gebied buiten het ingestelde gebied met waarschuwingsindicators
(waarschuwing voor belichting/schaduw) weergeven ...............................
21
Onbewerkte en bewerkte opnamen vergelijken
(weergave van één opname)..................................
21
Onbewerkte en bewerkte opnamen vergelijken (onbewerkt/
bewerkt) Verticaal/horizontaal schikken (dubbele weergave) /
Verticaal/horizontaal splitsen (gesplitste weergave) .........................
22
Eigenschappen van opnamen weergeven ............. 22
Een opname controleren in de multifunctionele
voorbeeldweergave ....................................................
23
Een opname controleren in secundaire vensters ....... 24
Vensterpanelen (deelvensters) openen en sluiten.......
25
De weergavemethode en de volgorde van paletten wijzigen.......
26
De weergavemethode (Dock/Float/Vastgezet/Zwevend)
van paletten wijzigen ...........................................................
26
Paletten rangschikken ................................................ 26
DPP afsluiten........................................................... 27
Geavanceerd
Geavanceerd
Geavanceerd
Geavanceerd
Geavanceerd
11
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen weergeven in het hoofdvenster (miniatuurweergave)
Opnamen die naar uw computer zijn gedownload, worden in het
hoofdvenster als een lijst met miniaturen weergegeven
(miniatuurweergave). Als u dubbelklikt op een opname, wordt het
voorbeeldvenster geopend (pag. 16) waarin de opname vergroot wordt
weergegeven.
O
Zie “Informatie over het opnamekader in het hoofdvenster en het
beeldbewerkingsvenster” (pag. 135) voor informatie over pictogrammen die
worden weergegeven in het venster met de miniaturen.
Hoofdvenster
Classificaties (pag. 31, pag. 32)
Opname roteren
Vooruit/terug
Selectietekens (pag. 31, pag. 32)
Werkbalk
Op 32-bits besturingssystemen kunnen slechts 1000 beelden
per map worden weergegeven. Vanaf het 1001e beeld worden
beelden op dezelfde manier behandeld als niet-ondersteunde
beelden. Probeer 1000 of minder beelden op te slaan per map.
O Als u dubbelklikt op het moviebestand, wordt de
afspeeltoepassing gestart die is opgegeven in de instellingen van
het besturingssysteem op de computer, en wordt de movie
afgespeeld. Bewerkte films worden in dat geval niet afgespeeld.
U kunt de afspeeltoepassing ook veranderen in EOS MOVIE
Utility met Preferences (Voorkeuren) (pag. 127). Raadpleeg
EOS Utility instructiehandleiding voor meer informatie over
EOS MOVIE Utility.
O Als er informatie over de aspect ratio is toegevoegd aan
opnamen die met een andere camera dan de EOS 5D Mark II
zijn gemaakt, wordt de opname weergegeven als een
bijgesneden opname (pag. 66).
O In het hoofdvenster kunt u, naast deze weergave
(miniatuurweergave), ook de multiweergave selecteren. In de
multiweergave kunt u de opname in detail controleren (pag. 18).
32bit
12
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt het formaat wijzigen van de opnameminiaturen die in het
hoofdvenster worden weergegeven, en de informatie selecteren die
voor miniaturen wordt weergegeven.
Selecteer het menu [Thumbnails/Miniaturen]
gewenste item.
¿ Het geselecteerde item wordt weergegeven.
O Als u miniaturen met de bijgevoegde opname-informatie wilt
weergeven, selecteert u het menu [Tools/Extra]
[Settings for
thumbnails with shooting info/Instellingen voor miniaturen met
opname-informatie].
De miniatuurweergave wijzigen
13
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Het functiepaneel voor miniaturen gebruiken
Op het functiepaneel voor miniaturen zijn verschillende instellingen voor het weergeven van miniaturen geïntegreerd.
Met dit functiepaneel kunt u de instellingen voor miniaturen efficiënt weergeven en opgeven.
Functies op het functiepaneel voor miniaturen
Geavanceerd
(1) De grootte van miniaturen wijzigen
(2) Miniaturen zonder bestandsnamen weergeven
(3) Standaardminiaturen weergeven
(4) Miniaturen met informatie weergeven
(5) Informatie selecteren die wordt weergegeven voor miniaturen
(6) Een RAW-opname en JPEG-opname als één opname weergeven
Een RAW-opname en een JPEG-opname die tegelijk zijn opgenomen,
weergeven als één opname. Als deze instelling is opgegeven, gebeurt
bij het weergeven en bewerken van opnamen het volgende.
O
Opname weergeven: alleen de RAW-opname wordt in alle vensters
weergegeven.
O
Opname bewerken: de inhoud die is bewerkt met een functie van
DPP (het toolpalet, enz.), wordt alleen toegepast op de RAW-
opname. Als u echter de volgende functies hebt gebruikt, worden de
aanpassingen op zowel de RAW-opname als de JPEG-opname
toegepast.
• Een opname verwijderen (pag. 37)
• Een opname verplaatsen of kopiëren (pag. 37)
• Selectietekens
(
pag. 31
t/m
pag. 32
)
• Classificatie
(
pag. 31
t/m
pag. 32
)
• Een opname roteren
(pag. 11)
(7) Alle miniaturen selecteren
(8) Selectie van miniaturen annuleren
O Het functiepaneel voor miniaturen wordt standaard weergegeven in
het hoofdvenster. Als dat paneel niet wordt weergegeven,
bijvoorbeeld wanneer de scherminstellingen zijn gewijzigd, kunt u
het weergeven door [Thumbnail control panel/Functiepaneel voor
miniaturen] te selecteren in het menu [Thumbnails/Miniaturen].
O In de multiweergave (verticale miniaturen, pag. 18) zijn alleen de
instellingen [Default thumbnail display/Show thumbnails without file
names/Standaardminiaturen weergeven/Miniaturen zonder
bestandsnamen weergeven] voor miniatuurweergaven mogelijk.
(1) (2)
(3)
(4) (6)
(7)
(8)(5)
14
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
De functie Filteren/Sorteren van de
miniatuurweergave gebruiken
Deze functie biedt de mogelijkheid om alleen de miniaturen weer te
geven die overeenkomen met de geselecteerde filteroptie of om een
optie voor het sorteren van miniaturen op te geven.
1
Klik op de knop [ ] onder aan het hoofdvenster.
¿ Het palet [Filter/Sort/Filteren/Sorteren] wordt weergegeven.
2
Geef de instellingen op.
Geavanceerd
(1) Filter voor weergave van miniaturen in-/uitschakelen
Als u [On/Aan] selecteert, worden alleen miniaturen weergegeven
die overeenkomen met de filteroptie zoals ingesteld met (2) het
filteroptiemenu.
(2) Filteroptiemenu
Selecteer een filteroptie voor het weergeven van miniaturen.
(3) Sorteeropties
Selecteer een sorteeroptie voor het sorteren van miniaturen. Als er
bestanden zijn toegevoegd, wordt naast de optienaam tijdelijk een
sterretje (*) weergegeven.
(4) Sorteervolgorde selecteren
Selecteer de sorteervolgorde (oplopend/aflopend) voor miniaturen
selecteren
O Klik nogmaals op de knop [ ] om het palet [Filter/Sort/Filteren/
Sorteren] te verbergen.
O Wanneer [Apply to all folders/Toepassen op alle mappen]
ingeschakeld is bij de functie Filteren/Sorteren van de
miniatuurweergave, worden filterinstellingen bewaard en toegepast
wanneer u van map wisselt of de volgende keer dat DPP wordt
gestart. Wanneer deze functie uitgeschakeld is, veranderen de
filterinstellingen automatisch in [Off/Uit] wanneer u van map wisselt of
de volgende keer dat DPP wordt gestart.
15
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Het histogrampalet weergeven
Het histogrampalet bevat een histogram van de geselecteerde opname.
U kunt snel een histogram controleren zonder een toolpalet te openen.
Selecteer het menu [View/Beeld] [Histogram
palette/Histogrampalet].
¿ Het histogrampalet wordt weergegeven.
O U kunt een van de volgende histogrammen kiezen in het menu
dat verschijnt wanneer u met de rechtermuisknop klikt.
[Brightness only/Alleen helderheid], [RGB separately/
RGB afzonderlijk], [YRGB separately/YRGB afzonderlijk],
[RGB together/RGB samen]
O U kunt het [Histogram]-palet weergeven/verbergen door op de
knop [ ] rechts onder het hoofdvenster te klikken.
Geavanceerd
16
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Een opname vergroten en weergeven in het voorbeeldvenster
¿ Het voorbeeldvenster wordt weergegeven.
O Voor het voorbeeldvenster kunnen maximaal 36 vensters tegelijk
worden weergegeven.
(
Op 32-bits besturingssystemen kunnen slechts 4 vensters
tegelijk worden weergegeven.)
O Klik op [ ] rechtsboven in het voorbeeldvenster om het
voorbeeldvenster te sluiten.
32bit
Voorbeeldvenster
Toolpalet
Door het menu [Preview/Voorbeeld]
[AF points/AF-punten] te selecteren in het
voorbeeldvenster, kunt u de AF-punten weergeven die op het moment van opname
in de camera waren geselecteerd. AF-punten worden echter niet weergegeven voor
opnamen waarvan het formaat is gewijzigd en die daarna zijn geconverteerd en
opgeslagen (pag. 84) voor afbeeldingen waarvoor u een ander effect hebt
geselecteerd dan [Shot settings/Opname-instellingen] om de vervorming/aberratie
van een fisheye-lens te corrigeren. Dat is ook zo bij opnamen waarvoor tijdens de
ontwikkeling van de RAW-bestanden in de camera specifieke instellingen voor
correctie van vervorming of chromatische aberratie zijn ingesteld.
17
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Klik op het gebied dat u wilt vergroten.
¿
Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 100% (ware pixelgrootte).
O
Klik nogmaals op het gebied om terug te keren naar de volledige
schermweergave.
O
U kunt het weergavegebied wijzigen door over de opname te slepen.
Een bepaald gebied vergroten en weergeven
Selecteer een willekeurige vergrotingsfactor in het menu [Preview/Voorbeeld].
Een opname weergeven met een andere vergroting dan 100%
In het voorbeeldvenster kunt u het menu [Preview/Voorbeeld]
[Preview control
panel/Functiepaneel voor voorbeelden] selecteren om verschillende functies voor
voorbeelden te gebruiken. Zie “Een opname controleren met het functiepaneel
voor voorbeelden” (pag. 19).
Het navigatiepalet weergeven
Het navigatiepalet bevat een vergroot gebied van een geselecteerde
opname.
Selecteer het menu [View/Beeld] [Navigator palette/
Navigatiepalet].
¿ Het navigatiepalet wordt weergegeven.
O Wanneer een opname wordt vergroot in het voorbeeldvenster of
een ander venster, wordt het vergrotingsweergavegebied
weergegeven in het navigatiepalet. U kunt het gebied dat u wilt
vergroten, wijzigen door het vergrotingsweergavegebied op de
opname te verslepen.
O U kunt het palet [Navigatiepalet] weergeven/verbergen door op
de knop [ ] rechts onder het hoofdvenster te klikken.
Geavanceerd
18
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
De details van een opname controleren
Als u van het hoofdvenster overschakelt naar de “multiweergave”, kunt u de details van de opname controleren met het functiepaneel voor voorbeelden.
Klik onder in het hoofdvenster (miniatuurweergave) op een knop om de opmaak te wijzigen.
¿
Het hoofdvenster (multiweergave) wordt weergegeven.
O
In het hoofdvenster (multiweergave) kunt u twee indelingen kiezen: met horizontale miniaturen of met verticale miniaturen.
O
Klik op het gebied dat u wilt vergroten in de opname die wordt weergegeven in het voorbeeldweergavegebied, om de opname weer te geven met de ware pixelgrootte
(100%). Klik opnieuw op de opname om terug te keren naar de volledige schermweergave.
Het hoofdvenster weergeven (multiweergave)
Weergavegebied
voor voorbeelden
Weergavegebied
voor miniaturen
Multiweergave (verticale miniaturen)
Multiweergave (horizontale miniaturen)
Knop om opmaak te wijzigen
Hoofdvenster (miniatuurweergave)
Verticale miniaturen
Horizontale miniaturen
Geavanceerd
19
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Met het functiepaneel voor voorbeelden kunt u de details van de
opname controleren.
U kunt dit paneel gebruiken in het hoofdvenster (multiweergave) en in
het beeldbewerkingsvenster. Als het functiepaneel voor voorbeelden
niet wordt weergegeven, kunt u dat weergeven door [Preview control
panel/Functiepaneel voor voorbeelden] te selecteren in het menu
[Preview/Voorbeeld]. Standaard zijn de knop [] en de knop [ ]
geselecteerd.
De vergrotingsfactor wijzigen
Een opname controleren met het functiepaneel voor voorbeelden
De opname weergeven op ware pixelgrootte (100%).
Klik op de knop [ ] om de opname weer te geven met de
ingestelde vergroting. Als u de opname vergroot/verkleint
met de knop [ ], wordt ook de vergroting gewijzigd
die voor deze knop is ingesteld*.
*Behalve ware pixelgrootte (100%)
De opname vergroten/verkleinen.
Van de in- of uitgezoomde opname terugkeren naar de
weergave die is aangepast aan het venster.
Vergelijken met een vastgezette (vaste) opname
U kunt het venster in twee delen splitsen en de opnamen in het linker- en het
rechtergedeelte met elkaar vergelijken door een opname “vast te zetten” in het
linkergedeelte en vervolgens opnamen te verschuiven in het rechtergedeelte.
Het verbetert de efficiëntie bij het selecteren van opnamen.
Selecteer een opname en klik op de knop [ ].
¿
Het venster wordt in twee helften verdeeld en de geselecteerde opname
wordt vastgezet.
¿
Wanneer u een opname vastzet en gaat schuiven, blijft de opname aan
de linkerkant (vastgezette opname) staan en beweegt alleen de opname
aan de rechterkant. Dit is handig voor het selecteren van opnamen.
O
Als u een andere opname wilt vastzetten, selecteert u [Pin/Vastzetten] in
het menu dat wordt geopend wanneer u met de rechtermuisknop klikt.
O
Als u een opname hebt vastgezet, kunt u op de knop [ ] klikken om te
schakelen tussen een scherm dat boven/onder of links/rechts is
gesplitst.
20
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Meerdere opnamen tegelijk weergeven
Rasterlijnen weergeven
Selecteer meerdere opnamen en klik op de knop
[].
¿ De geselecteerde opname wordt weergegeven.
O U kunt maximaal acht opnamen weergeven.
Op 32-bits besturingssystemen is deze functie niet
beschikbaar.
(De knop [ ] wordt niet weergegeven.)
1
Klik op de knop [ ] naast de knop [ ] en stel in het
menu dat wordt weergegeven, de afstand tussen de
rasterlijnen in.
O Voor het instellen van de afstand voert u waarden in (8 t/m
256 pixels) of sleept u de schuifregelaar.
O Nadat u de instellingen hebt opgegeven, klikt u op de knop
[Close/Sluiten] om het venster te sluiten.
2
Selecteer een opname en klik op de knop [ ].
¿ De opname wordt met rasterlijnen weergegeven.
32bit
AF-punten weergeven
1
Klik op de knop [ ] naast de knop [ ] en selecteer
in het menu dat wordt weergegeven, het item dat u
wilt weergeven op de opname.
O Selecteer [Show only AF points in focus/Alleen AF-punten in
scherpstelgebied weergeven] of [Show all AF points/Alle AF-
punten weergeven].
O Nadat u de instellingen hebt opgegeven, klikt u op de knop
[Close/Sluiten] om het venster te sluiten.
2
Selecteer een opname en klik op de knop [ ].
¿ Er wordt een opname weergegeven met de AF-punten die u in
stap 1 hebt geselecteerd.
AF-punten worden niet weergegeven voor opnamen waarvan het formaat is
gewijzigd en die daarna zijn geconverteerd en opgeslagen
(pag. 84)
voor
afbeeldingen waarvoor u een ander effect hebt geselecteerd dan [Shot
settings/Opname-instellingen] om de vervorming/aberratie van een
fisheye-lens te corrigeren. Dat is ook zo bij opnamen waarvoor tijdens de
ontwikkeling van de RAW-bestanden in de camera specifieke instellingen
voor correctie van vervorming of chromatische aberratie zijn ingesteld.
21
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Een gebied buiten het ingestelde gebied met
waarschuwingsindicators (waarschuwing voor
belichting/schaduw) weergeven
U kunt in zowel belichte delen als schaduwdelen waarschuwingen instellen. Dit
is handig voor het controleren van de afgesneden lichte en donkere gebieden en
om te voorkomen dat een opname te veel wordt aangepast. Op plaatsen waar
de opname het ingestelde bereik overschrijdt, kunt u het belichte deel in rood en
het schaduwdeel in blauw weergeven.
1
Klik op de knop [ ] naast de knop [ ] en geef
instellingen op in het menu dat wordt weergegeven.
O
Schakel de selectievakjes [Show highlight warnings/Waarschuwingen
voor belichting weergeven] en [Show shadow warnings/
Waarschuwingen voor schaduw weergeven] in en voer de waarden voor
de waarschuwingen in.
U kunt ook verschillende waarschuwingskleuren selecteren in het
dialoogvenster dat wordt weergegeven als u op de knop [ ] klikt.
O
Nadat u de instellingen hebt opgegeven, klikt u op de knop [Close/
Sluiten] om het venster te sluiten.
Onbewerkte en bewerkte opnamen
vergelijken (weergave van één opname)
2
Selecteer een opname en klik op de knop [ ].
¿ Als er op de geopende opname een gebied is dat de waarde
overschrijdt die u in stap 1 hebt ingevoerd, wordt het belichte
deel van dat gebied rood en het schaduwgebied blauw
weergegeven. Als u verschillende waarschuwingskleuren hebt
geselecteerd, worden de gebieden weergegeven in de
opgegeven kleuren.
Selecteer een opname die wordt bewerkt, en klik op
de knop [ ].
O Door op de knop te klikken, schakelt u tussen de weergave van
de opname vóór het bewerken en de huidige opname (die wordt
bewerkt).
22
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Onbewerkte en bewerkte opnamen vergelijken
(onbewerkt/bewerkt) Verticaal/horizontaal schikken
(dubbele weergave) / Verticaal/horizontaal splitsen
(gesplitste weergave)
U kunt de onbewerkte en de bewerkte versie van een aangepaste opname in
één venster weergeven en het resultaat van de aanpassingen controleren.
Met deze functie kunt u een opname aanpassen terwijl u de opname die u
bewerkt, vergelijkt met de oorspronkelijke opname.
1
Selecteer een opname die wordt bewerkt en klik op
de knop [ ].
¿ De opname wordt weergegeven in de dubbele weergave
(verticaal schikken).
O De onbewerkte opname wordt links weergegeven en de opname
die u bewerkt, wordt rechts weergegeven.
2
Wijzig de opnameweergave.
O
De weergave wisselt in de volgende volgorde als u op de knop
[] klikt.
Verticaal schikken (dubbele weergave: links/rechts)
Horizontaal
schikken (dubbele weergave: boven/onder)
Verticaal splitsen
(gesplitste opname: links/rechts)
Horizontaal splitsen (gesplitste
opname: boven/onder)
Eigenschappen van opnamen weergeven
De opname- en receptinformatie voor een opname op het scherm weergeven.
U kunt de items selecteren die u wilt weergeven.
1
Klik op de knop [ ] naast de knop [ ].
¿
Het venster [Preview properties display settings/Weergave-instellingen
voor voorbeeldeigenschappen] wordt weergegeven.
2
Geef de weergave-instellingen op.
O
Als u de inhoud van het recept wilt weergeven, selecteert u [Show recipe
details/Receptdetails weergeven] en schakelt u de items die u wilt
weergeven, in op het tabblad [Recipe display settings/Weergave-
instellingen voor recept].
O
Als u opname-informatie wilt weergeven, selecteert u [Show shooting
info/Opname-informatie weergeven] en schakelt u de items die u wilt
weergeven in op het tabblad [Shooting info display settings/Weergave-
instellingen voor opname-informatie].
O
Nadat u de instellingen hebt opgegeven, klikt u op de knop [Close/Sluiten].
23
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
3
Selecteer een opname en klik op de knop [ ].
¿ De opname en de eigenschappen die u in stap 2 hebt
geselecteerd, worden op het scherm weergegeven.
O Als de receptinhoud van een opname die wordt bewerkt, in de
modus onbewerkt/bewerkt wordt weergegeven (dubbele
weergave/gesplitste weergave), worden bewerkte items rood
weergegeven.
Mogelijk worden niet alle eigenschappen weergegeven. Dit is afhankelijk van de
combinatie van venster, voorbeeldvenster en de grootte van de miniaturen.
In het voorbeeldvenster worden de coördinaten van de muis en de te gebruiken
kleurruimte weergegeven. Als u overschakelt naar de multifunctionele
voorbeeldweergave, kunt u de details van de opname op dezelfde manier
controleren als in het hoofdvenster (multiweergave).
1
Selecteer het menu [Tools/Extra]
[Preview screen display
settings/Weergave-instellingen voorbeeldvenster] en
selecteer [Multi-function preview/Multifunctionele
voorbeeldweergave] in het dialoogvenster dat wordt geopend.
O Klik na het selecteren op de knop [Close/Sluiten].
2
Open het voorbeeldvenster (pag. 16)
.
¿
Er wordt een multifunctionele voorbeeldweergave met verschillende
functies aan de onderkant van het scherm weergegeven.
O
Zie “Een opname weergeven in het hoofdvenster (miniatuurweergave)”
(pag. 11) en “Een opname controleren met het functiepaneel voor
voorbeelden” (pag. 19 t/m pag. 23) voor het gebruik van de
weergegeven functies.
Een opname controleren in de
multifunctionele voorbeeldweergave
24
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Secundaire vensters zijn voorbeeldvensters die u kunt openen voor miniaturen
en opnamevoorbeelden. U kunt voor één opname maximaal vier secundaire
vensters openen om het scherpstelgebied in alle delen van het beeld te
controleren, enz.
Selecteer een opname en selecteer vervolgens [Show
second screen/Secundair scherm weergeven] in het menu
dat wordt weergegeven als u met de rechtermuisknop klikt.
¿
Er word een secundair venster geopend.
O
Als u nog een secundair venster wilt openen, herhaalt u de bewerking.
O
U kunt de grootte van secundaire vensters naar wens wijzigen.
O
Klik op de weergegeven opname om te schakelen tussen ware
pixelgrootte (100%) en de weergave die is aangepast aan het venster.
O
Wanneer u een opname in het secundaire venster vergroot, is de positie
op de opname waarop u met de rechtermuisknop hebt geklikt, het
midden voor de vergroting.
Een opname controleren in secundaire vensters
Op 32-bits besturingssystemen kunnen geen secundaire
vensters worden weergegeven.
32bit
25
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Vensterpanelen (deelvensters) openen en sluiten
U kunt de panelen (deelvensters) boven, onder, links en rechts van elk
venster sluiten, afhankelijk van de taken die u uitvoert.
U kunt met DPP werken in een optimale weergave.
Klik op [ ] om een paneel te openen of te sluiten.
O Wanneer een paneel is gesloten, kunt u met de muis [ ]
aanwijzen om het paneel tijdelijk te openen.
Voorbeeld: hoofdvenster (miniatuurweergave)
26
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
De weergavemethode en de volgorde van paletten wijzigen
Voor elk palet (toolpalet, navigatiepalet, histogrampalet, controlepalet en
camerabesturingspalet), kunt u de manier wijzigen waarop het palet
wordt weergegeven (vastgezet/zwevend), en kunt u de
weergavevolgorde van meerdere vastgezette paletten wijzigen.
Wanneer er meerdere paletten zijn vastgezet, kunt u de volgorde van
boven naar beneden wijzigen.
Klik met de rechtermuisknop op de titelbalk van het palet
(waar de naam wordt weergegeven) en klik op [Dock/float/
Vastgezet/zwevend] in het dialoogvenster dat wordt
weergegeven.
¿ Een vastgezet palet wordt nu zwevend weergegeven en een
zwevend palet wordt nu vastgezet weergegeven.
O Herhaal deze bewerking om terug te keren naar de
oorspronkelijke weergavemethode.
Klik met de rechtermuisknop op de titelbalk van het palet
(waar de naam wordt weergegeven) en klik op [Move one
up/Eén omhoog] of [Move one down/Eén omlaag] in het
dialoogvenster dat wordt weergegeven.
¿ De volgorde van de paletten wordt gewijzigd.
De weergavemethode (Dock/Float/Vastgezet/
Zwevend) van paletten wijzigen
Paletten rangschikken
27
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
DPP afsluiten
Selecteer het menu [File/Bestand] [Exit/Afsluiten]
in het hoofdvenster.
¿ DPP wordt afgesloten.
Wanneer u DPP probeert af te sluiten zonder de aangepaste opname op te
slaan, wordt een bevestigingsdialoogvenster weergegeven. Klik op de knop
[Yes to all/Ja op alles] om de aanpassingsgegevens (recept) bij alle aangepaste
opnamen op te slaan.
3
28
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen ordenen en sorteren
Opnamen op een efficiënte manier controleren
en sorteren .............................................................. 29
Opnamen sorteren...................................................... 31
Selectietekens toevoegen ...................................... 31
Classificaties instellen ............................................ 31
Opnamen sorteren in het hoofdvenster...................... 32
Selectietekens toevoegen in het hoofdvenster....... 32
Classificaties instellen in het hoofdvenster............. 32
Opnamen rangschikken in het hoofdvenster .............. 33
Rangschikken op soort ........................................... 33
Onbeperkt rangschikken......................................... 34
Een RAW-opname en JPEG-opname als één
opname weergeven....................................................
34
Opname-informatie controleren.................................. 35
Ordenen van opnamen............................................ 37
Een ongewenste opname verwijderen ....................... 37
Opnamen verplaatsen ................................................ 37
Opnamen in mappen verplaatsen .............................. 38
Veelgebruikte mappen vastleggen (met een bladwijzer).....
38
Bladwijzers verwijderen .......................................... 38
29
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen op een efficiënte manier controleren en sorteren
U kunt opnamen die als miniaturen in het hoofdvenster worden weergegeven,
vergroten en zo elke opname op een efficiënte manier controleren. U kunt
opnamen sorteren in groepen.
1
Selecteer in het hoofdvenster meerdere opnamen die u wilt
controleren.
2
Geef het controlevenster weer.
O Klik op de knop [Quick check/Controle].
¿ Het controlevenster wordt weergegeven.
3
Klik op de knop [ ] of [ ] om naar een andere
opname te gaan die u wilt controleren.
O Alle opnamen die in het hoofdvenster worden weergegeven,
kunnen in het controlevenster worden gecontroleerd.
O Als u op de knop [ ] klikt, wordt de eerste opname
weergegeven en als u klikt op de knop [ ] klikt, wordt de laatste
opname weergegeven.
O Klik op de knop [ ] om terug te keren naar het hoofdvenster.
30
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
4
Klik op het gebied dat u wilt vergroten.
¿
Het desbetreffende gebied wordt weergegeven op 100% (ware
pixelgrootte).
O
U kunt de weergavepositie wijzigen door over de opname te slepen.
O
Als u op de knop [ ] klikt, kunt u de opname op 50% weergeven.
O
Klik nogmaals op het gebied om terug te keren naar de volledige
schermweergave.
O
Klik op de knop [ ] om af te sluiten.
O
Behalve op 100% en 50% kunt u opnamen ook weergeven op 12,5%,
25%, 200%, 300% en 400%. Klik op de knop [ ] naast de knop [ ]
op het scherm, selecteer een vergroting in het menu dat wordt
weergegeven, en klik op de knop [
close/sluiten
].
¿
Als u op de knop [ ] klikt (de geselecteerde vergroting wordt
weergegeven op de knop), wordt de opname weergegeven met de
geselecteerde vergroting. Als het controlevenster wordt gesloten, wordt
de opname opnieuw weergegeven in de oorspronkelijke 50%-weergave.
O
Wanneer het selectievakje [AF Point/AF-punt] is ingeschakeld, kunt u de
AF-punten weergeven die bij het maken van de opnamen in de camera
zijn geselecteerd. AF-punten worden echter niet weergegeven voor
opnamen waarvan de grootte is gewijzigd en die vervolgens zijn
geconverteerd en opgeslagen (pag. 84), opnamen waarvoor instellingen
voor vervormingscorrectie en correctie van chromatische aberratie zijn
opgegeven tijdens de verwerking van de RAW-opname op de camera,
en voor HDR-opnamen (opnamen met een hoog dynamisch bereik).
O
Alleen geselecteerde opnamen controleren
U kunt het controlevenster gebruiken om alleen geselecteerde opnamen te
controleren door de gewenste opnamen in het hoofdvenster te selecteren en
vervolgens stap 1 uit te voeren.
O
Door de opnamen bladeren met het toetsenbord
U kunt ook door de opnamen bladeren met de knop <
> of <
>.
O
De schermweergave wijzigen met het toetsenbord
U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale
schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter>.
O
Bewerkingen uitvoeren met het contextmenu
U kunt elke bewerking ook uitvoeren met het menu dat wordt weergegeven
wanneer u met de rechtermuisknop op een opname klikt.
Handige functies in het controlevenster
31
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt opnamen sorteren door selectietekens toe te voegen of
classificaties in te stellen (dit wordt aangegeven met [ ]) voor elk
onderwerp of thema.
Selectietekens toevoegen
Geef de opname weer waaraan u een selectieteken wilt
toevoegen, en klik vervolgens op een van de tekens [ ]
tot [ ].
¿ Het geselecteerde selectieteken wordt linksboven in het venster
weergegeven.
O Klik op de knop [Clear/Wissen] om het selectieteken te
verwijderen.
Opnamen sorteren
O
De waarden van de selectietekens die zijn toegevoegd aan opnamen in DPP
versies 4 of eerder, blijven niet behouden.
O
U kunt selectietekens ook toevoegen in het menu dat wordt weergegeven
door in het hoofdvenster met uw rechtermuisknop op een opname te klikken.
Classificaties instellen
Geef de opname weer die u wilt classificeren, en klik
vervolgens op een van de [ ].
¿
De classificatie is ingesteld en er wordt een pictogram weergegeven dat
overeenkomt met de geselecteerde [ ] linksboven in het venster.
(Venster weergegeven met een classificatie van drie [ ])
O
Om [Reject/Afwijzen] in te stellen, klikt u op de knop [Reject/Afwijzen].
Klik nogmaals op de knop [Reject/Afwijzen] om te annuleren.
O Om de classificatie te annuleren, klikt u op dezelfde [ ] als toen
u de instelling maakte rechts van het venster.
Omdat de bestandsstructuur van de opnamegegevens verandert wanneer
er een classificatie aan een opname wordt toegevoegd, kan het zijn dat u
de opname-informatie niet kunt bekijken in software van derden.
32
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt opnamen ook sorteren door in het hoofdvenster selectietekens toe te
voegen of classificaties in te stellen (dit wordt aangegeven met [ ]) voor elk
onderwerp of thema.
Selectietekens toevoegen in het hoofdvenster
Selecteer de opnamen waaraan u een selectieteken wilt toevoegen,
en klik vervolgens op een van de tekens [ ] t/m [ ].
¿
Het geselecteerde selectieteken wordt linksboven in het opnamekader
weergegeven.
O
Klik nogmaals op het selectieteken om de selectietekens te verwijderen.
Opnamen sorteren in het hoofdvenster
Classificaties instellen in het hoofdvenster
Selecteer de opnamen die u wilt classificeren, en klik
vervolgens op een van de [ ].
¿
De classificatie is ingesteld en er wordt een pictogram weergegeven dat
overeenkomt met de geselecteerde [ ] in het opnamekader.
(In het voorbeeldvenster wordt een classificatie van drie [ ] weergegeven)
O
Om de classificatie te annuleren, klikt u op dezelfde [ ] als toen u de
instelling maakte.
O
Stel [Reject/Afwijzen] in met het menu [Label] of het controlevenster
(pag. 29).
33
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Houd de toets <Control> ingedrukt en klik op de gewenste opnamen. Als
u meerdere opeenvolgende opnamen wilt selecteren, houdt u de toets <Shift>
ingedrukt en klikt u op de eerste en laatste opname.
Meerdere opnamen selecteren in het hoofdvenster
O Het menu [Label] kan ook worden gebruikt om selectietekens toe
te voegen en classificaties in te stellen.
O U kunt de classificatie-instellingen die zijn ingesteld in DPP met
andere EOS-software en met een ondersteunde EOS-camera
(voor de EOS 7D: firmwareversie 2.0.0 of hoger) met uitzondering
van de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS
5D Mark II, EOS 50D, EOS 550D, EOS 500D, EOS 450D en EOS
1000D weergeven en wijzigen.
EOS Utility versie 2.9 of later:
In DPP ingestelde classificaties worden weergegeven. Maar
[Reject/Afwijzen] wordt niet weergegeven en u kunt geen
classificatie-instellingen wijzigen.
Met een ondersteunde camera (voor de EOS 7D: firmwareversie
2.0.0 of hoger) met uitzondering van de EOS-1D Mark IV, EOS-
1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 5D Mark II, EOS 50D, EOS
550D, EOS 500D, EOS 450D en EOS 1000D:
in DPP ingestelde classificaties worden weergegeven in het
weergavescherm. U kunt ook classificatie-instellingen wijzigen.
U kunt echter geen instellingen voor [Reject/Afwijzen] weergeven
of wijzigen.
O Omgekeerd kunt u in DPP ook de classificatie-instellingen
weergeven en wijzigen die zijn ingesteld voor beelden op een
ondersteunde EOS-camera (voor de EOS 7D: firmwareversie 2.0.0
of hoger) met uitzondering van de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds
Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 5D Mark II, EOS 50D, EOS 550D,
EOS 500D, EOS 450D en EOS 1000D.
U kunt opnamen in het hoofdvenster rangschikken in de volgorde van de
selectietekens die u aan opnamen hebt toegevoegd of op basis van de datum en tijd
van opname. U kunt opnamen ook onbeperkt rangschikken door deze afzonderlijk te
verplaatsen.
Rangschikken op soort
* In aflopende volgorde worden alle items in de omgekeerde volgorde gesorteerd.
Selecteer het menu [Thumbnails/Miniaturen]
[Sort/
Sorteren]
gewenste item.
¿
De opnamen worden gerangschikt op basis van het geselecteerde item.
Sorteeritem Omschrijving
File name: ascending order (Bestandsnaam:
oplopende volgorde)
De opnamen worden in alfanumerieke volgorde (0 t/m 9
A t/m Z) op
bestandsnaam gesorteerd.
Extension: ascending order (Extensie:
oplopende volgorde)
Opnamen worden gesorteerd in de volgende volgorde: RAW-opnamen
JPEG-opnamen
TIFF-opnamen
MOV-movies
MP4-movies
Shooting Date/Time: ascending order
(Opnamedatum/-tijd: oplopende volgorde)
De opnamen worden in chronologische volgorde gesorteerd op basis
van de opnamedatum en -tijd
Check mark: ascending order (Selectieteken:
oplopende volgorde)
Opnamen met een selectieteken krijgen prioriteit en worden op
numerieke volgorde gesorteerd.
Rating: ascending order (Classificatie:
oplopende volgorde)
Gesorteerd op volgorde van het kleinste aantal [ ].
Camera model Name: ascending order
(Cameramodelnaam: oplopende volgorde)
Gesorteerd op volgorde van het laagste cijfer in de naam van het
cameramodel. (Ex.: EOS-1D X
EOS 6D)
Lens: ascending order (Lens: oplopende
volgorde)
Gesorteerd op volgorde van opnamelens met de kortste
brandpuntsafstand.
ISO speed: ascending order (ISO-snelheid:
oplopende volgorde)
Gesorteerd op volgorde van laagste snelheid.
Shutter speed: ascending order (Sluitertijd:
oplopende volgorde)
Gesorteerd op volgorde van snelste sluitertijd.
Aperture value: ascending order
(Diafragmawaarde: oplopende volgorde)
Gesorteerd op volgorde van laagste diafragmawaarde.
Focal length: ascending order
(Brandpuntsafstand: oplopende volgorde)
Gesorteerd op volgorde van opnamelens met de kortste
brandpuntsafstand.
Opnamen rangschikken in het hoofdvenster
34
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Onbeperkt rangschikken
Sleep de opname naar de gewenste locatie.
¿
De opname wordt naar de gewenste locatie verplaatst.
O
U kunt ook meerdere opnamen selecteren (pag. 33) en verplaatsen.
O
De volgorde van de gerangschikte opnamen wordt tijdelijk vastgelegd als
[Custom/Aangepast] bij [Sort/Sorteren] in het besturingsgebied voor
miniaturen en dat blijft zo totdat u DPP afsluit of een andere map selecteert
in de mappenstructuur.
O
Selecteer het menu [Thumbnails/Miniaturen]
[Sort/Sorteren]
[File name/
Bestandsnaam] en [Ascending/Oplopend] om terug te keren naar de volgorde
voorafgaand aan het rangschikken.
Zelfs als u DPP afsluit of een andere map in de mappenstructuur selecteert, kunt u
de volgorde van gerangschikte opnamen behouden.
O
De volgorde behouden zonder de bestandsnamen van opnamen te wijzigen
Op het tabblad [View Settings/Weergave-instellingen] in [Preferences/Voorkeuren]
kunt u de volgorde van de opnamen behouden zonder de bestandsnamen te
wijzigen (pag. 131).
O
De volgorde behouden en bestandsnamen van opnamen wijzigen
Met de naamwijzigingsfunctie kunt u de volgorde van opnamen behouden en in
één keer alle bestandsnamen in de volgorde van de rangschikking wijzigen
(pag. 119).
De volgorde van gerangschikte opnamen behouden
U kunt een RAW-opname en een JPEG-opname die gelijktijdig zijn gemaakt,
weergeven en verwerken als één opname. U kunt ook het aantal opnamen dat
in het hoofdvenster wordt weergegeven halveren en het controleren van een
groot aantal opnamen die gelijktijdig zijn gemaakt, stroomlijnen.
Opnamen die als één opname kunnen worden weergegeven, zijn opnamen die
zijn gemaakt met een camera die RAW-opnamen met de extensie '.CR2' en
JPEG-opnamen gelijktijdig vastlegt. Opnamen die gelijktijdig zijn gemaakt met
een camera die RAW-opnamen met de extensie '.CRW' of '.TIF' vastlegt,
kunnen niet als één opname worden weergegeven.
O
Weergegeven opname
De RAW-opname wordt in alle vensters weergegeven.
O
Bewerkte opname
De inhoud die is aangepast met een functie van DPP (het toolpalet, enz.)
wordt alleen toegepast op de RAW-opname.
Als u echter de volgende functies hebt gebruikt, worden de aanpassingen op
zowel de RAW-opname als de JPEG-opname toegepast.
Een opname verwijderen
(pag. 37)
Een opname verplaatsen of kopiëren (pag. 37)
Selecteren (pag. 31 en pag. 32)
Classificatie (pag. 31 en pag. 32)
Een opname roteren (pag. 11)
Selecteer het menu [Thumbnails/Miniaturen]
[Group
RAW and JPG versions/RAW- en JPEG-versies groeperen].
¿
De bijgewerkte weergave in het hoofdvenster en de gelijktijdig gemaakte
RAW- en JPEG-opname worden als één opname weergegeven met de
markering [ ] (pag. 135).
RAW-opnamen met de extensie '.CR2' kunnen als één
opname worden weergegeven.
Wanneer één opname wordt weergegeven
Een RAW-opname en JPEG-opname als één opname weergeven
35
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
O
Opnamen die zijn toegevoegd aan het venster [Collection/Collectie]
Wanneer u een opname aan het venster [Collection/Collectie] toevoegt die uit
een RAW-opname en een JPEG-opname bestaat, wordt de markering [ ]
bij de opname weergegeven. Omdat de RAW-opname en de JPEG-opname
feitelijk afzonderlijk worden toegevoegd, neemt het aantal opnamen op het
tabblad [Collection/Collectie] met 2 toe.
Als u de selectie van [Group RAW and JPG versions/RAW- en JPEG-versies
groeperen] annuleert, worden de RAW-opname en de JPEG-opname als
afzonderlijke opnamen weergegeven.
1
Selecteer de opname waarvan u de opname-
informatie wilt controleren.
2
Selecteer het menu [View/Beeld] [Info].
¿ Het venster met opname-informatie wordt weergegeven.
3
Selecteer een tabblad en controleer de informatie.
Opname-informatie controleren
36
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
O Opname-informatie wordt weergegeven op het tabblad [Exif
Information/Exif-informatie], terwijl IPTC*-informatie die achteraf
aan de opname is toegevoegd, wordt weergegeven op het
tabblad [XMP/IPTC Information/XMP-/IPTC-informatie].
IPTC *-informatie bestaat uit extra opmerkingen bij opnamen,
zoals bijschriften en informatie over de fotograaf en de
opnamelocatie. De informatie is opgesplitst in vijf categorieën en
kan worden bekeken door [Description/Beschrijving],
[IPTC Contact/IPTC-contact], [IPTC Image/IPTC-opname],
[IPTC Content/IPTC-inhoud] of [IPTC Status/IPTC-status] te
selecteren in de keuzelijst op het tabblad [XMP/IPTC
Information/XMP-/IPTC-informatie].
* International Press Telecommunications Council (IPTC)
O De inhoud van het tabblad [Exif Information/Exif-informatie]
verschilt per cameramodel.
O De receptinhoud die op een opname is toegepast, wordt
weergegeven op het tabblad [Recipes/Recepten].
O
Overschakelen op een andere weergave
Als in het hoofdvenster een andere opname wordt geselecteerd terwijl het venster
met opname-informatie wordt weergegeven, wordt de opname-informatie voor die
opname weergegeven.
O
Verschil met miniatuur met opname-informatie
Voor elke opname wordt in het venster met opname-informatie gedetailleerde
opname-informatie weergegeven. Als u echter alleen de belangrijkste opname-
informatie wilt bekijken, kunt u deze voor elke opname weergeven in het menu
[Thumbnails/Miniaturen]
[With shooting info/Met opname-informatie] (pag. 12).
Handige functies in het hoofdvenster
37
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Ordenen van opnamen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u ongewenste opnamen kunt verwijderen,
verplaatsen, kopiëren, enzovoort, om uw opnamen te ordenen.
Houd er rekening mee dat verwijderde opnamen niet kunnen worden
teruggehaald.
1
Selecteer een ongewenste opname in het hoofdvenster.
2
Selecteer het menu [File/Bestand]
[Move to Recycle Bin/
Verplaatsen naar prullenbak].
¿
De opname wordt in de [Recycle Bin/Prullenbak] geplaatst en uit DPP
verwijderd.
O
De opnamen worden definitief verwijderd wanneer de bewerking [Empty
Recycle Bin/Prullenbak leegmaken] wordt uitgevoerd voor de [Recycle
Bin/Prullenbak] op het bureaublad.
Een ongewenste opname verwijderen
U kunt opnamen naar een aparte map verplaatsen of kopiëren en de
opnamen op opnamedatum of thema sorteren.
Sleep de opname die u wilt verplaatsen of kopiëren.
O Verplaatsen: Sleep de opname naar de gewenste map en laat
de muisknop los.
O Kopiëren: Houd de toets <Control> ingedrukt, sleep de
opname naar de gewenste map en laat de
muisknop en de toets <Control> los.
¿ De opnamen worden naar de doelmap verplaatst of gekopieerd.
Opnamen verplaatsen
38
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt mappen met opnamen verplaatsen of kopiëren en de opnamen
op map sorteren.
Sleep de map die u wilt verplaatsen of kopiëren.
O Verplaatsen: Sleep de map naar de doelmap en laat de
muisknop los.
O Kopiëren: Houd de toets <Control> ingedrukt, sleep de map
naar de gewenste map en laat de muisknop en de
toets <Control> los.
¿ De mappen worden naar de doelmap verplaatst of gekopieerd.
Opnamen in mappen verplaatsen
U kunt mappen die u vaak gebruikt vastleggen in bladwijzers.
Geregistreerde mappen worden weergegeven op het tabblad [Bookmark/
Bladwijzer] in het hoofdvenster.
Bladwijzers verwijderen
U kunt een map verwijderen die in [Bookmark/Bladwijzer] is vastgelegd.
1
Selecteer de map waarvoor u een bladwijzer wilt
instellen.
2
Selecteer het menu [File/Bestand] [Bookmark/
Bladwijzer].
¿ De map die in stap 1 is geselecteerd, wordt vastgelegd op het
tabblad [Bookmark/Bladwijzer] in het hoofdvenster.
Selecteer het menu [File/Bestand]
[Remove bookmark/
Bladwijzer verwijderen].
¿ De geselecteerde map wordt verwijderd uit de bladwijzers.
Veelgebruikte mappen vastleggen (met een bladwijzer)
4
39
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen bewerken
RAW-opnamen......................................................... 41
RAW-opnamen .......................................................... 41
RAW-ontwikkeling...................................................... 41
Wanneer RAW-ontwikkeling moet worden
uitgevoerd..................................................................
41
Voordelen van een RAW-opname ............................. 41
JPEG- en TIFF-opnamen bewerken ........................ 42
Toolpaletten ............................................................. 43
Bewerken met het toolpalet
Basisaanpassingen .................................................. 44
Helderheid aanpassen............................................... 44
De beeldstijl wijzigen ................................................. 45
Een beeldstijlbestand gebruiken .................. 47
De kleurtoon aanpassen door de witbalans te
wijzigen ......................................................................
47
De kleurtoon aanpassen met behulp van
automatische witbalanscorrectie................................
48
De witbalans aanpassen met de
kleurtemperatuur........................................................
49
Witbalans aanpassen................................... 49
Contrast aanpassen................................................... 50
De helderheid van schaduwen/lichte
delen aanpassen .......................................................
50
Kleurtoon en verzadiging wijzigen ............................. 51
Monochroom aanpassen ....................................... 51
Het dynamische bereik aanpassen .............. 52
Gradatie en helderheid automatisch aanpassen ....... 53
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie
helderheid) gebruiken ................................................
54
JPEG/TIFF
Geavanceerd
Geavanceerd
Geavanceerd
Geavanceerd
Geavanceerd
Beeldscherpte aanpassen.......................................... 55
Gedetailleerde instelling van beeldscherpte........... 56
Bewerken met het toolpalet Kleurtoon
aanpassen ............................................................... 57
Helderheid en contrast aanpassen............................. 57
De kleurtoon aanpassen met behulp van
automatische witbalanscorrectie ................................
58
Tooncurve aanpassen .................................. 59
Voorbeeld van een kleurtooncurvebewerking ........ 60
Het dynamische bereik aanpassen............... 61
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie
helderheid) gebruiken.................................................
61
Bewerken met het toolpalet Kleur
aanpassen ............................................................... 62
Bewerken met het toolpalet Kleur
aanpassen..................................................................
62
Een specifiek kleurenspectrum aanpassen ............ 62
Tint en verzadiging voor een hele opname
aanpassen ..............................................................
63
Monochroom aanpassen ........................................ 63
Bewerken met het toolpalet
Gedetailleerd aanpassen......................................... 64
Ruis reduceren ........................................................... 64
Aanpassen beeldscherpte .......................................... 65
Bewerken met het toolpalet Bijsnijden/
Hoek aanpassen...................................................... 66
Bewerken met het toolpalet Lenscorrectie .............. 69
Lensaberratie corrigeren ............................................ 69
Correcties aanbrengen............................................... 70
JPEG/TIFF
Geavanceerd
Geavanceerd
JPEG/TIFF
Geavanceerd
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
40
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Effecten van correctie van vervorming voor
fisheye-lenzen........................................................
71
De schuifregelaar Shooting distance information
(Informatie opnameafstand).......................................
72
Meerdere opnamen tegelijk corrigeren ...................... 73
Digitale lensoptimalisatie ........................................... 73
Digitale lensoptimalisatie gebruiken .......................... 74
Beeldscherpte aanpassen ......................................... 76
Bewerken met het toolpalet Stof
verwijderen/Kopieerstempel..................................... 77
Automatisch stof wissen ............................................ 77
Automatisch stof wissen in het hoofdvenster............. 78
Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) .................. 79
Ongewenste delen van een opname wissen
(kopieerstempelfunctie) .............................................
81
De te gebruiken kleurruimte instellen....................... 82
Soft-Proof Colors gebruiken..................................... 83
Bewerkingsresultaten opslaan.................. 84
Bewerkingsgegevens opslaan in een opname .......... 84
Een opname opslaan als een afzonderlijke
opname......................................................................
84
Opnamen opnieuw bewerken................... 86
Aanpassingsgegevens (recept)
gebruiken ................................................................. 87
Een recept kopiëren en toepassen op een andere
opname......................................................................
88
Een recept opslaan als een bestand ......................... 88
Recepten laden en toepassen ................................... 89
Meerdere opnamen aanpassen en met
elkaar vergelijken ..................................................... 90
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
Opnamen efficiënt bewerken ................... 91
Bewerkingen uitvoeren in het
beeldbewerkingsvenster.............................................
91
De weergavepositie van de miniaturen wijzigen en
de miniaturen naast elkaar weergeven.......................
92
Opnamen verzamelen en bewerken in het venster
Collection (Collectie)...................................................
93
Opnamen samenvoegen ............................... 95
Samenvoegmethoden ................................................ 98
HDR-opnamen (High Dynamic Range)
maken.............................................................................
99
Dual Pixel RAW-optimalisatie gebruiken.... 102
Aanpassing op microniveau van de positie van
maximale scherpte en resolutie met gebruik van
de diepte-informatie binnen het Dual Pixel
RAW-bestand .......................................................
102
Het gezichtspunt of de voorgrondbokeh
wijzigen voor fraaiere resultaten...........................
103
Het voorkomen van ghosting in opnamen
verminderen..........................................................
104
Een RAW-opname overbrengen naar
Photoshop ............................................................. 106
De werkbalk in het hoofdvenster
aanpassen ............................................................. 107
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
Geavanceerd
Geavanceerd
Geavanceerd
* Secties met en in “4 Opnamen bewerken”
ondersteunen niet alleen het bewerken van RAW-opnamen maar ook het
bewerken van JPEG-/TIFF-opnamen.
: Alle functies die in dit gedeelte worden besproken, zijn
geschikt voor het bewerken van JPEG/TIFF-opnamen.
: Een aantal van de functies die in dit gedeelte worden besproken,
is geschikt voor het bewerken van JPEG/TIFF-opnamen.
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
JPEG/TIFF
41
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
RAW-opnamen
Een RAW-opname bestaat uit opnamegegevens met uitvoergegevens
die met een beeldverwerkingssensor zijn vastgelegd. Omdat de
opnamen niet op het moment van opname in de camera worden
verwerkt en de opname wordt vastgelegd in de speciale vorm van
“RAW-opnamegegevens + gegevens over de
beeldverwerkingsinstellingen op het moment van opname”, is speciale
software nodig om de opname weer te geven of te bewerken.
* “RAW” betekent “in natuurlijke vorm” of “niet verwerkt of verfijnd”.
Vergeleken met een movie is een RAW-opname een opname die nog
niet is ontwikkeld (latente opname).
Bij een movie is het beeld voor het eerst zichtbaar wanneer de movie
wordt ontwikkeld. Voor RAW-opnamen geldt ook dat de opname pas als
een beeld op uw computer kan worden weergegeven als de
beeldsignalen zijn verwerkt.
Daarom wordt dit proces, zelfs al is het digitaal, “ontwikkeling”
genoemd.
DPP voert deze “ontwikkeling” automatisch uit wanneer RAW-
bestanden worden weergegeven in DPP. Het resultaat is dat de RAW-
bestanden die worden weergegeven in DPP de beelden zijn die zijn
ontwikkeld.
Met DPP kunt u RAW-opnamen weergeven, bewerken en printen
zonder diepgaand begrip van het ontwikkelingsproces.
RAW-opnamen
RAW-ontwikkeling
Wanneer RAW-ontwikkeling moet worden uitgevoerd
RAW-opnamen worden vastgelegd in de indeling 'RAW-opnamegegevens +
gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen op het moment van opname'.
Wanneer u een RAW-bestand in DPP opent, wordt het automatisch ontwikkeld
en kunt u de opname weergeven als een opname waarop de
beeldverwerkingsinstellingen op het moment van opname zijn toegepast.
Zelfs als u verschillende aanpassingen voor de geopende opname uitvoert (de
opname wordt bij elke bewerking automatisch bijgewerkt), worden alleen de
beeldverwerkingsinstellingen (ontwikkelingsinstellingen) aangepast en blijven
de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Deze gegevens zijn daarom
perfect voor gebruikers die graag creatief met gemaakte opnamen omgaan,
omdat ze niet bang hoeven te zijn voor kwaliteitsverlies van de opname.
In DPP worden de 'gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen' die kunnen
worden aangepast, een 'recept' genoemd (pag. 87).
In DPP kunt u alle aanpassingen (gegevens over de
beeldverwerkingsinstellingen) die zijn uitgevoerd met de toolpaletten, in de
opname opslaan als een 'recept' (pag. 88). U kunt de aanpassingen ook als
apart receptbestand (met de extensie “.dr4”,
pag. 89) opslaan, downloaden en
toepassen op andere opnamen. Een receptbestand met opgeslagen
aanpassingen voor RAW-opnamen kan echter niet worden toegepast op JPEG-
of TIFF-opnamen.
Voordelen van een RAW-opname
Gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen
RAW-opnamegegevens
Inhoud die is aangepast met de
toolpaletten, kan worden verwerkt
als een receptbestand (met de
extensie “.dr4”)
(pag. 87,
pag. 88
)
.
42
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
JPEG- en TIFF-opnamen bewerken
Met DPP kunt u met de volgende toolpaletten JPEG- en TIFF-opnamen
op dezelfde manier aanpassen als RAW-opnamen.
• Toolpalet Kleurtoon aanpassen
• Toolpalet Kleur aanpassen
• Toolpalet Gedetailleerd aanpassen
• Toolpalet Bijsnijden/Hoek aanpassen
• Toolpalet Stof verwijderen/Kopieerstempel
• Toolpalet Instellingen
Bij aanpassingen die worden uitgevoerd met deze toolpaletten (het
recept), worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen gewijzigd en
blijven de “oorspronkelijke opnamegegevens” ongewijzigd. Hierdoor
treedt bij het bewerken geen kwaliteitsverlies op en kunt u uw opname
keer op keer aanpassen.
In DPP kunt u alle aanpassingen (gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen)
die zijn uitgevoerd met de toolpaletten, in de opname opslaan als een 'recept'
(pag. 88). U kunt de aanpassingen ook als apart receptbestand (met de extensie
“.dr4”,
pag. 89) opslaan, downloaden en toepassen op andere opnamen.
Receptgegevens waarin aanpassingen voor JPEG- of TIFF-opnamen zijn
opgeslagen, kunnen niet worden toegepast op RAW-opnamen.
Inhoud die is aangepast met de
toolpaletten, kan worden verwerkt
als een receptbestand (met de
extensie “.dr4”)
(pag. 87,
pag. 88
)
.
Gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen
JPEG- of TIFF-opnamegegevens
43
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Toolpaletten
In DPP kunt u tussen verschillende vensters met toolpaletten schakelen om
opnamen te bewerken. Bij aanpassingen die worden uitgevoerd met de
toolpaletten, worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen gewijzigd en
blijven de “oorspronkelijke opnamegegevens” ongewijzigd. Hierdoor treedt
bij het bewerken geen kwaliteitsverlies op en kunt u uw opname keer op
keer aanpassen. De verschillende functies van de toolpaletten worden
nader uitgelegd in de desbetreffende onderwerpen.
Toolpalet
Lenscorrectie
Toolpalet
Bijsnijden/Hoek
aanpassen
Toolpalet Stof
verwijderen/
Kopieerstempel
Toolpalet
Basisaanpassingen
Toolpalet
Gedetailleerd
aanpassen
Toolpalet Kleur
aanpassen
Toolpalet
Kleurtoon
aanpassen
Toolpalet
Instellingen
O
Toolpalet Basisaanpassingen
Hiermee maakt u eenvoudige aanpassingen in een RAW-opname (pag. 44).
O
Toolpalet Kleurtoon aanpassen
Hiermee past u de kleurtooncurve aan en past u de Auto Lighting Optimizer
(Auto optimalisatie helderheid) toe (pag. 57).
O
Toolpalet Kleur aanpassen
Hiermee past u de tint, de verzadiging en de helderheid van een specifieke
kleurruimte aan. U kunt ook de tint en de verzadiging voor de gehele opname
aanpassen (pag. 62).
O
Toolpalet Gedetailleerd aanpassen
Hiermee vermindert u ruis en past u de scherpte van de opname aan
(pag. 64).
O
Toolpalet Bijsnijden/Hoek aanpassen
Hiermee kunt u een opname bijsnijden en de hoek van een opname
aanpassen (pag. 66).
O
Toolpalet Lenscorrectie
Hiermee corrigeert u lensaberratie in de opname (pag. 69) en past u digitale
lensoptimalisatie toe (pag. 74).
O
Toolpalet Stof verwijderen/Kopieerstempel
Hiermee wist u stof in een opname en corrigeert u een opname door delen
van de opname te kopiëren (pag. 77).
O
Toolpalet Instellingen
Hiermee configureert u de te gebruiken kleurruimte (pag. 82).
Het toolpalet Basisaanpassingen is het eerste palet om RAW-opnamen aan te
passen. Als u echter van mening bent dat u met dit toolpalet te weinig mogelijkheden
hebt of als u gebruik wilt maken van bepaalde functies die alleen beschikbaar zijn in
het toolpalet Kleurtoon aanpassen (pag. 57), raden we u aan zoveel mogelijk
aanpassingen aan te brengen met het toolpalet Basisaanpassingen en vervolgens
het toolpalet Kleurtoon aanpassen te gebruiken voor de overige noodzakelijke
aanpassingen.
Voor ruisreductie (pag. 64) en correctie van lensaberratie (pag. 70) moet u eerst de
benodigde aanpassingen aanbrengen met de toolpaletten Basisaanpassingen en
Kleurtoon aanpassen, en vervolgens gebruikmaken van de toolpaletten
Gedetailleerd aanpassen (pag. 64) en Lenscorrectie (pag. 69).
O
U kunt op de knop [ ] rechts onder het hoofdvenster klikken om [Tool palette/
Toolpalet] weer te geven of te verbergen.
De verschillende toolpaletten gebruiken
44
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Bewerken met het toolpalet Basisaanpassingen
Met het toolpalet Basisaanpassingen maakt u eenvoudige aanpassingen in
RAW-opnamen. Met dit toolpalet kunt u de helderheid van de opname
aanpassen, de beeldstijl instellen, de witbalans, het contrast, de kleurtoon, de
verzadiging en het dynamisch bereik aanpassen, de Auto Lighting Optimizer
(Auto optimalisatie helderheid) toepassen en de scherpte van de opname
instellen.
Houd er rekening mee dat u voor JPEG/TIFF-opnamen alleen de
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) kunt toepassen en de
scherpte van het beeld kunt aanpassen.
1
Selecteer een opname in het hoofdvenster.
2
Geef het toolpalet Basisaanpassingen weer.
U kunt de helderheid van een opname aanpassen. Sleep de
schuifregelaar naar rechts om de opname helderder te maken en naar
links om de opname donkerder te maken.
Helderheid aanpassen
Het aanpassingsbereik is -3,0 t/m +3,0 (in stappen van 0,01 bij het
invoeren van een waarde).
JPEG/TIFF
45
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Als de opname er anders uitziet dan u zag op het moment dat u de opname
maakte, kunt u de beeldstijl wijzigen om dichter bij het verwachte resultaat te
komen. Zelfs als u de opname hebt opgeslagen (pag. 84) terwijl [Monochrome/
Monochroom] (pag. 51) was geselecteerd, kunt u de beeldstijl op elk gewenst
moment wijzigen door een andere beeldstijl dan [Monochrome/Monochroom] te
selecteren.
De beeldstijl wijzigen
Beeldstijl Omschrijving
( )
De beeldstijl die met de camera was ingesteld toen
de opname werd gemaakt.
Wanneer een van de creatieve modi op de camera is
geselecteerd, wordt de beeldstijl weergegeven in ( ).
Wanneer een van de basismodi op de camera is
geselecteerd, wordt [Shot settings/Opname-
instellingen] weergegeven in ( ) en worden de
opnamekenmerken toegepast die overeenkomen
met de geselecteerde opnamemodus.
Standaard
De opname heeft levendige kleuren.
Deze instelling is doorgaans geschikt voor de
meeste opnamen.
Auto
De kleurtoon wordt aangepast aan het onderwerp.
De kleuren zien er levendig uit. Vooral de kleuren
van blauwe luchten, groene gebieden en
zonsondergangen worden levendig in opnamen
die in de natuur, buiten en bij een zonsondergang
worden gemaakt.
Portrait (Portret)
Voor mooie huidskleurtinten.
Gebruik deze instelling voor close-ups van vrouwen
en kinderen. Door [Color tone/Kleurtoon] te
wijzigen, kunt u de huidskleurtint aanpassen
(pag. 51).
Landscape
(Landschap)
Voor levendig blauw en groen.
Deze instelling is vooral geschikt voor
indrukwekkende landschapsfoto's.
[Fine Detail/
Gedetailleerd]
Geschikt voor gedetailleerde omtrekken en fijne
textuur van het onderwerp. De kleuren zien er licht
levendig uit.
Neutral (Neutraal)
Voor natuurlijke kleuren en ingetogen opnamen.
Deze instelling is geschikt voor basisopnamen die
u later wilt aanpassen.
Faithful
(Natuurlijk)
Wanneer het onderwerp wordt vastgelegd bij een
kleurtemperatuur van 5200 K, wordt de kleur
colorimetrisch aangepast aan de kleur van het
onderwerp. Deze instelling is geschikt voor
basisopnamen die u later wilt aanpassen.
Monochrome
(Monochroom)
Voor zwart-witopnamen.
U kunt de opname ook aanpassen met [Filter effect/
Filtereffect] of [Toning effect/Toningeffect] (pag. 51).
46
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Beeldstijl Omschrijving
(In de camera
vastgelegd
beeldstijlbestand)
Wordt weergegeven wanneer u een opname
selecteert die is gemaakt met het beeldstijlbestand
dat in de camera is vastgelegd.
De naam van het beeldstijlbestand wordt in de lijst
weergegeven tussen ( ).
[Beeldstijlbestand
toegepast in DPP]
De naam van de beeldstijl die in DPP is toegepast,
wordt weergegeven tussen [ ].
O
U kunt de instellingen voor [Color tone/Kleurtoon], [Color saturation/
Verzadiging], [Contrast], [Unsharp mask/Onscherp masker] en
[Sharpness/Scherpte] behouden, zelfs als u de beeldstijl wijzigt.
O
[Auto] wordt niet toegepast op beelden die zijn gemaakt met de EOS-
1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 5D Mark II,
EOS 7D, EOS 60D/EOS 60Da, EOS 50D, EOS 550D, EOS 500D,
EOS 450D, EOS 1000D, EOS 1100D, PowerShot G3 X, PowerShot
G1 X Mark II, PowerShot G7 X, PowerShot G9 X, PowerShot SX60
HS, PowerShot G5 X, PowerShot G16, PowerShot S120 of
PowerShot G1 X. Wanneer u de beeldstijl wijzigt terwijl verschillende
opnamen geselecteerd zijn, waaronder opnamen die zijn gemaakt
met andere ondersteunde camera's dan de bovenstaande,
kunt u [Auto] wel selecteren, maar wordt [Auto] niet toegepast op de
opnamen die met de bovenstaande camera's zijn gemaakt.
O
U kunt [Gedetailleerd] toepassen op alle beelden die zijn gemaakt
met ondersteunde cameramodellen met uitzondering van de
PowerShot G3 X, PowerShot G1 X Mark II, PowerShot G7 X,
PowerShot G9 X, PowerShot SX60 HS, PowerShot G5 X,
PowerShot G16, PowerShot S120 en PowerShot G1 X.
O
U kunt [Auto] niet selecteren voor RAW-opnamen met meervoudige
belichting die met de camera zijn gemaakt.
47
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Een beeldstijlbestand is een bestand met de extensie voor beeldstijlen.
Met DPP kunt u beeldstijlbestanden op RAW-opnamen toepassen. Bijvoorbeeld
beeldstijlbestanden die u van de Canon-website hebt gedownload
(verschillende scènes beschikbaar) of beeldstijlbestanden die u met Picture
Style Editor hebt gemaakt. U moet een beeldstijlbestand op de computer
opslaan voordat u het kunt gebruiken.
1
Klik op de knop [Browse/Bladeren] in het paneel
[Picture Style/Beeldstijl].
¿ Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt weergegeven.
2
Selecteer een op de computer opgeslagen
beeldstijlbestand en klik op de knop [Open/Openen].
¿ Het geselecteerde beeldstijlbestand wordt op de opname
toegepast.
O Als u een ander beeldstijlbestand wilt toepassen, herhaalt u de
procedure vanaf stap 2.
Een beeldstijlbestand gebruiken
Geavanceerd
U kunt alleen beeldstijlbestanden met de extensie '.PF2' of '.PF3' op
de camera gebruiken.
Als de kleurtoon van de opname niet natuurlijk oogt, kunt u de witbalans aanpassen. U
kunt de kleurtoon natuurlijk laten ogen door de lichtbron in te stellen voor de scène op
het moment dat u een opname maakt, bijvoorbeeld van bloemen met een lichte kleur.
O
( ) is de witbalans die op de camera was ingesteld toen de opname werd
gemaakt.
Wanneer een van de creatieve modi op de camera is geselecteerd, wordt de
witbalans weergegeven in ( ).
Wanneer een van de basismodi op de camera is geselecteerd, wordt [Shot
settings/Opname-instellingen] weergegeven in ( ) en worden de
opnamekenmerken toegepast die overeenkomen met de geselecteerde
opnamemodus.
De kleurtoon aanpassen door de witbalans te wijzigen
Als de kleurtoon van de opname nog steeds niet natuurlijk oogt nadat u de witbalans hebt
gewijzigd, kunt u de witbalans aanpassen met automatische witbalanscorrectie (pag. 48).
Nadat u de witbalans hebt aangepast, kunt u met [Color tone/Kleurtoon] (pag. 51) de
kleurtoon verder naar wens aanpassen.
De kleurtoon wordt niet natuurlijker, ook niet als de witbalans is gewijzigd
Afstellen met kleurtoon
O
U kunt de aanpassingsresultaten niet als een persoonlijke witbalans vastleggen
(pag. 114) als u [ ( )] hebt geselecteerd in de keuzelijst.
O
U kunt de witbalans niet wijzigen of aanpassen van RAW-opnamen met
meervoudige belichting die met de camera zijn gemaakt.
Raadpleeg de instructiehandleiding van uw camera voor meer informatie over
de witbalansinstellingen.
48
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt de witbalans aanpassen door een bepaald gedeelte van een opname als de
standaard voor wit in te stellen en zo de opname natuurlijk te laten ogen.
Automatische witbalanscorrectie is effectief wanneer u deze functie gebruikt in
delen van een opname waarin de witte kleurtoon door een lichtbron is veranderd.
1
2
Klik op een punt dat u als standaard voor wit wilt
instellen.
De kleurtoon aanpassen met behulp van
automatische witbalanscorrectie
¿ De kleur van de opname wordt aangepast met het geselecteerde
punt als de standaard voor wit.
O Als u op een ander punt in de opname klikt, wordt de witbalans
opnieuw aangepast.
O U kunt de automatische witbalanscorrectie beëindigen door met
de rechtermuisknop te klikken of door nogmaals op de knop
[ ] te klikken.
Als uw opname geen witte gebieden bevat, kunt u de witbalans aanpassen door
in stap 2 op een grijs punt in de opname te klikken. Hiermee is het resultaat van
de aanpassingen hetzelfde als wanneer u een wit gebied selecteert.
Als uw opname geen witte gebieden bevat
U kunt de witbalans niet wijzigen of aanpassen van RAW-opnamen met
meervoudige belichting die met de camera zijn gemaakt.
49
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt de witbalans aanpassen door een numerieke waarde voor de
kleurtemperatuur in te stellen.
1
Selecteer [Color temperature/Kleurtemperatuur] in de
keuzelijst [White balance adjustment/Witbalans
aanpassen].
2
Stel de kleurtemperatuur in.
De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur
Geavanceerd
Het aanpassingsbereik is 2.000 t/m 10.000 K (in stappen van 10K).
Dit is een functie waarmee u de witbalans nauwkeurig kunt aanpassen. Met
deze functie kunt u hetzelfde effect bereiken als met filters van derden voor
kleurtemperatuurconversie en kleurcorrectie. Het instelbare bereik is
±
10
stappen. Deze functie is voornamelijk bedoeld voor gebruikers die vertrouwd
zijn met de functies en effecten van kleurtemperatuurconversiefilters en
kleurcorrectiefilters.
Pas de witbalans aan door de punt in het
aanpassingsscherm in het paneel [Fine-tune/
Fijnafstemming] te verslepen.
O
B staat voor blauw, A voor amber, M voor magenta en G voor groen. De
kleur wordt aangepast aan de kleur waarnaar de punt beweegt.
O
U kunt de instelling nog nauwkeuriger aanpassen met de
schuifregelaars of door waarden in te voeren.
Witbalans aanpassen
Geavanceerd
O
Als u aanpassingsresultaten als een persoonlijke witbalans wilt opslaan
(pag. 114), selecteert u een andere instelling dan [ ( )] in de keuzelijst
[White balance adjustment/Witbalans aanpassen] voordat u de witbalans
aanpast. Als u [ ( )] hebt geselecteerd in de keuzelijst en de witbalans hebt
aangepast, kunt u het resultaat niet opslaan als een persoonlijke witbalans.
O
U kunt de witbalans niet wijzigen of aanpassen van RAW-opnamen met
meervoudige belichting die met de camera zijn gegenereerd.
Het instelbare bereik is 0 t/m
±
10 (in stappen van 0,1 bij het invoeren van een
waarde).
50
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt de kleurovergang en de mate van contrast aanpassen. Sleep de
schuifregelaar naar rechts voor meer contrast en naar links voor minder
contrast.
Contrast aanpassen
In een opname kunt u de helderheid van schaduwen en lichte delen aanpassen.
Door alleen schaduwen of lichte delen in een opname aan te passen, kunt u het
effect van afgesneden schaduwen en lichte delen verminderen.
De helderheid van schaduwen/lichte delen aanpassen
Geavanceerd
Als u een grote aanpassing aanbrengt in de lichte en de donkere delen van
een opname, kan de opname er onnatuurlijk uitzien. Verminder in dat geval
de mate van aanpassing.
51
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt de kleurtoon en de algehele verzadiging aanpassen.
Als de beeldstijl (pag. 45) is ingesteld op [Monochrome/Monochroom],
veranderen [Color tone/Kleurtoon] en [Color saturation/Verzadiging] in
[Filter effect/Filtereffect] en [Toning effect/Toningeffect] (deze pagina).
O
Kleurtoon:
Sleep de schuifregelaar naar rechts om tonen geler
te maken en naar links om tonen roder te maken.
O
Verzadiging:
Hiermee kunt u de algehele kleurintensiteit van de
opname aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar
rechts voor meer intense kleuren en naar links voor
minder intense kleuren.
Kleurtoon en verzadiging wijzigen
Het instellingsbereik is -4 t/m +4.
Monochroom aanpassen
Als u Picture Style (Beeldstijl) (pag. 45) instelt op [Monochrome/
Monochroom], kunt u monochrome foto's maken met effecten die lijken
op filteren, of zodat het lijkt alsof de foto's uit één kleur bestaan.
1
Selecteer [Monochrome/Monochroom] in de
keuzelijst [Picture Style/Beeldstijl].
2
52
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
O
Filtereffect:
Hiermee maakt u een monochrome foto waarin het wit van
wolken en het groen van bomen wordt benadrukt.
O
Toningeffect:
Hiermee maakt u een monochrome foto waaraan één kleur
is toegevoegd.
U kunt kiezen uit [None/Geen], [Sepia], [Blue/Blauw],
[Purple/Paars] en [Green/Groen].
Filter Voorbeeld van effect
None (Geen) Algemene monochrome opname zonder filtereffect.
Yellow (Geel)
Blauwe lucht wordt natuurlijker weergegeven en witte
wolken zien er helder uit.
Orange (Oranje)
Blauwe lucht wordt iets donkerder. De helderheid van
de ondergaande zon neemt verder toe.
Red (Rood)
Blauwe lucht wordt vrij donker. Herfstbladeren worden
duidelijk en helder.
Green (Groen)
Huidskleurtinten en lippen worden zachter. De groene
bladeren aan bomen worden duidelijk en helder.
Als u de schuifregelaar [Contrast] naar rechts sleept, is het filtereffect nog groter.
De waarde van [Contrast] verhogen voor een groter filtereffect
U kunt het dynamische bereik (het bereik van weergegeven lichtgradaties) van
donkere punten naar heldere punten in een opname aanpassen.
O
Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de
verticale as het uitvoerniveau.
O
Schakel het selectievakje [Move midpoint to match/Middelpunt
verplaatsen zodat het overeenkomt] in om het middelpunt van uw
aanpassingen te koppelen aan het invoerniveau van witte punten en het
invoerniveau van zwarte punten.
Het dynamische bereik aanpassen
Geavanceerd
53
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Om de afbeelding de gewenste gradaties en helderheid te geven, worden
automatische aanpassingen toegepast voor een geschikt, dynamisch bereik.
Klik op de knop [Auto].
¿
Om de afbeelding de gewenste gradaties en helderheid te geven, wordt het
dynamische bereik automatisch aangepast.
Schakel [Linear/Lineair] in als u opnamen wilt aanpassen met beeldbewerkingssoftware
die over geavanceerde bewerkingsfuncties beschikt. Als [Linear/Lineair] is ingeschakeld,
wordt de opname minder scherp weergegeven.
[Linear/Lineair] - Een functie voor geavanceerde aanpassingen
[Contrast], [Highlight/Belichting], [Shadow/Schaduw] en [Auto Lighting Optimizer/Auto
optimalisatie helderheid] (pag. 54) werken niet als u [Linear/Lineair] hebt geselecteerd.
Gradatie en helderheid automatisch aanpassen
O
Witte punten, middelpunt en zwarte punten in het paneel [Gamma
adjustment/Gammacorrectie] en ook [Highlight/Belichting] en [Shadow/
Schaduw] in het paneel [Advanced/Geavanceerd] worden automatisch
aangepast.
O
De volgende instellingen worden al dan niet met deze aanpassing hersteld.
O
Instellingen die worden hersteld
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)
[Contrast] in het paneel [Advanced/Geavanceerd]
O
Instellingen die niet worden hersteld
Brightness adjustment (Aanpassing helderheid)
White balance adjustment (Witbalansaanpassing)
Linear (Lineair)*
* Witte punten en zwarte punten worden automatisch aangepast.
Een opname kan er onnatuurlijk uitzien nadat deze automatisch is aangepast.
Verminder in dat geval de mate van aanpassing in donkere en lichte delen.
54
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Als het opnameresultaat donker of het contrast laag is, kunt u met de functie
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) de helderheid of het
contrast automatisch bijstellen voor een mooiere opname.
U kunt de instelling van de gemaakte opname ook wijzigen met de functie Auto
Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) van de camera.
U kunt deze functie niet alleen bij RAW-opnamen maar ook bij JPEG/TIFF-
opnamen gebruiken.
* ALO staat voor Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid).
1
Schakel het selectievakje [Auto Lighting Optimizer/
Auto optimalisatie helderheid] in.
O
Voor de opname die met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto
optimalisatie helderheid) van de camera is gemaakt, is het selectievakje
al ingeschakeld.
2
Pas de instelling naar wens aan.
¿
De opname wordt automatisch op basis van de instelling gecorrigeerd.
O
Voor de opname die is gemaakt met de functie Auto Lighting Optimizer
(Auto optimalisatie helderheid) van de camera, wordt de instelling op het
moment van opname als standaardwaarde gebruikt.
O
Als u Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) wilt
annuleren, schakelt u het selectievakje uit.
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) gebruiken
O
Als [Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [Inschakelen] op een
andere ondersteunde EOS-camera dan de EOS-1D Mark IV, EOS
5D Mark II of EOS 550D, kan Auto Lighting Optimizer (Auto
optimalisatie helderheid) niet worden gebruikt voor RAW-beelden.
O U kunt Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)
niet selecteren voor RAW-opnamen met meervoudige belichting
die met de camera zijn gemaakt.
O Wanneer u Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie
helderheid) toepast op de RAW- en JPEG-opnamen die
tegelijkertijd zijn gemaakt, kunnen de correctieresultaten van de
twee opnamen afwijken.
55
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt de algemene sfeer van een opname verzachten of verscherpen. U kunt
aanpassingen maken door een van deze twee modi te selecteren, [Sharpness/
Scherpte] en [Unsharp mask/Onscherp masker].
[Sharpness/Scherpte]: Regelt de scherpte van een beeld door de hoeveelheid
nadruk op de contouren van een beeld aan te passen. Hoe
verder de schuifregelaar [Sharpness/Scherpte] naar rechts
wordt geschoven (hoe groter de ingestelde waarde), des te
meer worden de contouren benadrukt voor een scherper
beeld.
[Unsharp mask/
Onscherp masker]: Past de scherpte van een beeld in meer detail aan.
[Strength/Sterkte]: Geeft de hoeveelheid nadruk op de contouren van het beeld
aan. Hoe verder de schuifregelaar naar rechts wordt
geschoven (hoe groter de ingestelde waarde), des te meer
worden de contouren van het beeld benadrukt voor een
scherper beeld.
[Fineness/Details]: Geeft de details weer van de benadrukte contouren. Hoe
verder de schuifregelaar naar links wordt geschoven (hoe
kleiner de instellen), des te gemakkelijker het is om meer
details te benadrukken.
[Threshold/Drempel]: Bepaalt hoeveel verschil in contrast er zou moeten zijn in
vergelijking met de omgeving vóór het benadrukken van de
contouren.
Beeldscherpte aanpassen
[Unsharp mask/Onscherp masker] kan niet worden gebruikt met
andere beelden dan RAW-beelden.
Selecteer [Sharpness/Scherpte] in de keuzelijst en
pas de instelling aan.
Het instellingsbereik is 0 t/m 10.
56
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Gedetailleerde instelling van beeldscherpte
Selecteer [Unsharp mask/Onscherp masker] in de
keuzelijst en pas de instelling aan.
Pas de scherpte aan met de vensterweergave ingesteld op [400%],
[200%] of [100%]. Als de weergave is ingesteld op [Fit to window/
Aanpassen aan venster] (volledige weergave), kunt u het resultaat
van de aanpassingen mogelijk niet goed controleren.
57
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Bewerken met het toolpalet Kleurtoon aanpassen
Met het toolpalet Kleurtoon aanpassen kunt u opnamen met dezelfde
functies als in algemene beeldbewerkingssoftware aanpassen.
1
Selecteer een opname in het hoofdvenster, enz.
2
Geef het toolpalet Kleurtoon aanpassen weer.
U kunt de helderheid en het contrast van een opname aanpassen.
Omdat het aanpassingsbereik groter is dan met dezelfde functies in het
toolpalet Basisaanpassingen, kan de kleur van de opname verzadigd
zijn of de beeldkwaliteit slechter worden wanneer u de opname te veel
aanpast. Wees voorzichtig bij het afstellen.
Helderheid en contrast aanpassen
JPEG/TIFF
58
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
O
Brightness
(Helderheid):
Sleep de schuifregelaar naar rechts om een opname
helderder te maken en naar links om een opname
donkerder te maken.
O
Contrast:
Hiermee kunt u de kleurovergang en de mate van
kleurcontrast aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar
rechts voor meer contrast en naar links voor minder
contrast.
Het aanpassingsbereik is -100 t/m +100 (in te stellen in stappen van 0,1).
U kunt de witbalans aanpassen door een bepaald gedeelte van een
opname als de standaard voor wit in te stellen en zo de opname
natuurlijk te laten ogen. Automatische witbalanscorrectie is effectief
wanneer u deze functie gebruikt in delen van een opname waarin de
witte kleurtoon door een lichtbron is veranderd.
1
Klik op de knop [ ].
De kleurtoon aanpassen met behulp van
automatische witbalanscorrectie
59
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
2
Klik op een punt dat u als standaard voor wit wilt instellen.
¿
De kleur van de opname wordt aangepast met het geselecteerde punt
als de standaard voor wit.
O
Als u op een ander punt in de opname klikt, wordt de witbalans opnieuw
aangepast.
O
U kunt de automatische witbalanscorrectie beëindigen door met de
rechtermuisknop te klikken of door nogmaals op de knop [ ] te
klikken.
Als uw opname geen witte gebieden bevat, kunt u de witbalans aanpassen door in
stap 2 op een grijs punt in de opname te klikken. Hiermee is het resultaat van de
aanpassingen hetzelfde als wanneer u een wit gebied selecteert.
Als uw opname geen witte gebieden bevat
De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het
histogram. U kunt ook het histogram weergeven voordat u aanpassingen
aanbrengt.
U kunt de helderheid, het contrast en de kleur van een bepaald gebied
aanpassen door de kleurtooncurve te wijzigen (pag. 136).
1
Selecteer de kleurtooncurvemodus en de
interpolatiemethode.
Tooncurve aanpassen
Geavanceerd
60
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
2
Voer de gewenste aanpassingen uit.
O
Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de
verticale as het uitvoerniveau.
O
Het maximale aantal [ ] is 8.
O
Als u een [ ] wilt verwijderen, drukt u op de toets <Del> of dubbelklikt u
op de [ ].
Voorbeeld van een kleurtooncurvebewerking
61
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt het dynamische bereik (het bereik van weergegeven lichtgradaties) van
donkere punten naar heldere punten in een opname aanpassen.
O Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de
verticale as het uitvoerniveau.
Het dynamische bereik aanpassen
Geavanceerd
Naar links
slepen
Invoerniveau
witte punten
Herstelt de
oorspronkelijke
instellingen van
de opname
Naar rechts
slepen
Invoerniveau
zwarte punten
Numerieke
waarde
uitvoerniveau
witte punten
Omlaag verplaatsen
Uitvoerniveau witte punten
Numerieke
waarde
uitvoerniveau
zwarte punten
Naar boven
Uitvoerniveau zwarte punten
Numerieke
waarde
invoerniveau
zwarte punten
Numerieke
waarde
invoerniveau
witte
punten
Zie “Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) gebruiken”
(pag. 54) in “Bewerken met het toolpalet Basisaanpassingen” voor
informatie over het gebruik van Auto Lighting Optimizer (Auto
optimalisatie helderheid).
O Het bereik voor zwarte punten ligt tussen 0 en 247 (in te stellen in
stappen van 1).
O Het bereik voor witte punten ligt tussen 8 en 255 (in te stellen in
stappen van 1).
O U kunt histogrammen met informatie vóór en na het bewerken
weergeven (pag. 60).
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) gebruiken
62
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Bewerken met het toolpalet Kleur aanpassen
Met het toolpalet Kleur aanpassen kunt u de tint, verzadiging en
helderheid in een specifiek kleurenspectrum aanpassen voor acht
kleurenspectrums (rood, oranje, geel, groen, aqua, blauw, paars en
magenta). U kunt ook de tint en verzadiging voor de hele opname
instellen en monochroomopnamen aanpassen.
1
Selecteer een opname in het hoofdvenster, enz.
2
Geef het toolpalet Kleur aanpassen weer.
Een specifiek kleurenspectrum aanpassen
Gebruik de schuifregelaars om aanpassingen aan te brengen. U kunt
ook aanpassingen aanbrengen door een numerieke waarde in te
voeren.
H: past de tint aan.
S: past de verzadiging aan.
L: past de helderheid aan.
Bewerken met het toolpalet Kleur aanpassen
Geavanceerd
Aanpassingsbereiken:
H: –20 t/m +20
S: –10 t/m +10
L: –10 t/m +10
JPEG/TIFF
63
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Tint en verzadiging voor een hele opname
aanpassen
Gebruik de schuifregelaars om aanpassingen aan te brengen. U kunt ook
aanpassingen aanbrengen door rechtstreeks een numerieke waarde in te
voeren.
O
Hue (Tint): Sleep de schuifregelaar naar rechts om kleurtonen geler te
maken en naar links om kleurtonen roder te maken.
O
Saturation
(Verzadiging): Hiermee past u de algehele kleurintensiteit van de opname
aan. Verplaats de schuifregelaar naar rechts voor meer intense
kleuren en naar links voor minder intense kleuren.
Het aanpassingsbereik voor tint is –30 t/m +30; en voor verzadiging 0 t/m 200.
Monochroom aanpassen
Druk op de knop [Monochroom] om de acht kleurenspectrums in te
stellen op de minste verzadiging (-10) en een monochroomopname te
maken. Vervolgens kunt u met de H- en L-schuifregelaars voor elk
kleurenspectrum de tint en helderheid van de monochroomopname
aanpassen.
64
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Bewerken met het toolpalet Gedetailleerd aanpassen
Met het toolpalet Gedetailleerd aanpassen kunt u ruis reduceren in
opnamen die in het donker of met hoge ISO-instellingen zijn gemaakt. U
kunt dit toolpalet ook gebruiken in combinatie met de functies voor het
aanpassen van de scherpte. De functies in dit toolpalet kunt u gebruiken
voor JPEG- en TIFF-opnamen en ook voor RAW-opnamen.
1
Selecteer een opname in het hoofdvenster, enz.
2
Geef het toolpalet Gedetailleerd aanpassen weer.
U kunt ruis reduceren in opnamen die in het donker of met een hoge
ISO-snelheid zijn gemaakt.
* NR staat voor ruisreductie (Noise Reduction).
Pas een opname aan.
O
U kunt een ruisreductieniveau tussen 0 en 20 instellen.
Hoe hoger de instelling, hoe groter het effect van de ruisreductie.
O
Het effect van ruisreductie kan ook worden gecontroleerd in het
controlevenster.
Ruis reduceren
JPEG/TIFF
65
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt hetzelfde ruisreductieniveau voor meerdere opnamen instellen
door eerst meerdere opnamen te selecteren in het hoofdvenster en
vervolgens het ruisreductieniveau aan te passen met de schuifregelaars
[Reduce luminance noise/Luminantieruis reduceren] en [Reduce
chrominance noise/Chrominantieruis reduceren].
Dezelfde ruisreductie instellen voor verschillende opnamen
O
Als [Reduce luminance noise/Luminantieruis reduceren] is ingesteld, wordt
de resolutie mogelijk lager naarmate u meer ruisreductie toepast.
O
Als [Reduce chrominance noise/Chrominantieruis reduceren] is ingesteld,
kan kleurdoorloop optreden als u ruisreductie toepast.
U kunt met dit palet ook de scherpte van de opname aanpassen. Zie
“Aanpassen beeldscherpte” in “Bewerken met het toolpalet
Basisaanpassingen(pag. 55) voor informatie over het aanbrengen van
aanpassingen.
Aanpassen beeldscherpte
66
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Bewerken met het toolpalet Bijsnijden/Hoek aanpassen
U kunt het bijsnijden van een opname beperken tot een bepaald
gedeelte van de opname, maar u kunt ook de compositie van een
opname wijzigen. Hierbij wordt een horizontaal opgenomen opname
verticaal. U kunt de hoek van een opname ook aanpassen voordat u de
opname bijsnijdt.
1
Selecteer de opname die u wilt bijsnijden.
2
Geef het toolpalet Bijsnijden/Hoek aanpassen weer.
O U kunt geen aanpassingen maken met het toolpalet Bijsnijden/
Hoek aanpassen in een venster waarin alleen miniaturen worden
weergegeven.
3
Pas de hoek van de opname naar wens aan.
O Als u op [Center on Screen/Centreren op scherm] klikt, kunt u het
bijsnijdkader in het midden van het venster weergeven.
O Als u lensaberraties wilt corrigeren, is het raadzaam dit te doen
voordat u de hoek van de opname aanpast.
O Als u alleen de hoek van een opname hebt aangepast, wordt de
opname bijgesneden volgens het grootst mogelijke bijsnijdkader.
4
Selecteer een verhouding en sleep het bijsnijdkader.
O U kunt het bijsnijdkader verslepen.
O Als u het formaat van het bijsnijdkader wilt aanpassen, sleept
u de vier hoeken van het kader.
Als er informatie over de aspect ratio is toegevoegd aan opnamen die met
een andere camera dan de EOS 5D Mark II zijn gemaakt, wordt het
weergegeven bijsnijdkader gebaseerd op de aspect ratio.
JPEG/TIFF
67
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
O Lijst met aspect ratio's (breedte:hoogte)
5
Keer terug naar het hoofdvenster.
¿ Het bijsnijdkader wordt in de bijgesneden opname weergegeven
(pag. 135).
¿ Als de bijgesneden opname in een voorbeeldvenster of het
beeldbewerkingsvenster wordt weergegeven, wordt deze in de
bijgesneden vorm weergegeven.
O U kunt de oorspronkelijke instellingen van het bijsnijdkader op
elk gewenst moment herstellen
Een bijgesneden opname wordt als bijgesneden opname
weergegeven of geprint. Aangezien de opname echter niet
daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u de oorspronkelijke opname altijd
herstellen door op de knop [ ] te klikken in het venster voor
bijsnijden/aanpassen hoek of door de procedure 'Opnamen opnieuw
bewerken' (pag. 86) uit te voeren.
O Weergave van de bijgesneden opname in elk venster
Hoofdvenster: Het bijsnijdkader wordt weergegeven op de opname
(pag. 135).
Voorbeeldvenster:
Het beeld wordt weergegeven in de bijgesneden staat.
Beeldbewerkingsvenster: De miniatuur is gelijk aan die in het hoofdvenster en
de vergrote opname is gelijk aan die in het
voorbeeldvenster.
O Een bijgesneden opname printen
U kunt een bijgesneden opname printen vanuit DPP.
O Nadat de opname is geconverteerd en opgeslagen, is deze
blijvend een bijgesneden opname.
De bijgesneden RAW-opname wordt blijvend een bijgesneden
opname nadat deze is geconverteerd naar en opgeslagen als een
JPEG- of TIFF-opname (pag. 84).
O Opnamen waarvoor een aspect ratio is ingesteld, worden
weergegeven als bijgesneden opnamen
Als er informatie over de aspect ratio of bijsnijden is toegevoegd aan een
RAW-opname die met een andere camera dan de EOS 5D Mark II is
gemaakt, wordt de opname in het ingestelde bijsnijdkader weergegeven
op basis van de informatie. Aangezien de opname niet daadwerkelijk is
bijgesneden, kunt u het bijsnijdkader aanpassen of de niet-bijgesneden
versie van de opname herstellen. Wanneer een JPEG-opname echter is
gemaakt met een ingestelde aspect ratio en met een camera die
informatie over de aspect ratio ondersteunt, of met de EOS 5DS/EOS
5DS R ingesteld op bijsnijdopname, kan het bijsnijdkader niet worden
gewijzigd of kan de opname niet worden teruggezet naar voor het
bijsnijden, omdat deze als is bijgesneden en opgeslagen.*
Wanneer u wilt terugkeren naar het bijsnijdkader dat is gebaseerd op de
aspect ratio op het moment van de opname, klikt u op de knop [ ].
Als u het hele bijsnijdkader wilt verwijderen, klikt u op de knop [Clear/Wissen].
Bijgesneden opnamen
68
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
*
Bij het maken van opnamen met de EOS 5DS/EOS 5DS R, EOS 5D
Mark IV, EOS 5D Mark III of EOS 7D Mark II terwijl [Add cropping
information/Bijsnijdinformatie toevoegen] is ingesteld in Persoonlijke
voorkeuze, wordt alleen informatie over de aspect ratio vastgelegd en
wordt de opname niet daadwerkelijk bijgesneden, zelfs niet bij
JPEG-opnamen.
O Bewerkingen uitvoeren met het contextmenu
U kunt elke bewerking ook uitvoeren met het menu dat wordt
weergegeven wanneer u met de rechtermuisknop op de opname klikt.
O Het bijsnijdkader toepassen op een andere opname
U kunt het bijsnijdingskader op een andere opname toepassen door
op de knop [Copy/Kopiëren] te klikken om het bijsnijdkader te
kopiëren. Geef vervolgens een andere opname weer en klik op de
knop [Paste/Plakken].
Als u een bijsnijdkader op meerdere opnamen tegelijk wilt toepassen,
selecteert u de bijgesneden opname in het hoofdvenster samen met
de opnamen waarop u het kader wilt toepassen, en geeft u
vervolgens het toolpalet Bijsnijden/Hoek aanpassen weer. Geef de
bijgesneden opname weer en klik op de knop [Copy/Kopiëren] en
vervolgens op de knop [Paste/Plakken]. Het bijsnijdkader wordt nu
toegepast op alle geselecteerde opnamen wanneer het venster voor
bijsnijden/aanpassen hoek wordt weergegeven.
Als u meerdere opnamen wilt selecteren in het hoofdvenster, klikt u
op de opnamen terwijl u de toets <Control> ingedrukt houdt. Als u
meerdere opeenvolgende opnamen wilt selecteren, houdt u de toets
<Shift> ingedrukt en klikt u op de eerste en laatste opname.
Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik, kan sterke
ruis ervoor zorgen dat details van de opname moeilijk te zien zijn in het
venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.
69
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Bewerken met het toolpalet Lenscorrectie
Met het toolpalet Lenscorrectie kunt u gebruikmaken van de correctiefuncties
voor lensaberratie en digitale lensoptimalisatie om lensaberratie in uw opnamen
te corrigeren en de resolutie te verbeteren. U kunt dit toolpalet ook gebruiken in
combinatie met de functies voor het aanpassen van de scherpte. Let erop dat de
correctiefuncties voor lensaberratie en digitale lensoptimalisatie alleen kunnen
worden gebruikt bij RAW-opnamen.
1
Selecteer een opname in het hoofdvenster.
2
Geef het toolpalet Lenscorrectie weer.
U kunt minder heldere randen, vervormingen in het onderwerp,
kleurvervaging door de fysieke eigenschappen van de lens of een
resterende lichte aberratie eenvoudig corrigeren.
U kunt afwijkingen alleen corrigeren in RAW-beelden die zijn gemaakt
met compatibele lenzen. JPEG- of TIFF-beelden kunnen niet worden
gecorrigeerd.
Lensaberratie corrigeren
O
Welke lenzen compatibel zijn met deze functie wordt weergegeven in het
venster [Add or Remove lens data/Lensgegevens toevoegen of
verwijderen] (pag. 75)
O
U kunt ook RAW-opnamen corrigeren die zijn genomen met een
compatibele lens, ook wanneer de extender is geplaatst.
O
U kunt ook RAW-opnamen corrigeren die met de combinatie van de
EF50mm f/2.5 Compact Macro fitted en de Life Size Converter EF zijn
gemaakt.
O
De functie voor aberratiecorrectie kan niet worden gebruikt bij opnamen
die zijn gemaakt met een andere lens dan vermeld onder 'Compatibele
lenzen'. Deze opnamen worden daarom niet weergegeven en kunnen
niet worden gebruikt.
O
De functie voor lensafwijkingscorrectie kan niet worden gebruikt bij RAW-
opnamen met meervoudige belichting die met de camera zijn gemaakt.
O
EF Cinema-lenzen (CN-E-lenzen) zijn niet compatibel.
Om deze functie te gebruiken, moet de EOS Lens Registration Tool (versie
1.4.20 of hoger) geïnstalleerd zijn.
70
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt correcties één voor één of allemaal tegelijk maken in een van de
vijf onderstaande afwijkingen.
O Peripheral illumination (Helderheid randen)
O Chromatic aberration (Chromatische aberratie) (kleurranden in de
buitenranden van een opname)
O Color blur (Kleurvervaging) (vervaging van blauw of rood die soms
optreedt aan de rand van het belichte gebied van een opname)
O Distortions (Vervormingen) O Diffraction
(Diffractie)
1
Selecteer een opname in het hoofdvenster.
2
Geef het toolpalet Lenscorrectie weer en selecteer
de items die u wilt corrigeren.
¿ De opname wordt gecorrigeerd en opnieuw weergegeven.
¿ In het hoofdvenster wordt de markering [ ] op de opname
weergegeven om aan te geven dat de lensaberratie is
gecorrigeerd (pag. 135).
Correcties aanbrengen
O
Controleer de resultaten van correcties aan de randbelichting of
vervormingen in de volledige weergave.
O
Controleer het resultaat van de correcties voor chromatische aberratie
en kleurvervaging door in de opname te klikken op het gebied dat u wilt
controleren, en vervolgens de vergrote weergave boven in het venster te
bekijken. U kunt voor de vergrote weergave kiezen uit vier
weergaveschalen tussen 1:1 en 1:4.
O
U kunt de mate van correctie verminderen door de schuifregelaar naar
links te slepen.
O
Rode chromatische aberratie kunt u corrigeren met schuifregelaar [R]
van [Chromatic aberration/Chromatische aberratie] en blauwe
chromatische aberratie met schuifregelaar [B].
O
Voor de correctie van vervorming/aberratie van opnamen die zijn
gemaakt met een fisheye-lens (EF8
15mm f/4L USM Fisheye of
EF15mm f/2.8 Fisheye), kan een van vier effecten worden geselecteerd
in de keuzelijst [Effect] naast [Shot settings/Opname-instellingen] wat
normaal wordt gebruikt bij vervormingscorrectie.
Het niveau van een effect kan worden aangepast met de schuifregelaar
onder [Distortion/Vervorming].
Raadpleeg “Effecten van correctie van vervorming voor fisheye-lenzen”
voor meer informatie over elk effect (pag. 71).
O
Voor opnamen die zijn gemaakt met EF8
15mm f/4L USM Fisheye,
wordt ook een verfijnende schuifregelaar weergegeven wanneer
u [Emphasize Linearity/Lineariteit benadrukken] selecteert in de
keuzelijst [Effect].
Pas de hoeveelheid correctie voor vervorming/aberratie aan met de
schuifregelaar en gebruik de verfijnende schuifregelaar als meer
aanpassing nodig is.
O
Wanneer de keuzelijst voor het selecteren van een verlengstuk wordt
weergegeven, selecteert u het verlengstuk uit de keuzelijst dat is
bevestigd op het moment van opname.
O
[Diffraction correction/Diffractiecorrectie] corrigeert alleen beelden die
zijn gemaakt met een camera met een functie voor diffractiecorrectie.
Door deze optie te selecteren worden beelden gecorrigeerd volgens de
functie voor diffractiecorrectie van de camera. Deze functie kan niet
gelijktijdig met de Digital Lens Optimizer (digitale lensoptimalisatie)
worden gebruikt.
71
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Effecten van correctie van vervorming voor
fisheye-lenzen
O Shot settings (Opname-instellingen)
Als u deze optie selecteert, wordt alleen de aberratie voor optische
vervorming gecorrigeerd.
O Emphasize Linearity (Lineariteit benadrukken)
Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met
'centrale projectie'. Deze projectiemethode wordt gebruikt voor
algemene lenzen.
Omdat bij centrale projectie rechte lijnen als rechte lijnen worden
weergegeven, kunt u een groothoekpanoramische opname verkrijgen
door deze optie te selecteren. Maar de buitenrand wordt gerekt
waardoor de resolutie afneemt.
O Emphasize Distance (Afstand benadrukken)
Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met
“equidistante projectie”. Deze projectiemethode behoudt de relaties tussen
afstanden.
Bij equidistante projectie wordt een afstand overal als dezelfde afstand vanaf
het centrum tot de buitenrand weergegeven. Vooral bij opnamen van een
hemellichaam zoals de hemelbol, worden dezelfde hoogten boven de horizon
(declinatie) vastgelegd met dezelfde hoogten. Deze methode wordt daarom
gebruikt bij fotografie van hemelobjecten (sterrenkaarten, diagrammen van
het zonnepad, enzovoort).
O Emphasize Periphery (Buitenrand benadrukken)
Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met
'stereografische projectie'. Deze projectiemethode benadrukt de buitenrand.
Stereografische projectie zorgt ervoor dat positionele relaties op een bol
oppervlak, zoals N, Z, O, W op een kaart, juist worden weergegeven. Deze
methode wordt daarom ook gebruikt voor wereldkaarten en
bewakingscamera's.
Met deze optie wordt de buitenrand gerekt en kan de resolutie afnemen.
72
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
O Emphasize Center (Centrum benadrukken)
Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met 'orthogonale
projectie'. Met deze projectiemethode wordt het centrum meer benadrukt.
Omdat een orthografische projectie het mogelijk maakt dat een
onderwerp met dezelfde helderheid wordt weergegeven alsof het
hetzelfde gebied in de opname inneemt, kan deze methode goed
worden gebruikt in fotografie voor hemelhelderheidsdistributie en
fotografie van centraal gesitueerde dieren. Met deze optie wordt het
centrum gerekt en kan de resolutie afnemen.
Als u een van de opties [Emphasize Linearity/Lineariteit benadrukken],
[Emphasize Distance/Afstand benadrukken], [Emphasize Periphery/Buitenrand
benadrukken] of [Emphasize Center/Centrum benadrukken] selecteert, zijn de
resultaten vergelijkbaar met die van de geselecteerde projectiemethode. De
conversie is echter niet van toepassing op een wijziging van de
projectiemethode in strikte zin.
Houd er daarom rekening mee dat deze opties niet geschikt zijn voor
wetenschappelijk gebruik of soortgelijke doeleinden.
O Wanneer u RAW-opnamen corrigeert waarbij informatie over de
opnameafstand is opgeslagen in de opname, wordt de schuifregelaar
automatisch ingesteld op basis van deze opnameafstand. Als er echter
geen informatie over de opnameafstand is opgeslagen in de opname,
wordt de schuifregelaar automatisch aan de rechterkant op oneindig
ingesteld en wordt een [<!>] boven de schuifregelaar weergegeven.
Als de opnameafstand niet oneindig is, kunt u de afstand heel precies
afstellen door de schuifregelaar te slepen terwijl u naar het scherm kijkt.
O Bij RAW-opnamen die met een MP-E65mm f/2.8 1-5x Macro Photo of
EF50mm f/2.5 Compact Macro met Life Size Converter EF zijn
gemaakt, verandert de indicatie bij de schuifregelaar in [Magnification
factor/Vergrotingsfactor].
O De instelling van de schuifregelaar [Shooting distance information/
Informatie opnameafstand] wordt op alle geselecteerde correctie-
items toegepast.
O Als de lens niet hoeft te worden bijgesteld met de schuifregelaar
[Shooting distance information/Informatie opnameafstand], kan de
schuifregelaar niet worden gebruikt.
De schuifregelaar Shooting distance
information (Informatie opnameafstand)
73
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt dezelfde correcties op meerdere opnamen toepassen door eerst
meerdere opnamen te selecteren in het hoofdvenster en vervolgens de
correctieprocedures uit te voeren (pag. 70).
U kunt dezelfde correcties ook toepassen door het recept van de gecorrigeerde
opname te kopiëren en in meerdere opnamen te plakken (pag. 88).
O
Na het corrigeren van [Peripheral illumination/Helderheid randen] is er
ruis verschenen in de randen van een opname
U kunt de ruis verminderen door luminantieruisreductie en/of chromatische
ruisreductie te gebruiken (pag. 64). Als u echter een hoge correctiewaarde
voor [Peripheral Illumination/Helderheid randen] hebt ingesteld voor opnamen
die in het donker of met een hoge ISO-snelheid zijn gemaakt, wordt de ruis
mogelijk niet gereduceerd.
O
Na het corrigeren van de [Distortion/Vervorming] wordt de opname met
een lagere resolutie weergegeven
U kunt de opname afstemmen op de opname voorafgaand aan de correctie
door de opname scherper te maken met de functie voor scherpteaanpassing
(pag. 65).
O
Na het corrigeren van de [Color blur/Kleurvervaging] is de kleurdiepte
afgenomen
U kunt de opname afstemmen op de opname voorafgaand aan de correctie
door de kleurtoon (pag. 51) en/of de kleurverzadiging (pag. 63) aan te passen
voor diepere kleuren.
O
Het resultaat van de correctie van [Color blur/Kleurvervaging] kan niet
worden waargenomen
Bij het corrigeren van [Color blur/Kleurvervaging] wordt blauwe of rode
vervaging aan de randen van het belichte gebied gecorrigeerd. Als
instellingen niet met elkaar overeenkomen, is correctie niet mogelijk.
Aanvullende informatie
Meerdere opnamen tegelijk corrigeren
De randen van de opname worden mogelijk afgekapt wanneer u de
[Distortion/Vervorming] corrigeert.
Met deze functie kunt u de resolutie van opnamen verhogen door resterende
aberratie te verwijderen die samenhangt met beeldvormingsfunctionaliteit, of
verlies van resolutie die het gevolg is van diffractieverschijnselen. Deze
optische verschijnselen kunnen niet worden gecorrigeerd met
lensaberratiecorrectie (pag. 69). Correctie wordt uitgevoerd met de
ontwerpwaarden van de lens. U kunt deze optische verschijnselen
corrigeren in RAW-beelden die zijn gemaakt met compatibele lenzen. JPEG,
TIFF, S-RAW, en M-RAW-opnamen kunnen niet worden gecorrigeerd. Als
u de functie wilt gebruiken, dient u eerst [Lens data/Lensgegevens] te
downloaden naar de computer voor de lens waarmee u de opnamen wilt
maken. Het is raadzaam om, voorafgaand aan het gebruik van digitale
lensoptimalisatie, [Sharpness/Scherpte] of [Strength/Sterkte] voor [Unsharp
mask/Onscherp masker] voor opnamen in te stellen op 0.
Digitale lensoptimalisatie
O
Om deze functie te gebruiken, moet de EOS Lens Registration Tool
(versie 1.4.20 of hoger) geïnstalleerd zijn.
O
Digitale lensoptimalisatie kan ook worden toegepast op opnamen die zijn
gemaakt terwijl er een extender op een compatibele lens is gemonteerd.
O
U kunt digitale lensoptimalisatie niet selecteren voor RAW-opnamen met
meervoudige belichting die met de camera zijn gemaakt.
O
EF Cinema-lenzen (CN-E-lenzen) zijn niet compatibel.
O
[Diffraction correction/Diffractiecorrectie] kan niet gelijktijdig met de
Digital Lens Optimizer (digitale lensoptimalisatie) worden gebruikt.
74
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
1
Controleer de status van [Lens data/Lensgegevens]
voor [Digital Lens Optimizer/Digitale
lensoptimalisatie].
O
[Not Available/Niet beschikbaar] wordt weergegeven voor een opname
die is gemaakt met een niet-compatibele camera of lens, en voor niet-
compatibele opnamen, zoals een JPEG, TIFF, S-RAW of M-RAW-
opname. De functie kan voor deze opnamen niet worden gebruikt.
O
Ga naar stap 2 als [No/Nee] wordt weergegeven. U zult de
lensgegevens moeten downloaden voor de lens waarmee de opname is
gemaakt, om de functie te kunnen gebruiken. Het verdient aanbeveling
van tevoren de lens waarmee u de opname maakt, te controleren. Welk
lens is gebruikt, kunt u controleren in de weergegeven beeldinformatie
en opname-informatie. U kunt de lens ook controleren met het menu dat
wordt weergegeven wanneer u met de rechtermuisknop op een opname
klikt.
O
Ga naar stap 4 als [Yes/Ja] wordt weergegeven.
Digitale lensoptimalisatie gebruiken
2
Klik op de knop [ ].
¿ Het venster [Add or Remove lens data/Lensgegevens toevoegen
of verwijderen] wordt geopend.
O
Een omgeving met toegang tot internet (abonnement bij een provider,
geïnstalleerde browsersoftware en een functionerende verbinding) is
vereist om de functie te kunnen gebruiken.
O
U kunt deze bewerking alleen uitvoeren met beheerdersrechten.
Voordat u in stap 2 op de knop [ ] klikt, wordt wellicht Lens data
[No/Nee] weergegeven in plaats van [Not Available/Niet beschikbaar] voor
niet-compatibele opnamen.
75
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
3
Schakel het selectievakje in voor de lens waarmee
de opname is gemaakt en klik op de knop [Start].
¿ De lensgegevens worden naar uw computer gedownload.
¿ Als het downloaden van de lensgegevens is voltooid, verandert
de instelling bij de lensgegevens in [Yes/Ja].
O Welke lenzen compatibel zijn met deze functie wordt
weergegeven in het venster [Add or Remove lens data/
Lensgegevens toevoegen of verwijderen].
O Als u het selectievakje uitschakelt bij al eerder gedownloade
lensnamen en vervolgens op de knop [Start] klikt, worden die
lensgegevens van de computer verwijderd.
O
Of het downloaden van de lensgegevens slaagt of mislukt, is afhankelijk
van het type, de huidige status, enz., van de software op de computer.
Wacht een tijdje als het downloaden mislukt, en probeer het dan opnieuw.
O
Als u de bestemming waar lensgegevens worden opgeslagen, wilt
wijzigen wanneer er al gedownloade lensgegevens zijn, verplaatst u de
eerder gedownloade lensgegevens handmatig van de oude map naar de
nieuwe bestemmingsmap.
4
Schakel het selectievakje [Digital Lens Optimizer/Digitale
lensoptimalisatie] in en pas de opname aan.
Omdat de lensgegevens die met DPP versie 3.x zijn gedownload,
niet compatibel zijn met DPP versie 4.x, moet u de lensgegevens
opnieuw downloaden.
Bij toepassing van digitale lensoptimalisatie, kunnen de effecten [Sharpness/
Scherpte] en [Unsharp mask/Onscherp masker] overdadig zijn. Het verdient
aanbeveling om de effecten [Sharpness/Scherpte] of [Strength/Sterkte] voor
[Unsharp mask/Onscherp masker] in te stellen op 0 voordat u digitale
lensoptimalisatie toepast. Pas [Sharpness/Scherpte] en [Unsharp mask/
Onscherp masker] opnieuw toe nadat u digitale lensoptimalisatie hebt toegepast
op een opname.
76
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt met dit palet ook de scherpte van de opname aanpassen. Zie
“Aanpassen beeldscherpte” in “Bewerken met het toolpalet
Basisaanpassingen(pag. 55) voor informatie over het aanbrengen van
aanpassingen.
O Gebruik de schuifregelaar om het effect van digitale
lensoptimalisatie aan te passen.
O Als er geen informatie over de opnameafstand bij de opname is
opgeslagen, wordt de schuifregelaar automatisch ingesteld op
oneindig en verschijnt er een [<!>] boven de schuifregelaar.
O Als de lens niet hoeft te worden bijgesteld met de schuifregelaar
[Shooting distance information/Informatie opnameafstand], kan
de schuifregelaar niet worden gebruikt.
O Opnamen kunnen niet voor [Chromatic aberration/Chromatische
aberratie] aberratie worden gecorrigeerd in het toolpalet voor
aberratiecorrectie als digitale lensoptimalisatie is toegepast.
¿ In het hoofdvenster wordt op de opname de markering [ ]
weergegeven om aan te geven dat digitale lensoptimalisatie is
toegepast (pag. 135).
Beeldscherpte aanpassen
77
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Bewerken met het toolpalet Stof verwijderen/Kopieerstempel
Met dit toolpalet kunt u stof en andere markeringen in een opname
wissen en een opname corrigeren door een gedeelte van de opname te
kopiëren en op een overbodig deel van het beeld te plakken.
De functies in dit toolpalet kunt u gebruiken voor JPEG- en TIFF-
opnamen en ook voor RAW-opnamen.
Toolpalet Stof verwijderen/Kopieerstempel
Op 32-bits besturingssystemen kunnen de resultaten van
handmatig stof wissen (reparatiefunctie) (pag. 79) en het wissen
van ongewenste delen van een beeld (kopieerstempelfunctie)
(pag. 81) alleen worden gecontroleerd in het venster waarin het
wissen werd uitgevoerd, in de printresultaten of in het beeld nadat
dit is geconverteerd en opgeslagen.
32bit
De stofwisdata die worden toegevoegd aan opnamen, kunnen worden
gebruikt om automatisch stofvlekken te wissen.
1
Selecteer in het hoofdvenster een afbeelding waaraan
stofwisdata zijn toegevoegd.
2
Geef het toolpalet Stof verwijderen/Kopieerstempel weer.
O U kunt geen aanpassingen maken met het toolpalet Stof
verwijderen/Kopieerstempel in een venster waarin alleen
miniaturen worden weergegeven.
3
Nadat de opname opnieuw is getekend, klikt u op de knop
[Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen].
¿ Stofvlekken worden in één bewerking gewist.
4
Keer terug naar het hoofdvenster.
Automatisch stof wissen
JPEG/TIFF
78
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
O U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit
stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellen
Een opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig
weergegeven of geprint. Aangezien het stof op de opname echter niet
daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd
herstellen door op de knop [ ] in het toolpalet Stof
verwijderen/Kopieerstempel te klikken of door de procedure
“Opnamen opnieuw bewerken” uit te voeren (pag. 86).
O Opnamen waaruit stof is verwijderd printen
U kunt een opname waaruit stof is verwijderd printen in DPP.
O Stofvlekken verwijderen die niet automatisch kunnen worden
verwijderd
Bij automatisch stof wissen worden stofvlekken gewist op basis van
informatie over de stof die is vastgelegd in de stofwisdata. Afhankelijk
van het type stof, kunnen stofvlekken in bepaalde gevallen echter niet
worden gewist. In dergelijke gevallen kunt u die stofvlekken wissen
met de reparatiefunctie (pag. 79) of de kopieerstempelfunctie
(pag. 81).
O Nadat de opname is geconverteerd en opgeslagen, is deze
blijvend een opname waaruit stof is verwijderd
De RAW-opname waaruit stof is verwijderd, wordt blijvend een
opname waaruit stof is verwijderd nadat deze is geconverteerd naar
en opgeslagen als een JPEG- of TIFF-opname (pag. 84).
O Het stofwisresultaat toepassen op een andere opname
U kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen.
Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiëren],
geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen
en klik op de knop [Paste/Plakken].
Aanvullende informatie
In het hoofdvenster kunt u eveneens automatisch stofvlekken wissen uit
meerdere opnamen waaraan stofwisdata zijn toegevoegd.
Selecteer meerdere opnamen waaraan stofwisdata zijn
toegevoegd en selecteer het menu [Adjustment/
Aanpassen]
[Apply Dust Delete Data/Stofwisdata
toepassen].
¿ De stofvlekken in alle geselecteerde opnamen worden in één
bewerking gewist.
Automatisch stof wissen in het hoofdvenster
79
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt stofvlekken in een opname wissen door ze een voor een te
selecteren.
1
Selecteer in het hoofdvenster de opname waaruit u
stofvlekken wilt wissen.
2
Geef het toolpalet Stof verwijderen/Kopieerstempel weer.
3
Klik op het punt waar stof moet worden gewist.
¿ De opname wordt in de 100%-weergave weergegeven.
O U kunt de weergavepositie wijzigen door te slepen.
4
Klik op de knop die bij de stofvlek hoort die u wilt
verwijderen.
O Klik op de knop [ ] als de stofvlek donker van kleur
is en klik op de knop [ ] als de stofvlek licht van
kleur is.
O Wanneer u de cursor over de opname beweegt, wordt het
stofwisbereik met [ ] aangegeven.
Handmatig stof wissen (reparatiefunctie)
5
Zorg ervoor dat de stofvlek die u wilt wissen, zich
binnen [ ] bevindt en klik.
¿ De stofvlek binnen [ ] wordt gewist.
O Klik op een ander deel van de opname als u nog meer
stofvlekken in de weergegeven opname wilt wissen.
O Als u stof in een ander deel van de opname wilt wissen, kunt u met
de rechtermuisknop klikken of nogmaals op de knop klikken
waarop u in stap 4 hebt geklikt om het wissen van stof te
annuleren en de bewerking nogmaals uit te voeren vanaf stap 3.
O Als een stofvlek niet kan worden gewist, wordt [ ]
weergegeven.
6
Keer terug naar het hoofdvenster.
80
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
O Klik meerdere malen als stofvlekken niet volledig zijn gewist
Als ongewenste stofvlekken niet worden gewist, ook niet nadat u stap
5 hebt uitgevoerd, kunt u ze volledig wissen door meerdere malen te
klikken.
O Stofvlekken kunnen doorgaans worden gewist met de
reparatiefunctie
Stofvlekken kunnen worden gewist met de reparatiefunctie. Het is
mogelijk dat u stoflijnen niet kunt wissen. Gebruik in dergelijke
gevallen de kopieerstempelfunctie (pag. 81).
O U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit
stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellen
Een opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig
weergegeven of geprint. Aangezien het stof op de opname echter niet
daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd
herstellen door op de knop [ ] in het toolpalet Stof
verwijderen/Kopieerstempel te klikken of door de procedure
“Opnamen opnieuw bewerken” uit te voeren (pag. 86).
O Opnamen waaruit stof is verwijderd printen
U kunt een opname waaruit stof is verwijderd printen in DPP.
O Nadat de opname is geconverteerd en opgeslagen, is deze
blijvend een opname waaruit stof is verwijderd
De RAW-opname waaruit stof is verwijderd, wordt blijvend een
opname waaruit stof is verwijderd nadat deze is geconverteerd naar
en opgeslagen als een JPEG- of TIFF-opname (pag. 84).
Aanvullende informatie
O Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de
normale schermweergave schakelen
U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale
schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter>.
Handige functies in het kopieerstempelvenster
Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt
deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat
stofvlekken in het kopieerstempelvenster moeilijk te zien zijn.
81
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt een opname corrigeren door een ander deel van de opname te
kopiëren en over een ongewenst deel van de opname te plakken.
1
Volg stap 1 t/m 3 in 'Handmatig stof wissen
(reparatiefunctie)'
(pag. 79).
2
Selecteer het gedeelte dat u wilt kopiëren.
O Klik op het gedeelte dat u wilt kopiëren nadat u op de knop
[Select Copy Source/Kopieerbron selecteren] hebt geklikt.
O Als u een ander gedeelte als kopieerbron wilt instellen, voert u de
bovenstaande bewerking nogmaals uit.
O Als u de positie van de kopieerbron wilt vastzetten, schakelt
u [Fix Copy Source position/Positie van kopieerbron
vastzetten] in.
3
Corrigeer de opname.
O Klik of sleep op het gedeelte van de opname dat u wilt wijzigen.
De [
+
] in het venster geeft de kopieerbron aan en [ ] geeft het
kopieerdoel aan.
¿ Het gekopieerde beeld wordt geplakt op de positie waarnaar
u deze hebt gesleept.
O Bij [Pen type/Pentype] kunt u een keuze maken uit [Brush/Kwast]
(de randen van het geplakte beeld zijn uitgevaagd) en [Pencil/
Potlood] (de randen van het geplakte beeld zijn scherp).
4
Keer terug naar het hoofdvenster.
Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie)
82
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
De te gebruiken kleurruimte instellen
U kunt voor elke opname een andere kleurruimte (pag. 137) dan de
standaardkleurruimte instellen (pag. 130).
Als u voor een opname een andere kleurruimte instelt dan de
standaardkleurruimte en vervolgens de instelling van de
standaardkleurruimte wijzigt (pag. 130), wordt deze standaardinstelling
niet toegepast en blijft de apart ingestelde kleurruimte behouden.
Aangezien alleen de beeldverwerkingsgegevens worden aangepast,
kan de kleurruimte van een RAW-opname op elk gewenst moment
worden gewijzigd.
Geef het toolpalet Instellingen weer selecteer de
kleurruimte die u wilt instellen.
Toolpalet Instellingen
Een apart ingestelde kleurruimte blijft ongewijzigd, ook als de
standaardinstelling wordt gewijzigd.
U kunt de kleurruimte van een RAW-opname onbeperkt en zo
vaak u maar wilt aanpassen.
83
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Soft-Proof Colors gebruiken
Met Soft-Proof Colors kunt u een geselecteerd printprofiel of
CMYK-simulatieprofiel toepassen op de weergeven opname. De betrouwbaarheid
van Soft-Proof Colors is afhankelijk van de beeldschermkwaliteit, het
beeldscherm- en printerprofiel en de lichtomstandigheden van uw werkomgeving.
1
Klik op de knop [Settings/Instellingen].
¿ Het tabblad [Color management/Kleurbeheer] onder
[Preferences/Voorkeuren] wordt weergegeven.
2
Selecteer in de keuzelijst [Printing profile/Printprofiel]
of [CMYK simulation profile/CMYK-simulatieprofiel] het
profiel dat u wilt toepassen en klik op de knop [OK].
¿ Het tabblad [Color management/Kleurbeheer] onder
[Preferences/Voorkeuren] wordt gesloten.
3
Selecteer op basis van het in stap 2 geselecteerde profiel
[Use printing profile/Printprofiel gebruiken] of [Use CMYK
simulation profile/CMYK-simulatieprofiel gebruiken] en
schakel het selectievakje [Soft-proof colors] in.
¿ Het in stap 2 geselecteerde profiel wordt toegepast op de
weergegeven opname en de bijbehorende miniatuur.
Het profiel wordt niet toegepast op opnamen die worden
weergegeven in het controlevenster.
84
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Bewerkingsresultaten opslaan
De inhoud die is aangepast met het toolpalet (het recept), kan worden
opgeslagen in de opname of als een afzonderlijke opname.
Selecteer het menu [File/Bestand] gewenste item.
¿ Uw aanpassingen worden bij de opname opgeslagen.
Bewerkingsgegevens opslaan in een opname
Als u een RAW-opname wilt weergeven, bewerken en printen met andere
software dan DPP, dient u de opname naar een meer veelzijdige JPEG- of TIFF-
opname te converteren en op te slaan.
Als een JPEG- of TIFF-opname wordt opgeslagen zoals hieronder wordt
beschreven, kan de opname worden opgeslagen als een afzonderlijke opname
waarop de aanpassingen (het recept) zijn toegepast.
De opname wordt als een aparte opname opgeslagen, dus de oorspronkelijke
opname blijft ongewijzigd.
1
Selecteer de opname die u wilt converteren.
2
Selecteer het menu [File/Bestand] [Convert and
save/Converteren en opslaan].
¿ Het venster [Convert and save/Converteren en opslaan] wordt
weergegeven.
Een opname opslaan als een afzonderlijke opname
JPEG/TIFF
85
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
3
Geef de gewenste instellingen op en klik op de knop
[Save/Opslaan].
O Standaard wordt de opname geconverteerd naar en opgeslagen
als een JPEG-opname met de hoogste opnamekwaliteit, zonder
dat het formaat van de opname wordt gewijzigd. Desgewenst
kunt u de instellingen wijzigen.
¿ De RAW-opname wordt naar een JPEG- of TIFF-opname
geconverteerd en als een nieuwe opname op de opgegeven
locatie opgeslagen.
De verwerkingstechnologie van DPP voor RAW-opnamen wordt voortdurend
verbeterd, zodat u de laatste verwerkingstechnieken beter kunt toepassen.
Dat betekent dat bij twee verschillende DPP-versies de verwerkingsresultaten
zelfs bij identieke RAW-opnamegegevens enigszins kunnen afwijken. Hetzelfde
geldt voor RAW-opnamegegevens die aanzienlijk zijn gewijzigd en waaraan een
recept is toegevoegd.
Als u de ontwikkelings- of bewerkingsresultaten wilt opslaan van de versie die
u momenteel gebruikt, wordt u aangeraden de opname als een afzonderlijk
bestand op te slaan (pag. 84).
De ontwikkel-/bewerkingsresultaten opslaan voor de versie
die u momenteel gebruikt
O
Door de opname op de bovenstaande wijze als een aparte JPEG- of
TIFF-opname op te slaan, is de opnamekwaliteit iets lager nadat de
opname is bewerkt/opgeslagen, net als bij algemene
beeldbewerkingssoftware.
O
Nadat de opname is opgeslagen volgens bovenstaande instructies,
wordt een bijgesneden opname (pag. 66) of een opname waaruit stof is
verwijderd
(pag. 77 t/m pag. 81)
, permanent een bijgesneden opname
of een opname waaruit stof is verwijderd.
O
U kunt meerdere opnamen in een batch converteren en opslaan
(pag. 116).
86
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen opnieuw bewerken
Wanneer opnamen worden bewerkt met het toolpalet
(pag. 42 t/m pag. 82)
,
worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen aangepast “en blijven de
'oorspronkelijke opnamegegevens'” ongewijzigd. (De informatie over het
bijsnijdkader of het wissen van stof van een bijgesneden opname (pag. 66) of
een opname waaruit stof is verwijderd
(pag. 77 t/m pag. 81)
, wordt gewoon bij
de opname opgeslagen.
U kunt daarom alle wijzigingen die bij de opname zijn opgeslagen (pag. 84),
zoals informatie over het bijsnijdkader en het wissen van stof, ongedaan maken
en de laatst opgeslagen versie of de oorspronkelijke versie van de opname
herstellen.
1
Selecteer de opname die u opnieuw wilt bewerken.
2
Selecteer het menu [Adjustment/Aanpassen]
gewenste item.
¿ De instellingen van het geselecteerde item worden hersteld.
JPEG/TIFF
87
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Aanpassingsgegevens (recept) gebruiken
De gegevens van alle aanpassingen (recept) die zijn uitgevoerd met het
toolpalet, kunnen als een apart receptbestand (met de extensie “.dr4”) worden
opgeslagen en worden geladen en toegepast op een andere opname.
U kunt opnamen op een efficiënte manier bewerken door één opname te
selecteren uit opnamen die in dezelfde opnameomgeving zijn gemaakt en deze
opname aan te passen. Vervolgens past u de aanpassingsresultaten via een
batchbewerking toe op een groot aantal opnamen.
Inhoud die is aangepast met het
toolpalet, kan worden verwerkt als een
receptbestand (met de extensie “.dr4”).
RAW-opnamegegevens
Gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen Gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen
JPEG- of TIFF-opnamegegevens
O
Een receptbestand met inhoud die alleen kan worden aangepast in RAW-
opnamen, wordt niet gebruikt, zelfs niet als het wordt toegepast op een
JPEG- of TIFF-opname.
O
Recepten zijn niet compatibel tussen DPP versie 4.x en DPP versie 1.x t/m
3.x. Opnamen met receptbestanden van DPP versie 1.x t/m 3.x worden met
de opname-instellingen weergegeven in DPP versie 4.x. Zo worden opnamen
met receptbestanden van DPP versie 4.x weergegeven met de opname-
instellingen in DPP versie 1.x t/m 3.x.
JPEG/TIFF
88
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt een recept van een bewerkte opname kopiëren en dit vervolgens
op een andere opname toepassen.
1
Selecteer de opname met het recept dat u wilt
kopiëren.
2
Als u alle items van een recept wilt kopiëren,
selecteert u het menu [Edit/Bewerken] [Copy
recipe/Recept kopiëren]. Als u alleen de
geselecteerde items van een recept wilt kopiëren,
selecteert u het menu [Edit/Bewerken] [Copy
selected recipe/Geselecteerd recept kopiëren].
¿ Het recept wordt gekopieerd.
O Om receptitems te selecteren, selecteert u het menu [Edit/
Bewerken] [Select and copy recipe settings/Receptinstellingen
selecteren en kopiëren] en selecteert u items in het venster dat
wordt weergegeven. Nadat u de instellingen hebt opgegeven,
klikt u op de knop [OK] en sluit u het venster.
3
Selecteer de opname waarop u het recept wilt
toepassen en selecteer vervolgens het menu [Edit/
Bewerken] [Paste recipe/Recept plakken].
¿ Het recept wordt op de opname toegepast.
Een recept kopiëren en toepassen op een andere opname
Als een recept voor een beeld is gekopieerd en toegepast op een
beeld in een andere richting, wijzigt de beeldrichting ook. Als u niet
wilt dat de beeldrichting verandert, selecteert u het menu [Edit/
Bewerken] [Select and copy recipe settings/Receptinstellingen
selecteren en kopiëren] en verwijdert u het vinkje van het
selectievakje [Rotate left / Rotate right: 0°/Links draaien / Rechts
draaien: 0°] in het venster dat wordt weergegeven.
1
Selecteer een bewerkte opname en selecteer het menu
[Edit/Bewerken]
[Save recipe in file/Recept opslaan in
bestand].
¿ Het dialoogvenster [Save recipe in file/Recept opslaan in
bestand] wordt weergegeven.
O Als u het volledige recept wilt opslaan, selecteert u de optie
[Save all recipes/Alle recepten opslaan] in het weergegeven
venster.
O Als u receptinstellingen wilt selecteren en opslaan, selecteert
u de optie [Save selected recipes/Geselecteerde recepten
opslaan] in het weergegeven venster en klikt u op de knop
[Specify Recipe Details/Receptdetails opgeven]. Schakel in het
weergegeven venster de receptinstellingen in die u wilt opslaan,
en klik vervolgens op de knop [OK].
2
Selecteer de doelmap, voer een bestandsnaam in en
klik op de knop [Save/Opslaan].
Een recept opslaan als een bestand
89
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
1
Selecteer de opname waarop u een recept wilt
toepassen, en selecteer vervolgens het menu [Edit/
Bewerken] [Read and paste recipe from file/Recept
lezen uit en toepassen op bestand].
¿ Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt weergegeven.
2
Selecteer een recept en klik op de knop [Open/
Openen].
¿ Het recept wordt op de opname toegepast.
Recepten laden en toepassen
90
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Meerdere opnamen aanpassen en met elkaar vergelijken
U kunt de gebieden in verschillende opnamen die in meerdere
voorbeeldvensters moeten worden weergegeven, synchroniseren en de
opnamen aanpassen terwijl u ze vergelijkt.
1
Geef de opnamen die u wilt vergelijken, weer in het
voorbeeldvenster.
2
Lijn de opnamen uit.
O Selecteer het menu [Window/Venster] [Arrange horizontally/
Horizontaal schikken] of [Arrange vertically/Verticaal schikken].
¿ De voorbeeldvensters worden uitgelijnd.
3
Selecteer het menu [Preview/Voorbeeld] [Sync
preview position/Voorbeeldpositie synchroniseren]
en [Sync preview display size/Voorbeeldgrootte
synchroniseren].
4
Vergroot de opname.
O Vergroot een van de voorbeeldvensters en geef dit weer.
¿ De overige voorbeeldvensters worden ook weergegeven met
dezelfde verhouding positie/vergroting.
5
Verplaats het gebied dat u wilt weergeven.
¿ Als u in één van de voorbeeldvensters het
vergrotingsweergavegebied verplaatst, wordt dat ook verplaatst
in alle andere voorbeeldvensters.
O Als u de synchronisatie wilt annuleren, selecteert u opnieuw het
menu [Preview/Voorbeeld] [Sync preview position/
Voorbeeldpositie synchroniseren] en [Sync preview display size/
Voorbeeldgrootte synchroniseren].
Alleen de vergrotingsweergavepositie en de vergrotingsverhouding
worden gesynchroniseerd. Aanpassingen in de opnamen worden
niet gesynchroniseerd.
JPEG/TIFF
91
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen efficiënt bewerken
De weergave van miniaturen en het voorbeeldvenster worden
gecombineerd en opnamen kunnen efficiënt worden bewerkt. U kunt snel
wisselen tussen de opnamen die u wilt bewerken. Selecteer eerst de
opnamen die u wilt bewerken, in het hoofdvenster.
1
Selecteer de opnamen die u wilt bewerken, in het
hoofdvenster.
2
Schakel over naar het beeldbewerkingsvenster.
¿ In plaats van het hoofdvenster wordt nu het
beeldbewerkingsvenster weergegeven.
Bewerkingen uitvoeren in het beeldbewerkingsvenster
3
Bewerk de opname.
O Zie “Informatie over het opnamekader in het hoofdvenster en het
beeldbewerkingsvenster” (pag. 135) voor informatie over
pictogrammen die worden weergegeven op het kader van een
miniatuur.
O De toolpaletten, het navigatiepalet en het histogrampalet worden
weergegeven en u kunt u de opname bewerken.
O Als u de laatste bewerking met het toolpalet ongedaan wilt
maken, selecteert u [Undo/Ongedaan maken] in het menu [Edit/
Bewerken] of drukt u op de toetsen <Control> + <Z>.
JPEG/TIFF
92
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
4
Klik op het gebied dat u wilt vergroten.
¿
Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 100% (ware pixelgrootte).
O
U kunt het weergavegebied wijzigen door over de opname te slepen of
door het vergrotingsweergavegebied (pag. 17) in het navigatiepalet te
slepen.
O
Klik nogmaals om terug te keren naar de volledige schermweergave ([Fit
to window/Aanpassen aan venster]).
O
Klik op de knop [ ] op de werkbalk om terug te keren naar het
hoofdvenster.
In het beeldbewerkingsvenster kunt u slechts opnamen uit één map selecteren.
Raadpleeg 'Opnamen verzamelen en bewerken in het venster Collection
(Collectie)' (pag. 93) om opnamen uit meerdere mappen te selecteren voor
bewerking.
Selecteer het menu [View/Beeld] [Horizontal
Thumbnails/Horizontale miniaturen].
O Als u [Vertical Thumbnails/Verticale miniaturen] selecteert,
worden de miniaturen weer onder elkaar weergegeven.
De weergavepositie van de miniaturen wijzigen
en de miniaturen naast elkaar weergeven
93
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt geselecteerde opnamen verzamelen in collectiemappen om ze
te bekijken, te vergelijken en te bewerken.
U kunt opnamen uit een of meer mappen verzamelen, zodat u er op een
efficiënte manier mee kunt werken.
1
Klik op [+ Add collection/+ Collectie toevoegen] in het
gebied [Collection/Collectie] in het hoofdvenster.
¿ Er wordt een nieuwe map gemaakt in het gebied [Collection/
Collectie].
O Voer een naam in voor de collectiemap.
O Herhaal deze bewerking als u meer collectiemappen wilt maken.
U kunt maximaal 20 mappen maken.
2
Selecteer het menu [File/Bestand]
[Select collection/
Collectie selecteren] en selecteer uit de weergegeven
collectiemappen een collectiemap voor het verzamelen
van opnamen.
Opnamen verzamelen en bewerken in het
venster Collection (Collectie)
3
Selecteer opnamen of opnamemappen in het
hoofdvenster. Selecteer het menu [File/Bestand]
[Add to
collection/Toevoegen aan collectie].
¿
De opnamen worden toegevoegd aan de geselecteerde collectiemap en
het aantal geselecteerde opnamen in de collectiemap wordt
weergegeven. Wanneer u een opname toevoegt waarvoor weergave
van één opname (pag. 21) is ingesteld, wordt het aantal opnamen
aangeduid als twee opnamen.
O
U kunt ook opnamen aan een collectiemap toevoegen door opnamen en
mappen te selecteren en vervolgens [Add to collection/Toevoegen aan
collectie] te selecteren in het menu dat wordt weergegeven wanneer
u met de rechtermuisknop klikt.
4
Selecteer een collectiemap in het gebied [Collection/
Collectie].
¿ De opnamen in de geselecteerde map worden weergegeven.
94
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
5
Controleer de weergegeven opnamen.
6
Bewerk de opnamen.
O Bewerk de weergegeven opnamen.
¿ Weergegeven opnamen blijven bewaard in de collectiemappen,
ook na het afsluiten van DPP.
Op 32-bits besturingssystemen kunnen maximaal 1000 beelden
per collectiemap worden weergegeven. Vanaf het 1001e beeld worden
beelden op dezelfde manier behandeld als niet-ondersteunde beelden.
Probeer 1000 of minder beelden op te slaan per map.
32bit
O Geselecteerde opnamen verwijderen
Selecteer opnamen in een collectiemap en selecteer [Remove from
collection/Uit collectie verwijderen] in het menu [File/Bestand]. (U kunt
opnamen ook uit een collectiemap verwijderen door de opnamen te
selecteren, met de rechtermuisknop te klikken en [Remove from collection/Uit
collectie verwijderen] te selecteren in het menu dat wordt weergegeven.)
Wanneer u een opname uit een collectiemap verwijdert, blijft de
oorspronkelijke opname ongewijzigd.
O
Alle opnamen verwijderen
Selecteer [Clear collection/Collectie wissen] in het menu [File/Bestand]. Zelfs
als u alle opnamen uit een collectiemap verwijdert, blijven de oorspronkelijke
opnamen ongewijzigd.
O
Een collectiemap verwijderen
Selecteer een collectiemap in het collectiegebied en selecteer vervolgens
[Delete collection/Collectie verwijderen] in het menu dat wordt weergegeven
wanneer u met de rechtermuisknop klikt. Als u een collectiemap verwijdert,
blijven de originele opnamen ongewijzigd.
Opnamen verwijderen uit collectiemappen
Wijzigingen in de opname worden toegepast op de oorspronkelijke
opname
Alle wijzigingen die u aanbrengt in opnamen in een collectiemap, worden
toegepast op de oorspronkelijke opname.
95
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen samenvoegen
U kunt twee opnamen samenvoegen tot één enkele opname. U kunt
bovendien opnamen combineren door nog een opname toe te voegen
aan een samengestelde opname.
De oorspronkelijke opnamen blijven ongewijzigd omdat de
samengestelde opname als afzonderlijke opname wordt opgeslagen.
Op 32-bits besturingssystemen is deze functie niet
beschikbaar.
O U kunt deze functie gebruiken bij alle opnametypen (pag. 3) die
door DPP worden ondersteund.
O De kleurruimte van een samengestelde opname wordt
overgenomen van de achtergrondopname.
O Aan de samengestelde opname wordt geen opname-informatie
toegevoegd.
1
Selecteer een achtergrondopname in het
hoofdvenster.
O U kunt ook een achtergrondopname selecteren in het
beeldbewerkingsvenster of het venster [Collection/Collectie].
32bit
2
Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start
Compositing tool/Samenvoegen starten].
¿ Het venster Samenvoegen wordt weergegeven.
JPEG/TIFF
96
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
3
Selecteer de te combineren opname.
O Selecteer de te combineren opname in de keuzelijst [Foreground
Image/Voorgrondopname].
¿ De geselecteerde opname wordt weergegeven in het
weergavegebied voor miniaturen van de [Foreground Image/
Voorgrondopname].
¿ Een voorbeeld van de combinatie van achtergrondopname en
[Foreground Image/Voorgrondopname] wordt weergegeven in
het voorbeeld van de samenvoeging.
O U kunt de volgende opnamen samenvoegen.
Als een achtergrondopname is geselecteerd in het
hoofdvenster: opnamen in dezelfde map als de
achtergrondopname
Als een achtergrondopname is geselecteerd in het venster
[Collection/Collectie]: opnamen in het venster [Collection/
Collectie]
Als een achtergrondopname is geselecteerd in het
beeldbewerkingsvenster: opnamen weergegeven in het
weergavegebied voor de miniaturen
O U kunt opnamen van verschillende grootten ook combineren.
4
Selecteer een samenvoegmethode.
O Selecteer een samenvoegmethode in de keuzelijst [Composite
Method/Samenvoegmethode].
¿ De samenvoegmethode die is geselecteerd in het voorbeeld van
de samenvoeging wordt toegepast.
O
U kunt kiezen uit vijf typen samenvoegmethoden: Add (Toevoegen),
Average (Gemiddeld), Weighted (Gewogen), Lighten (Lichter maken) en
Darken (Donkerder maken). Raadpleeg 'Samenvoegmethoden' voor
meer informatie over elk van de samenvoegmethoden
(pag. 98)
.
O
Als u [Weighted/Gewogen] selecteert, kunt u de verhouding van de
combinatie-opname instellen. Gebruik daarvoor de schuifregelaar
[Weight/Gewicht] onder in de keuzelijst [Composite Method/
Samenvoegmethode] of geef direct een waarde op voor de verhouding.
O Als u op de knop [100% view/100%-weergave] klikt, wordt de
opname weergegeven op 100% (ware pixelgrootte).
97
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
5
Zet de opnamen op de juiste positie.
U kunt de coördinaten van de
[Foreground Image/Voorgrondopname]
ook direct invoeren om de opname uit te
lijnen.
Grote verplaatsing (50 pixels)
Kleine verplaatsing (1 pixel)
Het midden van de opnamen uitlijnen
O
Standaard worden de achtergrondopname en de [Foreground Image/
Voorgrondopname] zo weergegeven dat het midden van de opnamen is uitgelijnd.
O [Compose in RAW Format/Samenvoegen in RAW-indeling]
Schakel zo nodig het selectievakje [Compose in RAW Format/
Samenvoegen in RAW-indeling] in.
O
U kunt [Compose in RAW Format/Samenvoegen in RAW-indeling] onder de
volgende omstandigheden instellen.
Zowel de achtergrondopname als de [Foreground Image/Voorgrondopname]
zijn RAW-opnamen; bovendien wordt aan alle volgende voorwaarden voldaan.
Voor beide opnamen is hetzelfde model camera gebruikt
Beide opnamen zijn gemaakt met dezelfde ISO-snelheid
Beide opnamen zijn gemaakt met dezelfde instelling voor Lichte tonen prioriteit
De beeldformaten (oorspronkelijke formaat) zijn gelijk
O De volgende functies zijn niet beschikbaar voor opnamen die
zijn samengevoegd met [Compose in RAW Format/
Samenvoegen in RAW-indeling].
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)
(pag. 54)
Beeldstijl Auto (automatisch ingesteld op Standaard) (pag. 45)
98
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
6
Klik op de knop [Save As/Opslaan als].
O Geef de instellingen op (opslaglocatie, enz.) in het venster dat
wordt weergegeven en klik vervolgens op de knop [Save/
Opslaan].
O Als u op de knop [Continue/Doorgaan] klikt, worden opnamen
samengevoegd tot een nieuwe achtergrondopname, waar u nog
weer een andere opname mee kunt combineren.
O Klik op de knop [Close/Sluiten] om af te ronden.
O Add (Toevoegen)
De achtergrondopname en de [Foreground Image/
Voorgrondopname] worden opgeteld en gecombineerd.
O Average (Gemiddeld)
De achtergrondopname en de [Foreground Image/
Voorgrondopname] worden gecombineerd met elk een verhouding
van 50%.
Kies [Weighted/Gewogen] als u de verhouding van de [Foreground
Image/Voorgrondopname] wilt wijzigen.
O Weighted (Gewogen)
Stel de verhouding van de [Foreground Image/Voorgrondopname] in
en combineer vervolgens de achtergrondopname en de [Foreground
Image/Voorgrondopname].
O Lighten (Lichter maken)
De achtergrondopname en de [Foreground Image/
Voorgrondopname] worden vergeleken en alleen de heldere delen
van de [Foreground Image/Voorgrondopname] worden
gecombineerd.
O Darken (Donkerder maken)
De achtergrondopname en de [Foreground Image/
Voorgrondopname] worden vergeleken en alleen de donkere delen
van de [Foreground Image/Voorgrondopname] worden
gecombineerd.
Samenvoegmethoden
U kunt deze functie als functieknop in de werkbalk in het
hoofdvenster weergeven (pag. 107).
99
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
HDR-opnamen (High Dynamic Range) maken
U kunt opnamen maken met een groot dynamisch bereik waarin het
effect van afgesneden schaduwen en lichte delen is gereduceerd, en
opnamen die de indruk wekken te zijn geschilderd. Dit is geschikt voor
stillevens en landschappen. Deze functie heeft het meeste effect als u
drie opnamen met verschillende belichting gebruikt van dezelfde scène
(negatieve belichting, standaardbelichting, positieve belichting) om een
HDR-opname te maken. U kunt echter ook een HDR-opname maken
van twee opnamen, en zelfs van slechts één opname.
De oorspronkelijke opnamen blijven ongewijzigd omdat de
HDR-opname als afzonderlijke opname wordt opgeslagen.
* HDR staat voor High Dynamic Range, oftewel hoog dynamisch bereik.
Op 32-bits besturingssystemen is deze functie niet
beschikbaar.
O U kunt deze functie gebruiken bij alle opnametypen (pag. 3) die
door DPP worden ondersteund.
O Aan de HDR-opname wordt geen opname-informatie
toegevoegd.
1
Selecteer een opname in het hoofdvenster.
32bit
2
Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start HDR tool/
HDR starten].
¿ Het venster [Select Images/Opnamen selecteren] wordt
weergegeven.
O U kunt het venster [Select Images/Opnamen selecteren] ook
openen vanuit het bewerkingsvenster en het
beeldbewerkingsvenster.
JPEG/TIFF
100
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
3
Geef de gewenste instellingen op en klik op de knop
[Start HDR/HDR starten].
O Als u een andere opname wilt selecteren of als u een opname
wilt toevoegen, klikt u op de knop [Browse/Bladeren], selecteert
u in het dialoogvenster [Open/Openen], dat dan wordt geopend,
het opnamebestand en klikt u op de knop [Open/Openen].
O Als u twee opnamen selecteert met dezelfde grootte, kunt u het
selectievakje [Auto Align/Automatisch uitlijnen] inschakelen
zodat de opnamen automatisch worden uitgelijnd. Automatische
uitlijnen van opnamen werkt mogelijk niet goed bij zich
herhalende patronen (roosters, strepen, enz.) of vlakke opnamen
in één toon.
¿ Klik op de knop [Start HDR/HDR starten] om het venster [Adjust
Image/Opname aanpassen] te openen.
Bij toepassing van automatische uitlijning van de opnamen wordt de
buitenrand van de opnamen gedeeltelijk gewist.
4
Voer de vereiste bewerkingen uit om de opname aan
te passen.
O
Schuifregelaars in het venster [Adjust Image/Opname aanpassen]
[Tone/Color/Toon/Kleur]
[Brightness/Helderheid]: past de algehele helderheid van de
opname aan. Sleep de
schuifregelaar naar rechts om de
opname helderder te maken en
naar links om de opname
donkerder te maken.
[Saturation/Verzadiging]: past de algehele verzadiging van
de opname aan. Sleep de
schuifregelaar naar rechts voor
meer kleurdiepte en naar links voor
minder kleurdiepte.
[Contrast]: past het algehele contrast van de
opname aan. Sleep de
schuifregelaar naar rechts voor
meer contrast en naar links voor
minder contrast.
101
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
[Detail Enhancement/Detaillering]
[Strength/Sterkte]: past het algehele contrast en het
contrast van de details samen aan.
Sleep de schuifregelaar naar rechts
voor een sterker effect.
[Smoothness/Egaalheid]: past de algehele egaalheid van de
opname aan. Sleep de
schuifregelaar naar rechts voor een
egale en natuurlijk indruk.
[Fineness/Details]: past de scherpte van details aan.
Sleep de schuifregelaar naar rechts
voor een scherpere contour.
O
[Presets/Vooraf ingesteld] en afwerkingseffecten
Met [Presets/Vooraf ingesteld] kunt u in een keuzelijst kiezen uit
de onderstaande vijf vooraf ingestelde afwerkingseffecten,
(standaard is het effect [Natural/Natuurlijk] geselecteerd) en hoeft
u niet de vijf schuifregelaars afzonderlijk in te stellen. Als u een
vooraf ingesteld afwerkingseffect kiest, worden de schuifregelaars
in de stand geplaatst die bij dat effect hoort. U kunt de
schuifregelaars ook na het kiezen van een effect verplaatsen.
[Natural/Natuurlijk]: in contrastrijke scènes wordt de
rendering gecorrigeerd in gedeelten
waar veel licht of schaduwen
gewoonlijk worden afgesneden, voor
een eindresultaat met minder lichte
delen en afgesneden schaduwen.
[Art standard/Kunst]: zorgt voor een afwerkingseffect met
een schilderachtige toets voor een
indrukwekkende opname.
[Art vivid/Kunst helder]: het resultaat wordt levendiger dan
bij het effect [Art standard/Kunst].
[Art bold/Kunst sterk]: het resultaat wordt levendiger dan bij
het effect [Art standard/Kunst]; het
onderwerp wordt geaccentueerd.
[Art embossed/Kunst embossed]: levendigheid wordt meer weggedrukt dan
bij [Art standard/Kunst], met een
ouderwetse uitstraling.
5
Klik op de knop [Save As/Opslaan als].
¿ Geef de instellingen op (opslaglocatie, enz.) in het venster dat
wordt weergegeven door op de knop [Save As/Opslaan als] te
klikken en klik vervolgens op de knop [Save/Opslaan].
U kunt deze functie als functieknop in de werkbalk in het
hoofdvenster weergeven (pag. 107).
102
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Dual Pixel RAW-optimalisatie gebruiken
Door de Dual Pixel RAW-functie vóór het maken van RAW-opnamen in te
stellen op een camera die compatibel is met de functie, worden opnamen
opgenomen als “speciale RAW-opnamen (Dual Pixel RAW-beelden)”
met dual pixel-informatie die vanuit de beeldverwerkingssensor is
toegevoegd. Dit heet een Dual Pixel RAW-beeld. Met [Dual Pixel RAW
Optimizer/Dual Pixel RAW-optimalisatie] kunt u met behulp van de Dual
Pixel-data die zijn opgenomen met de Dual Pixel RAW-beeld, de positie
van maximale scherpte en resolutie op microniveau aanpassen. De
diepte-informatie die in het bestand is opgenomen, wordt hierbij gebruikt
om het gezichtspunt of de voorgrondbokeh te wijzigen voor een fraaier
resultaat en voor het verminderen van ghosting in opnamen.
Aandachtspunten voor Dual Pixel RAW-opnamen
Let op het volgende wanneer u opnamen maakt met Dual Pixel
RAW.
O Gelijk voor alle functies
De meeste ruimte voor effecten bestaat wanneer de
diafragmawaarde f/5.6 of lager is.
Effecten kunnen verschillen bij opnamen in horizontale en
verticale stand.
Een ISO-snelheid van ISO 1600 of lager wordt aanbevolen.
O Uitsluitend voor "Aanpassing op microniveau van de positie van
maximale scherpte en resolutie met gebruik van de diepte-
informatie binnen het Dual Pixel RAW-bestand"
De aanbevolen brandpuntsafstand voor de lens is minimaal 50 mm.
Het wordt aanbevolen deze functie te gebruiken wanneer de
camera op afstand van het onderwerp is.
* Gebruik het volgende als richtlijn voor afstand tot onderwerp
volgens brandpuntafstand.
Als de brandpuntafstand 50 mm is, moet de afstand tot het
onderwerp ongeveer 1 m - 10 m zijn.
Als de brandpuntafstand 100 mm is, moet de afstand tot het
onderwerp ongeveer 2 m - 20 m zijn.
Als de brandpuntafstand 200 mm is, moet de afstand tot het
onderwerp ongeveer 4 m - 40 m zijn.
U kunt deze functie als functieknop in de werkbalk in het
hoofdvenster weergeven (pag. 107).
U kunt de positie van maximale scherpte en resolutie op microniveau
aanpassen door gebruik te maken van de diepte-informatie binnen de
Dual Pixel RAW-beelden.
1
Selecteer in het hoofdvenster of het venster voor het
bewerken van beelden de Dual Pixel RAW-beeld die
u wilt aanpassen, en selecteer vervolgens [Start
Dual Pixel RAW Optimizer/Start Dual Pixel RAW-
optimalisatie] in het menu [Tools/Gereedschap].
¿ Het venster Dual Pixel RAW-optimalisatie wordt weergegeven.
2
Schakel het selectievakje [Image Microadjustment/
Aanpassing opname op microniveau] in.
Aanpassing op microniveau van de positie van
maximale scherpte en resolutie met gebruik van de
diepte-informatie binnen het Dual Pixel RAW-bestand
Geavanceerd
103
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
3
Pas de opname aan.
O Gebruik de schuifregelaar om de resolutie aan te passen op
basis van diepte-informatie en het resolutieniveau.
4
Klik op de knop [OK].
¿ De resultaten worden toegepast op de opname.
Zie voor informatie over het opslaan van aanpassingen in
opnamen “Bewerkingsresultaten opslaan” (pag. 84).
O Als de contouren van het onderwerp of de bokeh er onnatuurlijk
uitzien, of als er verhoogde ruis of merkbare wijzigingen in tint of
helderheid zijn, verlaagt u het aanpassingsniveau.
O Deze functie kan niet tegelijkertijd met “Het gezichtspunt of de
voorgrondbokeh wijzigen voor fraaiere resultaten” of “Het
voorkomen van ghosting in opnamen verminderen” worden
gebruikt.
Wijzig het gezichtspunt of de voorgrondbokeh voor fraaiere resultaten
met behulp van de dual pixel-informatie die is opgenomen in Dual Pixel
RAW-beelden.
1
Selecteer in het hoofdvenster of het venster voor het
bewerken van beelden de Dual Pixel RAW-beeld die
u wilt aanpassen, en selecteer vervolgens [Start
Dual Pixel RAW Optimizer/Start Dual Pixel RAW-
optimalisatie] in het menu [Tools/Gereedschap].
¿ Het venster Dual Pixel RAW-optimalisatie wordt weergegeven.
2
Schakel het selectievakje [Bokeh shift/Bokeh-
verplaatsing] in.
3
Geef het gebied op dat moet worden aangepast.
O
Klik op de knop [Select area/Selecteer gebied] en selecteer door te
slepen in de opname het gebied dat moet worden aangepast. Klik
vervolgens met de rechtermuisknop om het gebied vast te leggen.
U kunt ook het selectievakje [Show borders/Geef randen weer]
uitschakelen om de rand te verbergen.
Het gezichtspunt of de voorgrondbokeh
wijzigen voor fraaiere resultaten
104
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
4
Pas de opname aan.
O Gebruik de schuifregelaar om het gezichtspunt aan te passen.
5
Klik op de knop [OK].
¿ De resultaten worden toegepast op de opname.
Zie voor informatie over het opslaan van aanpassingen in
opnamen “Bewerkingsresultaten opslaan” (pag. 84).
O Als de contouren van het onderwerp of de bokeh er onnatuurlijk
uitzien, of als er verhoogde ruis of merkbare wijzigingen in tint of
helderheid zijn, verlaagt u het aanpassingsniveau.
O De resolutie kan worden verhoogd in de diepterichting op basis
van het niveau van aanpassing.
O Als de rand van het geselecteerde gebied in de opname er
onnatuurlijk uitziet, verlaagt u het niveau van aanpassing.
O Deze functie kan niet tegelijkertijd met “Aanpassing op
microniveau van de positie van maximale scherpte en resolutie
met gebruik van de diepte-informatie binnen het Dual Pixel RAW-
bestand” of “Het voorkomen van ghosting in opnamen
verminderen” worden gebruikt.
Verminder het voorkomen van ghosting in opnamen met behulp van de
dual pixel-informatie in Dual Pixel RAW-beelden.
1
Selecteer in het hoofdvenster of het venster voor het
bewerken van beelden de Dual Pixel RAW-beeld die
u wilt aanpassen, en selecteer vervolgens [Start
Dual Pixel RAW Optimizer/Start Dual Pixel RAW-
optimalisatie] in het menu [Tools/Gereedschap].
¿ Het venster Dual Pixel RAW-optimalisatie wordt weergegeven.
2
Schakel het selectievakje [Ghosting Reduction/
Verminderen van ghosting] in en geef het gebied op.
O Klik op de knop [Select area/Selecteer gebied] en selecteer door
te slepen in de opname het gebied dat moet worden aangepast.
Klik vervolgens met de rechtermuisknop om het gebied vast te
leggen.
U kunt ook het selectievakje [Show borders/Geef randen weer]
uitschakelen om de rand te verbergen.
¿ Ghosting en lichtvlekken in het opgegeven gebied worden
verminderd.
Het voorkomen van ghosting in opnamen
105
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
3
Klik op de knop [OK].
¿ De resultaten worden toegepast op de opname.
Zie voor informatie over het opslaan van aanpassingen in
opnamen “Bewerkingsresultaten opslaan“ (pag. 84).
O Er kunnen gevallen zijn waarin de contouren van het onderwerp
en eventuele bokeh er onnatuurlijk uitzien, of waar verhoging van
ruis of merkbare veranderingen in tint of helderheid optreden.
O Er kunnen gevallen zijn waarin de rand van het geselecteerde
gebied er onnatuurlijk uitziet.
O Deze functie kan niet tegelijkertijd met "Aanpassing op
microniveau van de positie van maximale scherpte en resolutie
met gebruik van de diepte-informatie binnen het Dual Pixel RAW-
bestand” of "Het gezichtspunt of de voorgrondbokeh wijzigen voor
fraaiere resultaten" worden gebruikt.
106
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Een RAW-opname overbrengen naar Photoshop
U kunt een RAW-opname naar een TIFF-opname (16-bits) converteren
en deze overbrengen naar Adobe Photoshop.
U kunt slechts één opname tegelijk overbrengen. Raadpleeg pag. 118
als u meerdere opnamen tegelijk wilt overbrengen.
Selecteer het menu [Tools/Extra] [Transfer to
Photoshop/Overbrengen naar Photoshop].
¿ Photoshop wordt gestart en de overgebrachte opname wordt
weergegeven.
U kunt één opname tegelijk overbrengen.
O
Compatibele versies van Photoshop zijn versie 7.0 en hoger.
O
Overgebrachte opnamen worden automatisch geconverteerd naar TIFF-
opnamen (16-bits) waaraan een ICC-profiel (pag. 136) is toegevoegd. Het
ICC-profiel bevat informatie over [Preferences/Voorkeuren] (pag. 130) of de
te gebruiken kleurruimte (pag. 82) die voor elke opname is ingesteld zoals
beschreven, en de juiste kleurgegevens worden aan Photoshop
doorgegeven.
O
Wanneer u Photoshop afsluit, blijft alleen de originele RAW-opname achter
en verdwijnt de overgebrachte opname. Het wordt aangeraden om de
overgebrachte opname als een aparte opname op te slaan in Photoshop.
Geavanceerd
107
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
De werkbalk in het hoofdvenster aanpassen
U kunt knoppen voor veelgebruikte functies weergeven in de werkbalk
in het hoofdvenster.
U kunt ook de volgorde van de knoppen wijzigen.
1
Selecteer het menu [Tools/Extra] [Customize
Toolbar/Werkbalk aanpassen].
¿ Het venster [Configure Toolbar/Werkbalk configureren] wordt
weergegeven.
2
Selecteer de functies die u wilt weergeven in de
werkbalk.
O Als u de volgorde van de knoppen wilt wijzigen, selecteert u de
functie die u wilt verplaatsen, en klikt u op de knop [Move Up/
Omhoog] of [Move Down/Omlaag].
O Nadat u de instellingen hebt opgegeven, klikt u op de knop
[Close/Sluiten] om het venster te sluiten.
¿ De instellingen worden toegepast op de werkbalk in het
hoofdvenster.
Geavanceerd
5
108
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen printen
Een opname printen .............................................. 109
Printen met opname-informatie ............................. 110
Een miniaturenlijst afdrukken (Overzichtsafdruk
afdrukken).............................................................. 111
Printen met plug-in ................................................ 112
109
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Een opname printen
U kunt opnamen printen met een printer. Ter illustratie wordt hieronder de
procedure voor het printen van één opname op één vel papier beschreven.
1
Selecteer de opname die u wilt printen.
2
Selecteer het menu [File/Bestand] [Print/Printen].
¿
Het dialoogvenster met de printinstellingen van de printer wordt
weergegeven.
3
Print de opname.
O
Geef de optimale instellingen voor het printen van foto's op in het
dialoogvenster met printinstellingen van de printer en klik op de knop
[OK].
¿
Het printen wordt gestart.
110
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Printen met opname-informatie
U kunt zonder beperkingen één opname op één pagina plaatsen en deze
printen met titels, opname-informatie, enz.
1
Selecteer één opname die u wilt printen.
2
Selecteer het menu [File/Bestand]
[Print with detailed
setting/Printen met detailinstellingen].
3
Geef de gewenste instellingen voor het printen op en klik
op de knop [Print/Printen].
O
U kunt een opname verplaatsen door de opname te slepen.
O
Sleep de vier hoeken van de opname om het formaat van de opname te
wijzigen.
O
Als u de opname-informatie wilt weergeven, klikt u op [ ] op het
tabblad [Text/Tekst] en selecteert u de gewenste items in het venster dat
wordt weergegeven.
De instellingen van elk tabblad in stap 3 worden opgeslagen bij het
afdrukken of wanneer u op de knop [Apply/Toepassen] klikt.
De instellingen kunnen op een ander beeld worden toegepast bij het
afdrukken.
Onthouden instellingen zijn opties in [Printer], [Media], [Media
orientation/Afdrukstand van media], [Registration marks/
Registratiemarkeringen], [Header/Koptekst], [Footer/Voettekst] en
[Image Information/Opname-informatie] en instellingen op het tabblad
[Settings/Instellingen].
De instellingen behouden
O
U kunt printerprofielen instellen (pag. 130).
O
Als CMYK-simulatie is ingesteld, wordt de opname met de ingestelde kleuren
geprint.
111
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Een miniaturenlijst afdrukken (Overzichtsafdruk afdrukken)
U kunt rijen met meerdere beelden afdrukken op één vel papier.
1
Selecteer de beelden die u in een miniaturenlijst wilt
afdrukken.
2
Selecteer het menu [File/Bestand] [Print contact
sheets/Overzichtsafdruk afdrukken].
3
Geef de vereiste instellingen voor het afdrukken op
en klik op de knop [Print/Afdrukken].
De instellingen van elk tabblad in stap 3 worden opgeslagen bij het
afdrukken of wanneer u op de knop [Apply/Toepassen] klikt. De
instellingen kunnen ook worden toegepast op andere beelden bij het
afdrukken.
Opgeslagen instellingen zijn [Printer], [Media] en [Media orientation/
Media-afdrukstand] en instellingen in de tabbladen [Image/Beeld] en
[Settings/Instellingen].
De instellingen behouden
O U kunt printerprofielen instellen (pag. 130).
O Als CMYK-simulatie is ingesteld, wordt het beeld afgedrukt in de
vastgelegde kleuren (pag. 130).
O Door deze functie te gebruiken in het venster voor
beeldverwerking, worden alle beelden in het venster (niet alleen
de geselecteerde beelden) afgedrukt in een miniaturenlijst.
112
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Printen met plug-in
1
Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/
Printen met plug-in] de plug-in voor de printer die u
gebruikt.
¿ De plug-in wordt gestart.
2
Geef de gewenste instellingen voor het printen van
foto's op en print de foto's.
6
113
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Grote aantallen RAW-opnamen verwerken
Witbalans in een batch toepassen op opnamen
(persoonlijke witbalans) ......................................... 114
Persoonlijke witbalans vastleggen............................ 114
Persoonlijke witbalans toepassen ............................ 115
Opnamen in een batch opslaan als JPEG- of
TIFF-opnamen (batchverwerking) ..................................
116
Opnamen in een batch overbrengen naar
beeldbewerkingssoftware ...............................................
118
De naam van opnamebestanden in een batch wijzigen ......
119
De bestandsnaam van opnamen wijzigen volgens
de opnamevolgorde in het hoofdvenster ..................
119
114
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Witbalans in een batch toepassen op opnamen (persoonlijke witbalans)
Witbalansaanpassingen die zijn toegepast op een RAW-opname die is gemaakt
in een specifieke opnameomgeving, kunnen worden vastgelegd als een
persoonlijke witbalans. U kunt de witbalans vervolgens op efficiënte wijze
aanpassen door deze persoonlijke witbalans toe te passen op een groot aantal
RAW-opnamen die zijn gemaakt in dezelfde opnameomgeving.
Persoonlijke witbalansgegevens voor DPP versies 4 of eerder kunnen niet
worden toegepast.
1
Pas de witbalans aan (pag. 48 en pag. 49).
O Als u de witbalans wilt aanpassen, selecteert u een andere
instelling dan [ ( )] in de keuzelijst [White balance adjustment/
Witbalans aanpassen] (pag. 47). U kunt de aanpassingen niet
vastleggen als [ ( )] is geselecteerd.
2
Klik in het toolpalet Basisaanpassingen op de knop
[Register/Vastleggen].
¿ Het dialoogvenster [Register personal white balance/
Persoonlijke witbalans vastleggen] wordt weergegeven.
3
Selecteer in de lijst het nummer waaronder u de
instelling wilt opslaan en klik op de knop [OK].
Persoonlijke witbalans vastleggen
1 Klik in stap 3 op de knop [Save/Opslaan] om de witbalans als een
bestand op te slaan.
2 Kopieer het bestand naar een andere computer.
3 Geef in DPP op een andere computer het venster van stap 3 weer.
4 Klik op de knop [Load/Laden] en selecteer het gekopieerde bestand
in het venster dat wordt weergegeven.
De vastgelegde persoonlijke witbalans gebruiken op een
andere computer
U kunt de witbalans niet wijzigen of aanpassen van RAW-opnamen met
meervoudige belichting die met de camera zijn gemaakt.
115
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
1
Selecteer in het hoofdvenster de opname waarop u een
persoonlijke witbalans wilt toepassen.
2
Selecteer het menu [View/Beeld]
[Tool palette/Toolpalet].
¿ Het toolpalet wordt weergegeven.
3
Klik op het nummer van de persoonlijke witbalans
die u wilt toepassen.
¿
De persoonlijke witbalans wordt op alle geselecteerde opnamen toegepast.
Persoonlijke witbalans toepassen
116
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen in een batch opslaan als JPEG- of TIFF-opnamen (batchverwerking)
U kunt bewerkte RAW-opnamen in een batch converteren naar en opslaan als uiterst
veelzijdige JPEG- of TIFF-opnamen.
De opnamen worden als aparte opnamen opgeslagen dus de RAW-opnamen blijven
ongewijzigd.
1
Selecteer in het hoofdvenster meerdere opnamen die u wilt
converteren.
2
Selecteer het menu [File/Bestand]
[Batch process/Batch
verwerken].
¿ Het venster [Batch settings/Batchinstellingen] wordt
weergegeven.
3
Geef de gewenste instellingen op en klik op de knop
[Execute/Uitvoeren].
¿
Het batchverwerkingsdialoogvenster wordt weergegeven en de
opnamen worden opgeslagen.
¿
Als alle opnamen zijn opgeslagen, wordt de knop [Exit/Afsluiten]
weergegeven in het batchverwerkingsdialoogvenster.
4
Klik op de knop [Exit/Afsluiten] in het verwerkingsdialoogvenster.
O
Als u [New file name/Nieuwe bestandsnaam] hebt geselecteerd in [File
name/Bestandsnaam], dient u [Sequence number/Volgnummer] in te stellen.
O
Nadat de opname is opgeslagen volgens bovenstaande instructies, wordt
een bijgesneden opname
(pag. 66)
of een opname waaruit stof is
verwijderd
(pag. 77 t/m pag. 81)
, permanent een bijgesneden opname of
een opname waaruit stof is verwijderd.
O
U kunt deze functie ook gebruiken in het venster voor het bewerken van
beelden. Alle beelden in het venster (niet alleen de geselecteerde) worden
evenwel geconverteerd en opgeslagen.
117
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
In het venster [Batch settings/Batchinstellingen] kunt u bewerkte RAW-
opnamen niet opslaan met de opdracht [Save/Opslaan] of [Save As/
Opslaan als] (pag. 84).
De verwerkingstechnologie van DPP voor RAW-opnamen wordt
voortdurend verbeterd, zodat u de laatste verwerkingstechnieken beter
kunt toepassen.
Dat betekent dat bij twee verschillende DPP-versies de
verwerkingsresultaten zelfs bij identieke RAW-opnamegegevens
enigszins kunnen afwijken. Hetzelfde geldt voor RAW-
opnamegegevens die aanzienlijk zijn gewijzigd en waaraan een recept
is toegevoegd.
Wanneer u de ontwikkel- of bewerkingsresultaten van uw huidige versie
in de huidige staat wilt opslaan, wordt aangeraden om opnamen te
converteren en op te slaan als JPEG- of TIFF-opnamen.
O Terwijl de opname wordt opgeslagen, kunt u doorgaan met uw
werk in een ander venster
Aangezien de functie voor het opslaan onafhankelijk in de
achtergrond werkt, kunt u tijdens het opslaan doorgaan met
bewerkingen in andere vensters, zoals het hoofdvenster of het
voorbeeldvenster.
O Selecteer geen opname in het hoofdvenster als u alle opnamen
wilt converteren en opslaan
Als u stap 1 overslaat en stap 2 uitvoert zonder dat u een opname
hebt geselecteerd in het hoofdvenster, worden alle opnamen in het
hoofdvenster geconverteerd en opgeslagen.
Het is niet mogelijk om opnamen met een recept op te slaan
De ontwikkel-/bewerkingsresultaten opslaan voor de versie die u momenteel
gebruikt
Handig opslaan in een batch
118
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware
U kunt meerdere opnamen naar beeldbewerkingssoftware overbrengen. In
tegenstelling tot “Een RAW-opname overbrengen naar Photoshop” (pag. 106)
brengt u opnamen over die eerst zijn geconverteerd en opgeslagen als een
aparte opname. De overgebrachte opname wordt dus niet verwijderd nadat u de
bewerkingssoftware hebt afgesloten. De software die in het voorbeeld wordt
gebruikt, is Adobe Photoshop.
1
Selecteer in het hoofdvenster meerdere opnamen die u wilt
overbrengen.
2
Selecteer het menu [File/Bestand]
[Batch process/Batch
verwerken].
¿
Het venster [Batch settings/Batchinstellingen] wordt weergegeven.
3
Geef de instellingen voor de overdracht op (bijvoorbeeld
de bestandsindeling).
4
Selecteer [Open image using software/Opname openen
met software].
¿ Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt weergegeven.
5
Selecteer Photoshop.
O Selecteer in het dialoogvenster [Open/Openen] een Photoshop-
bestand of een snelkoppeling en klik op de knop [Open/Openen].
¿ Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt gesloten en [Image
transfer settings/Beeldoverdrachtsinstellingen] in het venster
[Batch settings/Batchinstellingen] wordt ingesteld op Photoshop.
6
Klik op de knop [Execute/Uitvoeren].
¿ Het verwerkingsdialoogvenster wordt weergegeven en het
overbrengen van de batch wordt gestart.
¿ Als de eerste opname is overgebracht, wordt Photoshop gestart
en worden de overgebrachte opnamen in chronologische
volgorde weergegeven.
O
Als u het overdrachtsdoel wilt wijzigen voor andere software, klikt u op de
knop [Browse/Bladeren] in [Image transfer settings/
Beeldoverdrachtsinstellingen]. In het dialoogvenster [Open/Openen] dat
wordt weergegeven, selecteert u de software en klikt u op de knop
[Open/Openen].
O
U kunt deze functie ook gebruiken in het venster voor het bewerken van
beelden. Alle beelden in het venster (niet alleen de geselecteerde)
worden evenwel overgedragen.
119
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
De naam van opnamebestanden in een batch wijzigen
Als de bestandsnaam rood wordt weergegeven in [Modified File Name/
Gewijzigde bestandsnaam], is er sprake van een dubbele bestandsnaam. Zelfs
als er slechts één dubbele bestandsnaam is, kunnen de wijzigingen niet worden
doorgevoerd. Wijzig de instellingen zodat er geen dubbele bestandsnamen zijn.
1
Selecteer in het hoofdvenster meerdere opnamen
waarvan u de bestandsnaam wilt wijzigen.
2
Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start Rename
tool/Naam wijzigen starten].
¿ Het naamwijzigingsvenster wordt weergegeven.
3
Geef de gewenste instellingen op en klik op de knop
[Execute/Uitvoeren].
¿
De verwerking wordt gestart en de bestandsnamen worden gewijzigd.
U kunt geen wijzigingen aanbrengen bij dubbele bestandsnamen
O
U kunt in het hoofdvenster de naam van één bestand wijzigen door de
miniatuurweergave te selecteren, met de rechtermuisknop te klikken
en [Rename/Wijzig naam] te selecteren in het menu dat verschijnt.
O U kunt de naamwijzigingsfunctie niet starten vanuit het venster
[Collection/Collectie] (pag. 93). U kunt evenmin de bestandsnaam
van één opname wijzigen.
Wanneer u de volgorde van de opnamen in het hoofdvenster wijzigt,
kunt u in één keer de naam van de opnamebestanden wijzigen volgens
de gewijzigde opnamevolgorde.
1
Wijzig de volgorde van de opnamen in het
hoofdvenster
(pag. 34).
2
Selecteer in het hoofdvenster meerdere opnamen
waarvan u de bestandsnaam wilt wijzigen.
3
Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start Rename
tool/Naam wijzigen starten].
4
Selecteer [Fit to main window/Aanpassen aan
hoofdvenster].
5
Geef de gewenste instellingen op.
O Schakel [Copy and Rename/Kopiëren en naam wijzigen] in als u
een opname wilt kopiëren.
6
Klik op de knop [Execute/Uitvoeren].
¿ De bestandsnamen worden gewijzigd en de volgorde in het
hoofdvenster blijft behouden.
De bestandsnaam van opnamen wijzigen volgens
de opnamevolgorde in het hoofdvenster
7
120
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen op afstand
Opnamen op afstand ............................................. 121
Klik-witbalans vastleggen op de camera .................. 124
121
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Opnamen op afstand
U kunt opnamen op afstand maken met “EOS Utility” waarmee
communicatie met een camera mogelijk is.
Voor opnamen op afstand moet “EOS Utility versie 3.x” op uw computer
zijn geïnstalleerd. Voor informatie over camera's die compatibel zijn met
“EOS Utility versie 3.x” raadpleegt u de instructiehandleiding voor
“EOS Utility versie 3.x” (elektronische handleiding in PDF-indeling).
Deze functie is niet beschikbaar op camera's uit de EOS M-serie of
PowerShot-camera's.
1
Klik op de knop [Remote Shooting/Opnamen op
afstand] op de werkbalk in het hoofdvenster.
¿ Het venster met instellingen voor opnamen op afstand wordt
weergegeven.
2
Stel [Destination/Doel] in in het venster Specify Remote
Shooting Folder (Map opgeven voor opnamen op afstand).
O Selecteer [Current Folder/Huidige map] om de geselecteerde
map op te slaan.
O Als u een nieuwe map wilt maken voor het opslaan van beelden,
selecteert u [Use this folder/Deze map gebruiken], klikt u op de
knop [Select/Selecteren], selecteert u het doel en voert u een
naam in bij [Destination folder/Doelmap].
O Nadat u de instellingen hebt opgegeven, klikt u op de knop [OK].
¿ Het venster voor opnamen op afstand wordt weergegeven.
122
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
U kunt de [File Name/Bestandsnaam] wijzigen in het venster
Specify Remote Shooting Folder (Map opgeven voor opnamen op
afstand).
(Als [Do not modify/Niet wijzigen] is geselecteerd, worden beelden
opgeslagen met de bestandsnamen die zijn ingesteld op de
camera.)
1 Klik op de knop [Settings/Instellingen] om het venster Set file
name for captured image (Bestandsnaam voor opname instellen)
weer te geven.
2 Selecteer een naamgevingsregel voor bestandsnamen in de
keuzelijst. U kunt op de knop [Customize/Aanpassen] klikken en
naamgevingsregels voor bestandsnamen aanpassen.
O U kunt voorvoegsels, het aantal cijfers voor serienummers en
het eerste getal voor bestandsnamen afzonderlijk instellen.
O Wanneer u de opnamedatum in bestandsnamen gebruikt, kunt
u de datumnotatie (volgorde en stijl voor jaar-maand-dag) en
de scheidingstekens opgeven in het venster Set file name for
captured image (Bestandsnaam voor opname instellen).
3 Nadat u de instellingen hebt opgegeven, klikt u op de knop [OK].
¿Het venster Set file name for captured image (Bestandsnaam
voor opname instellen) wordt gesloten
O Nadat u op de knop [Remote Shooting/Opnamen op afstand]
hebt geklikt, kunt u op de knop [ ] rechts onder het
hoofdvenster klikken om het palet [Camera Control/
Camerabediening] weer te geven of te verbergen.
O U kunt de opnamen die u maakt, controleren door over te
schakelen naar de multiweergave.
3
Sluit een camera op een computer aan en stel de
aan-uitschakelaar van de camerain op <ON>.
4
Klik op de knop [Live View].
¿ Het venster Live View van “EOS Utility” wordt weergegeven.
123
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
5
Geef de gewenste instellingen op.
O
Raadpleeg de “EOS Utility Instructiehandleiding” (elektronische
handleiding in PDF-indeling) voor gedetailleerde instructies voor het
instellen van procedures.
6
Klik op de knop [Settings/Instellingen].
¿
Het venster Capture (Vastleggen) van “EOS Utility” wordt weergegeven.
7
Geef de gewenste instellingen op.
O
Raadpleeg de “EOS Utility Instructiehandleiding” (elektronische
handleiding in PDF-indeling) voor gedetailleerde instructies voor het
instellen van procedures.
8
Maak de foto.
124
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
¿
De gemaakte opname wordt weergegeven.
O
De gemaakte opname wordt opgeslagen in de map die in stap 2 is
gemaakt.
O
De opnamen in de hierboven genoemde map worden weergegeven in
de miniatuurweergave.
U kunt in de hierboven genoemde map ook een submap maken om
opnamen op te slaan. U kunt als volgt een submap maken: klik op de
knop [Create subfolder/Submap maken] in het venster voor opnamen op
afstand, voer [Folder name/Mapnaam] in op het scherm dat wordt
weergegeven, en klik vervolgens op de knop [OK].
Sluit EOS Utility niet af wanneer opnamen op afstand worden
ingesteld of uitgevoerd.
O
In de onderstaande gevallen maakt u opnamen met EOS Utility.
• U wilt automatisch scherpstellen met de opnameknop van EOS Utility
• U wilt continu opnamen maken
O
Als u een opname vastzet
(
pag. 19
)
, kunt u opnamen maken en
tegelijkertijd een gemaakte opname vergelijken met de vastgezette
opname. Dit is handig bij het selecteren van opnamen.
Tijdens het maken van opnamen op afstand kunt u de klik-witbalans
vastleggen op de aangesloten camera. Om deze functie te gebruiken
moet EOS Utility-versie 3.4.20 of hoger op uw computer geïnstalleerd zijn.
Deze functie is niet beschikbaar op EOS M-camera's of PowerShot-
camera's.
1
Geef de gemaakte opname weer die als standaard
voor de witbalans moet worden gebruikt.
O
Deze functie ondersteunt alleen RAW-beelden met een “.CR2”-extensie.
2
Selecteer de bestemming waarin u de klik-witbalans
wilt vastleggen.
O Selecteer de bestemming waarin u de klik-witbalans wilt
vastleggen in het keuzevak [Registered to/Vastgelegd naar].
De opties in het keuzevak zijn afhankelijk van het cameramodel.
Klik-witbalans vastleggen op de camera
125
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
3
Selecteer een punt dat u als de standaard voor
witbalans in de gemaakte opname wilt gebruiken en
leg de witbalans vast op de camera.
O Klik met de muis op de knop [ ] en klik op de in stap 1
weergegeven opname op een punt dat u als de standaard voor
de witbalans wilt gebruiken.
¿ De witbalans wordt vastgelegd in de bestemming die is
geselecteerd in stap 2 en wordt toegepast op de weergegeven
beelden.
O Klik nogmaals op [ ] om de functie af te sluiten.
8
126
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Voorkeuren opgeven
Voorkeuren opgeven ............................................. 127
General settings (Algemene instellingen)................. 127
Beeldverwerking....................................................... 128
Color management (Kleurbeheer) ............................ 130
View settings (Weergave-instellingen) ..................... 131
127
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Voorkeuren opgeven
U kunt de verschillende functies van DPP wijzigen in het venster
[Preferences/Voorkeuren]. Controleer de inhoud van elk venster en geef
de gewenste instellingen op.
Raadpleeg ook de eventueel beschikbare, gedetailleerde uitleg voor elk
venster.
1
Selecteer het menu [Tools/Extra] [Preferences/
Voorkeuren].
¿ Het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt weergegeven.
2
Selecteer een tabblad, geef de instellingen op en klik
op de knop [OK].
U kunt opgeven welke map moet worden geopend wanneer u DPP
start, instellingen voor het opslaan van recepten definiëren, enzovoort.
O Movie file playback (Filmbestanden afspelen)
U kunt de afspeeltoepassing veranderen in EOS MOVIE Utility. Films
die niet met EOS MOVIE Utility kunnen worden afgespeeld, worden
afgespeeld met de afspeeltoepassing die is opgegeven in de
instellingen van het computerbesturingssysteem. Raadpleeg EOS Utility
instructiehandleiding voor meer informatie over EOS MOVIE Utility.
General settings (Algemene instellingen)
O Als u de afspeeltoepassing in EOS MOVIE Utility hebt gewijzigd
en de film niet wordt afgespeeld nadat u EOS MOVIE Utility hebt
gestart, controleert u de compatibele modellen aan de hand van
de EOS Utility instructiehandleiding.
O Als EOS MOVIE Utility in de instellingen van het
computerbesturingssysteem als de afspeeltoepassing is
geconfigureerd, worden MOV- en MP4-bestanden die zijn
gemaakt met de modellen die niet compatibel zijn met
EOS MOVIE Utility, niet afgespeeld. Controleer de
besturingssysteeminstellingen en wijzig de afspeeltoepassing.
128
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
O Default value of output resolution (Standaardwaarde voor de
uitvoerresolutie)
Als u JPEG- of TIFF-opnamen opslaat die zijn gemaakt door het
converteren van RAW-opnamen (pag. 84, pag. 116), kunt u de resolutie
van de JPEG- of TIFF-opnamen instellen.
O Tijdelijk opgeslagen bestanden
U kunt tijdelijk opgeslagen bestanden die zijn gemaakt, verwijderen en
de bedieningssnelheid verbeteren, opslaglocaties voor bestanden
wijzigen of een schijfgebruikslimiet instellen. Alle wijzigingen die
u maakt, worden toegepast wanneer u DPP opnieuw opstart.
O Knop [Delete/Verwijderen]: Klik op de knop [Delete/Verwijderen]
om tijdelijk opgeslagen bestanden te
verwijderen.
O [Maximum available on disk/
Maximum beschikbaar
op schijf]: Stel dit in met de schuifregelaar
(instelbereik: 0 tot 32 GB).
Zodra de gebruikslimiet is bereikt,
worden bestanden gewist, beginnend
bij het oudste bestand.
O [Destination/Bestemming]: Klik op de knop [Browse/Bladeren]
om de opslaglocatie te wijzigen in
het dialoogvenster dat wordt
weergegeven.
O Knop [Reset/
Opnieuw instellen]: Klik op de knop [Reset/Opnieuw
instellen] om de oorspronkelijke
instellingen van alle wijzigingen
te herstellen.
Op 32-bits besturingssystemen is alleen het verwijderen van
tijdelijk opgeslagen bestanden mogelijk.
32bit
U kunt instellingen opgeven voor het verwerken van opnamen in DPP.
Image Processing 1 (Beeldverwerking 1)
O JPEG image quality (JPEG-opnamekwaliteit)
[Remove block noise and mosquito noise/Blokruis en Gibb-effect verwijderen]
O
U kunt de kwaliteit van een JPEG-opname verbeteren door de ruis
te reduceren die eigen is aan JPEG-opnamen.
Deze instelling is ook effectief voor RAW-opnamen die naar JPEG
worden geconverteerd en opgeslagen (pag. 84, pag. 116), en voor
JPEG-opnamen die onder een andere naam worden opgeslagen.
Hoe hoger het compressieniveau van de JPEG-opname is, hoe
beter het effect is. Wanneer het compressieniveau laag is, is het
effect van ruisreductie mogelijk nauwelijks zichtbaar.
O
Modified Picture Style settings (Gewijzigde beeldstijlinstellingen)
Als u het selectievakje inschakelt, worden de waarden die zijn ingesteld
voor [Color tone/Kleurtoon], [Color saturation/Verzadiging], [Contrast],
[Unsharp mask/Onscherp masker], [Sharpness/Scherpte] en andere
opties behouden voor elke Beeldstijl.
Beeldverwerking
129
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
O
Noise reduction defaults (Standaardinstellingen voor ruisreductie)
U kunt vooraf een standaardniveau instellen voor de ruisreductie.
Alleen RAW-opnamen worden ondersteund.
O
Wanneer [Apply camera settings/Camera-instellingen toepassen] is
geselecteerd, kunt u vooraf een standaardniveau voor ruisreductie
instellen, dat geschikt is voor de camera-instellingen.
O
Als u [Set as defaults/Instellen als standaardinstellingen] selecteert,
kunt u vooraf een standaardinstelling voor het ruisreductieniveau
opgeven.
Het hier ingestelde standaardniveau voor ruisreductie wordt toegepast
op opnamen waaraan geen recept is toegevoegd. Als u instellingen
wijzigt, worden deze als het standaardniveau voor ruisreductie
toegepast op opnamen wanneer u DPP opnieuw start.
Als er een recept aan opnamen is toegevoegd, blijft het ruisniveau van
het recept ongewijzigd. Het hier ingestelde standaardniveau voor
ruisreductie wordt niet toegepast.
O Sharpness defaults (Standaardinstellingen voor scherpte)
U kunt vooraf een standaardwaarde voor scherpte instellen.
Alleen RAW-opnamen worden ondersteund.
O
Wanneer [Apply camera settings/Camera-instellingen toepassen] is
geselecteerd, kunt u vooraf een standaardscherpte instellen die
geschikt is voor de camera-instellingen.
O
Als u [Set as defaults/Instellen als standaardinstellingen] selecteert,
kunt u vooraf standaardinstellingen voor scherpte en onscherp
masker opgeven.
De hier opgegeven standaardinstellingen voor scherpte en onscherp
masker worden toegepast op opnamen waaraan geen recept is
toegevoegd. Indien u instellingen wijzigt, worden deze als het
standaardniveau voor scherpte toegepast op opnamen wanneer u DPP
opnieuw start.
Als er een recept aan opnamen is toegevoegd, blijft het scherpteniveau
van het recept ongewijzigd. De hier ingestelde standaardinstellingen
voor scherpte en onscherp masker worden niet toegepast.
Bij 32-bits besturingssystemen wordt het menu [Preview
image settings/Voorbeeld van afbeeldingsinstellingen] niet
weergegeven.
32bit
Image Processing 2 (Beeldverwerking 2)
O Quick check window settings (Instellingen van het venster voor
snelle controle)
U kunt beeldformaatinstellingen opgeven voor het venster voor snelle
controle. Door [Show image with recipe applied/Beeld weergeven met
toegepaste receptuur] te selecteren, worden beelden waaraan een
receptuur is toegevoegd, weergegeven met de toegepaste receptuur.
Alle wijzigingen die u maakt, worden toegepast wanneer u DPP
opnieuw opstart.
O Graphic processor settings (Instellingen voor grafische
processor)
Als u [Use graphics processor for image processing/Grafische
processor gebruiken voor beeldverwerking] selecteert, wordt de
grafische processor gebruikt om een snellere voorbeeldweergave
mogelijk te maken. De processor behandelt conversie- en opslagtaken
en ook afdruktaken zoals gewoonlijk. De instellingen worden toegepast
wanneer u DPP de volgende keer opstart.
130
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
O Om deze functie te gebruiken, hebt u een NVIDIA CUDA
(verwerkingscapaciteit 2.0 of hoger) GPU* met minstens 1,0 GB
videogeheugen nodig. Bovendien moet het meest recente
NVIDIA GPU-stuurprogramma geïnstalleerd zijn.
* GPU staat voor “Graphics Processing Unit”.
Het selectievakje [Use graphics processor for image processing/
Grafische processor gebruiken voor beeldverwerking] is alleen
beschikbaar wanneer een ondersteunende GPU is geïnstalleerd.
O Als het besturingssysteem of andere toepassingssoftware de
GPU gebruikt, is verwerking door de GPU misschien niet mogelijk
in bepaalde omstandigheden. In dit geval behandelt de processor
de verwerking zoals gewoonlijk.
U kunt instellingen opgeven voor kleurbeheer, zoals instellingen voor de
kleurruimte, kleurovereenstemming, enz.
O Default settings of Work color space (Standaardinstellingen van
de te gebruiken kleurruimte)
U kunt de een van de vijf typen kleurruimten (pag. 137) kiezen die als
standaardinstelling voor RAW-opnamen wordt toegepast. De ingestelde
kleurruimte wordt als kleurruimte toegepast wanneer een RAW-opname
wordt geconverteerd en opgeslagen (pag. 84, pag. 116) of geprint
(pag. 109 t/m pag. 112).
O
Als u de kleurruimte wijzigt en DPP opnieuw start, wordt de
ingestelde kleurruimte toegepast als de standaardkleurruimte.
O
U kunt de kleurruimte die is ingesteld in een opname, controleren in
alle vensters, behalve in het controlevenster.
O
Als u [Use shooting color space as work color space/Kleurruimte
van opname als te gebruiken kleurruimte gebruiken] inschakelt,
wordt de kleurruimte die is opgegeven in de camera toen de
opname werd gemaakt, ingesteld als te gebruiken kleurruimte.
Color management (Kleurbeheer)
131
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
O Color matching settings (color setting of the monitor)
(Instellingen voor kleurovereenstemming (kleurinstelling van
het beeldscherm))
Als een profiel (pag. 136) is gekoppeld aan het beeldscherm dat u gebruikt, kunt
u een opname met meer natuurlijke kleuren weergeven door het profiel in te
stellen.
O
Als u [Use the OS settings/Instellingen van besturingssysteem gebruiken]
selecteert, wordt het kleurenprofiel dat is ingesteld in Windows, ook
toegepast in DPP. Als u meerdere beeldschermen gebruikt, wordt het
profiel dat voor elk beeldscherm is ingesteld, toegepast in DPP.
O
Selecteer [Monitor profile/Beeldschermprofiel] en klik op de knop [Browse/
Bladeren]. U kunt een profiel voor uw beeldscherm selecteren in het
dialoogvenster dat wordt weergegeven.
Als u een profiel gebruikt dat is gemaakt met een beeldschermkleurlezer van
een ander merk, kunt u de opnamen in nog nauwkeurigere kleuren weergeven.
O Printing profile (color setting of the printer) (Printprofiel
(kleurinstelling van de printer))
Als een profiel niet is gekoppeld aan de printer die u gebruikt voor het printen
van opnamen, kunt u bij het printen van een opname de kleuren die op het
scherm worden weergegeven, simuleren door het profiel in te stellen in DPP.
Nauwkeurige kleuren weergeven met een
beeldschermkleurlezer van een andere leverancier
Als u in DPP een profiel voor printen instelt, moet u de kleuraanpassingsfunctie
van het printerstuurprogramma uitschakelen. Als dit blijft ingeschakeld, kan het
gebeuren dat de geprinte kleuren afwijken van de kleuren op het scherm.
Ook als de standaardinstelling wordt gewijzigd, wordt de nieuwe
standaardinstelling niet toegepast op bewerkte opnamen (opnamen die zijn
aangepast met het toolpalet, die zijn bijgesneden of waaruit stof is verwijderd).
Wijzig de instellingen afzonderlijk.
Wijzigingen worden niet toegepast op de bewerkte opname
U kunt voor elke opname een kleurruimte instellen die afwijkt van
de standaardinstellingen (pag. 82).
U kunt de opmaak voor de schermweergave instellen.
O Thumbnail order (Volgorde van miniaturen)
U kunt instellen of u de volgorde van geordende opnamen in het
hoofdvenster wilt behouden of niet (pag. 34).
Als u het selectievakje inschakelt, blijft de volgorde van de geordende
opnamen behouden, ook als u DPP afsluit of een andere map selecteert
in de mappenstructuur.
Als u het selectievakje uitschakelt, blijft de volgorde van de geordende
opnamen niet behouden en wordt de vorige volgorde gebruikt wanneer
u DPP afsluit of een andere map selecteert in de mappenstructuur.
O Gebruikersinterface opnieuw instellen
U kunt de instellingen voor de gebruikersinterface opnieuw instellen.
Maak een keuze uit de twee statussen voor opnieuw instellen.
Als u het selectievakje [Restore defaults at startup/Standaardinstellingen
herstellen bij starten] inschakelt, worden de oorspronkelijke instellingen
van elk venster hersteld wanneer u DPP de volgende keer start. Als u DPP
de volgende keert start, is ook het vinkje verwijderd uit het selectievakje.
View settings (Weergave-instellingen)
132
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
Referentie
Problemen oplossen.............................................. 133
De software verwijderen (installatie ongedaan maken) .......
134
Informatie over het opnamekader in het
hoofdvenster en het beeldbewerkingsvenster ....... 135
Verklarende woordenlijst ....................................... 136
Index...................................................................... 138
Over deze instructiehandleiding..................... 142
Handelsmerken .............................................. 142
133
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
Problemen oplossen
Raadpleeg de onderstaande onderwerpen als DPP niet correct werkt.
O
Selecteer beheerdersrechten ([Computer administrator/Beheerder van deze
computer], [Administrator/Beheerder], etc.) wanneer u de gebruiker instelt.
U kunt de software niet installeren als er een andere gebruikersinstelling dan
die van beheerder is geselecteerd. Raadpleeg de gebruikershandleiding van
uw computer voor meer informatie over het selecteren van de
gebruikersinstelling op beheerdersniveau.
O DPP werkt niet correct op een computer die niet voldoet aan de
systeemvereisten voor DPP. Gebruik DPP op een computer die
voldoet aan de systeemvereisten (pag. 3).
O Zelfs als uw computer de geheugencapaciteit (RAM) heeft die in de
systeemvereisten (pag. 3) wordt aangegeven, is er mogelijk
onvoldoende geheugen (RAM) beschikbaar als een andere
toepassing tegelijk met DPP wordt uitgevoerd. Sluit alle andere
toepassingen af.
O Afhankelijk van de kaartlezer en het gebruikte besturingssysteem van
de computer worden SDXC-kaarten mogelijk niet correct
gedetecteerd. In dat geval moet u uw camera en de computer met de
meegeleverde interfacekabel op elkaar aansluiten en de opnamen
overbrengen naar uw computer met behulp van EOS Utility.
O
Opnamen die niet worden ondersteund door DPP, kunnen niet worden
weergegeven. (Miniaturen worden weergegeven als [?].) Als er op een
32-bits pc meer afbeeldingen worden gedetecteerd dan maximaal
mogen worden weergegeven, worden de afbeeldingen die het
maximumaantal overschrijden niet weergegeven. (Miniaturen worden
weergegeven als [?].) Er bestaan verschillende soorten JPEG- en
TIFF-afbeeldingen. JPEG- en TIFF-afbeeldingen die niet compatibel
zijn met Exif 2.2, 2.21 en 2.3, en TIFF-afbeeldingen die niet compatibel
zijn met Exif, worden mogelijk niet goed weergegeven (pag. 3).
De installatie kan niet correct worden voltooid
DPP werkt niet
De kaartlezer detecteert de SD-kaart niet
Opnamen worden niet goed weergegeven
O
Inhoud die alleen voor RAW-afbeeldingen kan worden aangepast, kan niet
worden toegepast als een recept voor JPEG- of TIFF-opnamen.
O
Als een RAW-opname met een andere kleurruimte dan sRGB, wordt
geconverteerd en opgeslagen als een JPEG- of TIFF-opname
(pag. 82,
pag. 130)
, worden de kleuren fletser weergegeven in software die alleen
compatibel is met de sRGB-kleurruimte. In dat geval stelt u de kleurruimte van
de RAW-opname in op sRGB, converteert u de opname opnieuw en slaat u
die op als JPEG- of TIFF-opname. Geef de opname vervolgens opnieuw weer.
O
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag. 54) is een
functie die compatibel is met camera's die zijn uitgerust met Auto Lighting
Optimizer (Auto optimalisatie helderheid).
Aanpassingen die met Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)
zijn gemaakt, kunnen niet worden toegepast op RAW-beelden die zijn
gemaakt met camera's die niet compatibel zijn met deze functie.
O
Als de kleurweergave van het beeldscherm niet goed is ingesteld of als er
geen profiel is ingesteld voor de printer waarop u opnamen wilt printen,
kunnen er grote verschillen zijn tussen de kleuren van de opname op het
scherm en de kleuren van de geprinte opname. Als de kleurweergave van het
beeldscherm wordt aangepast (pag. 130) en het juiste profiel voor de printer
wordt ingesteld (pag. 130), liggen de kleuren van een geprinte opname en die
van de opname op het scherm dichter bij elkaar. Bij een Canon-printer worden
de profielen automatisch ingesteld voor de printer, zodat u alleen de kleur van
het beeldscherm hoeft in te stellen om de kleuren dichter bij elkaar te brengen.
O
Als een groot aantal bestanden in batches wordt geprint, is het mogelijk dat
het printen halverwege de printtaak wordt gestopt of dat de opnamen niet
worden geprint. U kunt dit probleem oplossen door een kleiner aantal
opnamen te printen of door het geheugen in uw computer te vergroten.
Een recept kan niet in een andere opname worden
geplakt (toegepast)
Kleuren in de opname zijn fletser wanneer ze met
andere software worden weergegeven
Er bestaan verschillen tussen de kleuren van de opname
op het scherm en de kleuren van de geprinte opname
Er kunnen geen grote aantallen opnamen in
batches worden geprint
134
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
De software verwijderen (installatie ongedaan maken)
O Sluit alle toepassingen af voordat u de software verwijdert.
O Meld u aan als beheerder wanneer u de software verwijdert.
O Verwijder de software volgens de methode voor het verwijderen van
OS-software.
O Start de computer opnieuw op nadat u de software hebt verwijderd.
Zo vermijdt u mogelijke computerproblemen. Computerproblemen
zullen vooral optreden als u de computer niet opnieuw opstart voordat
u de software opnieuw installeert.
135
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
Informatie over het opnamekader in het hoofdvenster en het beeldbewerkingsvenster
Bijsnijdkader
*2
(pag. 66)
Selectieteken (pag. 31, pag. 32)
Teken voor instellen van
vastgezette opname
(pag. 19)
Teken voor weergave van
meerdere opnamen (pag. 20)
Opnametype
*1
Bestandsnaam
Classificatieteken
(pag. 31, pag. 32)
GPS-teken
*3
Teken voor correctie van lensaberratie
(pag. 70)
Teken voor digitale lensoptimalisatie
(pag. 74)
Teken voor niet-opgeslagen bewerkingsgegevens
*
1
Wordt weergegeven in RAW+JPEG-opnamen die als één
opname worden weergegeven (pag. 13).
[ ] wordt weergegeven in RAW-opnamen.
[ ] wordt weergegeven in Dual Pixel RAW-beelden.
*
2
Als er informatie over de aspect ratio is toegevoegd
aan opnamen die met een andere camera dan de
EOS 5D Mark II zijn gemaakt, wordt de opname
weergegeven als een bijgesneden opname.
*
3
Weergegeven op opnamen die zijn gemaakt met
een Canon-camera met een GPS-functie.
[ ] wordt weergegeven in een beeldframe wanneer
bewerking niet mogelijk is.
(pag. 11 en pag. 91)
136
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
Verklarende woordenlijst
RAW-opname
De RAW-opnamen van EOS-camera's worden vastgelegd in een niet-
gecomprimeerde 14-bits of 12-bits indeling.
Aangezien RAW-opnamen speciale, niet-ontwikkelde opnamen zijn, hebt u
software met ontwikkelingsfuncties, zoals DPP, nodig om deze opnamen weer te
geven. Niet-ontwikkelde RAW-opnamen hebben als voordeel dat u een groot
aantal aanpassingen in deze opnamen kunt maken, waarbij vrijwel geen
kwaliteitsverlies in de opnamen optreedt.
* 'RAW' betekent 'in natuurlijke vorm' of 'niet verwerkt of verfijnd'.
JPEG-opname
De meest algemene opname in niet-omkeerbare, gecomprimeerde 8-bits
indeling.
Een JPEG-opname wordt met een hoog compressieniveau opgeslagen zodat
de bestanden klein zijn, zelfs wanneer sprake is van opnamegegevens met een
groot aantal pixels. Tijdens het opslaan en comprimeren wordt een deel van de
gegevens verwijderd, waardoor de bestanden kleiner worden. Dit betekent
echter wel dat de kwaliteit van de opname bij elke bewerking of opslaghandeling
afneemt.
Met DPP worden alleen de receptgegevens aangepast en de opname zelf wordt
niet overschreven of gecomprimeerd. De kwaliteit van het origineel neemt dus
niet af, zelfs niet als u de opname verschillende malen bewerkt en opslaat.
* JPEG is een afkorting van 'Joint Photographic Experts Group'.
TIFF-opname
Dit is een bitmapopname in een niet-gecomprimeerde 8-bits/16-bits indeling.
Aangezien TIFF-opnamen niet worden gecomprimeerd, blijft bij het opslaan van
deze opnamen de hoge kwaliteit van het origineel behouden.
* TIFF is een afkorting van 'Tagged Image File Format'.
Recept
Voor de 'gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen' die kunnen worden
bewerkt in DPP, wordt de term 'recept' gebruikt.
In DPP kunt u JPEG- en TIFF-opnamen bewerken die net als RAW-opnamen
een 'recept' gebruiken.
Bitwaarde
Binaire eenheid voor het gegevensvolume in de kleur van een opname. Met de
waarde wordt het aantal bits per pixel aangegeven.
Hoe groter het aantal bits, hoe geleidelijker de overgang tussen de kleuren en
de gradaties. Een 1-bits opname is een zwart-witopname.
Kleurbeheersystemen (kleurovereenstemming)
Op elke digitale camera waarmee opnamen worden vastgelegd, elk
beeldscherm waarop opnamen worden weergegeven en elke printer waarop
opnamen worden geprint, worden kleuren op een verschillende manier
gecreëerd. Daarom kan er een verschil zijn tussen de kleur van een opname
waneer deze wordt bekeken op een monitor en wanneer deze wordt geprint.
Een kleurbeheersysteem is een systeem waarmee kleuren worden beheerd en
zo beter op elkaar worden afgestemd. Met DPP kunt u kleuren op verschillende
apparaten beter op elkaar afstemmen met behulp van ICC-profielen op de
verschillende apparaten.
ICC-profielen
ICC-profielen zijn bestanden die kleurgegevens bevatten, zoals de
kleureigenschappen en de kleurruimte van verschillende apparaten, die zijn
ingesteld door het ICC (International Color Consortium). Vrijwel alle apparaten,
zoals het beeldscherm waarmee opnamen worden weergegeven of de printer
waarmee opnamen worden geprint, kunnen worden beheerd (kleurbeheer) met
behulp van deze ICC-profielen. De kleuren op de verschillende apparaten
kunnen zo nauwkeuriger op elkaar worden afgestemd.
DPP beschikt over kleurbeheer waarin deze ICC-profielen worden gebruikt.
Kleurtooncurve
Een kleurtooncurve geeft de waarden vóór aanpassing aan (invoer) als de
horizontale as van een grafiek en de waarden na aanpassing (uitvoer) als de
verticale as. Omdat de waarden vóór aanpassing en na aanpassing gelijk zijn
als nog geen aanpassingen zijn uitgevoerd, wordt de kleurtooncurve
weergegeven als een rechte lijn die van links onder naar rechts boven in de
grafiek loopt. Door deze kleurtooncurve te wijzigen, kunt u de helderheid, het
contrast en de kleur van een opname in detail aanpassen. Hoe verder naar
rechts op de horizontale as, hoe hoger de plus-waarde, en hoe hoger op de
verticale as, hoe hoger de plus-waarde.
137
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
Kleurruimte
Een kleurruimte is een reproduceerbare kleurenreeks (kenmerken van een
kleurenspectrum). DPP ondersteunt de onderstaande vijf soorten kleurruimten.
sRGB
: Standaardkleurruimte voor Windows. Wordt algemeen
gebruikt voor de standaardkleurruimte van
beeldschermen, digitale camera's en scanners.
Adobe RGB
: Een bredere kleurruimte dan sRGB. Wordt hoofdzakelijk
gebruikt voor het printen in een bedrijfsomgeving.
Apple RGB
: Standaardkleurruimte voor Macintosh. Een kleurruimte
die iets breder is dan sRGB.
ColorMatch RGB
: Een kleurruimte die iets breder is dan sRGB. Wordt
hoofdzakelijk gebruikt voor het printen in een
bedrijfsomgeving.
Wide Gamut RGB
: Een bredere kleurruimte dan Adobe RGB.
Raadpleeg het onderstaande kleurdiagram voor het kleurgebied van elke
kleurruimte.
Kleurdiagram met kleurruimten die worden
ondersteund door DPP
Kleurbereik dat met het
oog waarneembaar is
Gammawaarde
Witpunt
(kleurtemperatuur)
sRGB 2,2 6500 K (D65)
Adobe RGB 2,2 6500 K (D65)
Apple RGB 1,8 6500 K (D65)
ColorMatch RGB 1,8 5000 K (D50)
Wide Gamut RGB 2,2 5000 K (D50)
CMYK-simulatieprofielen
Een profiel dat kleuren simuleert wanneer wordt geprint in een CMYK-omgeving
(printapparaat, enzovoort). Met DPP kunt u kleuren simuleren met vier profieltypen.
Euro Standard
: Profiel dat normaal wordt gebruikt voor het drukken
van boeken in Europa; geschikt voor simulatie van
printen volgens de Europese norm.
JMPA
: Profiel dat normaal wordt gebruikt voor het drukken
van onder andere boeken in Japan; geschikt voor
simulatie van het in kleur printen van tijdschriftreclame
volgens de Japanse norm.
U.S.Web Coated
: Profiel dat normaal wordt gebruikt voor het drukken
van boeken in Noord-Amerika; geschikt voor simulatie
van printen volgens de Noord-Amerikaanse norm.
JapanColor2001 type3
: Profiel dat zich ontwikkelt tot de meest gebruikte norm
voor printen in Japan; geschikt voor simulatie van
printen volgens de JapanColor-norm.
Rendering intent
Rendering intents zijn methoden voor het omzetten van kleuren bij het printen van een
opname. De omzetmethode van elke rendering intent wordt hieronder beschreven.
Perceptual
: Voor en na het converteren worden alle kleuren
geconverteerd om de verhouding tussen kleuren te
handhaven. Zelfs als kleuren in enige mate zijn
gewijzigd, kunt u een opname printen die er natuurlijk
uitziet en waarvan de kleurverhoudingen behouden zijn
gebleven. Afhankelijk van de opname wordt de
verzadiging echter mogelijk in de hele opname
gewijzigd.
Relative Colorimetric
: Er is geen sprake van een grote conversie bij kleuren
die voor en na het converteren niet veel van elkaar
afwijken, maar kleuren die niet op elkaar lijken worden
naar ratio geconverteerd. Omdat er weinig wijzigingen
worden aangebracht aan kleuren die op elkaar lijken en
waaruit het grootste deel van een opname bestaat, kunt
u een opname printen die er natuurlijk uitziet en
waarvan de verzadiging niet in hoge mate is gewijzigd.
Afhankelijk van de opname zijn er echter gevallen
waarin de algemene kleurtoon van een opname in
enige mate wordt gewijzigd, aangezien de kleuren en
lichte delen die niet op elkaar lijken worden gewijzigd.
138
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
A
Aanpassen
Aanpassing kleurtooncurve .......................................................... 59
Aanpassingen kopiëren................................................................ 88
Aanpassingen opslaan ................................................................. 88
Aanpassingen toepassen ............................................................. 88
Aanpassingsgegevens (recept).................................................... 89
Automatische aanpassing (gradatie, helderheid) ......................... 53
Automatische witbalanscorrectie............................................ 48, 58
Beeldstijlbestand .......................................................................... 47
Contrast.................................................................................. 50, 57
Dynamisch bereik................................................................... 52, 61
Filtereffect..................................................................................... 52
Helderheid .............................................................................. 44, 57
Helderheid van lichte delen .......................................................... 50
Helderheid van schaduwen .......................................................... 50
Kleurtemperatuur.......................................................................... 49
Kleurtoon ...................................................................................... 51
Kleurtooncurve ............................................................................. 59
Monochroom .......................................................................... 51, 63
Persoonlijke witbalans................................................................ 114
Scherpte ....................................................................................... 55
Tint ......................................................................................... 62, 63
Toningeffect............................................................................ 51, 52
Verzadiging ...................................................................... 51, 62, 63
Witbalans...................................................................................... 47
Aanpassen van JPEG-opnamen......................................................... 42
Aanpassen van TIFF-opnamen .......................................................... 42
Aanpassingsgegevens (recept) .................................................. 87, 136
Adobe RGB....................................................................................... 137
Afdrukken
Een miniaturenlijst afdrukken (Overzichtsafdruk afdrukken) ...... 111
AF-punten ........................................................................................... 20
Apple RGB........................................................................................ 137
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)..................... 54
Automatisch stof wissen ..................................................................... 78
Automatische aanpassing (gradatie, helderheid)................................ 53
Automatische witbalanscorrectie .................................................. 48, 58
B
Basisaanpassingen, toolpalet.............................................................. 44
Batch settings (Batchinstellingen), venster................................ 116, 118
Batchgewijs converteren/opslaan van opnamen
(batchverwerking).............................................................................. 116
Batchgewijs overbrengen van opnamen ........................................... 118
Batchverwerking (JPEG- en TIFF-opnamen in een batch
opslaan)............................................................................................. 116
Batchverwerking van meerdere opnamen
Bestandsnaam wijzigen .............................................................. 119
Converteren/opslaan (batchverwerking) ..................................... 116
Overbrengen ............................................................................... 118
Persoonlijke witbalans ................................................................ 114
Receptgegevens ........................................................................... 87
Beeldbewerkingsvenster ..................................................................... 91
Beeldkwaliteit
Ruisreductie .................................................................................. 64
Beeldstijl .............................................................................................. 45
Beeldstijlbestand ................................................................................. 47
Beeldverwerking (voorkeuren)........................................................... 128
Belicht gebied, waarschuwing ............................................................. 21
Bestandsnaam wijzigen..................................................................... 119
Bewerken........................................................................................... 138
Bijsnijden ............................................................................................. 66
Bijsnijden/Hoek aanpassen, toolpalet.................................................. 66
Bijsnijden/Hoek aanpassen, venster voor ........................................... 66
Bijsnijdkader ...................................................................................... 135
Bitwaarde........................................................................................... 136
Bladwijzer ............................................................................................ 38
C
Chromatische aberratie corrigeren...................................................... 70
Classificatie ................................................................................... 31, 32
Classificatieteken............................................................................... 135
CMYK-simulatie................................................................................. 137
Collection (Collectie), venster.............................................................. 93
Index
Aanpassen
139
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
Color management (Kleurbeheer) (voorkeuren) ............................... 130
ColorMatch RGB............................................................................... 137
Contrast ........................................................................................ 50, 57
Controlevenster................................................................................... 29
Converteren naar JPEG- of TIFF-opnamen en opslaan ............. 84, 116
D
De bestandsnaam van opnamen wijzigen volgens de
opnamevolgorde in het hoofdvenster................................................ 119
De naam van opnamebestanden in een batch wijzigen ................... 119
De weergave wijzigen ......................................................................... 12
Detailinstellingen voor printen (printen met opname-informatie) ...... 110
Digital Lens Optimizer (Digitale lensoptimalisatie).............................. 73
DPP afsluiten ...................................................................................... 27
DPP starten........................................................................................... 8
Dual Pixel RAW-optimalisatie ........................................................... 102
Dynamisch bereik ......................................................................... 52, 61
E
Eén opname converteren.................................................................... 84
Eigenschappen van opnamen weergeven.......................................... 22
EOS Utility............................................................................................. 9
F
Filtereffect ........................................................................................... 52
Functiepaneel voor miniaturen............................................................ 13
Functiepaneel voor voorbeelden......................................................... 19
G
General settings (Algemene instellingen) (voorkeuren).................... 127
GPS-teken ........................................................................................ 135
H
Handmatig stof wissen (reparatiefunctie)............................................ 79
HDR-opnamen (High Dynamic Range)............................................... 99
Helderheid........................................................................................... 57
Helderheid aanpassen........................................................................ 44
Helderheid randen corrigeren ............................................................. 70
Histogrampalet.................................................................................... 15
Hoofdvenster ....................................................................................... 11
Hoofdvenster (miniatuurweergave) ..................................................... 11
Hoofdvenster (multiweergave)............................................................. 18
I
ICC-profielen ..................................................................................... 136
J
JPEG-opname ............................................................................. 42, 136
K
Kleurbeheer (kleurovereenstemming) ............................................... 136
ICC-profielen............................................................................... 136
Kleurruimte.................................................................................. 137
Kleurdiagram ..................................................................................... 137
Kleurinstelling van de printer (profielen)............................................ 130
Kleurinstelling van het beeldscherm (profielen)................................. 130
Kleurruimte ........................................................................................ 137
Adobe RGB................................................................................. 137
Apple RGB .................................................................................. 137
ColorMatch RGB......................................................................... 137
Kleurruimte instellen voor elke opname........................................ 82
sRGB .......................................................................................... 137
Wide Gamut RGB ....................................................................... 137
Kleurruimte instellen voor elke opname .............................................. 82
Kleurtemperatuur................................................................................. 49
Kleurtoon ............................................................................................. 51
Kleurtooncurve .................................................................................. 136
Kleurtoonruisreductie........................................................................... 64
Kleurvervaging corrigeren ................................................................... 70
Klik-witbalans..................................................................................... 124
Kopieerstempel (opnamen corrigeren)................................................ 81
Kopiëren en plakken (toepassen) van recepten .................................. 88
L
Laden en plakken (toepassen) van recepten ...................................... 89
Lensaberratie corrigeren ..................................................................... 69
Lineair.................................................................................................. 53
Luminantieruisreductie ........................................................................ 64
140
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
M
Mappen als bladwijzers vastleggen .................................................... 38
Mappen verplaatsen of kopiëren......................................................... 38
Miniatuurweergave.............................................................................. 11
Miniatuurweergave (functie Filteren/Sorteren).................................... 14
Miniatuurweergave (hoofdvenster) ..................................................... 11
Weergave aanpassen .................................................................. 12
Miniatuurweergave (multiweergave) ................................................... 18
Miniatuurweergave en vergrote weergave
(beeldbewerkingsvenster)................................................................... 91
Monochrome (Monochroom)............................................................... 51
Monochroom
Filtereffect..................................................................................... 52
Toningeffect.................................................................................. 52
Multifunctionele voorbeeldweergave................................................... 23
Multiweergave..................................................................................... 18
N
Naamwijzigingsvenster ..................................................................... 119
Navigatiepalet ..................................................................................... 17
O
Ondersteunde opnamen ....................................................................... 3
Onscherp masker................................................................................ 56
Opname-informatie ............................................................................. 35
Opname-informatie weergeven........................................................... 22
Opnamen corrigeren (kopieerstempelfunctie)..................................... 81
Opnamen downloaden.......................................................................... 9
Opnamen downloaden naar de computer............................................. 9
Opnamen downloaden van een camera ........................................ 9
Opnamen downloaden van een kaartlezer..................................... 9
Opnamen downloaden van een camera............................................... 9
Opnamen in een batch overbrengen naar
beeldbewerkingssoftware ................................................................. 118
Opnamen opnieuw bewerken ............................................................. 86
Opnamen ordenen.............................................................................. 37
Mappen vastleggen als bladwijzers.............................................. 38
Opnamen samenvoegen ..................................................................... 95
Opnamen sorteren
Classificaties ........................................................................... 31, 32
Selectietekens......................................................................... 31, 32
Opnamen verplaatsen of kopiëren ...................................................... 37
Opnamen verwijderen ......................................................................... 37
Opnamen weergeven in het hoofdvenster (miniatuurweergave)......... 11
Opnieuw aanpassen van een opname ................................................ 86
Opslaan
Opnamen in een batch converteren/opslaan
(batchverwerking) ....................................................................... 116
Opslaan......................................................................................... 84
Opslaan als ................................................................................... 84
Opslaan als.......................................................................................... 84
Opslaan van recepten ......................................................................... 88
Ordenen van opnamen........................................................................ 37
Mappen verplaatsen of kopiëren................................................... 38
Opnamen verplaatsen of kopiëren................................................ 37
Opnamen verwijderen................................................................... 37
Overbrengen
Opnamen in een batch overbrengen naar
beeldbewerkingssoftware ........................................................... 118
Opnamen overbrengen naar Photoshop..................................... 106
Overbrengen van opnamen naar Photoshop .................................... 106
P
Paletten
Paletten rangschikken................................................................... 26
Weergavemethode van paletten ................................................... 26
Perceptual (volgens waarneming) ..................................................... 137
Persoonlijke witbalans ....................................................................... 114
Printen
Printen met opname-informatie (detailinstellingen voor
printen)........................................................................................ 110
Printen op één vel papier ............................................................ 109
Printen met opname-informatie (detailinstellingen voor printen) ....... 110
Printen op één vel papier................................................................... 109
141
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
R
Rangschikken van opnamen......................................................... 33, 34
Rasterlijnen......................................................................................... 20
RAW-opname ............................................................................. 41, 136
Recept......................................................................................... 87, 136
Receptbestand.................................................................................... 87
Remote Shooting (Opnamen op afstand) ......................................... 121
Rendering intent (aanpassingsmethode).......................................... 137
Repareren (handmatig stof wissen).................................................... 79
Roteren van opnamen ........................................................................ 11
Ruisreductie ........................................................................................ 64
S
Schaduwgebied, waarschuwing.......................................................... 21
Scherpte........................................................................................ 55, 76
Secundaire vensters ........................................................................... 24
Selecteren van opnamen ........................................................ 11, 29, 91
Selectieteken ........................................................................ 31, 32, 135
Soft-Proof Colors ................................................................................ 83
sRGB ................................................................................................ 137
Standaardkleurruimte instellen ......................................................... 130
Stof wissen
Automatisch stof wissen............................................................... 77
Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) ..................................... 79
Opname corrigeren (kopieerstempelfunctie) ................................ 81
Toolpalet Stof verwijderen/Kopieerstempel.................................. 77
Stofwisdata ................................................................................... 77, 78
Synchronisatie (voorbeeldvenster) ..................................................... 90
Synchroniseren van opnamen ............................................................ 90
Systeemvereisten ................................................................................. 3
T
Te gebruiken kleurruimte .................................................................... 82
Color management (Kleurbeheer).............................................. 130
Teken voor correctie van lensaberratie............................................. 135
Teken voor digitale lensoptimalisatie ................................................ 135
Teken voor niet-opgeslagen bewerkingsgegevens........................... 135
Teken voor vastgezette opname ....................................................... 135
Teken voor weergave van meerdere opnamen................................. 135
Tekens in opname (informatie over opnamekader)........................... 135
TIFF-opname............................................................................... 42, 136
Tint........................................................................................... 43, 62, 63
Toningeffect......................................................................................... 52
Tool Palette (Toolpalet) ....................................................................... 43
Toolpalet
Toolpalet Basisaanpassingen ....................................................... 44
Toolpalet Bijsnijden/Hoek aanpassen........................................... 66
Toolpalet Gedetailleerd aanpassen .............................................. 64
Toolpalet Instellingen .................................................................... 82
Toolpalet Kleur aanpassen ........................................................... 62
Toolpalet Kleurtoon aanpassen .................................................... 57
Toolpalet Lenscorrectie................................................................. 69
Toolpalet Stof verwijderen/Kopieerstempel .................................. 77
Toolpalet Stof verwijderen/Kopieerstempel ......................................... 77
V
Vastzetten............................................................................................ 19
Vergelijkingsfunctie, weergave met ..................................................... 22
Vergrote weergave (voorbeeldvenster) ............................................... 16
Vervorming corrigeren......................................................................... 70
Verwijderen
De software verwijderen ............................................................. 134
Opnamen verwijderen................................................................... 37
Verwijderen van DPP (installatie ongedaan maken) ......................... 134
Verzadiging........................................................................ 43, 51, 62, 63
View settings (Weergave-instellingen) (voorkeuren) ......................... 131
Voorbeeldvenster ................................................................................ 16
Voorbeeldvenster synchroniseren....................................................... 90
Voorkeuren ........................................................................................ 127
Beeldverwerking ......................................................................... 128
Color management (Kleurbeheer) .............................................. 130
General settings (Algemene instellingen) ................................... 127
View settings (Weergave-instellingen)........................................ 131
142
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
W
Weergave
Miniatuurweergave (hoofdvenster)............................................... 11
Miniatuurweergave en vergrote weergave
(beeldbewerkingsvenster) ............................................................ 91
Multifunctionele voorbeeldweergave ............................................ 23
Vergrote weergave (controlevenster) ........................................... 29
Vergrote weergave (voorbeeldvenster) ........................................ 17
Voorbeeldvenster synchroniseren................................................ 90
Weergave met vergelijkingsfunctie............................................... 22
Weergave van één opname ......................................................... 34
Weergave als één opname................................................................. 34
Weergave met opname-informatie................................................ 22, 35
Weergave van RAW- en JPEG-opname als één opname.................. 34
Weergavegebied voor miniaturen ....................................................... 18
Weergavegebied voor voorbeelden.................................................... 18
Werkbalk............................................................................................. 11
Werkbalk aanpassen ........................................................................ 107
Wide Gamut RGB ............................................................................. 137
Witbalans ............................................................................................ 47
Automatische witbalanscorrectie.................................... 48, 58, 124
Kleurtemperatuur.......................................................................... 49
Persoonlijke witbalans................................................................ 114
Witbalans in een batch toepassen op opnamen
(persoonlijke witbalans) .................................................................... 114
Over deze instructiehandleiding
O
De inhoud van deze instructiehandleiding mag niet zonder toestemming
geheel of gedeeltelijk worden gereproduceerd.
O
Canon kan de softwarespecificaties en inhoud van deze instructiehandleiding
zonder voorafgaande kennisgeving wijzigen.
O
De softwareschermen en afbeeldingen in deze instructiehandleiding kunnen
enigszins afwijken van de feitelijke software.
O
Ongeacht het bovenstaande, aanvaardt Canon geen aansprakelijkheid voor
de resultaten van het gebruik van de software.
Handelsmerken
O
Microsoft en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
O
Adobe en Photoshop zijn handelsmerken of geregistreerd handelsmerken
van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
O
Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve
eigenaars.
134

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Canon Digital Photo Professional 4.5 - Windows wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info