NLD-8
Vergroting 1:10 1:5 1:3 1:2 1:1,5 1:1,2 1:1
Effectief f-getal 3,8 4 4,3 4,7 5 5,4 5,8
in stops
––+++1+1 +1
in stops
––+++1+1 +1
1
2
1
2
1
2
1
2
1
3
1
3
2
3
2
3
1
3
Belichtingsfactor
(stops)
8. Betreffende de belichting
De belichting instellen
Wanneer u foto’s maakt met de TTL-
lichtmeetmethode is er geen
belichtingscompensatie vereist om het licht
te meten dat door de lens komt.
Bij de TTL-lichtmeetmethode is AE
(automatische belichting) bij alle
scherpstelafstanden mogelijk. U hoeft alleen de
gewenste fotografeermodus in te stellen en dan
de sluitertijd en het diafragma te controleren
voordat u de foto maakt.
Vergroting en effectief f-getal
Bij het diafragma dat de camera aangeeft, wordt
verondersteld dat er op oneindig is
scherpgesteld. Het feitelijke diafragma (het
effectieve f-getal) wordt donkerder (het effectieve
f-getal wordt hoger) naarmate de
scherpstelafstand korter is (de vergroting neemt
toe). Dit veroorzaakt geen belichtingsproblemen
bij normale fotografie.
Bij close-upfotografie kunt u de verandering in
het effectieve f-getal echter niet negeren.
• De juiste belichting voor een close-upfoto hangt
in belangrijke mate van het onderwerp af. Wij
raden u daarom aan enkele foto’s van hetzelfde
onderwerp met verschillende belichtingen te
maken.
•Wanneer u close-upfoto’s maakt, verdient het
aanbeveling de fotografeermodus
diafragmaprioriteit AE (Av) of handmatig (M) te
gebruiken, want de scherptediepte en de
belichting kunnen in die modi gemakkelijk
worden ingesteld.
Wanneer u een handbelichtingsmeter
gebruikt om de belichting in te stellen, dient u
rekening te houden met de belichtingsfactor
die in de volgende tabel is vermeld.