Scherpstelling
Autofocus
Als autofocus wordt geactiveerd, dan stelt de camcorder continu scherp op het onderwerp in het
midden van het scherm. Het scherpstelbereik is 1 cm (bij maximale groothoek, gemeten vanaf de
voorzijde van de lenscilinder) tot G en 60 cm (in het gehele zoombereik, gemeten vanaf de voorzijde
van de lenscilinder) tot G. Voer de volgende procedure uit om de snelheid van de autofocus in te stellen.
1 en : Druk op B.
2 Open het scherm [AF-modus].
[FUNC.] > [MENU] > p > [AF-modus]
3 Raak de gewenste optie aan en raak vervolgens [X] aan.
• Het pictogram van de geselecteerde optie verschijnt op het
scherm.
Opties (
Standaardwaarde)
Bedieningsstanden:
[= Instant AF]
Stelt de autofocus in op Instant AF. Er wordt scherp gesteld met de hoogste
snelheid. Deze stand is erg handig wanneer u opnamen maakt onder omstandigheden met veel of
weinig licht. Deze stand maakt gebruik van zowel het TTL-systeem als een externe sensor om scherp
te stellen
De namen van “harde”
knoppen en
schakelaars op de
camcorder zelf worden
aangegeven met een
“knop”-kader.
Bijvoorbeeld B.
De drie pictogramcombinaties geven de
bedieningsstand aan en of een functie in die
stand beschikbaar is.
: Geeft aan of de camcorder in de
opnamestand (CAMERA) of afspeelstand
(MEDIA) staat. In dit voorbeeld is de functie
alleen beschikbaar in de stand .
Raadpleeg De camcorder aan- en uitzetten
(A 25) voor bijzonderheden.
: Geeft de filmindeling aan.
Raadpleeg De filmindeling selecteren
(AVCHD/MP4) (A 35).
: Geeft de opnamestand
aan. Raadpleeg De opnamestand instellen
(A 26) voor bijzonderheden.
Vierkante haakjes [ ]
worden gebruikt om te
verwijzen naar
bedieningsknoppen en
menu-opties die u
selecteert en andere
berichten en gegevens
op het scherm.
De pijl > wordt gebruikt om
menuselecties af te korten.
Raadpleeg Gebruik van de menu’s
voor meer informatie over het gebruik
van de menu’s (A 28). Raadpleeg
de bijlage Menu-opties - Overzicht
(A 142) voor een samenvatting van
de beschikbare menu-opties en
instellingen.