Faders
De camcorder is uitgerust met twee professioneel uitziende overgangseffecten
waarmee u scènes kunt laten beginnen en eindigen met een fade.
Bedieningsstanden:
* U kunt het overgangseffect vooraf bekijken op het scherm.
• Het pictogram van de geselecteerde fader wordt weergegeven.
• Herhaal dit en kies [j Uit] als u faders wilt uitschakelen.
• U kunt de faderinstellingen ook tijdens opname wijzigen
(om bijvoorbeeld alleen uitfaden toe te passen).
In/uitfaden
Druk in de opnamepauzestand op Y om de opname te
beginnen met een fade-in. Druk op Y tijdens de opname
om uit te faden en de opname te stoppen.
NOTES
•
SCN
[2] > [R Faders] > Gewenste fader* >
Gewenste kleur van fadescherm* > [X]
Vierkante haakjes [ ] hebben
betrekking op bedieningsknoppen
en menuopties die u aanraakt op
het scherm en op andere berichten
en gegevens op het scherm.
geeft aan dat een functie beschikbaar is in de
vermelde bedieningsstand en geeft aan dat de
functie niet beschikbaar is. De bedieningsstanden
zijn onderverdeeld in de volgende drie groepen.
Raadpleeg
Bedieningsstanden
(
A
34) voor meer
informatie.
De namen van “harde” knoppen
en schakelaars op de camcorder
zelf worden aangegeven met
een “knop”-kader.
Bijvoorbeeld
Y
.
De pijl
>
wordt gebruikt om menukeuzes af te korten.
Raadpleeg
Gebruik van de menu’s
(
A
30) voor meer
informatie over het gebruik van de menu’s. Raadpleeg
de bijlage
Menu-opties – Overzicht
(
A
137) voor
een beknopte samenvatting van alle beschikbare
menuopties en instellingen.
Filmmodus
Filmindeling
Afspeelstand