63
Gebruik van
alle mogelijkheden
Een fader selecteren
1. Schuif in de stand CAMERA de
programmakeuzeschakelaar naar Q.
2. Druk op de DIGITAL.EFFECTS-toets.
[D.EFFECTS |], [FADER], [EFFECT] en [MULTI-S] verschijnen.
3. Selecteer [FADER].
4. Selecteer de faderoptie.
5. Druk op de DIGITAL.EFFECTS-toets.
De naam van de geselecteerde fader gaat knipperen.
Stand CAMERA:
6. Infaden: Druk tijdens de opnamepauzestand op de
ON/OFF-toets en begin met opnemen door op de
start/stop-toets te drukken.
Uitfaden: Druk tijdens het opnemen op de ON/OFF-
toets en las een opnamepauze in door op de start/
stop-toets te drukken.
De fader kan worden geactiveerd/gedeactiveerd door op de ON/OFF-toets te drukken.
Stand PLAY (VCR):
6. Infaden: Druk in de afspeelpauzestand op de
ON/OFF-toets en begin met afspelen door op de
e/a toets te drukken.
Uitfaden: Druk tijdens het afspelen op de ON/OFF-toets en las een
afspeelpauze in door op de e/a toets te drukken.
De fader kan worden geactiveerd/gedeactiveerd door op de ON/OFF-toets te drukken.
Faders kunnen niet worden geselecteerd als Card Mix
geactiveerd is.