109
Gebruik van een geheugenkaart
Ne
❍ Beelden die niet met deze camcorder zijn opgenomen, of beelden die vanaf
een computer zijn gedownload (behalve de voorbeeldopnamen 115), of op
een computer zijn bewerkt en beelden waarvan de bestandsnamen zijn
gewijzigd, worden mogelijk niet goed weergegeven.
❍ Als de kaarttoegangsindicator knippert, mag u de camcorder niet uitzetten, de
positie van de TAPE/CARD-schakelaar niet wijzigen, de voeding niet
ontkoppelen, de afdekking van de geheugenkaart niet openen en de
geheugenkaart niet verwijderen. Als u dat wel doet, kan dat beschadiging van
gegevens tot gevolg hebben.
Diashow
1. Druk op de SLIDE SHOW-toets.
Beelden worden na elkaar weergegeven.
2. Om de diashow te stoppen, drukt u nogmaals op de
SLIDE SHOW-toets.
Indexscherm
1. Zet de zoomregelaar op W.
Er verschijnen maximaal 6 beelden.
2. Selecteer met de keuzeschijf een beeld.
•Verplaats de naar het beeld dat u wilt bekijken.
•U kunt heen en weer gaan tussen de indexpagina's door op de
CARD + of CARD - toets te drukken.
3. Zet de zoomregelaar op T.
Het indexscherm wordt geannuleerd en het geselecteerde beeld
wordt weergegeven.