683266
1
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/130
Nächste Seite
1
NEDERLANDS
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Gebruikershandleiding
© CANON INC. 2018 CEL-SX4QA280
Zorg dat u deze handleiding leest, inclusief het gedeelte
“Veiligheidsinstructies” (
=
12), voordat u de camera in gebruik neemt.
Door deze handleiding te lezen, leert u de camera correct te gebruiken.
Bewaar deze handleiding zodat u deze in de toekomst kunt gebruiken.
Klik op de knoppen rechtsonder om andere pagina´s te openen.
: Volgende pagina
: Vorige pagina
: Pagina voordat u op een koppeling klikte
Als u naar het begin van een hoofdstuk wilt gaan, klikt u op de
hoofdstuktitel aan de rechterkant.
2
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Informatie om te beginnen
Inhoud van de verpakking
Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking
de onderstaande onderdelen bevat.
Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier.
Camera Accu*
Acculader Polsriem
* Verwijder het stickerlabel niet van een accu.
De verpakking bevat ook gedrukt materiaal.
Een geheugenkaart is niet bijgesloten (
=
2).
Vóór gebruik
Compatibele geheugenkaarten
De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht
de capaciteit, worden gebruikt.
SD-geheugenkaarten*
1
SDHC-geheugenkaarten*
1
*
2
SDXC-geheugenkaarten*
1
*
2
*1 Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten
is de werking in deze camera geverieerd.
*2 UHS-I-geheugenkaarten worden ook ondersteund.
3
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Opmerkingen vooraf en wettelijke
informatie
Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de
beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen
van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn
niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit
uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief
geheugenkaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden
gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
Wanneer de gebruiker onrechtmatig mensen of materiaal waarop
auteursrecht rust fotografeert of opneemt (video en/of geluid), kan dit
de privacy van deze mensen schenden en/of een inbreuk zijn op de
juridische rechten van anderen, waaronder auteursrechten en andere
intellectuele eigendomsrechten. Er kunnen zelfs beperkingen gelden
wanneer dergelijke foto’s of opnamen uitsluitend voor persoonlijk
gebruik zijn bedoeld.
Meer informatie over de garantie voor uw camera of de Klantenservice
vindt u in de garantie-informatie in het pakket met de
gebruikershandleiding dat bij uw camera wordt geleverd.
Hoewel het scherm onder productieomstandigheden voor uitzonderlijk
hoge precisie is vervaardigd en meer dan 99,99% van de pixels voldoet
aan de ontwerpspecicaties, kunnen pixels in zeldzame gevallen
gebreken vertonen of als rode en zwarte punten zichtbaar zijn.
Dit is geen teken van beschadiging van de camera en heeft geen
invloed op de opgenomen beelden.
De camera kan warm worden als deze gedurende langere tijd wordt
gebruikt. Dit is geen teken van beschadiging.
Conventies die in deze handleiding
worden gebruikt
In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de bijbehorende
cameraknoppen en controleknoppen, waarop de pictogrammen zijn
afgebeeld of die er op lijken, aan te duiden.
De onderstaande cameraknoppen en bedieningselementen worden
met pictogrammen aangeduid. Nummers tussen haakjes geven de
nummers weer van de overeenkomstige bedieningselementen in
“Onderdeelnamen” (
=
4).
Knop omhoog (12) aan de achterkant
Knop links (8) aan de achterkant
Knop rechts (13) aan de achterkant
Knop omlaag (15) aan de achterkant
Controleknop (7) aan de achterkant
Opnamemodi en pictogrammen en tekst op het scherm worden tussen
haakjes weergegeven.
: Wat u beslist moet weten
: Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik
=
xx: Pagina’s met verwante informatie (in dit voorbeeld staat “xx”
voor een paginanummer)
De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de
standaardinstellingen is ingesteld.
Voor het gemak verwijst “de geheugenkaart” naar alle ondersteunde
geheugenkaarten.
De symbolen “
Foto’s” en “ Films” onder titels geven aan of de
functie wordt gebruikt voor foto’s of lms.
4
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Onderdeelnamen
(
2
)
(
3
)
(
5
) (
7
) (
8
) (
9
) (
10
)
(
11
) (
12
) (
13
)
(
4
)
(
6
)
(
1
)
(1) Microfoon
(2) Lampje
(3) Lens
(4) Zoomknop
Opnamen maken:
(telelens)/
(groothoek)
Afspelen:
(vergroten)/
(index)
(5) Filmknop
(6) Programmakeuzewiel
(7) Ontspanknop
(8) ON/OFF-knop
(9) Flitser
(10) Schakelaar
(flitser omhoog)
(11) Statiefbevestiging
(12) Klepje van geheugenkaart/accu
(13) Bevestigingspunt draagriem
(
1
) (
2
) (
3
) (
4
)
(
5
)
(
6
)
(
7
)
(
8
)
(
9
)
(
10
)
(
11
)
(
12
)
(
13
)
(
14
)
(
15
)
(
16
)
(1) Scherm
(2) Luidspreker
(3) DIGITAL-aansluiting
(4) HDMI
TM
-aansluiting
(5) Serienummer (bodynummer)
(6) Knop
(Hulp bij kader –
zoeken)/
(1 beeld wissen)
(7) Controleknop
(8) Knop
(macro)/
(handmatig scherpstellen)/
links
(9) Indicator
(10) Knop
(afspelen)
(11)
(Wi-Fi)-knop
(12) Knop
(belichtingscompensatie)/
omhoog
(13) Knop
(flitser)/ rechts
(14) Knop
(menu Snel instellen/
Instellen)
(15) Knop
(informatie)/
omlaag
(16) Knop
U kunt de controleknop draaien om de
meeste bewerkingen uit te voeren die
mogelijk zijn met de knoppen / / / ,
zoals items selecteren en naar een
andere afbeelding gaan.
5
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Inhoudsopgave
Vóór gebruik
Informatie om te beginnen ............................................... 2
Inhoud van de verpakking ........................................................ 2
Compatibele geheugenkaarten ................................................ 2
Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie ........................... 3
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt ............... 3
Onderdeelnamen...................................................................... 4
Algemene bediening camera.................................................. 10
Veiligheidsinstructies .............................................................. 12
Basishandleiding
Basishandelingen ........................................................... 14
Voordat u begint ..................................................................... 14
De riem bevestigen ....................................................................14
De camera vasthouden .............................................................14
De accu opladen ........................................................................15
De accu en uw geheugenkaart plaatsen ...................................15
De accu en geheugenkaart verwijderen ................................ 16
De datum, tijd en tijdzone instellen ............................................ 16
Weergavetaal ............................................................................17
De camera testen ................................................................... 18
Opnamen maken .......................................................................18
Bekijken .....................................................................................19
Beelden wissen .....................................................................19
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera ................................. 20
Aan/uit .................................................................................... 20
Ontspanknop .......................................................................... 21
Opnamemodi .......................................................................... 21
Opties opnameweergave ....................................................... 22
De hoek van het scherm aanpassen ...................................... 22
Scherm Snel instellen............................................................. 23
Menuscherm........................................................................... 23
Toetsenbord op het scherm .................................................... 24
Indicatorweergave .................................................................. 25
Kaders op het opnamescherm ............................................... 25
Auto-modus/modus Hybride automatisch .................... 26
Opnamen maken met door de camera bepaalde
instellingen ............................................................................. 26
Opnamen maken (Smart Auto) ..................................................26
Opnamen maken in de modus Hybride automatisch .................28
Digest-lm afspelen ............................................................... 29
Foto’s ..................................................................................... 29
Films ...................................................................................... 29
Compositiepictogrammen .......................................................... 30
Pictogrammen voor beeldstabilisatie ......................................... 30
Algemene, handige functies ................................................... 31
Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale zoom) .................. 31
Gemakkelijk terughalen van onderwerpen die
na het handmatig zoomen zijn verdwenen
(Hulp bij kader – zoeken) ...........................................................31
Automatisch zoomen als reactie op beweging van het
onderwerp (Auto zoom) ............................................................. 32
Het formaat waarin gezichten constant worden
weergegeven wijzigen ...........................................................33
Een datumstempel toevoegen ................................................... 34
De zelfontspanner gebruiken .....................................................34
Continue opname ......................................................................35
6
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Verschillende lms opnemen.................................................. 47
Filmopnameformaat wijzigen ..................................................... 47
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie) ..........................................................47
Automatische langzame sluiter uitschakelen .............................48
Hevige camerabewegingen corrigeren ...................................... 48
Geluidsinstellingen ....................................................................48
Het windlter uitschakelen .....................................................48
De demper gebruiken ............................................................ 48
Time-lapselms opnemen..........................................................49
Miniatuurmodeleect in lms (Miniatuureectmovie).................49
Geschatte afspeeltijd (voor clips van één minuut) .................50
Videosnapshots opnemen .........................................................50
P-modus ........................................................................... 51
Opnamen maken met programma AE (P-modus) .................. 51
Helderheid van het beeld (Belichting) .................................... 52
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie) ..........................................................52
Belichting en helderheid van beeld vergrendelen
(AE-vergrendeling) ....................................................................52
De meetmethode wijzigen .........................................................52
De ISO-snelheid wijzigen ..........................................................53
Helderheid en contrast automatisch corrigeren
(Automatische helderheidsoptimalisatie) ................................... 53
Beeldkleuren .......................................................................... 54
Natuurlijke kleuren vastleggen (Witbalans) ...............................54
Aangepaste witbalans ...........................................................54
De witbalans handmatig corrigeren ....................................... 55
Kleuren aanpassen (Stijlinstellingen) ........................................55
Opnamebereik en scherpstellen............................................. 56
Close-ups maken (Macro) .........................................................56
Opnamen maken in de modus voor handmatige
scherpstelling .............................................................................56
Het scherpstelgebied eenvoudig bepalen (MF-peaking) ....... 57
Digitale telelens .........................................................................57
Functies voor de beeldaanpassing......................................... 35
De verhouding wijzigen .............................................................35
Beeldkwaliteit wijzigen ............................................................... 36
Richtlijnen voor het kiezen van de opnamepixelinstelling
op basis van het papierformaat (voor 4:3-beelden) ...............36
Handige opnamefuncties........................................................ 36
Een raster weergeven ...............................................................36
Automatisch corrigeren uitschakelen .........................................37
Instellingen van de IS-modus wijzigen ......................................37
Beeldstabilisatie uitschakelen ...............................................37
Filmen met onderwerpen op hetzelfde formaat als waarop
ze voor het lmen werden weergegeven ...................................37
De camerabewerkingen aanpassen ....................................... 38
Voorkomen dat het AF-hulplicht afgaat ......................................38
Voorkomen dat de lamp voor rode-ogenreductie aangaat ........38
De weergaveduur van het beeld na opnamen wijzigen .............38
Andere opnamemodi ...................................................... 39
Kleuren verbeteren bij foto’s van voedsel (Voedsel) .............. 39
Opnamen maken van uzelf met optimale instellingen
(Zelfportret)............................................................................. 40
Bewegende onderwerpen (Sport) .......................................... 41
Specieke scènes .................................................................. 41
Speciale eecten toepassen .................................................. 42
Opnamen maken met een huidegaliseringseect
(Egale huid) ...............................................................................43
Opnamen maken in monochroom (Korrelig Z/W) ...................... 43
Opnamen met een soft-focuseect ...........................................44
Opnamen maken met een visooglenseect (Fisheye-eect) ....44
Opnamen die lijken op olieverfschilderijen
(Eect kunst opvallend) .............................................................45
Opnamen die lijken op aquarellen (Aquareleect) ....................45
Opnamen maken met een speelgoedcamera-eect
(Speelgoedcamera-eect) .........................................................46
Opnamen die lijken op miniatuurmodellen (Miniatuureect) .....46
7
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Door beelden bladeren en beelden lteren ............................ 70
Bladeren door beelden in een index ..........................................70
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven voorwaarden ......71
Opties voor het weergeven van foto’s .................................... 72
Beelden vergroten .....................................................................72
Diavoorstellingen bekijken ......................................................... 72
Beelden beveiligen ................................................................. 73
Meerdere beelden beveiligen ....................................................73
Een selectiemethode selecteren ...........................................73
Afzonderlijke beelden selecteren ..........................................73
Een reeks selecteren .............................................................73
Alle beelden in één keer opgeven .........................................74
Beelden wissen ...................................................................... 74
Meerdere beelden tegelijk wissen .............................................74
Een selectiemethode selecteren ...........................................74
Afzonderlijke beelden selecteren ..........................................75
Een reeks selecteren .............................................................75
Alle beelden in één keer opgeven .........................................75
Beelden roteren ...................................................................... 76
Beelden beoordelen ............................................................... 76
Foto’s bewerken ..................................................................... 77
Het formaat van beelden wijzigen .............................................77
Bijsnijden ...................................................................................77
Rode ogen corrigeren ................................................................ 78
Films bewerken ...................................................................... 79
Het begin/einde van lms verwijderen ....................................... 79
Beelden uit 4K-lms opslaan als foto’s ...................................... 80
Bestandsgroottes verkleinen .....................................................80
Digest-lms bewerken ...............................................................81
Videosnapshots combineren .................................................. 82
Draadloze functies .......................................................... 83
Beschikbare draadloze functies ............................................. 83
Gebruik van draadloze functies voorbereiden ........................ 84
De camera voorbereiden ........................................................... 84
Smartphones voorbereiden .......................................................85
De AF-methode selecteren ........................................................57
+volgen ...............................................................................58
Onderwerpen selecteren om op scherp te stellen
(AF Tracking) ......................................................................... 58
Centrum .................................................................................59
Opnamen maken met Servo AF ................................................59
De focusinstelling veranderen ...................................................60
Opnamen maken met AF-vergrendeling ....................................60
Flitser...................................................................................... 61
Flitsermodus wijzigen ................................................................61
Automatische its ..................................................................61
Flitser aan ..............................................................................61
Slow sync ..............................................................................61
Flitser uit ................................................................................ 61
De itsbelichtingscompensatie aanpassen ................................62
Opnamen maken met FE-vergrendeling ...................................62
Overige instellingen ................................................................ 63
Instellingen van de IS-modus wijzigen ......................................63
Tv-, Av- en M-modus ....................................................... 64
Specieke sluitertijden (Tv-modus) ........................................ 64
Specieke diafragmawaarden (Av-modus) ............................ 65
Specieke sluitertijden en diafragmawaarden (M-modus) ..... 65
De itsoutput aanpassen ........................................................... 66
Afspelen ........................................................................... 67
Bekijken .................................................................................. 67
Van weergavemodus wisselen ..................................................68
Overbelichtingswaarschuwing
(voor highlights van beelden) ................................................69
Histogram ..............................................................................69
Gps-informatieweergave .......................................................69
Historie van verzonden beelden ............................................ 69
Korte lms bekijken die zijn gemaakt bij het nemen
van foto’s (digest-lms) ..............................................................70
8
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Beelden uploaden naar webservices ..................................... 95
Webservices registreren ............................................................ 95
CANON iMAGE GATEWAY registreren .................................95
Andere webservices registreren ............................................ 97
Beelden uploaden naar webservices .........................................97
Opnieuw verbinding maken via Wi-Fi ..................................... 98
Draadloze instellingen bewerken of wissen ........................... 99
Verbindingsinstellingen wijzigen of verwijderen .........................99
Standaardinstellingen voor draadloze communicatie
herstellen ...................................................................................99
Informatie wissen van apparaten die via Bluetooth
zijn gekoppeld ............................................................................99
Menu-instellingen .......................................................... 100
Basisfuncties van de camera aanpassen ............................. 100
Camerageluiden dempen ........................................................100
Het volume aanpassen ............................................................ 100
Timing voor het intrekken van de lens ..................................... 101
Eco-modus gebruiken ..............................................................101
De spaarstand aanpassen .......................................................101
Schermhelderheid ...................................................................101
Het opstartscherm verbergen .................................................. 102
Geheugenkaarten formatteren ................................................102
Low Level Format ................................................................ 102
Mappen selecteren en aanmaken ...........................................103
Bestandnr. ...............................................................................103
Automatisch draaien uitschakelen ........................................... 104
Metrische/niet-metrische weergave ......................................... 104
Certicatielogo’s controleren ...................................................104
Weergavetaal ..........................................................................104
De resolutie voor HDMI-uitvoer wijzigen .................................105
Andere instellingen aanpassen ...............................................105
Smartphone koppelen via Bluetooth ...................................... 85
Scherm [Bluetooth-functie] ........................................................86
Bluetooth-functie ...................................................................86
Pairing ...................................................................................86
Verbindingsinfo contr./wissen. ...............................................86
Bluetooth-adres .....................................................................86
De camera bedienen met een smartphone ...............................86
Beelden voorzien van geotags tijdens het maken
van opnamen ............................................................................. 87
Locatie-informatie controleren ............................................... 87
Via Wi-Fi verbinding maken met smartphones ....................... 88
Via Wi-Fi verbinding maken met smartphones die via
Bluetooth verbonden zijn ........................................................... 88
Met de Wi-Fi-knop verbinding maken met smartphones
met Wi-Fi ...................................................................................88
Een verbinding tot stand brengen via een toegangspunt ......89
De camera bedienen met een smartphone ...............................89
Images on camera/Beelden op camera ................................89
Remote live view shooting/Op afstand opnamen maken
van livebeelden .....................................................................89
Beelden naar een smartphone verzenden ................................90
Beelden naar een smartphone verzenden vanuit het
menu van de camera .............................................................90
Beelden tijdens het afspelen verzenden naar een
smartphone ...........................................................................90
Beelden terwijl u opnamen maakt automatisch naar een
smartphone verzenden ..........................................................90
Aangeven welke beelden bekeken mogen worden ............... 91
Wi-Fi-verbindingen verbreken ...................................................91
Beelden automatisch naar een computer verzenden ............. 92
Via Wi-Fi verbinding maken met printers ............................... 93
Een verbinding tot stand brengen via een toegangspunt ......94
9
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Bijlage ............................................................................ 116
Problemen oplossen..............................................................116
Fouten en waarschuwingen ..................................................118
Informatie op het scherm.......................................................119
Opnamen maken (uitgebreide informatieweergave) ............... 119
Batterijniveau ....................................................................... 119
Afspelen (uitgebreide informatieweergave) ............................. 120
Voorzorgsmaatregelen ......................................................... 121
Specicaties ......................................................................... 121
Beeldsensor ........................................................................121
Lens .....................................................................................121
Sluiter ..................................................................................122
Diafragma ............................................................................ 122
Flitsbesturing .......................................................................122
Scherm ................................................................................122
Opnamen maken ................................................................. 122
Opname ...............................................................................123
Voeding ...............................................................................123
Interface ..............................................................................123
Gebruiksomgeving ..............................................................123
Afmetingen (conform CIPA) ................................................. 123
Gewicht (conform CIPA) ......................................................123
Accu NB-13L .......................................................................124
Acculader CB-2LHE ............................................................124
Compacte voedingsadapter CA-DC30E ..............................124
Index..................................................................................... 125
Voorzorgsmaatregelen bij draadloze functies .....................127
Software van derden ...........................................................128
Persoonsgegevens en veiligheidsmaatregelen ................... 129
Handelsmerken en licenties ................................................129
Vrijwaring ............................................................................. 130
Standaardinstellingen van de camera herstellen .....................105
Standaardinstellingen van de camera herstellen ................105
Standaardinstellingen voor draadloze communicatie
herstellen ............................................................................. 105
Uitleg over functies verbergen ................................................. 105
Accessoires ................................................................... 106
Systeemoverzicht ................................................................. 106
Optionele accessoires .......................................................... 107
Voedingen ................................................................................107
Overige accessoires ................................................................108
Printers ....................................................................................108
Optionele accessoires gebruiken ......................................... 108
Afspelen op een tv ................................................................... 108
De accu plaatsen en opladen ............................................... 109
De batterij opladen via een computer .................................. 110
De software gebruiken .......................................................... 111
Beelden opslaan op een computer........................................112
Beelden printen .....................................................................112
Eenvoudig printen .................................................................... 112
Printinstellingen congureren .................................................. 113
Beelden toevoegen aan de printopdracht (DPOF) .................. 113
Printinstellingen congureren .............................................. 113
Beelden opgeven om te printen .......................................... 114
Beelden printen die zijn toegevoegd aan de printopdracht
(DPOF) ................................................................................ 114
Beelden toevoegen aan een fotoboek ..................................... 115
Afzonderlijke beelden toevoegen ........................................ 115
Meerdere beelden tegelijk toevoegen ................................. 115
10
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Algemene bediening camera
Opnamen maken
Door de camera bepaalde instellingen gebruiken (Auto-modus,
modus Hybride automatisch)
-
=
26,
=
28
Kleuren verbeteren bij foto’s van voedsel (Voedsel)
-
=
39
Opnamen maken van uzelf met optimale instellingen (Zelfportret)
-
=
40
Goede opnamen van mensen maken
Portretten
(
=
41)
Specieke scènes afstemmen
Sport
(
=
41)
Nachtscènes
(
=
41)
Vuurwerk
(
=
41)
Speciale eecten toepassen
Egale huid
(
=
43)
Fisheye-eect
(
=
44)
Als aquarellen
(
=
45)
Als olieverfschilderijen
(
=
45)
Miniatuureect
(
=
46)
Speelgoedcamera-
eect
(
=
46)
Soft focus
(
=
44)
Monochroom
(
=
43)
Scherpstellen op gezichten
-
=
26,
=
41,
=
58
Zonder gebruik van de itser (Flitser uit)
-
=
61
Een foto maken met uzelf erbij (Zelfontspanner)
-
=
34
Een datumstempel toevoegen
-
=
34
Filmclips en foto’s combineren (Filmsynopsis)
-
=
28
11
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Opslaan
Beelden opslaan op een computer
-
=
112
Wi-Fi-functies gebruiken
Beelden naar een smartphone verzenden
-
=
85,
=
88
Beelden online delen
-
=
95
Beelden naar een computer verzenden
-
=
92
Weergeven
Beelden bekijken
-
=
67
Automatisch afspelen (Diavoorstelling)
-
=
72
Op een tv
-
=
108
Op een computer
-
=
112
Snel door beelden bladeren
-
=
70
Beelden wissen
-
=
74
Films opnemen/bekijken
Films opnemen
-
=
26,
=
47
Films bekijken
-
=
67
Printen
Foto’s printen
-
=
112
12
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Neem de volgende instructies in acht bij gebruik van in de winkel
verkrijgbare batterijen of bijgeleverde accu’s.
- Gebruik alleen de batterijen/accu’s die voor het product bedoeld zijn.
- Verwarm de batterijen/accu’s niet en stel ze niet bloot aan vuur.
- Laad de batterijen/accu’s niet op met niet-goedgekeurde acculaders.
- Stel de polen niet bloot aan vuil en laat ze niet in contact komen met
metalen spelden of andere metalen objecten.
- Gebruik geen lekkende batterijen/accu’s.
- Breng tape of ander isolatiemateriaal aan over de polen van de
batterijen/accu’s wanneer u deze weggooit.
Dit kan een elektrische schok, explosie of brand veroorzaken.
Indien een batterij/accu lekt en het materiaal in contact komt met uw huid
of kleding, moet u het getroen gebied grondig afspoelen met stromend
water. In geval van contact met de ogen moet u de ogen grondig spoelen
met ruime hoeveelheden schoon, stromend water en onmiddellijk medische
hulp inroepen.
Neem de volgende instructies in acht bij gebruik van een acculader of
AC-adapter.
- Verwijder regelmatig met een droge doek stof dat zich op de stekker
en het stopcontact ophoopt.
- Steek of trek de stekker van het product niet in of uit het stopcontact
met natte handen.
- Gebruik het product niet als de stekker niet volledig in het stopcontact
is gestoken.
- Stel de stekker en de polen niet bloot aan vuil en laat ze niet in
contact komen met metalen spelden of andere metalen objecten.
- Raak de acculader of AC-adapter niet aan tijdens onweer indien
deze in het stopcontact is gestoken.
- Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer. Demonteer,
breek of wijzig het netsnoer niet.
- Wikkel het product niet in doek of andere materialen tijdens of
kort na gebruik, wanneer het product nog steeds een warme
temperatuur heeft.
- Houd het product niet langdurig aangesloten op een stroombron.
Dit kan een elektrische schok, explosie of brand veroorzaken.
Veiligheidsinstructies
Zorg dat u deze instructies leest om het product veilig te kunnen
gebruiken.
Volg deze instructies om letsel of schade aan de gebruiker van het
product of anderen te voorkomen.
WAARSCHUWING
Hiermee wordt gewezen op
het risico van ernstig letsel
of levensgevaar.
Houd het product buiten bereik van jonge kinderen.
Een draagriem rond de nek van een persoon wikkelen kan leiden tot
verstikking.
Gebruik alleen stroombronnen waarvan in deze gebruiksaanwijzing
wordt vermeld dat ze kunnen worden gebruikt voor dit product.
Demonteer of wijzig het product niet.
Stel het product niet bloot aan harde schokken of trillingen.
Raak geen blootliggende interne onderdelen aan.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het product in geval van vreemde
verschijnselen zoals de aanwezigheid van rook of een vreemde geur.
Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine of
verfverdunner om het product schoon te maken.
Laat het product niet nat worden.
Stop geen vreemde voorwerpen of vloeistoen in het product.
Gebruik het product niet op plaatsen waar brandbare gassen aanwezig
kunnen zijn.
Dit kan een elektrische schok, explosie of brand veroorzaken.
Heeft uw product een zoeker, kijk dan niet door de zoeker of de lens
naar sterke lichtbronnen zoals de zon op een heldere dag of lasers en
andere sterke kunstmatige lichtbronnen.
Dit kan uw gezichtsvermogen beschadigen.
13
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
VOORZICHTIG
Hiermee wordt gewezen op het risico van
schade aan eigendommen.
Richt de camera niet op krachtige lichtbronnen, zoals de zon op een
heldere dag of een krachtige kunstmatige lichtbron.
Als u dit wel doet, kunt u de beeldsensor of andere interne onderdelen
beschadigen.
Als u de camera gebruikt op een zandstrand of op een winderige plek,
moet u erop letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt.
Veeg stof, vuil of andere stoen die niet op de itser thuishoren af met
een wattenstaafje of doek.
De warmte die de itser produceert, kan ervoor zorgen dat stoen die niet
op de itser thuishoren rook afgeven. Ook kan de werking van het product
verstoord raken.
Verwijder de accu/batterijen en berg deze op wanneer u het product
niet gebruikt.
Elke batterijlekkage die zich voordoet kan schade aan het product
veroorzaken.
Breng, voordat u de accu/batterijen weggooit, tape of ander
isolatiemateriaal aan over de polen van de accu/batterijen.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
Haal een acculader die u voor het product gebruikt, uit het stopcontact
wanneer deze niet gebruikt wordt. Bedek de lader niet met een doek of
andere voorwerpen wanneer deze gebruikt wordt.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan
deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
Laat accu’s van het product niet in de buurt van huisdieren liggen.
Als huisdieren op de accu kauwen kan dit leiden tot lekkage, oververhitting
of een explosie, met brand of schade aan het product als gevolg.
Als uw product meerdere batterijen gebruikt, dient u geen combinatie
van batterijen te gebruiken met verschillende spanningsniveaus.
Gebruik verder geen oude en nieuwe batterijen samen. Let er bij het
plaatsen van de batterijen op dat u de + en – polen niet verwisselt.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Ga niet zitten terwijl u de camera in uw broekzak hebt.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Laat het product tijdens gebruik niet langdurig in contact komen met
hetzelfde gebied van de huid.
Dit kan leiden tot eerstegraads verbrandingen zoals een rode huid of
blaren, zelfs als het product niet heet aanvoelt. Het gebruik van een statief
of vergelijkbare apparatuur wordt aanbevolen wanneer het product wordt
gebruikt op hete locaties of door mensen met een slechte bloedsomloop
of een minder gevoelige huid.
Volg aanwijzingen op om het product uit te schakelen op plaatsen
waar het gebruik ervan verboden is.
Als u dit niet doet, kan de werking van andere apparatuur verstoord raken
door het eect van elektromagnetische golven en kunt u zelfs ongelukken
veroorzaken.
VOORZICHTIG
Hiermee wordt gewezen op het risico
van letsel.
Gebruik de itser niet in de buurt van de ogen.
Dit kan pijn doen aan de ogen.
De riem is alleen bedoeld voor gebruik op het lichaam. Door de riem
met een bevestigd product op te hangen aan een haak of ander object,
kan het product beschadigd raken. Schud daarnaast het product niet
en stel het product niet bloot aan harde schokken.
Oefen geen sterke druk uit op de lens en laat geen voorwerpen de
lens raken.
Dit kan letsel of schade aan het product veroorzaken.
De itser krijgt een hoge temperatuur wanneer deze itst. Houd vingers,
andere lichaamsdelen en voorwerpen uit de buurt van de itsereenheid
terwijl u foto’s maakt.
Dit kan brandwonden of een storing van de itser veroorzaken.
Laat het product niet achter op plaatsen die worden blootgesteld aan
extreem hoge of lage temperaturen.
Het product kan extreem heet/koud worden en brandwonden of letsel
veroorzaken wanneer het wordt aangeraakt.
14
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Voordat u begint
Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt.
De riem bevestigen
Steek het uiteinde van de riem door het
bevestigingspunt draagriem (1) en haal
het andere uiteinde van de riem door het
oog aan het draadeinde (2).
De camera vasthouden
Doe de riem om uw pols.
Houd bij het maken van opnamen uw
armen tegen uw lichaam gedrukt en houd
de camera stevig vast om te voorkomen
dat deze beweegt. Laat uw vingers niet
op de uitgeklapte itser rusten.
(
1
)
(
2
)
Basishandelingen
Algemene informatie en instructies, van de eerste voorbereidingen tot
opnamen maken en afspelen
Basishandleiding
15
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Opgeladen accu’s verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze
niet worden gebruikt. Laad de accu op de dag dat u deze wilt
gebruiken op, of vlak daarvoor.
De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning
van 100 – 240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact
past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik
geen elektrische transformator die is bedoeld voor op reis, omdat
deze de accu kan beschadigen.
De accu en uw geheugenkaart plaatsen
Plaats de meegeleverde accu en een geheugenkaart (afzonderlijk
verkrijgbaar).
Voordat u een nieuwe geheugenkaart gaat gebruiken of een geheugenkaart
die in een ander apparaat is geformatteerd, moet de geheugenkaart met
deze camera worden geformatteerd (
=
102).
1
Open het klepje.
Verschuif de schakelaar (1) en open het
klepje (2).
2
Plaats de accu.
Duw de accuvergrendeling richting (1)
en plaats de accu richting (2) totdat de
vergrendeling vastklikt.
Als u de accu verkeerd om plaatst,
kan deze niet in de juiste positie worden
vergrendeld. Controleer altijd of de accu
in de juiste richting is geplaatst en wordt
vergrendeld.
(
2
)
(
1
)
(
1
)
(
2
)
De accu opladen
Laad voor gebruik de accu op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop
van de camera is de accu niet opgeladen. Zorg er daarom voor dat u de
accu eerst oplaadt.
1
Plaats de accu.
Zorg eerst dat de -markering op de
accu overeenkomt met die op de oplader
en plaats dan de accu door deze naar
binnen (1) en naar beneden (2) te drukken.
2
Laad de accu op.
Steek de acculader zoals geïllustreerd
in een stopcontact.
Heeft uw acculader een netsnoer,
sluit dan het netsnoer aan op de lader
en steek vervolgens het andere uiteinde
in het stopcontact.
Het oplaadlampje gaat oranje branden en
het opladen begint.
Wanneer het opladen is voltooid, wordt
het lampje groen.
3
Verwijder de accu.
Haal het netsnoer van de acculader uit
het stopcontact en verwijder de accu door
deze naar binnen (1) en omhoog (2) te
drukken.
Laad de accu niet langer dan 24 uur achtereen op, om de accu te
beschermen en in goede staat te houden.
(
1
)
(
2
)
(
1
)
(
2
)
(
2
)
(
1
)
16
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Verwijder de geheugenkaart.
Duw de geheugenkaart naar binnen
tot u een klik hoort en laat de kaart
langzaam los.
De geheugenkaart wipt nu omhoog.
De datum, tijd en tijdzone instellen
Stel de huidige datum en tijd in. Informatie die u op deze manier opgeeft,
wordt opgeslagen in de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt
en wordt gebruikt bij het beheer van uw foto’s of wanneer u foto’s print
met de datum erop.
1
Schakel de camera in.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het scherm [Datum/tijd/zone] verschijnt.
2
Stel de tijdzone in.
Druk op de knoppen / om het item
te selecteren en druk vervolgens op de
knop .
3
Controleer het schuifje voor
schrijfbeveiliging van de kaart
en plaats de geheugenkaart.
Bij geheugenkaarten met een schuifje
voor schrijfbeveiliging kunt u geen
opnamen maken als het schuifje is
ingesteld op vergrendeld. Verschuif het
schuifje naar (1).
Plaats de geheugenkaart met het label (2)
in de getoonde richting totdat deze
vastklikt.
Controleer altijd of de geheugenkaart in
de juiste richting geplaatst wordt. Als u de
geheugenkaart in de verkeerde richting
probeert te plaatsen, kunt u de camera
beschadigen.
4
Sluit het klepje.
Sluit het klepje (1) en duw het lichtjes
aan terwijl u de schakelaar verschuift,
totdat het klepje vastklikt (2).
De accu en geheugenkaart verwijderen
Verwijder de accu.
Open het klepje en duw de
accuvergrendeling in de richting
van de pijl.
De accu wipt nu omhoog.
(
2
)
(
1
)
(
1
)
(
2
)
17
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Weergavetaal
1
Open het menuscherm.
2
Kies het functie-instellingenmenu.
Druk op de knoppen / om [ ] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop .
3
Selecteer [Taal ].
4
Stel de weergavetaal in.
Druk nogmaals op de knop , druk op de
knoppen / om een item te selecteren
en druk vervolgens op de knop .
Kies [OK] om terug te keren naar
[Datum/tijd/zone].
3
Stel de datum en tijd in.
Druk op de knoppen / om te bladeren
en druk op de knop om een item te
selecteren. Druk op de knoppen / om
de datum en tijd aan te passen en druk
vervolgens op de knop .
Kies [OK] en druk op de knop
.
Stel de huidige datum, tijd en zone goed in als het scherm
[Datum/tijd/zone] verschijnt wanneer u de camera aanzet.
U kunt de datum/tijd/zone ook instellen door op de knop
te drukken en menu [
] (
=
23) > [Datum/tijd/zone] te selecteren.
Als u de zomertijd wilt instellen (één uur vooruit), stelt u [
] in
op [
] op het scherm [Datum/tijd/zone].
18
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
3
Maak de opname.
Foto’s maken
Druk de ontspanknop lichtjes in (1).
Nadat is scherpgesteld, hoort u tweemaal
een pieptoon en worden kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld. Druk de
ontspanknop helemaal naar beneden (2).
Wilt u de itser gebruiken, klap deze dan
uit door de schakelaar
te bewegen.
Er wordt geitst bij opnamen met weinig
licht. Als u liever geen itser gebruikt,
drukt u de itser met uw vinger omlaag.
Films opnemen
Druk op de lmknop om de opname te
starten en druk nogmaals op de lmknop
om te stoppen.
De camera testen
Foto’s
Films
Probeer de camera uit door deze in te schakelen, enkele foto- of
lmopnamen te maken en ze te bekijken.
Opnamen maken
Gebruik de Auto-modus om de optimale instellingen voor de compositie
volledig automatisch te laten selecteren op basis van het onderwerp en
de opnameomstandigheden die de camera bepaalt.
1
Zet de camera aan en activeer de
modus .
2
Zoom naar behoefte in of uit.
Beweeg de zoomknop terwijl u naar het
scherm kijkt.
19
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Bekijken
1
Schakel over naar de afspeelmodus.
Druk op de knop .
2
Selecteer de beelden.
Als u het vorige of volgende beeld wilt
bekijken, drukt u op de knoppen / of
draait u aan de knop .
Films zijn herkenbaar aan het
pictogram [
]. Ga naar stap 3
als u lms wilt afspelen.
3
Speel lms af.
Druk op de knop , kies [ ] en druk
nogmaals op de knop .
Het afspelen begint en na de lm
verschijnt [
].
Wilt u het volume aanpassen, druk dan
tijdens het afspelen op de knoppen
/ .
Beelden wissen
Wilt u het huidige beeld wissen, doe dan het volgende. Gewiste beelden
kunnen niet worden hersteld.
1
Druk op de knop .
2
Druk op de knoppen / of draai
aan de knop om [Wissen] te
selecteren en druk vervolgens
op de knop .
20
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Aan/uit
Opnamemodus
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
in te schakelen en gereed te maken om
op te nemen.
Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om
de camera uit te schakelen.
Afspelen
Druk op de knop om de camera in te
schakelen en uw foto’s te bekijken.
Wilt u de camera uitschakelen, druk dan
opnieuw op de knop
of druk op de
ON/OFF-knop.
Om van een opnamemodus naar de afspeelmodus te gaan,
drukt u op de knop
.
Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan,
drukt u de ontspanknop half in (
=
21) of draait u aan het
programmakeuzewiel (
=
21)
Tijdens het afspelen wordt na ongeveer een minuut de lens
ingetrokken. U kunt de camera uitschakelen terwijl de lens is
ingetrokken door op de knop
te drukken.
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen van de camera
Overige basishandelingen en meer manieren om van de camera te
genieten, inclusief opties voor opnemen en afspelen
21
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Opnamemodi
Gebruik het programmakeuzewiel om de gewenste opnamemodus
te openen.
(
2
)
(
1
)
(
3
)
(
4
)
(
5
)
(
6
)
(
7
)
(1) Auto-modus/modus Hybride
automatisch
/
Volledig automatische opnamen
met door de camera bepaalde
instellingen
(
=
18,
=
26,
=
28).
(2) Voedselmodus
Pas de kleurtonen aan om voedsel
er vers en kleurrijk uit te laten zien
(
=
39).
(3) Zelfportretmodus
Maak een foto van uzelf met
optimale instellingen (
=
40).
(4) Sportmodus
Maak continu opnamen terwijl de
camera scherpstelt op bewegende
onderwerpen (
=
41).
(5) Modus voor speciale composities
Opnamen maken met instellingen
die zijn ontwikkeld voor specieke
scènes of verschillende eecten
toevoegen (
=
41).
(6) Moviemodus
Voor het maken van lms
(
=
47).
Als u op de lmknop drukt, kunt
u ook een lm maken zonder het
programmakeuzewiel in te stellen
op de lmmodus.
(7) P-, Tv-, Av- en M-modus
/ / /
Verschillende soorten opnamen
maken met behulp van uw
voorkeursinstellingen
(
=
51,
=
64).
Ontspanknop
Om de scherpte van uw foto’s te waarborgen, houdt u de ontspanknop
altijd eerst half ingedrukt. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt
u de knop helemaal in om de foto te maken.
In deze handleiding wordt de bediening van de ontspanknop omschreven
als de knop half of helemaal indrukken.
1
Druk half in. (Licht indrukken om
scherp te stellen.)
Druk de ontspanknop half in. De camera
piept twee keer en er worden kaders
weergegeven rond de beeldgebieden
waarop is scherpgesteld.
2
Druk helemaal in. (Druk, vanaf de
positie halverwege, helemaal in om
de opname te maken.)
De camera maakt de opname en er klinkt
een sluitergeluid.
Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
De beelden worden mogelijk onscherp als u de opname maakt
zonder eerst de ontspanknop half in te drukken.
Het geluid van de sluiter kan korter of langer duren, afhankelijk
van de tijd die nodig is om de opname te maken. Bij sommige
opnamecomposities kan het langer duren en de beelden worden
vaag als u de camera beweegt (of als het onderwerp beweegt)
voordat het geluid van de sluiter stopt.
22
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
De hoek van het scherm aanpassen
U kunt de hoek en stand van het scherm aanpassen aan de compositie of
aan de manier waarop u lmt.
Het scherm kan tot 180° worden geopend.
Wanneer u zelf ook op een foto wilt staan,
kunt u uzelf in spiegelbeeld bekijken door
het scherm in de richting van de voorkant
van de camera te draaien.
Sluit het scherm wanneer u de camera niet gebruikt.
Trek het scherm niet verder open, anders kan de camera
beschadigd raken.
Om de functie voor omgekeerde weergave te annuleren,
selecteert u menu [
] (
=
23) > [Omg. weergave] > [Uit].
Opties opnameweergave
Druk op de knop om andere informatie weer te geven op het scherm of
om de informatie te verbergen. Zie “Informatie op het scherm” (
=
119)
voor meer informatie over de weergegeven gegevens.
Beknopte informatieweergave
Uitgebreide informatieweergave
Geen informatieweergave
23
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Menuscherm
Congureer verschillende camerafuncties als volgt via het menuscherm.
Instellingsitems zijn per doel geordend, zoals opnamen maken [ ] of
afspelen [ ] en zijn gegroepeerd op meerdere tabbladen. De beschikbare
items verschillen afhankelijk van de geselecteerde opnamemodus.
1
Open het menuscherm.
Druk op de knop .
2
Selecteer een hoofdtabblad.
Druk op de knoppen / om een
hoofdtabblad te selecteren en druk
vervolgens op de knop .
3
Selecteer een subtabblad.
Druk op de knoppen / om een
subtabblad te selecteren.
4
Kies een item dat u wilt instellen.
Druk op de knoppen / om een
instellingsitem te selecteren en druk
vervolgens op de knop .
Sommige items worden op een
ander scherm geselecteerd met de
knoppen
/ nadat u eerst op de
knop drukt.
Scherm Snel instellen
Congureer veelgebruikte opname- of afspeelfuncties in het scherm [ ]
(Snel instellen).
De beschikbare instellingen en opties verschillen afhankelijk van de
opnamemodus.
1
Open het scherm Snel instellen.
Druk op de knop .
2
Kies een item dat u wilt instellen.
Druk op de knoppen / om een item
te selecteren (1).
3
Kies een optie die u wilt instellen.
Druk op de knoppen / om een optie
te selecteren (2).
Items die worden aangeduid met
het pictogram [
] kunnen worden
gecongureerd door op de knop
te drukken.
4
Bevestig uw keuze en sluit het
scherm af.
Druk op de knop .
U kunt functies voor het scherm Snel instellen ook congureren
via het menuscherm.
24
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Toetsenbord op het scherm
Gebruik het toetsenbord op het scherm om informatie in te voeren.
De lengte en het soort informatie dat u in kunt voeren hangt af van de
functie die u gebruikt.
Tekens invoeren
Druk op de knoppen / / / / of draai
aan de knop om de toets met het
gewenste teken te selecteren en druk
vervolgens op de knop .
Om hoofdletters in te voeren, kiest u [
]
en drukt u op de knop .
De hoeveelheid informatie die u in kunt
voeren (1) hangt af van de functie die
u gebruikt.
Cursor verplaatsen
Selecteer [ ] of [ ] en druk op de
knop .
Van invoerstand wisselen
Selecteer [ ] en druk op de knop .
De beschikbare invoermethodes zijn
afhankelijk van de functie die u gebruikt.
Tekens verwijderen
Selecteer [ ] en druk op de knop .
Het vorige teken wordt gewist.
Terugkeren naar het vorige scherm
Druk op de knop .
(
1
)
5
Kies een optie die u wilt instellen.
Druk op de knoppen / / / om een
instellingsoptie te selecteren en druk
vervolgens op de knop .
6
Bevestig uw keuze en sluit het
scherm af.
Druk op de knop om terug te
keren naar het scherm bij stap 2 en druk
nogmaals op de knop om terug te keren
naar het opnamescherm.
25
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Index
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Kaders op het opnamescherm
Wit kader
Wordt weergegeven rond het onderwerp of het
gezicht van een persoon dat als hoofdonderwerp
wordt gedetecteerd. Wanneer meerdere
onderwerpen worden gedetecteerd, worden grijze
kaders weergegeven op onderwerpen die niet het
hoofdonderwerp zijn.
Groen kader
Wordt weergegeven nadat de camera scherpstelt
wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Blauw kader
Wordt weergegeven terwijl de camera blijft
scherpstellen op bewegende onderwerpen.
Blijft weergegeven worden zolang u de ontspanknop
half indrukt.
Geel kader
Wordt weergegeven als de camera niet kan
scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Probeer in de modus (
=
51) op te nemen als er geen
kaders worden weergegeven, als er geen kaders om de gewenste
onderwerpen worden weergegeven of als kaders worden
weergegeven op de achtergrond of vergelijkbare gebieden.
Indicatorweergave
De indicator op de achterkant van de camera (
=
4) brandt of knippert
afhankelijk van de status van de camera.
Kleur Indicatorstatus Camerastatus
Groen Aan
Er worden foto’s op de geheugenkaart
vastgelegd of van de kaart gelezen
Groen Knippert langzaam Display uit
Groen Knippert
Er worden lms op de geheugenkaart
opgenomen, van de kaart gelezen of
er wordt verzonden via Wi-Fi
Oranje Aan Aan het opladen via USB
Oranje Knippert USB-oplaadfout
Terwijl gegevens van de kaart worden gelezen of naar de kaart
worden weggeschreven, mag u de camera niet uitschakelen, het
klepje van de geheugenkaart/accu niet openen en de camera niet
schudden of aanstoten. Als u dit wel doet, kunnen de beelden,
camera of geheugenkaart beschadigd raken.
26
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Opnamen maken met door de
camera bepaalde instellingen
Gebruik de Auto-modus om de optimale instellingen voor de compositie
volledig automatisch te laten selecteren op basis van het onderwerp en
de opnameomstandigheden die de camera bepaalt.
Opnamen maken (Smart Auto)
Foto’s
Films
1
Schakel de camera in.
2
Open de modus .
Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
De pictogrammen die de scène (1) en de
beeldstabilisatiemodus (2) aanduiden,
worden linksboven in het scherm
weergegeven (
=
30).
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij
het maken van opnamen
27
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Wanneer de camera de opname maakt,
hoort u het sluitergeluid en wanneer er
weinig licht is, gaat de itser, als u deze
hebt uitgeklapt, automatisch af.
Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
Nadat de opname is weergegeven,
schakelt de camera weer over naar
het opnamescherm.
Films opnemen
1) Start de opname.
Druk op de lmknop. De opname begint
en [ REC] (2) wordt weergegeven met
de verstreken tijd (1).
Er verschijnen zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm
en het onderwerp wordt iets vergroot.
De zwarte balken geven beeldgebieden
aan die niet worden vastgelegd.
Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
Zodra de opname is begonnen, haalt
u uw vinger van de lmknop.
2) Pas de compositie van de opname
naar wens aan.
Om de grootte van het onderwerp te
wijzigen, herhaalt u de bewerkingen
van stap 3.
Denk er echter wel aan dat het geluid
van de camerabewerkingen ook wordt
opgenomen. Houd er rekening mee
dat lms die worden opgenomen
met zoomfactoren die blauw worden
weergegeven, er korrelig uit zullen zien.
3
Zoom naar behoefte in of uit.
Duw de zoomknop naar links of rechts.
Op het scherm verschijnt een zoombalk (1)
die de zoompositie aangeeft, samen met
het scherpstelbereik (2).
4
Maak de opname.
Foto’s maken
1) Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in. Nadat is
scherpgesteld, hoort u tweemaal een
pieptoon en worden kaders weergegeven
om aan te geven op welke beeldgebieden
is scherpgesteld.
Wanneer op meer dan één gebied is
scherpgesteld, worden meerdere kaders
weergegeven.
Wilt u de itser gebruiken, klap deze dan
uit door de schakelaar
te bewegen.
Er wordt geitst bij opnamen met weinig
licht. Als u liever geen itser gebruikt,
drukt u de itser met uw vinger omlaag.
2) Maak de opname.
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden.
28
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
3
Maak de opname.
Volg stap 4 bij “Opnamen maken (Smart
Auto)” (
=
26) om een foto te maken.
De camera maakt zowel een foto als
een lmclip. De clip, die wordt beëindigd
met de foto en een sluitergeluid, is één
hoofdstuk in de digest-lm.
De batterij gaat in deze modus minder lang mee dan in de
modus
, omdat er voor iedere opname digest-lms
worden opgenomen.
Een digest-lm wordt mogelijk niet opgenomen als u een foto
maakt direct nadat u de camera hebt ingeschakeld, de modus
hebt geselecteerd of de camera op andere wijze bedient.
Geluid en trillingen veroorzaakt door de bediening van de camera
worden opgenomen in digest-lms.
Het opnameformaat voor digest-lms is [ ] voor NTSC
of [
] voor PAL. Dit varieert afhankelijk van het video-
uitvoerformaat.
Er worden geen geluiden afgespeeld wanneer u de ontspanknop
half indrukt of de zelfontspanner instelt.
In de volgende gevallen worden digest-lms opgeslagen als
aparte lmbestanden, zelfs als ze op dezelfde dag zijn gemaakt
met de modus
.
- Het digest-lmbestand is ongeveer 4 GB groot of er is in totaal
ongeveer 29 minuten en 59 seconden lang opgenomen.
- De digest-lm is beveiligd.
- De instellingen voor zomertijd, videosysteem of tijdzone worden
gewijzigd.
Opgenomen sluitergeluiden kunnen niet worden aangepast
of gewist.
Als u liever digest-lms opneemt zonder foto’s, kunt u de
instelling van tevoren aanpassen. Kies menu [
] (
=
23) >
[Digest-type] > [Geen foto’s].
De verschillende hoofdstukken kunnen worden bewerkt (
=
81).
Als u tijdens de opname de compositie
wijzigt, worden de focus, helderheid en
kleurtoon automatisch aangepast.
3) Stop de opname.
Druk nogmaals op de lmknop om de
lmopname te stoppen.
De camera stopt automatisch met
opnemen zodra de geheugenkaart
vol raakt.
Opnamen maken in de modus Hybride automatisch
Foto’s
Films
U kunt eenvoudig een korte lm van de dag maken door foto’s te maken.
De camera neemt voor elke opname clips van 2–4 seconden op van
scènes, die later worden gecombineerd in een digest-lm.
1
Open de modus .
2
Kies de compositie.
Volg stap 3–4 bij “Opnamen maken
(Smart Auto)” (
=
26) om de compositie
te kiezen en scherp te stellen.
Voor indrukwekkendere digest-lms richt
u de camera ongeveer vier seconden op
onderwerpen voordat u foto’s maakt.
29
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Films
Kom tijdens het opnemen van lms niet met uw vingers aan de
microfoon (1). Het blokkeren van de microfoon kan verhinderen
dat het geluid wordt opgenomen of kan ervoor zorgen dat het
opgenomen geluid gedempt klinkt.
Vermijd tijdens het opnemen van een lm om andere
camerabediening dan de lmknop aan te raken, omdat de
geluiden van de camera ook worden opgenomen.
Zodra de lmopname begint, wijzigt het beeldgebied dat wordt
weergegeven en worden onderwerpen uitvergroot. Op deze
manier worden vervormingen gecorrigeerd die bijvoorbeeld
ontstaan door een sterk bewegende camera. Als u onderwerpen
wilt vastleggen met dezelfde afmetingen als waarmee de
onderwerpen voor de opname worden weergegeven, volgt u de
stappen bij “Filmen met onderwerpen op hetzelfde formaat als
waarop ze voor het lmen werden weergegeven” (
=
37).
Afzonderlijke lms die groter zijn dan 4 GB, kunnen in meerdere
bestanden worden opgedeeld. Het automatisch achter elkaar
afspelen van opgedeelde lmbestanden wordt niet ondersteund.
Speel elke lm afzonderlijk af.
De camera kan onder omstandigheden met weinig licht een
langere sluitertijd gebruiken. Langere sluitertijden verminderen
de beeldruis (automatische langzame sluiter).
Hebt u liever vloeiende lms die minder beïnvloed worden door
beweging van het onderwerp, stel dan [Auto. langzame sluiter] in
op [Uitsch.] in de modus
. Houd er rekening mee dat de lms
donkerder kunnen lijken (
=
48).
Het geluid wordt in stereo opgenomen.
Digest-lm afspelen
Geef een foto weer in de modus om de digest-lm af te spelen die op
dezelfde dag is vastgelegd (
=
70).
Foto’s
Een knipperend [ ]-pictogram is een waarschuwing dat de
beelden mogelijk onscherp worden door camerabewegingen.
Bevestig in dat geval de camera op een statief of neem andere
maatregelen om de camera stil te houden.
Zijn uw opnamen te donker, ondanks dat er is geitst, ga dan
dichter naar het onderwerp toe.
Het onderwerp is mogelijk te dichtbij als de camera maar één
keer piept wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te
vergemakkelijken, kan de lamp worden ingeschakeld bij
opnamen in omgevingen met weinig licht.
Als een knipperend [
]-pictogram wordt weergegeven als u een
opname probeert te maken, geeft dat aan dat u pas een opname
kunt maken als de itser klaar is met opladen. U kunt weer
opnemen zodra de itser gereed is. U kunt nu de ontspanknop
helemaal indrukken en wachten, of u laat de knop los en drukt
de ontspanknop opnieuw in.
Hoewel u nog een opname kunt maken voordat het opnamescherm
wordt weergegeven, worden de gebruikte focus, helderheid en
kleuren mogelijk bepaald door uw vorige opname.
U kunt wijzigen hoe lang beelden worden weergegeven na
opnamen (
=
38).
30
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Pictogrammen voor beeldstabilisatie
Foto’s
Films
Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden (Intelligent IS)
wordt automatisch toegepast en de volgende pictogrammen worden
weergegeven.
Beeldstabilisatie voor foto’s (Normaal)
Beeldstabilisatie voor foto’s tijdens pannen (Pan)*
Beeldstabilisatie voor angulaire camerabeweging en shift-shake in
macro-opnamen (Hybrid IS). Voor lms wordt [ ] weergegeven
en wordt ook [ ] beeldstabilisatie toegepast.
Beeldstabilisatie voor lms, met vermindering van sterke
camerabeweging, zoals wanneer u lopend opneemt (Dynamisch)
Beeldstabilisatie voor subtiele camerabeweging, zoals bij het
opnemen van lms met de telelens (Powered)
Geen beeldstabilisatie, omdat de camera op een statief is
bevestigd of op een andere manier stil wordt gehouden.
Tijdens lmopname wordt [ ] echter weergegeven en wordt
beeldstabilisatie gebruikt om trillingen door wind of andere
oorzaken tegen te gaan (Statief IS)
* Wordt weergegeven tijdens panning, terwijl u met de camera bewegende
onderwerpen volgt. Wanneer u een onderwerp volgt dat zich horizontaal verplaatst,
heft beeldstabilisatie alleen het eect van verticale camerabeweging op en stopt de
horizontale beeldstabilisatie. Op dezelfde wijze wordt, wanneer u een onderwerp
volgt dat zich verticaal verplaatst, alleen het eect van horizontale camerabeweging
door beeldstabilisatie opgeheven en stopt de verticale beeldstabilisatie.
Om de beeldstabilisatie te annuleren, stelt u [IS modus] in op [Uit]
(
=
37). In dat geval wordt het IS-pictogram niet weergegeven.
[
] is niet beschikbaar in de modus .
Compositiepictogrammen
Foto’s
Films
In de modus of geeft de camera een pictogram weer voor
de vastgestelde scène. De bijbehorende instellingen voor optimale
scherpstelling, helderheid en kleur van het onderwerp worden automatisch
geselecteerd.
Probeer om op te nemen in de modus (
=
51) als het
compositiepictogram niet bij de huidige opnameomstandigheden
past of als het niet mogelijk is om een opname te maken met de
eecten, kleuren of helderheid die u verwacht.
31
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Als u de digitale zoomfunctie wilt uitschakelen, kiest u menu [ ]
(
=
23) > [Digitale zoom] > [Uit].
Gemakkelijk terughalen van onderwerpen
die na het handmatig zoomen zijn verdwenen
(Hulp bij kader – zoeken)
Foto’s
Films
Als u een onderwerp tijdens het inzoomen uit het oog verliest, kunt u het
gemakkelijker terugvinden door even uit te zoomen.
1
Kijk waar het verdwenen onderwerp
zich bevindt.
Houd de knop ingedrukt.
De camera zoomt uit en er verschijnt
een wit kader rond het gebied dat werd
weergegeven voordat u op de knop
drukte.
2
Haal het onderwerp weer terug.
Richt de camera zo dat het onderwerp
binnen het witte kader valt en druk
daarna op de knop .
De eerdere vergroting wordt nu hersteld,
zodat het gebied binnen het witte kader
het scherm weer vult.
Algemene, handige functies
Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale zoom)
Foto’s
Films
Als onderwerpen te ver weg zijn om met behulp van de optische zoom te
vergroten, gebruikt u de digitale zoom om tot 160 x te vergroten.
1
Duw de zoomknop naar .
Houd de zoomknop vast totdat het
zoomen stopt.
Het inzoomen stopt wanneer de grootst
mogelijke zoomfactor voordat het beeld
merkbaar korrelig wordt, is bereikt.
Dit wordt vervolgens weergegeven
op het scherm.
2
Duw de zoomknop nogmaals
naar .
De camera zoomt nog verder in op het
onderwerp.
(1) is de huidige zoomfactor.
Als u de zoomknop tijdens de opname beweegt, wordt de zoombalk
weergegeven (die de zoompositie aangeeft). De zoombalk heeft
een kleurcodering waarmee het zoombereik wordt aangegeven.
- Wit bereik: optisch zoombereik waarbij het beeld niet korrelig oogt.
- Geel bereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld niet
merkbaar korrelig wordt (ZoomPlus).
- Blauw bereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld korrelig oogt.
Omdat het blauwe bereik bij bepaalde opnamepixelinstellingen
(
=
36) niet beschikbaar is, kunt u de maximale zoomfactor
bereiken door stap 1 te volgen.
32
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
1
Open modus Automatisch.
Druk op de knop en laat deze snel
weer los.
[
] wordt weergegeven.
Er wordt een wit kader weergegeven rond
het gedetecteerde gezicht en de camera
zoomt in en uit om het onderwerp op het
scherm te houden.
Als er meerdere gezichten worden
gedetecteerd, wordt een wit kader
weergegeven rond het gezicht van het
hoofdonderwerp en maximaal twee grijze
kaders rond andere gezichten terwijl
de camera in- en uitzoomt om deze
onderwerpen op het scherm te houden.
2
Maak de opname.
Zelfs nadat u een opname hebt gemaakt,
blijft automatisch zoomen actief en worden
de kaders nog steeds weergegeven.
Om automatisch zoomen te annuleren,
drukt u nogmaals op de knop
.
[ Automatisch: Uit] wordt weergegeven.
Een gezicht wordt bij sommige zoomfactoren mogelijk niet
weergegeven met een formaat dat in een constante verhouding
tot het scherm staat, of wanneer de persoon het hoofd schuin
houdt of niet recht naar de camera kijkt.
Tijdens lmopname worden een gewijzigde zoomfactor en
bedieningsgeluiden van de camera ook opgenomen.
Sommige opname-informatie wordt niet weergegeven wanneer
Automatisch ingeschakeld is en sommige opname-instellingen
kunnen niet worden ingesteld.
Automatisch zoomen om meerdere onderwerpen op het scherm
te houden wordt niet uitgevoerd tijdens het lmopname, zelfs niet
wanneer gezichten worden gedetecteerd.
Automatisch zoomen wordt niet uitgevoerd tijdens continue
opnamen.
Bepaalde opname-informatie verschijnt niet op het scherm
als de camera is uitgezoomd.
Tijdens het opnemen van lms wordt het witte kader
niet weergegeven als u op de knop
drukt. Houd er
bovendien rekening mee dat een gewijzigde zoomfactor en
bedieningsgeluiden van de camera ook worden opgenomen.
Neemt u liever op met de zoomfactor van het scherm in stap 1,
druk de ontspanknop dan helemaal in.
U kunt aanpassen naar welke zoomfactor de camera terugkeert
wanneer u de knop
loslaat. U doet dit door de zoomknop te
bewegen om het formaat van het witte kader te wijzigen, terwijl
u de knop
ingedrukt houdt.
Om het gedeelte te wijzigen dat wordt weergegeven wanneer
de knop
wordt ingedrukt, selecteert u [ Beeldgebied] in
het menu [
] (
=
23). Kies vervolgens een van de drie opties.
De zoomfactor kan niet met de knop
worden gewijzigd
nadat u de ontspanknop helemaal hebt ingedrukt in de
zelfontspannermodus (
=
34).
Automatisch zoomen als reactie op beweging van
het onderwerp (Auto zoom)
Foto’s
Films
De camera zoomt automatisch in en uit om de grootte van een
gedetecteerd gezicht (
=
58) constant te houden. Als de persoon
dichterbij komt, zoomt de camera automatisch uit. Omgekeerd geldt
hetzelfde. De grootte van de weergave kan naar wens worden aangepast.
33
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Het formaat waarin gezichten constant worden
weergegeven wijzigen
Als Automatisch is ingeschakeld, drukt
u op de knoppen / om de gewenste
optie te kiezen.
De camera zoomt automatisch om
gezichten op de ingestelde grootte
te houden.
Automatisch
Zoom automatisch in en uit om te voorkomen dat
onderwerpen buiten het scherm vallen.
Als er meerdere gezichten worden gedetecteerd,
zoomt de camera in en uit om deze onderwerpen
op het scherm te houden.
Gezicht
Deze optie houdt gezichten groot genoeg om
gezichtsuitdrukkingen duidelijk te kunnen zien.
Bovenlichaam
Deze optie houdt gezichten klein genoeg om het
bovenlichaam van een persoon te zien.
Lichaam
Deze optie houdt gezichten klein genoeg om het hele
lichaam van een persoon te zien.
Handmatig
Deze optie houdt gezichten op de grootte die is
ingesteld door de zoomknop te bewegen. Laat de
zoomknop los zodra de gewenste grootte bereikt is.
De gezichtsgrootte kan ook worden aangepast via menu [ ]
(
=
23) > [ Auto zoom].
U kunt in- of uitzoomen met de zoomknop wanneer [Gezicht],
[Bovenlichaam] of [Lichaam] geselecteerd is, maar enkele
seconden nadat u de knop loslaat, wordt de oorspronkelijke
zoomfactor hersteld.
U kunt uw ingestelde gezichtsgrootte wissen tijdens lmopname
door op de knop
te drukken.
De grootte van gezichten kan niet worden gewijzigd tijdens
lmopname.
Als een gedetecteerd gezicht dicht bij de rand van het scherm
komt, zoomt de camera uit om het onderwerp in beeld te houden.
De zoomfactor kan niet worden gewijzigd nadat u de ontspanknop
helemaal hebt ingedrukt in de zelfontspannermodus (
=
34).
De camera zal prioriteit geven aan zoomen om onderwerpen in
beeld te houden. Daarom is het misschien niet mogelijk om het
formaat van gezichten even groot te houden, afhankelijk van de
beweging van het onderwerp en de opnameomstandigheden.
Als er geen gezicht is gedetecteerd, zoomt de camera naar
een bepaald niveau en stopt het zoomen zodra een gezicht
is gedetecteerd.
34
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
De zelfontspanner gebruiken
Foto’s
Films
Met de zelfontspanner kunt u een groepsfoto maken waar u zelf ook
op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat u de
ontspanknop indrukt.
Door de zelfontspanner op twee seconden in te stellen, kunt u bovendien
camerabeweging vermijden die kan ontstaan doordat u op de
ontspanknop drukt.
1
Congureer de instelling.
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
23) het item [ ] en selecteer
vervolgens [ ].
2
Maak de opname.
Voor foto’s: druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen op het onderwerp
en druk de knop daarna helemaal naar
beneden.
Zodra u de zelfontspanner start, gaat het
lampje knipperen en speelt de camera
het geluid van de zelfontspanner af.
Zelfs als de zelfontspanner is ingesteld, werkt deze niet als u op
de lmknop drukt om de opname te starten.
Twee seconden voordat de zelfontspanner de opname maakt,
versnellen het knipperen en het geluid van de zelfontspanner
(tenzij de itser zal afgaan, in dat geval blijft het lampje branden).
Een datumstempel toevoegen
Foto’s
Films
De camera kan de opnamedatum aan beelden toevoegen, rechtsonder
in het beeld.
Datumstempels kunnen echter niet worden bewerkt of verwijderd.
Zorg er dus voor dat datum en tijd correct zijn ingesteld (
=
16).
1
Congureer de instelling.
Kies menu [ ] (
=
23) >
[Datumstemp. ] > [Datum & Tijd]
of [Datum].
2
Maak de opname.
Wanneer u opnamen maakt, voegt de
camera de opnamedatum of -tijd in de
rechterbenedenhoek van een beeld toe.
Datumstempels kunnen niet worden bewerkt of verwijderd.
Opnamen die zonder datumstempel zijn gemaakt, kunnen als
volgt met stempel worden afgedrukt.
Als u echter een datumstempel toevoegt aan beelden die al
van deze informatie zijn voorzien, kan het gevolg zijn dat deze
tweemaal wordt afgedrukt.
- De printerfuncties gebruiken om af te drukken (
=
113)
- De DPOF-afdrukinstellingen van uw camera gebruiken
(
=
113) om af te drukken
35
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Functies voor de beeldaanpassing
De verhouding wijzigen
Foto’s
Films
Wijzig de verhouding (breedte-hoogteverhouding) als volgt:
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
23) het item [ ] en selecteer
vervolgens de gewenste optie.
Dezelfde verhouding als 35 mm-lm, die wordt gebruikt voor het
printen van beelden op 130 x 180 mm of briefkaartformaat.
Normale verhouding van het camerascherm. Wordt gebruikt voor
de weergave op SD-tv’s of vergelijkbare weergaveapparatuur.
Wordt ook gebruikt voor het printen van afbeeldingen op
90 x 130 mm of diverse A-papierformaten.
Wordt gebruikt voor de weergave op breedbeeld HD-tv’s of
vergelijkbare weergaveapparatuur.
Vierkante verhouding.
Niet beschikbaar in de modus .
Continue opname
Foto’s
Films
Houd in de modus de ontspanknop volledig ingedrukt om continue
opnamen te maken.
1
Congureer de instelling.
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
23) het item [ ] en selecteer
vervolgens [ ] of [ ].
2
Maak de opname.
Houd de ontspanknop volledig ingedrukt
om continue opnamen te maken.
Tijdens continue opnamen zijn de scherpstelling, belichting
en kleuren vergrendeld op de positie/het niveau die/dat wordt
vastgesteld wanneer u de ontspanknop half indrukt.
De opname kan tijdelijk onderbroken worden of een continue
opname kan langzamer worden, afhankelijk van de
opnameomstandigheden, camera-instellingen en zoompositie.
Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
Als u itst, kan de opnamesnelheid afnemen.
Kan niet worden gecongureerd in de modus .
36
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Handige opnamefuncties
Een raster weergeven
Foto’s
Films
Als verticale en horizontale referentie kunnen rasterlijnen worden
weergegeven terwijl u opnamen maakt.
Kies menu [
] (
=
23) >
[Rasterweergave] en kies vervolgens
de gewenste optie.
Beeldkwaliteit wijzigen
Foto’s
Films
Kies uit 5 combinaties van formaat (aantal pixels) en compressie
(beeldkwaliteit).
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
23) het item [ ] en selecteer
vervolgens de gewenste optie.
Richtlijnen voor het kiezen van de
opnamepixelinstelling op basis van het papierformaat
(voor 4:3-beelden)
,
A2 (420 x 594 mm)
,
A3–A5 (297 x 420 – 148 x 210 mm)
Voor e-mail en vergelijkbare doeleinden
Niet beschikbaar in de modus .
[
] en [ ] geven verschillende niveaus van beeldkwaliteit aan,
afhankelijk van de mate van compressie. Bij hetzelfde formaat
(aantal pixels) biedt [
] een hogere beeldkwaliteit. [ ]-beelden
hebben een iets lagere beeldkwaliteit, maar er passen er meer op
een geheugenkaart.
37
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Filmen met onderwerpen op hetzelfde formaat als
waarop ze voor het lmen werden weergegeven
Foto’s
Films
Zodra de lmopname begint, wijzigt normaal gesproken het beeldgebied dat
wordt weergegeven en worden onderwerpen uitvergroot. Op deze manier
wordt het beeld recht gemaakt en worden vervormingen gecorrigeerd die
bijvoorbeeld ontstaan door een sterk bewegende camera.
Als u lms wilt opnemen met onderwerpen met dezelfde afmetingen als
waarop ze voor het lmen worden weergegeven, kunt u beeldstabilisatie
verminderen en automatisch corrigeren annuleren.
Kies menu [
] (
=
23) >
[ Auto. corrig.] > [Uitsch.].
Kies [IS-instellingen] > [Dynamic IS] >
[Laag].
U kunt ook [IS modus] op [Uit] zetten, zodat onderwerpen op
hetzelfde formaat worden opgenomen als waarop ze voor het
lmen worden weergegeven.
[Dynamic IS] is niet beschikbaar als [IS modus] is ingesteld
op [Uit] (
=
37).
Automatisch corrigeren uitschakelen
Foto’s
Films
Automatisch corrigeren zorgt ervoor dat lms recht blijven. U kunt deze
functie annuleren door [Uitsch.] te selecteren.
Kies menu [
] (
=
23) >
[ Auto. corrig.] > [Uitsch.].
Als de opname start, wordt het weergavegebied versmald en
worden de onderwerpen vergroot (
=
37).
Instellingen van de IS-modus wijzigen
Foto’s
Films
Beeldstabilisatie uitschakelen
Als de camera stil wordt gehouden (bijvoorbeeld bij gebruik op een statief),
moet u beeldstabilisatie instellen op [Uit] om de functie uit te schakelen.
Kies menu [
] (
=
23) >
[IS-instellingen] > [IS modus] > [Uit].
Uit Schakelt de beeldstabilisatie uit.
Aan
Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden
wordt automatisch toegepast (Intelligent IS) (
=
30).
38
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
De weergaveduur van het beeld na opnamen
wijzigen
Foto’s
Films
Kies in [Kijktijd] de gewenste optie.
Uit Na de opname worden geen beelden weergegeven.
2 sec.,
4 sec.,
8 sec.
Beelden worden gedurende de opgegeven tijd
weergegeven. Zelfs wanneer de foto nog op het scherm
staat, kunt u de ontspanknop al half indrukken om een
volgende foto te maken.
Vastzetten
Beelden worden weergegeven totdat u de ontspanknop
half indrukt.
De camerabewerkingen aanpassen
Pas de opnamefuncties aan in het menu [ ] (
=
23).
Voorkomen dat het AF-hulplicht afgaat
Foto’s
Films
Het lampje gaat branden als hulp bij het scherpstellen als u de
ontspanknop half indrukt in omstandigheden met weinig licht.
U kunt dit lampje uitschakelen.
Stel [AF-hulplicht] in op [Uitschakelen].
Voorkomen dat de lamp voor rode-ogenreductie
aangaat
Foto’s
Films
Een lampje voor rode-ogenreductie gaat branden om het eect van
rode ogen te verminderen wanneer u opnamen maakt met de itser
in omgevingen met weinig licht. U kunt dit lampje uitschakelen.
Stel in [Flits Instellingen] de optie
[Lamp Aan] in op [Uit].
39
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Kleuren verbeteren bij foto’s van
voedsel (Voedsel)
Foto’s
Films
Pas de kleurtonen aan om voedsel er vers en kleurrijk uit te laten zien.
1
Open de modus .
2
Verander de kleurtoon.
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
23) de optie [Kleurtoon] en
congureer vervolgens de gewenste
instelling.
3
Maak de opname.
Deze kleurtonen zijn mogelijk niet geschikt om op personen toe
te passen.
Bij opnamen met de itser worden kleurtonen automatisch op de
standaardinstelling ingesteld.
Andere opnamemodi
Maak eectiever opnamen in verschillende composities en maak betere
opnamen met unieke beeldeecten of vastgelegd met speciale functies
40
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
4
Maak de opname.
Houd de camera stil terwijl u een
opname maakt. Wanneer u de
ontspanknop volledig indrukt terwijl
achtergrondvervaging is ingesteld op
[Auto], maakt de camera twee opnamen
en worden de beelden verwerkt.
Egale-huideect
Maak een keuze uit drie niveaus voor
huidegalisering. Huidegalisering wordt
geoptimaliseerd voor het gezicht van het
hoofdonderwerp.
Helderheid Kies uit vijf helderheidsniveaus.
Achtergrond wazig Vervaag de achtergrond.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden is het mogelijk
dat andere beeldgebieden dan de huid van personen worden
aangepast.
Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om er zeker
van te zijn dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
In de itsmodus [ ] wordt achtergrondvervaging ingesteld op [Uit].
Deze instelling kan niet worden gewijzigd.
Opnamen maken van uzelf met
optimale instellingen (Zelfportret)
Foto’s
Films
Bij het maken van zelfportretten kunt u diverse beeldverwerkingsinstellingen
aanpassen. Zo kunt u uw huid egaler laten lijken op het beeld of de
helderheid en de achtergrond aanpassen zodat u beter opvalt.
1
Open de modus .
2
Congureer de instelling.
Druk op de knop om het
instellingenscherm te openen en
congureer vervolgens de helderheid
en huidegalisering.
Nadat u op de knop
drukt om het
instellingenscherm te sluiten, kunt u op
de knop drukken om de instelling voor
achtergrondvervaging uit te schakelen.
3
Open het scherm.
Open het scherm zoals wordt
geïllustreerd.
41
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Specieke scènes
Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera congureert
automatisch de instellingen voor optimale foto’s.
1
Open de modus .
2
Selecteer een opnamemodus.
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
23) de optie [ ] en kies vervolgens
een opnamemodus.
3
Maak de opname.
Portretopnamen maken (Portret)
Foto’s
Films
Mensen fotograferen met een
verzachtend eect.
Avondcomposities maken zonder
statief (Nachtopnamen uit hand)
Foto’s
Films
Fraaie opnamen van composities of
portretten in avondlicht, zonder dat
u de camera heel stil hoeft te houden
(zoals met een statief).
Eén beeld wordt gemaakt door
opeenvolgende foto’s te combineren,
waardoor camerabeweging en beeldruis
worden verminderd.
Bewegende onderwerpen (Sport)
Foto’s
Films
Maak continu opnamen terwijl de camera scherpstelt op bewegende
onderwerpen.
1
Open de modus .
2
Stel scherp.
Terwijl u de ontspanknop half indrukt,
blijft de camera de scherpstelling en
beeldhelderheid aanpassen waar het
blauwe kader wordt weergegeven.
3
Maak de opname.
Houd de ontspanknop volledig ingedrukt
om continue opnamen te maken.
In de modus kunnen de beelden korrelig lijken omdat
de ISO-snelheid (
=
53) wordt verhoogd om bij de
opnameomstandigheden te passen.
Na het maken van continue opnamen kan een vertraging
optreden voordat u opnieuw opnamen kunt maken. Bij sommige
typen geheugenkaarten kan deze vertraging nog groter zijn.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden, de camera-
instellingen en de zoompositie kan de opnamesnelheid afnemen.
Continue opnamen maken is niet mogelijk in de modus
Automatisch (
=
32).
42
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Speciale eecten toepassen
Voeg diverse eecten toe aan uw opnamen.
1
Open de modus .
2
Selecteer een opnamemodus.
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
23) de optie [ ] en kies vervolgens
een opnamemodus.
Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om er zeker van
te zijn dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
Opnamen maken van vuurwerk
(Vuurwerk)
Foto’s
Films
Levendige foto’s van vuurwerk.
In de modus [ ] kunnen de beelden korrelig lijken omdat
de ISO-snelheid (
=
53) wordt verhoogd om bij de
opnameomstandigheden te passen.
Stabiliseer de camera aangezien deze in de modus [
] continue
opnamen maakt.
In de modus [
] kunnen overmatige onscherpte door beweging
of bepaalde opnameomstandigheden ervoor zorgen dat u mogelijk
niet het verwachte resultaat verkrijgt.
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de
modus [
]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen
maakt met een statief of een ander middel gebruikt om de camera
stil te houden (
=
37).
Wanneer u een statief gebruikt voor avondscènes, krijgt u betere
resultaten als u opnamen maakt in de modus
in plaats van
de modus [
] (
=
26).
In de modus [
] wordt de optimale scherpstelling nog steeds
bepaald, ook al worden er geen kaders weergegeven wanneer
u de ontspanknop half indrukt.
43
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Opnamen maken in monochroom (Korrelig Z/W)
Foto’s
Films
Maak monochroomfoto’s met een gruizige, ruwe uitstraling.
1
Selecteer [ ].
2
Kies een eectniveau.
Selecteer [Filtereectniveau] en
congureer de instelling.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het eect is toegepast.
3
Maak de opname.
Opnamen maken met een huidegaliseringseect
(Egale huid)
Foto’s
Films
Deze functie verwerkt beelden om de huid er egaler te laten uitzien.
1
Selecteer [ ].
2
Kies een eectniveau.
Selecteer [Egale-huideect] en congureer
de instelling.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het eect is toegepast.
3
Maak de opname.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden is het mogelijk
dat andere beeldgebieden dan de huid van personen worden
aangepast.
44
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Opnamen maken met een visooglenseect
(Fisheye-eect)
Foto’s
Films
Maak opnamen met het vervormende eect van een visooglens.
1
Selecteer [ ].
2
Kies een eectniveau.
Selecteer [Filtereectniveau] en
congureer de instelling.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het eect is toegepast.
3
Maak de opname.
Opnamen met een soft-focuseect
Foto’s
Films
Met deze functie kunt u opnamen maken alsof er een soft-focuslter op
de camera is gemonteerd. U kunt het eectniveau naar wens instellen.
1
Selecteer [ ].
2
Kies een eectniveau.
Selecteer [Filtereectniveau] en
congureer de instelling.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het eect is toegepast.
3
Maak de opname.
45
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Opnamen die lijken op aquarellen (Aquareleect)
Foto’s
Films
Maak de kleuren zachter, voor foto’s die op aquarellen lijken.
1
Selecteer [ ].
2
Kies een eectniveau.
Selecteer [Filtereectniveau] en
congureer de instelling.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het eect is toegepast.
3
Maak de opname.
Opnamen die lijken op olieverfschilderijen
(Eect kunst opvallend)
Foto’s
Films
Geef onderwerpen een solidere uitstraling, net als onderwerpen in
olieverfschilderijen.
1
Selecteer [ ].
2
Kies een eectniveau.
Selecteer [Filtereectniveau] en
congureer de instelling.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het eect is toegepast.
3
Maak de opname.
46
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Opnamen die lijken op miniatuurmodellen
(Miniatuureect)
Foto’s
Films
Geeft het eect van een miniatuurmodel door beeldgebieden boven en
onder uw geselecteerde gebied te vervagen.
1
Selecteer [ ].
Op het scherm verschijnt een wit kader dat
het beeldgebied aangeeft dat scherp blijft.
2
Kies het gebied waarop u wilt
scherpstellen.
Druk op de knop .
Als u het kader wilt verplaatsen, drukt
u op de knoppen
/ .
Wilt u het AF-punt verplaatsen, druk
dan op de knop
en vervolgens op
de knoppen / / / .
3
Ga terug naar het opnamescherm
en maak de opname.
Druk op de knop om terug te keren
naar het opnamescherm en maak de
opname.
Als u bij stap 2 op de knoppen / drukt, verandert u de richting
van het kader (van horizontaal naar verticaal of omgekeerd).
U kunt het kader in verticale richting verplaatsen door op de
knoppen
/ te drukken.
Opnamen maken met een speelgoedcamera-eect
(Speelgoedcamera-eect)
Foto’s
Films
Met dit eect lijkt het alsof het beeld is gemaakt met een speelgoedcamera,
met vignetvorming (donkerder, vage hoeken) en een aanpassing van de
algehele kleur.
1
Selecteer [ ].
2
Selecteer een kleurtoon.
Selecteer [Type ltereect] en congureer
de instelling.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het eect is toegepast.
3
Maak de opname.
Standaard
Foto’s die lijken op opnamen die zijn gemaakt met een
speelgoedcamera.
Warm Beelden hebben een warmere tint dan met [Standaard].
Koel Beelden hebben een koelere tint dan met [Standaard].
47
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Onderwerpen worden voor 4K-lms groter weergegeven dan in
andere standen.
Als de camera tijdelijk oververhit raakt tijdens langdurige
4K-opnamen, wordt [
] weergegeven en stopt de opname.
Als dat gebeurt zijn lmopnamen tijdelijk niet beschikbaar, zelfs
niet als u op de lmknop drukt. Volg de weergegeven instructies
en kies ofwel een lmopnameformaat anders dan [
]
of [
] ofwel schakel de camera uit om deze te laten
afkoelen voordat u het opnemen hervat.
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie)
Foto’s
Films
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld,
aanpassen in stappen van 1/3 stop in een bereik van –3 tot +3.
Druk op de knop
. Kijk naar het scherm
en draai aan de knop om de helderheid
aan te passen. Druk nogmaals op de
knop wanneer u klaar bent.
De beeldhelderheid kan ook worden vergrendeld, zoals
beschreven bij “Belichting en helderheid van beeld vergrendelen
(AE-vergrendeling)” (
=
52).
Verschillende lms opnemen
Foto’s
Films
1
Open de modus .
Er verschijnen zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm
en het onderwerp wordt iets vergroot.
De zwarte balken geven beeldgebieden
aan die niet worden vastgelegd.
2
Maak de opname.
Druk op de lmknop.
Druk nogmaals op de lmknop om de
lmopname te stoppen.
Filmopnameformaat wijzigen
Foto’s
Films
Stel het lmopnameformaat en de framesnelheid in. De framesnelheid
geeft aan hoeveel beelden er per seconde worden opgenomen. Welke
opties beschikbaar zijn, hangt af van de NTSC- of PAL-instelling.
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
23) het item [ ] en
selecteer vervolgens de gewenste optie.
48
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Geluidsinstellingen
Foto’s
Films
Het windlter uitschakelen
Ruis die wordt veroorzaakt door harde wind, kan worden beperkt. Als er
geen wind is, kan het opgenomen geluid bij gebruik van deze optie echter
onnatuurlijk gaan klinken. In dit geval kunt u het windlter uitschakelen.
Kies menu [
] (
=
23) > [Windlter] >
[Uit].
De demper gebruiken
De demper kan audiovervorming beperken in luidruchtige omgevingen.
In stille omgevingen wordt echter het niveau van de geluidsopname beperkt.
Kies menu [
] (
=
23) > [Demper] en
kies vervolgens de gewenste optie.
Automatische langzame sluiter uitschakelen
Foto’s Films
De automatische langzame sluiter kan worden uitgeschakeld indien er
ruw bewogen wordt in lms met [ ], [ ], [ ]
of [ ]. Bij weinig licht kunnen de lms echter donker worden.
Kies menu [
] (
=
23) >
[ Auto. langzame sluiter] > [Uitsch.].
Hevige camerabewegingen corrigeren
Foto’s Films
Compenseer hevige camerabewegingen, bijvoorbeeld wanneer u opnames
maakt terwijl u beweegt. Het gedeelte van beelden dat wordt weergegeven,
verandert meer dan bij [Standaard] en onderwerpen worden meer vergroot.
Kies menu [
] (
=
23) >
[IS-instellingen] > [Dynamic IS] > [Hoog].
[Dynamic IS] is niet beschikbaar als [IS modus] is ingesteld
op [Uit] (
=
37).
49
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Bedien de camera niet tijdens de opname.
Als u de opname wilt annuleren, drukt u nogmaals op de lmknop.
Snel bewegende onderwerpen kunnen er vervormd uitzien in lms.
Geluid wordt niet opgenomen.
Miniatuurmodeleect in lms (Miniatuureectmovie)
Foto’s
Films
Geeft het eect van een miniatuurmodel in lms door beeldgebieden buiten
een geselecteerd gebied te vervagen.
1
Congureer de instelling.
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
23) het item [ ] en selecteer
vervolgens een optie.
2
Kies het gebied waarop u wilt
scherpstellen.
Druk op de knop .
Als u het kader wilt verplaatsen, drukt
u op de knoppen
/ .
Wilt u het AF-punt verplaatsen, druk
dan op de knop
en vervolgens op
de knoppen / / / .
3
Ga terug naar het opnamescherm
en maak de opname.
Druk op de knop om terug te keren
naar het opnamescherm. Wilt u op het
onderwerp scherpstellen, druk dan de
ontspanknop half in.
Druk op de lmknop.
Time-lapselms opnemen
Foto’s
Films
Time-lapselms kunnen beelden combineren die automatisch worden
vastgelegd met een ingesteld interval. Eventuele geleidelijke wijzigingen
van het onderwerp (zoals de wijzigingen in een landschap) worden
versneld afgespeeld.
1
Open het scherm [Time-lapse-movie].
Selecteer menu [ ] (
=
23) >
[Time-lapse-movie].
2
Congureer de instelling.
Kies een compositie in [Time-lapse].
Selecteer een item en kies vervolgens
de gewenste optie.
Stel [Scherm auto uit] in op [Deactiveren]
om het scherm 30 minuten aan te houden
nadat u de opname begint. Stel deze
optie in op [Activeren] om het scherm
10 seconden nadat het eerste beeld is
vastgelegd, uit te schakelen. Om het
scherm tijdens de opname te activeren
of te deactiveren, drukt u op de knop
.
Terwijl u de items congureert, worden de
vereiste tijd (
) en de afspeeltijd van de
lm ( ) weergegeven.
3
Ga terug naar het opnamescherm.
Druk op de knop om terug
te keren naar het opnamescherm.
Wilt u op het onderwerp scherpstellen,
druk dan de ontspanknop half in.
Druk op de lmknop.
50
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
De vereiste tijd die nodig is voor het
opnemen van een videosnapshot wordt
aangegeven op basis van de afspeeltijd
en het -eect.
Nadat u eerste videosnapshot is
opgenomen kunt u in [Albuminstellingen]
kiezen in welk album u uw volgende
videosnapshot wilt opslaan.
3
Maak de opname.
Druk op de knop om terug te
keren naar het opnamescherm en druk
vervolgens op de lmknop.
Er wordt een balk weergegeven die de
verstreken tijd aangeeft. Na aoop stopt
de opname automatisch.
4
Sla op in een album.
Dit bericht wordt niet weergegeven indien
u [Bevest.ber. wrg.] bij stap 2 instelt op
[Uitschakelen] en de videosnapshot wordt
automatisch opgeslagen in het album
dat u bij stap 2 hebt geselecteerd in
[Albuminstellingen].
Herhaal stap 3–4 indien gewenst.
5
Schakel videosnapshots uit.
Kies in het scherm Snel instellen
(
=
23) de optie [ ].
Videosnapshots worden in een nieuw album opgeslagen als de
opnametijd van het huidige album 5 min. overschrijdt.
De vermelde afspeeltijd per videosnapshot is slechts een indicatie.
Stel het lmopnameformaat in op [
] of [ ].
Eventuele videosnapshots waarvan u handmatig de opname
stopt, worden opgeslagen als normale lms.
Er wordt geen geluid opgenomen als u [Afspeeleect] instelt
op [2 x snelheid] of [1/2 x snelheid].
Geschatte afspeeltijd (voor clips van één minuut)
Snelheid Afspeeltijd
Circa 12 sec.
Circa 6 sec.
Circa 3 sec.
Geluid wordt niet opgenomen.
Stel het lmopnameformaat in op [
] of [ ].
Videosnapshots opnemen
Foto’s
Films
Maak een reeks videosnapshots van 4, 6 of 8 sec. De camera zal
deze combineren om een videosnapshotalbum te maken, waarin de
hoogtepunten van uw reis of evenement worden getoond.
1
Schakel videosnapshots in.
Selecteer menu [ ] (
=
23) >
[Videosnapshot] > [Inschakelen].
2
Congureer de instelling.
Kies een item dat u wilt congureren en
kies de gewenste optie.
Afspeeltijd Selecteer de afspeeltijd voor een videosnapshot.
Afspeeleect Selecteer het afspeeleect voor een videosnapshot.
Bevest.ber. wrg.
Selecteer of u na elke opgenomen videosnapshot
een bevestigingsbericht wilt laten weergeven.
51
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Opnamen maken met programma AE
(P-modus)
Foto’s
Films
U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl.
1
Open de modus .
2
Pas de instellingen naar wens
aan (=
52 – =
63) en maak
een opname.
Als er geen standaardbelichting kan worden verkregen wanneer
u de ontspanknop half indrukt, knipperen de sluitertijd en de
diafragmawaarde in het wit. Probeer in dit geval de ISO-snelheid
aan te passen (
=
53) of de itser te activeren (bij donkere
onderwerpen,
=
61) om zo de standaardbelichting te verkrijgen.
U kunt ook lms opnemen in de modus
door op de lmknop
te drukken. Sommige instellingen van Snel instellen (
=
22) en
MENU (
=
23) kunnen echter automatisch worden aangepast
voor lmopnamen.
U kunt de combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde wijzigen
door de ontspanknop half in te drukken en aan de knop
te
draaien (Programmakeuze).
P-modus
Meer onderscheidende foto’s in de opnamestijl van uw voorkeur
In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat het programmakeuzewiel is
ingesteld op de modus
. Sommige functies van de modus zijn ook
beschikbaar in andere standen.
: programma AE; AE: automatische belichting
52
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
2
Kies de compositie en maak een
opname.
Zodra [ ] niet langer wordt
weergegeven, wordt AE ontgrendeld.
In de modus , , , of wordt een belichtingswaarde
weergegeven de gebaseerd is op de tijd die is ingesteld bij
[Meettimer] in het menu [
] (
=
23).
De meetmethode wijzigen
Foto’s
Films
U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van
helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden.
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
22) het item [ ] en selecteer
vervolgens de gewenste optie.
Meervlaks
meting
Voor standaardomstandigheden, inclusief
onderwerpen die van achteren worden belicht.
De belichting wordt automatisch aangepast aan
de opnameomstandigheden.
Spotmeting
Meting wordt beperkt tot het [
]
(spotmetingpuntkader) dat wordt weergegeven
in het midden van het scherm.
Centrum
gew.
gemiddeld
Bepaalt de gemiddelde helderheid van het
gehele beeldgebied. Dit wordt berekend door
de helderheid in het centrumgebied als het
belangrijkste te behandelen.
Helderheid van het beeld (Belichting)
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie)
Foto’s
Films
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld,
aanpassen in stappen van 1/3 stop in een bereik van –3 tot +3.
Druk op de knop
. Kijk naar het scherm
en draai aan de knop om de helderheid
aan te passen. Druk nogmaals op de
knop wanneer u klaar bent.
Belichting en helderheid van beeld vergrendelen
(AE-vergrendeling)
Foto’s
Films
Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen, of u kunt
de focus en belichting afzonderlijk instellen.
1
Vergrendel de belichting.
Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan u een
opname wilt maken. Houd de ontspanknop
half ingedrukt en druk op de knop .
[
] wordt weergegeven en de belichting
wordt vergrendeld.
Deze instelling wordt automatisch
ontgrendeld nadat de meettimer aoopt.
53
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Helderheid en contrast automatisch corrigeren
(Automatische helderheidsoptimalisatie)
Foto’s
Films
Corrigeer de helderheid en het contrast automatisch om te voorkomen
dat beelden te donker zijn, te weinig contrast bevatten of te veel contrast
bevatten.
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
22) het item [ ] en selecteer
vervolgens de gewenste optie.
Deze functie kan de ruis in bepaalde opnameomstandigheden
verhogen.
Als automatische helderheidsoptimalisatie beelden te helder
maakt, stelt u deze functie in op [
] of [ ].
De beelden kunnen nog altijd helder zijn of het eect van de
belichtingscompensatie kan zwak zijn bij een andere instelling
dan [
] als u een donkerdere instelling voor belichtingscorrectie
of itsbelichtingscompensatie gebruikt. Stel deze functie in op [
]
om opnamen te maken met de door u opgegeven helderheid.
De ISO-snelheid wijzigen
Foto’s
Films
Stel de ISO-snelheid in op [AUTO] voor automatische aanpassing aan
de opnamemodus en –omstandigheden. Anders stelt u een hogere
ISO-snelheid in voor hogere gevoeligheid of een lagere waarde voor
lagere gevoeligheid.
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
22) het item [ ] en selecteer
vervolgens de gewenste optie.
Kiezen voor een lagere ISO-snelheid levert wel scherpere
beelden op, maar onder bepaalde opnameomstandigheden neemt
de kans op een onscherp onderwerp en bewogen beelden toe.
De keuze voor een hogere ISO-snelheid zal de sluitertijd verhogen,
wat onscherpe en bewogen onderwerpen vermindert en het
itserbereik vergroot. Foto’s kunnen er echter wel korrelig uitzien.
54
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Aangepaste witbalans
Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor
beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de
witbalans in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten.
1
Fotografeer een wit voorwerp.
Maak een opname waarbij de camera
wordt gericht op een blad papier of een
ander volledig wit onderwerp, zodat het
wit het scherm vult.
2
Selecteer [ ].
Voer de stappen in “Natuurlijke kleuren
vastleggen (Witbalans)” (
=
54) uit
om [ ] te selecteren.
3
Selecteer [Handmatige witbalans].
Selecteer menu [ ] (
=
23) >
[Handmatige witbalans].
4
Laad de witbalansgegevens.
Selecteer uw afbeelding uit stap 1 en
druk vervolgens op de knop .
Druk op de knop
om terug te
keren naar het opnamescherm.
Beeldkleuren
Natuurlijke kleuren vastleggen (Witbalans)
Foto’s
Films
Door de witbalans aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten
lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt.
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
22) het item [ ] en selecteer
vervolgens de gewenste optie.
Auto.
Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch
ingesteld voor de opnameomstandigheden.
Daglicht Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Schaduw Voor opnamen in de schaduw.
Bewolkt
Voor opnamen bij bewolkt weer of in de
schemering.
Kunstlicht Voor opnamen bij normale gloeilampen.
Wit TL licht Voor opnamen bij wit tl-licht.
Custom U kunt zelf een aangepaste witbalans instellen.
55
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Elk correctieniveau dat u instelt, wordt behouden, zelfs als u de
optie voor witbalans bij stap 1 wijzigt.
B: blauw; A: geel; M: magenta; G: groen
Eén niveau van de blauw/geel-correctie staat gelijk aan
ongeveer 5 mireds van een kleurtemperatuurconversielter.
(Mired: eenheid voor kleurtemperatuur die de dichtheid van
een kleurtemperatuurconversielter weergeeft.)
Kleuren aanpassen (Stijlinstellingen)
Foto’s
Films
Selecteer kleurinstellingen die composities of onderwerpen goed tot hun
recht laten komen.
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
22) het item [ ] en selecteer
vervolgens de gewenste optie.
Met [ ] kunt u op de knop drukken om het contrast,
de verzadiging of andere instellingen aan te passen.
Als u een wit onderwerp vastlegt dat te helder of te donker is, kunt
u mogelijk u de witbalans niet goed instellen.
Als u een ongeschikt beeld selecteert, wordt een bericht
weergegeven op het scherm voor het laden van witbalansgegevens.
Selecteer [Annuleer] om een ander beeld te kiezen. Selecteer [OK]
om dit beeld te gebruiken voor het laden van de witbalansgegevens,
maar onthoud dat dit mogelijk geen geschikte witbalans oplevert.
In plaats van een wit voorwerp kan een grijskaart of een reector
met 18% grijs (in de handel verkrijgbaar) een nauwkeurigere
witbalans opleveren.
De huidige witbalans en gerelateerde instellingen worden
genegeerd wanneer u een wit onderwerp vastlegt.
De witbalans handmatig corrigeren
U kunt de witbalans handmatig corrigeren. Deze aanpassing kan
overeenkomen met eect dat u zou krijgen bij gebruik van een in de winkel
verkrijgbaar kleurtemperatuurconversielter of kleurcompensatielter.
1
Congureer de instelling.
Volg de stappen bij “Natuurlijke kleuren
vastleggen (Witbalans)” (
=
54) om de
witbalansoptie te kiezen.
2
Congureer geavanceerde
instellingen.
Wilt u deze instelling uitgebreid
congureren, druk dan op de knop
en vervolgens op de knoppen / / /
om het correctieniveau aan te passen.
Druk op de knop
om de instelling te
voltooien.
56
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Opnamen maken in de modus voor handmatige
scherpstelling
Foto’s
Films
Gebruik handmatig scherpstellen wanneer automatisch scherpstellen in
AF-stand niet mogelijk is. U kunt de algemene focuspositie opgeven en dan
de ontspanknop half indrukken om de camera de optimale scherpstelpositie
te laten vastleggen die het dichtst bij de door u opgegeven positie ligt.
1
Selecteer [ ].
Druk op de knop en kies [ ].
[
] en de MF-indicator worden
weergegeven.
2
Geef de algemene focuspositie op.
Gebruik de MF-indicator (1) op het scherm,
die de afstand en de scherpstelpositie
aangeeft, als richtlijn en druk op de
knoppen / of draai aan de knop
om de algemene scherpstelpositie op te
geven. Druk vervolgens op de knop .
3
Pas de focus verder aan.
Druk de ontspanknop half in om de
camera de scherpstelpositie verder
te laten afstellen (Veiligheids MF).
U kunt de camera op een statief plaatsen om deze te stabiliseren
en nauwkeuriger scherp te stellen.
Om de verdere afstelling van automatische scherpstelling uit te
schakelen wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, kiest
u menu [
] (
=
23) > [Veiligheids MF] > [Uit].
Voor eenvoudigere handmatige scherpstelling kiest u menu [
]
(
=
23) > [MF-peaking-instellingen] > [Peaking] > [Aan].
Opnamebereik en scherpstellen
Close-ups maken (Macro)
Foto’s
Films
Stel de camera in op [ ] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich dichtbij bevinden.
Druk op de knop
en kies [ ].
Als u itst, kan vignetvorming optreden.
In het weergavegebied in de gele balk onder de zoombalk
wordt [
] grijs en de camera stelt niet scherp.
Om camerabeweging te voorkomen, plaatst u de camera op een
statief en maakt u opnamen met de camera ingesteld op [
]
(
=
34).
57
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Digitale telelens
Foto’s
Films
De brandpuntsafstand van de lens kan worden vergroot met ongeveer
1,6x of 2,0x. Dit kan camerabeweging verminderen doordat de sluitertijd
hoger is dan wanneer u zou zoomen (inclusief het gebruik van digitale
zoom) in dezelfde zoomfactor.
Kies menu [
] (
=
23) > [Digitale zoom]
en kies vervolgens de gewenste optie.
Het beeld wordt vergroot en de
zoomfactor verschijnt op het scherm.
De sluitertijd kan equivalent zijn wanneer u de zoomknop
helemaal naar
duwt voor een maximale telelensinstelling en
wanneer u inzoomt om het onderwerp te vergroten tot hetzelfde
formaat door stap 2 van “Nader inzoomen op het onderwerp
(Digitale zoom)” (
=
31) uit te voeren.
De AF-methode selecteren
Foto’s
Films
Kies een methode voor automatische scherpstelling (AF) voor het
onderwerp en de compositie waarvan u opnamen aan het maken bent.
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
22) het item [ ] en selecteer
vervolgens de gewenste optie.
Het scherpstelgebied eenvoudig bepalen (MF-peaking)
Randen van onderwerpen waarop is scherpgesteld worden in kleur
weergegeven om handmatig scherpstellen te vereenvoudigen. U kunt
de kleuren en de gevoeligheid (niveau) van de randdetectie aanpassen.
1
Open het instellingenscherm.
Kies menu [ ] (
=
23) >
[MF-peaking-instellingen] > [Aan].
2
Congureer de instelling.
Kies een item dat u wilt congureren
en kies de gewenste optie.
Kleuren die worden weergegeven voor MF-peaking worden niet
opgeslagen in uw afbeeldingen.
58
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Onderwerpen selecteren om op scherp te stellen
(AF Tracking)
Foto’s
Films
Maak als volgt een opname nadat u het onderwerp hebt gekozen waarop
moet worden scherpgesteld.
1
Selecteer [AF Tracking].
Voer de stappen bij “De AF-methode
selecteren” (
=
57) uit om [AF Tracking]
te selecteren.
[
] wordt weergegeven in het midden
van het scherm.
2
Kies een onderwerp waarop u wilt
scherpstellen.
Richt de camera zo dat [ ] op het
gewenste onderwerp valt.
Druk de ontspanknop half in.
[
] verandert in een blauw [ ] dat het
onderwerp volgt terwijl de scherpstelling
en belichting worden aangepast
(Servo AF) (
=
59).
3
Maak de opname.
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
[AF-werking] (
=
59) is ingesteld op [Servo AF] en kan niet
worden gewijzigd.
Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein
is, te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond te klein is.
[
] is niet beschikbaar.
Het scherpstellen kan in zeer heldere omstandigheden langer
duren of niet juist zijn wanneer de onderwerpen donker zijn of
weinig contrast bevatten.
+volgen
Foto’s
Films
Nadat u de camera op het onderwerp richt, wordt een wit kader
weergegeven rond het gezicht van het onderwerp dat de camera
als hoofdonderwerp heeft aangemerkt.
Wanneer de camera beweging detecteert, volgen de kaders de
bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik.
Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd, worden nadat u de
ontspanknop half indrukt groene kaders weergegeven rond andere
gebieden waarop is scherpgesteld.
Voorbeelden van gezichten die niet kunnen worden gedetecteerd:
- Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij
- Onderwerpen die donker of licht zijn
- Gezichten en prol, vanuit een hoek of gedeeltelijk verborgen
De camera kan niet-menselijke onderwerpen identiceren als
gezichten.
59
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
2
Stel scherp.
De scherpstelling en belichting blijven
behouden waar de blauwe AF-punten
worden weergegeven wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
De belichting wordt in de modus Servo AF niet vergrendeld
wanneer u de ontspanknop half indrukt, maar wordt bepaald op
het moment dat u een opname maakt. Het maakt daarbij niet uit
welke meetmethode (
=
52) is ingesteld.
Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp en de snelheid van
het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera niet de juiste
scherpstelling kan bepalen.
Houd de knop minstens een seconde ingedrukt als u opnamen
maakt in de modus [
] (
=
56).
Centrum
Foto’s
Films
Eén AF-punt wordt in het midden weergegeven. Eectief voor betrouwbaar
scherpstellen.
Om composities te maken met de onderwerpen aan de rand of
in een hoek, richt u de camera eerst zo dat u het onderwerp in
een AF-punt ziet en vervolgens houdt u de ontspanknop half
ingedrukt. Terwijl u de ontspanknop half ingedrukt blijft houden,
creëert u de gewenste compositie en vervolgens drukt u de
ontspanknop helemaal in (Focusvergrendeling).
Opnamen maken met Servo AF
Foto’s
Films
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto’s mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en
de belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
1
Congureer de instelling.
Kies in het scherm Snel instellen
(
=
22) de optie [ONE SHOT] >
[SERVO].
60
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Opnamen maken met AF-vergrendeling
Foto’s
Films
U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de
focuspositie niet gewijzigd, zelfs niet als u de ontspanknop loslaat.
1
Vergrendel de focus.
Houd de ontspanknop half ingedrukt en
druk op de knop .
De scherpstelling is nu vergrendeld
en [
] en de MF-indicator verschijnen
op het scherm.
Om de scherpstelling te ontgrendelen,
laat u de ontspanknop los, drukt
u opnieuw op de knop
en kiest
u [ ] of [ ].
2
Kies de compositie en maak een
opname.
De focusinstelling veranderen
Foto’s
Films
U kunt de standaardwaarden van de camera zo instellen dat deze
constant scherpstelt op de onderwerpen waarop deze wordt gericht,
zelfs wanneer de ontspanknop niet wordt ingedrukt. U kunt in plaats
hiervan de camera beperken tot scherpstellen op het moment waarop
u de ontspanknop half indrukt.
Kies menu [
] (
=
23) >
[Continue AF] > [Uitschakelen].
Inschakelen
Helpt te voorkomen dat u onverwachte fotokansen
mist, doordat de camera continu scherpstelt op
onderwerpen totdat u de ontspanknop half indrukt.
Uitschakelen
De camera stelt niet continu scherp, zodat de accu
minder snel leeg is. De scherpstelling kan hierdoor
echter worden vertraagd.
61
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Flitser uit
Voor het maken van opnamen zonder itser.
Flitser
Flitsermodus wijzigen
Foto’s
Films
U kunt de itsermodus wijzigen en aanpassen aan de opnamecompositie.
Druk op de knop
en kies een
itsmodus.
Automatische its
Als er weinig licht is, wordt er automatisch geitst.
Flitser aan
Er wordt bij elke opname geitst.
Slow sync
Er wordt geitst om de helderheid van het hoofdonderwerp (zoals mensen)
te verbeteren terwijl er opnamen gemaakt worden met een langere
sluitertijd, zodat de achtergrond buiten het itsbereik verlicht wordt.
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de
modus [
]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen
maakt met een statief of een ander middel gebruikt om de camera
stil te houden (
=
37).
In de modus [
] mag het hoofdonderwerp niet bewegen totdat het
geluid van de ontspanknop stopt, zelfs nadat de itser geitst heeft.
62
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Opnamen maken met FE-vergrendeling
Foto’s
Films
Behoud het itssterkteniveau.
1
Klap de itser uit en stel deze in
op [ ] of [ ] (=
61).
2
Leg het itssterkteniveau vast.
Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan
u een opname wilt maken. Houd de
ontspanknop half ingedrukt en druk
op de knop .
De itser gaat af, er wordt een cirkel
weergegeven die het meetbereik
aangeeft en [
] wordt weergegeven,
om aan te geven dat het itssterkteniveau
behouden blijft.
3
Kies de compositie en maak een
opname.
FE: itsbelichting
De itsbelichtingscompensatie aanpassen
Foto’s
Films
Net als bij de normale belichtingscompensatie (
=
52) kunt u de
itsbelichting aanpassen met stappen van 1/3 stop in een bereik
van –2 tot +2.
Congureer de instelling door menu [
]
(
=
23) > [Flits Instellingen] >
[Flitsbelichtingscompensatie] te
selecteren.
Het correctieniveau dat u hebt opgegeven
wordt nu weergegeven.
Wanneer de kans op overbelichting bestaat, past de camera
voor opnamen met de itser automatisch de sluitertijd of
diafragmawaarde aan om vervaagde highlights te verminderen
en opnamen te maken met een optimale belichting. U kunt de
automatische aanpassing van de sluitertijd en diafragmawaarde
echter uitschakelen door menu [
] (
=
23) > [Flits Instellingen] >
[Veiligheids FE] > [Uit] te selecteren.
63
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Overige instellingen
Instellingen van de IS-modus wijzigen
Foto’s
Films
U kunt beeldstabilisatie uit laten tot het moment dat u opnames gaat maken.
Kies menu [
] (
=
23) >
[IS-instellingen] > [IS modus] > [Opname].
Wanneer beeldstabilisatie camerabeweging niet kan voorkomen,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen
om de camera stil te houden. Stel in dat geval [IS modus] in op [Uit].
De instelling wordt gewijzigd in [Aan] voor lmopnamen.
64
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Specieke sluitertijden (Tv-modus)
Foto’s
Films
Stel de gewenste sluitertijd in voordat u met het opnemen begint.
Op de camera wordt de diafragmawaarde automatisch aangepast aan
de ingestelde sluitertijd.
1
Open de modus .
2
Stel de sluitertijd in.
Draai aan de knop om de sluitertijd in
te stellen.
Bij opnameomstandigheden met langere sluitertijden treedt
mogelijk een vertraging op voordat u opnieuw een foto kunt
maken. Dit komt doordat de camera de beelden verwerkt om
ruis te voorkomen.
Stel [IS modus] in op [Uit] wanneer u een langere sluitertijd
gebruikt en opnamen maakt met een statief (
=
37).
De kortste sluitertijd voor het maken van opnamen met een
itser is 1/2.000 seconde. Als u een kortere sluitertijd selecteert,
wordt de sluitertijd voordat u opnamen kunt maken automatisch
ingesteld op 1/2.000 seconde.
Als u een sluitertijd van 1,3 seconde of een langere sluitertijd
gebruikt, is de ISO-snelheid [100]. Deze waarde kan niet worden
gewijzigd.
De standaardbelichting is niet beschikbaar als de
diafragmawaarde wit knippert wanneer u de ontspanknop half
indrukt. Pas de sluitertijd aan totdat de diafragmawaarde in het
wit wordt weergegeven.
: tijdwaarde
Tv-, Av- en M-modus
Maak slimmer geraneerde opnamen en pas de camera aan uw favoriete
opnamestijl aan
In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de camera is ingesteld op de
betreende modus.
65
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Specieke sluitertijden en
diafragmawaarden (M-modus)
Foto’s
Films
Voer voordat u opnamen maakt de volgende stappen uit voor het instellen
van de gewenste sluitertijd en diafragmawaarde, zodat u de gewenste
belichting krijgt.
1
Open de modus .
2
Stel de ISO-snelheid in (=
53).
3
Congureer de instelling.
Druk op de knop om de sluitertijd (1)
of diafragmawaarde (2) te kiezen en
draai aan de knop om een waarde in
te voeren.
Als u een sluitertijd van 1,3 seconde of een langere sluitertijd
gebruikt, is de ISO-snelheid [100]. Deze waarde kan niet worden
gewijzigd.
De modus
Automatisch is niet beschikbaar in de modus .
Specieke diafragmawaarden
(Av-modus)
Foto’s
Films
Stel de gewenste diafragmawaarde in voordat u begint met opnemen.
Op de camera wordt de sluitertijd automatisch aangepast aan de
ingestelde diafragmawaarde.
1
Open de modus .
2
Stel de diafragmawaarde in.
Draai aan de knop om de
diafragmawaarde in te stellen.
De standaardbelichting is niet beschikbaar als de sluitertijd
wit knippert wanneer u de ontspanknop half indrukt. Pas de
diafragmawaarde aan totdat de sluitertijd in het wit wordt
weergegeven.
: diafragmawaarde (de grootte van de irisopening in de lens)
Wilt u de sluitertijd en diafragmawaarde automatisch laten
aanpassen en zelfs bij ongunstige belichtingsomstandigheden
standaardbelichting mogelijk maken in de modus
/ ,
kies dan menu [
] (
=
23) > [Veiligheidsshift] > [Insch.].
66
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
De itsoutput aanpassen
Foto’s
Films
Maak een keuze uit de drie itsniveaus in de modus / / .
1
Open de modus / / .
2
Congureer de instelling.
Kies menu [ ] (
=
23) >
[Flits Instellingen] > [Flitsmodus] >
[Handmatig] en congureer [Flits output].
: handmatig
De standaardbelichting wordt berekend op basis van de
opgegeven meetmethode (
=
52).
Als de ISO-snelheid vast is, kunt u de door u opgegeven waarde
(aangeduid door de positie waar het belichtingsniveauteken
beweegt) vergelijken met het standaardbelichtingsniveau door de
ontspanknop half in te drukken. Als het verschil ten opzichte van
het standaard belichtingsniveau groter is dan 3 stops, wordt het
belichtingsniveauteken weergegeven als [
] of [ ].
Na het instellen van de sluitertijd en de diafragmawaarde kan het
belichtingsniveau wijzigen als u de zoom aanpast of een nieuwe
compositie voor de opname maakt.
Als de ISO-snelheid vast is, kan de helderheid van het scherm
worden aangepast afhankelijk van de door u ingestelde sluitertijd
en diafragmawaarde. De helderheid van het scherm wijzigt echter
niet als de itser is uitgeklapt en de modus [
] is ingesteld.
De belichting kan anders zijn dan verwacht als de ISO-snelheid is
ingesteld op [AUTO], omdat de ISO-snelheid wordt aangepast om
te garanderen dat de standaardbelichting in overeenstemming is
met uw opgegeven sluitertijd en diafragmawaarde.
Beeldhelderheid kan worden beïnvloed door automatische
helderheidsoptimalisatie. Om de automatische
helderheidsoptimalisatie uitgeschakeld te houden in de modus
,
zet u in het instellingenscherm van de automatische
helderheidsoptimalisatie een vinkje [
] bij [Uitsch. bij handm. bel.].
Wilt u de belichting aanpassen wanneer de ISO-snelheid
is ingesteld op [AUTO], selecteer dan een niveau op de
belichtingscompensatiebalk.
67
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Bekijken
Foto’s
Films
Na het maken van foto’s of het opnemen van lms kunt u deze, zoals
hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
1
Schakel over naar de afspeelmodus.
Druk op de knop .
2
Selecteer de beelden.
Als u het vorige beeld wilt bekijken, drukt
u op de knop of draait u de knop
tegen de klok in. Om het volgende beeld
te bekijken, drukt u op de knop of draait
u de knop met de klok mee.
Houd de knoppen
/ ingedrukt om snel
door beelden te bladeren.
Films zijn herkenbaar aan het
pictogram [
]. Druk op de knop .
Afspelen
Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze op tal van
manieren doorbladeren en bewerken
Druk op de knop
om over te schakelen naar de afspeelmodus
en de camera voor te bereiden op deze handelingen.
Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan
de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere
camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld
of bewerkt.
68
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Van weergavemodus wisselen
Foto’s
Films
Druk op de knop om andere informatie weer te geven op het
scherm of om de informatie te verbergen. Zie “Afspelen (uitgebreide
informatieweergave)” (
=
120) voor meer informatie over de
weergegeven gegevens.
Geen informatieweergave
Beknopte informatieweergave
Uitgebreide informatieweergave
Uitgebreide informatieweergave 2
3
Speel lms af.
Selecteer [ ] en druk op de knop .
Wilt u het volume aanpassen, druk dan
tijdens het afspelen op de knoppen
/ .
Druk op de knop
als u het afspelen wilt
onderbreken of hervatten.
Na de lm verschijnt [
].
Om vanuit de afspeelmodus naar een opnamemodus te gaan,
drukt u de ontspanknop half in.
Als u de meest recente opname wilt laten weergeven wanneer
u overschakelt naar de afspeelmodus, kiest u menu [
]
(
=
23) > [Vanaf laatst gez.] > [Uitsch.]. Wanneer u nu het
afspelen van beelden start nadat u de camera inschakelt,
wordt de meest recente opname weergegeven.
69
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
De gps-informatieweergave is niet beschikbaar voor beelden
waarvoor deze informatie ontbreekt.
[---] wordt weergegeven in plaats van numerieke waarden voor
items die niet beschikbaar zijn op uw smartphone of voor items
die niet juist zijn vastgelegd.
UTC: staat voor “Coordinated Universal Time” en komt vrijwel
overeen met Greenwich Mean Time.
Historie van verzonden beelden
Beelden die u naar een smartphone of computer hebt verzonden, worden
aangeduid met een pictogram van dat apparaat.
Overbelichtingswaarschuwing (voor highlights
van beelden)
Foto’s
Films
In de uitgebreide informatieweergave (
=
68) knipperen de vervaagde
highlights van het beeld op het scherm.
Histogram
Foto’s
Films
De graek die verschijnt in de uitgebreide
informatieweergave (
=
68) is een
histogram dat de distributie van de
helderheid in het beeld toont. Op de
horizontale as staat de helderheidsgraad
en de verticale geeft aan welk
gedeelte van het beeld zich op elk
helderheidsniveau bevindt. Het histogram
bekijken is een manier om de belichting
te controleren.
Gps-informatieweergave
Foto’s
Films
De foto’s en lms die u maakt, kunnen
worden voorzien van een geotag
met behulp van gps-informatie (zoals
breedtegraad, lengtegraad en hoogte)
van een smartphone met ingeschakelde
Bluetooth-functie (
=
87). U kunt
deze informatie controleren in de
gps-informatieweergave.
Van boven naar onder worden
breedtegraad, lengtegraad, hoogte en
UTC (opnamedatum en -tijd) getoond.
70
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Door beelden bladeren en beelden
lteren
Bladeren door beelden in een index
Foto’s
Films
U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een
index weer te geven.
1
Geef beelden weer in een index.
Verschuif de zoomknop naar als
u beelden in een index wilt weergeven.
Als u de zoomknop nogmaals verschuift,
worden meer beelden weergegeven.
Verschuif de zoomknop naar
om
minder beelden weer te geven. Het aantal
beelden neemt elke keer af wanneer u de
zoomknop verschuift.
2
Selecteer een beeld.
Draai aan de knop of druk op de
knoppen / / / om een beeld te
selecteren.
Er wordt een oranje kader rond het
geselecteerde beeld weergegeven.
Druk op de knop
om het geselecteerde
beeld in de enkelvoudige weergave te
bekijken.
Korte lms bekijken die zijn gemaakt bij het
nemen van foto’s (digest-lms)
Foto’s
Films
U kunt als volgt een lmsynopsis bekijken met digest-lms die automatisch
zijn opgenomen in de modus (
=
28) op een dag waarop u foto’s
hebt genomen.
1
Selecteer een beeld.
Kies een foto met de aanduiding
[ ].
2
Speel de digest-lm af.
Kies in het scherm Snel instellen
(
=
23) de optie [ ].
De digest-lm die automatisch is
opgenomen op de dag dat de foto’s
zijn gemaakt, wordt vanaf het begin
afgespeeld.
Na een kort moment wordt [ ] niet meer weergegeven
wanneer u de camera gebruikt met uitgeschakelde
informatieweergave (
=
68).
71
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Als op de camera voor bepaalde voorwaarden geen
overeenkomende beelden zijn gevonden, zijn die voorwaarden
niet beschikbaar.
Wilt u uw zoekopdracht wissen, druk dan in het instellingenscherm
op de knop
.
U kunt ook alle beelden die aan de voorwaarden voldoen,
beveiligen, draaien of op andere wijze bewerken door op de
knop
te drukken. De beelden die aan de voorwaarden
voldoen, worden weergegeven met gele kaders.
Als u beelden bewerkt en opslaat als nieuwe beelden, wordt een
bericht weergegeven en worden de gevonden beelden niet meer
weergegeven.
Dezelfde bewerkingen zijn beschikbaar als u menu [
] >
[Beeldzoekvoork. instellen] selecteert.
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven
voorwaarden
Foto’s
Films
Vind snel de gewenste beelden op een geheugenkaart vol beelden door
de beeldweergave te lteren op de door u opgegeven voorwaarden.
U kunt deze beelden ook allemaal tegelijk beveiligen of wissen.
Classicatie
Hiermee worden beelden weergegeven die u hebt
beoordeeld.
Datum
Geeft beelden weer die op een bepaalde datum
zijn opgenomen.
Map
Geeft beelden uit een specieke map weer.
Beveiligen
Geeft beveiligde of onbeveiligde beelden op de
geheugenkaart weer.
Type bestand
Geeft [
Foto’s], [ Movies] of lms die zijn
opgenomen in de modus weer.
1
Kies een zoekvoorwaarde.
Kies in het scherm Snel instellen
(
=
23) de optie [ ].
Druk op de knoppen
/ om te bladeren
en gebruik de knoppen / om een optie
te selecteren.
Als u klaar bent, drukt u op de
knop
.
2
Bekijk de gelterde beelden.
Beelden die voldoen aan uw
voorwaarden, worden in gele kaders
weergegeven. Druk op de knoppen /
of draai aan de knop om alleen deze
beelden te bekijken.
Wilt u de gelterde weergave annuleren,
kies dan [
] bij stap 1 en druk op de
knop .
72
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Diavoorstellingen bekijken
Foto’s
Films
Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u als volgt
automatisch afspelen.
Kies menu [
] (
=
23) >
[Diavoorstelling].
Kies [Start] om de diavoorstelling te
beginnen.
Door te tikken op [Stel in] kunt
u congureren wat de weergavetijd
per beeld is, of de diavoorstelling
wordt herhaald en welke overgang
wordt gebruikt tussen beelden.
Druk op de knop
om de
diavoorstelling te beëindigen.
De spaarstandfuncties van de camera (
=
101) werken niet
tijdens diavoorstellingen.
Druk op de knop als u het afspelen van diavoorstellingen wilt
onderbreken of hervatten.
Tijdens het afspelen kunt u naar andere beelden gaan als u op
de knoppen
/ drukt of aan de knop draait. Om vooruit of
achteruit te spoelen, houdt u de knoppen
/ ingedrukt.
Bij gelterde weergave (
=
71) worden alleen beelden
afgespeeld die overeenkomen met de zoekvoorwaarden.
Opties voor het weergeven van foto’s
Beelden vergroten
Foto’s
Films
1
Vergroot een beeld.
Verschuif de zoomknop naar als u wilt
inzoomen op het beeld en het beeld wilt
vergroten. Als u de zoomknop vasthoudt,
wordt er verder ingezoomd tot een factor
van 10x.
Voor de duidelijkheid wordt het
weergegeven gebied (1) bij benadering
getoond.
Verschuif de zoomknop naar
om uit te
zoomen. Als u de zoomknop vasthoudt,
keert u terug naar de enkelvoudige
weergave.
2
Verschuif de weergavelocatie en
wissel indien nodig van beeld.
Als u de weergavepositie wilt verschuiven,
drukt u op de knoppen / / / .
Draai terwijl u ingezoomd hebt aan de
knop
als u van beeld wilt wisselen.
73
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
2
Selecteer een selectiemethode.
Kies het gewenste item.
Afzonderlijke beelden selecteren
1
Kies [Selecteer beelden].
Kies menu [ ] (
=
23) >
[Beveilig beelden] > [Selecteer beelden].
2
Selecteer een beeld.
[ ] wordt weergegeven nadat u een
beeld kiest en op de knop drukt.
Druk nogmaals op de knop
als u de
selectie wilt opheen. [ ] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
Een reeks selecteren
1
Kies [Select. reeks].
Kies menu [ ] (
=
23) >
[Beveilig beelden] > [Select. reeks].
2
Selecteer het eerste beeld.
Selecteer een beeld en druk op de
knop .
Beelden beveiligen
Foto’s
Films
Beveilig belangrijke beelden, zodat ze niet per ongeluk kunnen worden
gewist (
=
74).
Kies in het scherm Snel instellen
(
=
23) de optie [ ] > [Inschak.].
Nadat de beveiliging is toegepast,
wordt [
] weergegeven.
Als u de beveiliging wilt annuleren,
herhaalt u deze procedure en kiest
u [Uitschak.].
Beveiligde beelden op een geheugenkaart worden gewist als u de
kaart formatteert (
=
102).
Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de wisfunctie
van de camera. Als u het ze wel op die manier wilt wissen, moet
u eerst de beveiliging opheen.
Meerdere beelden beveiligen
U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te beveiligen.
Een selectiemethode selecteren
1
Open het instellingenscherm.
Selecteer menu [ ] (
=
23) >
[Beveilig beelden].
74
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Beelden wissen
Foto’s
Films
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en
wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen
niet worden hersteld. Beveiligde beelden (
=
73) kunnen echter niet
worden gewist.
1
Selecteer het beeld dat u wilt wissen.
2
Wis het beeld.
Druk op de knop .
Het huidige beeld wordt nu gewist door
[Wissen] te kiezen.
Meerdere beelden tegelijk wissen
U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen. Wees
voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden
hersteld. Beveiligde beelden (
=
73) kunnen echter niet worden gewist.
Een selectiemethode selecteren
1
Open het instellingenscherm.
Selecteer menu [ ] (
=
23) >
[Wis beelden].
3
Selecteer het laatste beeld.
Selecteer een beeld en druk op de
knop .
Beelden in het opgegeven bereik
worden nu beveiligd.
Alle beelden in één keer opgeven
1
Kies [Alle beelden in map] of
[Alle beelden op kaart].
Selecteer menu [ ] (
=
23) >
[Beveilig beelden].
Kies [Alle beelden in map] om alle
beelden in een map te beveiligen of kies
[Alle beelden op kaart] om alle beelden
op een geheugenkaart te beveiligen.
2
Beveilig de beelden.
Selecteert u [Alle beelden in map],
kies dan de map en beveilig de beelden.
Om de beveiliging voor alle beelden tegelijk op te heen,
selecteert u [Wis bev. beelden in map] of [Wis bev. alle
beelden op kaart].
75
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Een reeks selecteren
1
Kies [Selecteer reeks].
Kies menu [ ] (
=
23) >
[Wis beelden] > [Selecteer reeks].
2
Selecteer de beelden.
Voer de stappen 2–3 in “Een reeks
selecteren” (
=
73) uit om beelden op
te geven.
3
Wis de beelden.
Druk op de knop om [OK]
te kiezen.
Alle beelden in één keer opgeven
1
Kies [Alle beelden in map] of
[Alle beelden op kaart].
Selecteer menu [ ] (
=
23) >
[Wis beelden].
Kies [Alle beelden in map] om alle
beelden in een map te wissen of kies
[Alle beelden op kaart] om alle beelden
op een geheugenkaart te wissen.
2
Wis de beelden.
Selecteert u [Alle beelden in map],
kies dan de map en wis de beelden.
2
Selecteer een selectiemethode.
Kies het gewenste item.
Afzonderlijke beelden selecteren
1
Kies [Selecteer en wis beelden].
Kies menu [ ] (
=
23) >
[Wis beelden] > [Selecteer en
wis beelden].
2
Selecteer een beeld.
[ ] wordt weergegeven nadat u een
beeld kiest en op de knop drukt.
Druk nogmaals op de knop
als u de
selectie wilt opheen. [ ] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
3
Wis de beelden.
Druk op de knop om [OK]
te kiezen.
76
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Beelden beoordelen
Foto’s
Films
Orden beelden door ze een classicatie te geven op een schaal van 1–5.
Door alleen beelden weer te geven met een specieke classicatie, kunt
u de volgende bewerkingen beperken tot alle beelden met die classicatie.
“Bekijken” (
=
67), “Diavoorstellingen bekijken” (
=
72),
“Beelden beveiligen” (
=
73), “Beelden wissen” (
=
74),
“Beelden toevoegen aan de printopdracht (DPOF)” (
=
113),
“Beelden toevoegen aan een fotoboek” (
=
115)
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
23) de optie [ ] en kies vervolgens
een classicatie.
Als u de classicatie wilt annuleren,
herhaalt u deze procedure en kiest
u [
].
Beelden roteren
Foto’s
Films
Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op.
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
23) de optie [ ] en kies in welke
richting u een beeld wilt draaien.
Kies [
] om het beeld 90° naar links te
draaien of [ ] om het beeld 90° naar
rechts te draaien.
Beelden kunnen niet worden geroteerd als [Auto. roteren] in het
menu [
] (
=
23) is ingesteld op [Uit].
77
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Bijsnijden
Foto’s
Films
U kunt een gedeelte van een beeld opgeven om als afzonderlijk
afbeeldingsbestand op te slaan.
1
Selecteer [Trimmen].
Kies in het scherm Snel instellen
(
=
23) de optie [ ].
2
Pas het bijsnijgebied aan.
Er verschijnt een kader rond het gedeelte
van het beeld dat u wilt bijsnijden (1).
Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
Als u het kader wilt verplaatsen, drukt
u op de knoppen
/ / / .
Wilt u naar een ander item bovenaan
het scherm (2) gaan, draai dan aan de
knop
.
Wilt u het beeld rechtzetten, kies dan [
].
Als u de beeldverhouding wilt wijzigen,
kiest u [
].
3
Controleer het bewerkte beeld.
Kies [ ] om het bijgesneden beeld
weer te geven.
Wilt u het bewerken annuleren, kies
dan [
].
Foto’s bewerken
Beeldbewerking (
=
77 –
=
78) is alleen mogelijk als er op
de geheugenkaart voldoende vrije ruimte is.
Het formaat van beelden wijzigen
Foto’s
Films
Bewaar een kopie van beelden met een lager aantal opnamepixels.
Selecteer in het scherm Snel instellen
(
=
23) het item [ ] en de afmetingen.
Beelden die zijn vastgelegd met een opnamepixelinstelling
van [
] (
=
36) kunnen niet worden bewerkt.
Beelden kunnen niet worden voorzien van een hoger aantal
opnamepixels.
78
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Rode ogen corrigeren
Foto’s
Films
Hiermee corrigeert u automatisch beelden met rode ogen. U kunt het
gecorrigeerde beeld opslaan als een afzonderlijk bestand.
1
Selecteer [Rode-Ogen Corr.].
Kies menu [ ] (
=
23) >
[Rode-Ogen Corr.].
2
Selecteer een beeld.
3
Corrigeer het beeld.
Druk op de knop .
Het gebied met rode ogen dat door
de camera wordt gedetecteerd, wordt
nu gecorrigeerd en er worden kaders
weergegeven om de gecorrigeerde
gedeelten op het beeld.
Vergroot of verklein de beelden naar
wens. Volg de stappen in “Beelden
vergroten” (
=
72).
4
Sla het nieuwe beeld op.
Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
Sommige beelden worden mogelijk niet juist gecorrigeerd.
4
Sla het nieuwe beeld op.
Selecteer [ ].
Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
Bijgesneden beelden hebben een lager aantal opnamepixels dan
niet-bijgesneden beelden.
79
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Als u [ ] verplaatst naar een andere
markering dan [ ], wordt bij [ ] alleen
het gedeelte voor het dichtstbijzijnde [ ]
aan de linkerzijde afgesneden en wordt
bij [ ] alleen het gedeelte na het
dichtstbijzijnde [ ] aan de rechterzijde
afgesneden.
5
Bekijk de bewerkte lm.
Kies [ ] om de bewerkte lm af te spelen.
Herhaal stap 4 als u de lm nog een keer
wilt bewerken.
Druk op de knop
als u het
bewerken wilt annuleren.
6
Sla de bewerkte lm op.
Selecteer [ ] en vervolgens
[Nieuw bestand].
Kies [Opsl. -compr.].
De lm wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
Films bewerken
Foto’s
Films
Het begin/einde van lms verwijderen
U kunt onnodige delen aan het begin en einde van lms verwijderen
(met uitzondering van digest-lms (
=
28) en videosnapshots (
=
50)).
1
Selecteer een lm.
2
Speel de lm af.
Kies in het scherm Snel instellen
(
=
23) de optie [ ].
3
Selecteer [ ].
Druk tijdens het afspelen van een lm op
de knop om het lmbedieningspaneel
weer te geven en kies vervolgens [ ].
Het lmbewerkingspaneel en de
bewerkingsbalk worden nu weergegeven.
4
Geef aan welke delen u eruit wilt
knippen.
(1) is het lmbewerkingspaneel en (2) is
de bewerkingsbalk.
Selecteer [
] of [ ].
Als u de delen wilt weergeven die u kunt
verwijderen (aangegeven met [
] op het
scherm), drukt u op de knoppen /
of draait u aan de knop om [ ] te
verschuiven. Druk op de positie waar
u wilt snijden op de knop .
80
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Bestandsgroottes verkleinen
Het formaat van bestanden kan worden verkleind door lms als volgt te
comprimeren.
Kies in het scherm bij stap 4
van “Het begin/einde van lms
verwijderen” (
=
79) de optie [ ]
en selecteer vervolgens
[Nieuw bestand].
Kies [Compr. & Opsl.].
Voor compressie Na compressie
, ,
, ,
Bewerkte lms kunnen niet worden opgeslagen in gecomprimeerd
formaat als u [Overschrijven] kiest.
Als u bij stap 6 [Overschrijven] selecteert, wordt de oorspronkelijke
lm overschreven door de ingekorte lm. De oorspronkelijke lm
wordt dan gewist.
Als er op de geheugenkaart onvoldoende vrije ruimte is, is alleen
[Overschrijven] beschikbaar.
Als de accu halverwege het opslaan leeg raakt worden lms
mogelijk niet opgeslagen.
Gebruik tijdens het bewerken van lms een volledig
opgeladen accu.
Beelden uit 4K-lms opslaan als foto’s
U kunt een beeld uit een lm opslaan
als foto door in het lmbedieningspaneel
[ ] te selecteren bij stap 3 van
“Het begin/einde van lms verwijderen”
(
=
79).
81
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
5
Bevestig het wissen.
De clip wordt gewist en de korte lm
wordt overschreven.
Albums die zijn gemaakt bij de opname van videosnapshots,
kunnen ook worden bewerkt. Albums die zijn gemaakt met [
] >
[Album maken] kunnen niet worden bewerkt.
Digest-lms bewerken
Foto’s
Films
Afzonderlijke hoofdstukken (clips) (
=
28) die zijn opgenomen in de
modus , kunnen eventueel worden gewist. Wees voorzichtig bij het
wissen van clips, want ze kunnen niet worden hersteld.
1
Selecteer een beeld.
Kies een foto met de aanduiding
[ ].
2
Speel de digest-lm af.
Kies in het scherm Snel instellen
(
=
23) de optie [ ].
De digest-lm die automatisch is
opgenomen op de dag dat de foto’s
zijn gemaakt, wordt vanaf het begin
afgespeeld.
3
Selecteer de clip die u wilt wissen.
Druk op de knop om het
bedieningspaneel weer te geven.
Selecteer [
] of [ ] en druk op de
knop om een clip te kiezen.
4
Selecteer [ ].
82
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
[ ] Volg. videosnapsh. wijz.
Wijzig de volgorde van videosnapshots.
Kies een videosnapshot die u wilt
verplaatsen en druk op de knop
.
Gebruik de knoppen / om te
verplaatsen.
[
] Videosnapshot
verwijderen
Kies videosnapshots die u niet
in het nieuwe album wilt hebben.
Videosnapshots die worden aangeduid
met een [
]-pictogram worden niet aan
het nieuwe album toegevoegd, maar ze
worden ook niet uit het oorspronkelijke
album verwijderd.
[
] Videosnapshot afspelen
Speel het geselecteerde
videosnapshot af.
[
] Klaar met bewerken
Beëindig het bewerken van het album.
4
Beëindig het bewerken.
Druk op de knop om terug te
keren naar het bewerkingsmenu en
kies [ ] om het bewerken te beëindigen.
5
Sla het album op.
Selecteer [Opslaan].
Als u achtergrondmuziek wilt toevoegen,
selecteert u [Achtergrondmuziek].
Kies [Voorbeeld] om een voorbeeld te
bekijken van het door u bewerkte album.
Nadat het album is opgeslagen, wordt het
afspeelscherm weergegeven.
Albums die zijn gemaakt met [Album maken] kunnen niet worden
bewerkt.
Videosnapshots combineren
Foto’s
Films
Combineer videosnapshots om een nieuwe lm te maken (album).
1
Open het bewerkingsscherm.
Kies menu [ ] (
=
23) >
[Album maken].
2
Geef videosnapshots op.
Kies een lm (een bestaand album)
en druk op de knop .
Als u klaar bent, drukt u op de
knop
om de lmselectie
te beëindigen.
3
Bewerk het album.
Er worden videosnapshots weergegeven
uit de lm die bij stap 2 is geselecteerd.
Kies een item in het bewerkingsmenu
onderaan en druk op de knop
.
Bovenaan het scherm kunt u naar
wens videosnapshots kiezen die
u wilt bewerken.
83
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Beschikbare draadloze functies
(3) Printen vanaf Wi-Fi-printer(1) Verbinden met
smartphone
(2) Beelden verzenden met Image
Transfer Utility 2
(CANON iMAGE GATEWAY)
(4) Uploaden naar webservice
(1) Verbinden met smartphone (
=
85,
=
88)
Bedien de camera op afstand en blader door beelden op de camera
via een Wi-Fi-verbinding met behulp van de speciale app Camera
Connect op smartphones en tablets.
Wanneer u verbinding hebt via Bluetooth
®
* kunt u beelden ook van
een geotag voorzien of andere functies gebruiken.
Voor het gemak worden in deze handleiding smartphones, tablets
en andere compatibele apparaten gezamenlijk aangeduid met de
term “smartphones”.
* BLE-technologie (Bluetooth Low Energy, hierna “Bluetooth” genoemd).
(2) Beelden verzenden met Image Transfer Utility 2 (
=
92)
Met Image Transfer Utility 2 kunnen beelden op de camera ook
automatisch naar een computer worden verzonden.
Draadloze functies
U kunt beelden draadloos vanaf de camera naar tal van compatibele
apparaten verzenden en de camera gebruiken met webservices
Zorg dat u “Voorzorgsmaatregelen bij draadloze functies”
(
=
127) hebt gelezen voordat u draadloze functies gebruikt.
84
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Gebruik van draadloze functies
voorbereiden
Bereid eerst het gebruik van draadloze functies voor.
De camera voorbereiden
1
Druk op de knop .
Als het scherm voor draadloze instellingen
niet meteen wordt weergegeven wanneer
u op de knop drukt, drukt u nogmaals
op de knop .
2
Registreer een [Bijnaam].
Wilt u de weergegeven bijnaam
gebruiken, druk dan op de knop .
Selecteer op het volgende scherm [OK]
om terug te keren naar het functie-
instellingenmenu.
Bijnamen zijn 1 tot 8 tekens lang en
kunnen later worden gewijzigd.
(3) Printen via Wi-Fi-printer (
=
93)
Print beelden via een Wi-Fi-verbinding met printers die PictBridge-
technologie ondersteunen (draadloos LAN).
(4) Uploaden naar webservice (
=
95)
Deel beelden met vrienden of familie op sociale media of op CANON
iMAGE GATEWAY, de online fotodienst voor klanten van Canon.
U kunt zich gratis registreren voor deze dienst.
85
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Smartphone koppelen via Bluetooth
Koppel de camera als volgt met een smartphone met Bluetooth.
1
Kies [Inst. draadloze communicatie].
Kies menu [ ] (
=
23) >
[Inst. draadloze communicatie].
2
Stel Bluetooth in op [Uitschakelen].
Kies [Bluetooth-functie].
Kies nogmaals [Bluetooth-functie] en
vervolgens [Inschakelen].
3
Koppel de apparaten.
Kies [Pairing] > [Niet weergeven].
Er verschijnt een bericht dat aangeeft
dat het koppelen wordt uitgevoerd.
De volgende stappen leggen uit hoe
u met behulp van de smartphone de
camera en de smartphone met elkaar
kunt koppelen.
De signaaloverdracht voor Wi-Fi en Bluetooth kan als volgt
worden uitgeschakeld.
- Wi-Fi: kies menu [
] (
=
23) > [Inst. draadloze communicatie] >
[Instellingen Wi-Fi] en kies in [Wi-Fi] de optie [Uitschakelen].
- Bluetooth: kies menu [
] (
=
23) > [Inst. draadloze
communicatie] > [Bluetooth-functie] en kies in [Bluetooth-
functie] de optie [Uitschakelen].
U kunt de bijnaam van de camera wijzigen via menu [
] (
=
23) >
[Inst. draadloze communicatie] > [Bijnaam].
Smartphones voorbereiden
Voordat u verbinding maakt met de camera, dient u eerst de speciale
gratis app Camera Connect op de smartphone te installeren.
Raadpleeg de website van Canon voor details over deze toepassing
(ondersteunde smartphones en functies).
Camera Connect kan via Google Play of de App Store worden
geïnstalleerd. U kunt Google Play of de App Store ook openen met
een QR-code, die u op de camera kunt weergeven wanneer u de
smartphone op de camera registreert,
Gebruik de nieuwste versie van het besturingssysteem van de
smartphone.
Activeer Bluetooth en Wi-Fi op de smartphone.
86
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Scherm [Bluetooth-functie]
Bluetooth-functie
Kies [Inschakelen] wanneer u een Bluetooth-verbinding met een
smartphone gebruikt.
Pairing
Koppel de camera met een smartphone.
Verbindingsinfo contr./wissen.
Hiermee kunt u de naam en de verbindingsstatus van gekoppelde
apparaten controleren.
Voordat u een andere smartphone kunt koppelen, dient u de
verbindingsinformatie te wissen van het apparaat dat momenteel
via Bluetooth gekoppeld is (
=
99).
Bluetooth-adres
Hiermee kunt u het Bluetooth-adres van de camera controleren.
De camera bedienen met een smartphone
Kies in Camera Connect de optie
[Bluetooth remote controller/Bluetooth-
afstandsbediening].
Bedien de camera op afstand of blader
door beelden terwijl u naar een simulatie
van het camerascherm kijkt.
4
Start Camera Connect op de
smartphone.
5
Kies de camera die u wilt koppelen.
Tik op de bijnaam van de camera die
u wilt koppelen.
Bij Android gaat u verder met stap 7.
6
Tik op [Pair/Koppel] (alleen iOS).
7
Voltooi het koppelingsproces op
de camera.
Kies [OK] wanneer er een
bevestigingsbericht verschijnt.
Druk in het scherm waarin het koppelen
wordt gemeld op de knop
.
Het koppelen is nu voltooid en de
camera is via Bluetooth verbonden
met de smartphone.
Als u de accu verwijdert, worden eventuele actieve Bluetooth-
verbindingen verbroken. De verbinding wordt opnieuw tot stand
gebracht wanneer u de accu plaatst en de camera inschakelt.
87
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
3
Maak de opname.
Controleer voordat u begint met opnamen
maken of de pictogrammen [ ] en [ ]
op de camera worden weergegeven.
Worden de pictogrammen niet getoond,
druk dan herhaaldelijk op de knop .
Uw opnamen worden nu van een geotag
voorzien.
Vanaf nu worden opnamen die u maakt
terwijl Camera Connect geopend is,
van een geotag voorzien.
Locatie-informatie controleren
Schakel over naar “Uitgebreide informatieweergave 2” (
=
68) om
gps-informatie te bekijken in beelden die van een geotag zijn voorzien.
De datum en tijd van UTC zijn in principe hetzelfde als Greenwich
Mean Time.
Met het programma Map Utility kunt u locatie-informatie op een kaart
weergeven.
De gps-informatie die aan uw lm wordt toegevoegd, wordt
verkregen op het moment dat u begint met opnemen.
Opnamen worden onmiddellijk nadat u de camera inschakelt
mogelijk niet van een geotag voorzien.
Met behulp van de locatiegegevens die als geotag aan uw foto’s
of lms zijn toegevoegd, kunnen andere mensen u herkennen
of uw locatie bepalen. Wees voorzichtig als u deze beelden met
anderen deelt, bijvoorbeeld als u beelden online plaatst waar vele
anderen ze kunnen bekijken.
De gebruiksduur van de accu kan afnemen wanneer u de camera
gebruikt na deze te koppelen, omdat ook wanneer de camera is
uitgeschakeld stroom wordt verbruikt.
Schakel communicatie via Bluetooth uit voordat u de camera
meeneemt naar plaatsen waar het gebruik van elektronische
apparaten beperkt is toegestaan. Dit doet u door menu [
]
(
=
23) > [Inst. draadloze communicatie] > [Bluetooth-functie]
(tweemaal) > [Uitschakelen] te selecteren.
Beelden voorzien van geotags tijdens het maken
van opnamen
Uw opnamen kunnen worden voorzien van een geotag met behulp van
gps-informatie (zoals breedtegraad, lengtegraad en hoogte) vanaf een
smartphone die via Bluetooth is verbonden.
1
Start Camera Connect.
Houd de smartphone waarop Camera
Connect is geopend binnen handbereik.
2
Zet gps aan.
Kies menu [ ] (
=
23) >
[GPS-instellingen].
In [GPS via mobiel] kiest u [Insch.].
Activeer locatievoorzieningen op de
smartphone.
88
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Met de Wi-Fi-knop verbinding maken met
smartphones met Wi-Fi
1
Druk op de knop .
Selecteer [ ].
2
Kies [Registreer apparaat v. verbind.].
Kies [Registreer apparaat v. verbind.] en
kies vervolgens [Niet weergeven].
3
Controleer de SSID en het
wachtwoord.
De SSID eindigt op _Canon0B.
4
Verbind de smartphone met
de camera.
Kies in het menu met Wi-Fi-instellingen
van de smartphone de SSID
(netwerknaam) die op de camera
wordt weergegeven om de verbinding
tot stand te brengen.
Vul in het wachtwoordveld op de
smartphone het wachtwoord in dat
op de camera wordt weergegeven.
Via Wi-Fi verbinding maken met
smartphones
Verbind de camera via W-Fi met een smartphone op een van de volgende
manieren.
Als u de camera uitschakelt, wordt de Wi-Fi-verbinding verbroken.
Via Wi-Fi verbinding maken met smartphones die
via Bluetooth verbonden zijn
U kunt als volgt verbindingen maken via Wi-Fi als de camera en
smartphone via Bluetooth zijn gekoppeld.
1
Kies een functie van Camera
Connect.
Kies [Images on camera/Beelden op
camera].
Kies in iOS [Connect/Verbind] wanneer
er een bericht verschijnt ter bevestiging
van de verbinding met de camera.
2
Controleer of de apparaten via Wi-Fi
verbonden zijn.
Nadat de apparaten via Wi-Fi zijn
verbonden, wordt een scherm voor de
geselecteerde functie weergegeven op
de smartphone.
[Wi-Fi aan] wordt weergegeven op de
camera.
89
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
2
Druk op het toegangspunt op de
WPS-knop.
3
Kies op de camera in het scherm
[Inst. IP-adres] de optie [Autom.
instellen].
Er wordt nu geprobeerd om een
verbinding tot stand te brengen tussen
de camera en het toegangspunt.
4
Nadat de verbinding tot stand is
gebracht, gaat u verder met stap 5
bij “Met de Wi-Fi-knop verbinding
maken met smartphones met Wi-Fi”
(=
88).
Als u [WPS (PIN-modus)] kiest bij stap 1, wordt een pincode op
het scherm weergegeven. Stel deze code in bij het toegangspunt.
Kies een apparaat in het scherm [Selecteer apparaat v. verbind.].
Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding die is
meegeleverd met uw toegangspunt.
De camera bedienen met een smartphone
Gebruik Camera Connect om door beelden op de camera te bladeren of
om op afstand opnamen te maken.
Images on camera/Beelden op camera
Blader door beelden op de camera en sla ze op de smartphone op.
Remote live view shooting/Op afstand opnamen
maken van livebeelden
Maak op afstand opnamen terwijl u op de smartphone naar livebeelden
vanaf de camera kijkt.
5
Start Camera Connect.
Nadat [Start Canon-app/software op de
smartphone] wordt weergegeven op de
camera, wordt Camera Connect geopend
op de smartphone.
6
Selecteer de camera waarmee
u verbinding wilt maken.
Tik in de lijst [Cameras/Camera’s] in
Camera Connect op de camera waarmee
u via Wi-Fi verbinding wilt maken.
7
Breng een Wi-Fi-verbinding tot stand.
Kies [OK] en druk op de knop .
[Wi-Fi aan] wordt weergegeven op de
camera.
Het hoofdscherm van Camera Connect
wordt weergegeven op de smartphone.
De apparaten zijn nu verbonden via Wi-Fi.
Een verbinding tot stand brengen via een toegangspunt
De camera en de smartphone kunnen ook via een toegangspunt worden
verbonden. Verbind eerst de smartphone met het toegangspunt.
Zorg dat u in de buurt van het toegangspunt bent wanneer u de
apparaten met elkaar verbindt. U moet namelijk tijdens de procedure
op de WPS-knop drukken.
1
Kies [WPS (PBC-modus)].
Kies menu [ ] (
=
23) > [Inst. draadloze
communicatie] > [Wi-Fi-functie] > [ ].
Kies [Registreer apparaat v. verbind.]
en kies vervolgens [Niet weergeven].
Kies [Ander netwerk] op het scherm
[Wachten op verbinding].
Kies [Verbind via WPS] en kies
vervolgens [WPS (PBC-modus)].
90
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Beelden tijdens het afspelen verzenden naar een
smartphone
1
Speel beelden af.
2
Druk op de knop .
3
Selecteer [ ].
4
Selecteer een beeld.
Selecteer een beeld en druk op de
knop .
Nadat u de andere opties voor
verzending hebt geselecteerd op het
getoonde scherm, wordt het beeld naar
de smartphone verzonden.
Beelden terwijl u opnamen maakt automatisch naar
een smartphone verzenden
Uw opnamen kunnen automatisch naar een smartphone worden verzonden.
1
Kies [Verzend n. smartphone
na opn.].
Kies menu [ ] (
=
23) > [Inst. draadloze
communicatie] > [Instellingen Wi-Fi] >
[Verzend n. smartphone na opn.].
Als de camera tijdelijk oververhit raakt tijdens langdurige
4K-opnamen of tijdens Full HD-opnamen met een hoge
framesnelheid, wordt [
] weergegeven en stopt de opname.
Als dat gebeurt zijn lmopnamen tijdelijk niet beschikbaar, zelfs
niet als u op de lmknop drukt. Volg de weergegeven instructies
en kies ofwel een lmopnameformaat anders dan [
],
[
], [ ] of [ ] ofwel schakel de camera
uit om deze te laten afkoelen voordat u het opnemen hervat.
Beelden naar een smartphone verzenden
Beelden kunnen vanaf de camera naar een smartphone worden
verzonden die via Wi-Fi verbonden is.
Beelden naar een smartphone verzenden vanuit het
menu van de camera
1
Open het menu.
Kies menu [ ] (
=
23) > [Inst. draadloze
communicatie] > [Bld. n. smartphone vrz.].
Er worden beelden weergegeven.
2
Selecteer een beeld.
Selecteer een beeld en druk op de
knop .
Nadat u de andere opties voor
verzending hebt geselecteerd op het
getoonde scherm, wordt het beeld naar
de smartphone verzonden.
91
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
4
Kies [Weerg. beelden].
Geef aan welke beelden bekeken mogen
worden.
Live opnamen maken op afstand in Camera Connect is alleen
mogelijk indien [Weerg. beelden] is ingesteld op [Alle beelden].
Wi-Fi-verbindingen verbreken
Kies menu [ ] (
=
23) > [Inst. draadloze
communicatie] > [Wi-Fi-functie] >
[Verbr., afs.].
U kunt de verbinding ook verbreken
door in het scherm van Camera Connect
op [x] te tikken.
2
Congureer de automatische
verzending.
Kies [Autom. verzenden] en kies
vervolgens [Inschakelen].
Kies een grootte in [Te verz. formaat].
3
Maak de opname.
Uw opnamen worden naar de
smartphone verzonden.
Aangeven welke beelden bekeken mogen worden
Beperk welke beelden naar de smartphone kunnen worden verzonden
of vanaf de smartphone kunnen worden doorgebladerd.
1
Verbreek de Wi-Fi-verbinding
(=
91).
2
Druk op de knop .
Selecteer [ ].
3
Kies [Apparaatgegevens bewerken].
Kies een smartphone.
92
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
5
Druk op de WPS-knop.
Druk op het toegangspunt op de
WPS-knop, zodat de camera verbinding
kan maken.
6
Kies automatische conguratie.
Het scherm [Inst. IP-adres] wordt
weergegeven. Kies [Autom. instellen].
7
Selecteer een computer.
De namen van computers die verbonden
zijn met het toegangspunt worden
weergegeven. Selecteer een computer
voor de automatische overdracht van
beelden.
8
Kies op de computer de camera die
u wilt koppelen.
De bijnamen van camera’s worden
getoond op het koppelscherm in Image
Transfer Utility 2.
Kies de camera waarmee u verbinding
wilt maken en klik op [Pairing/Koppelen]
om de computer en de camera met elkaar
te verbinden.
Automatische beeldoverdracht configureren
9
Geef opties voor het verzenden van
beelden op.
Kies menu [ ] (
=
23) > [Inst. draadloze
communicatie] > [Instellingen Wi-Fi] >
[Blden aut. n. computer verz.].
In [Beeldverzendingsopties] stelt u opties
voor de overdracht van beelden in.
Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
Beelden automatisch naar een
computer verzenden
Beelden op de camera kunnen automatisch naar een computer worden
verzonden die verbonden is via een toegangspunt (dat ook is ingesteld
voor Wi-Fi-verbindingen met de camera) wanneer de camera binnen
bereik is, bijvoorbeeld wanneer u met de camera thuiskomt na een dag
opnamen maken.
Verbinding maken via Wi-Fi
1
Verbind de computer met het
toegangspunt.
Installeer Image Transfer Utility 2 op de
computer.
2
Open Image Transfer Utility 2.
3
Open in Image Transfer Utility 2 het
scherm waarmee u instellingen voor
het koppelen kunt congureren.
Het scherm waarmee u de instellingen voor
het koppelen kunt congureren, verschijnt
wanneer u de instructies volgt die worden
weergegeven wanneer u Image Transfer
Utility 2 voor het eerst opent.
4
Selecteer het type verbinding.
Kies menu [ ] (
=
23) > [Inst. draadloze
communicatie] > [Instellingen Wi-Fi] >
[Blden aut. n. computer verz.].
Kies [Autom. verzenden] > [Insch.] en
kies vervolgens [OK].
Kies [Verbind via WPS] en kies
vervolgens [WPS (PBC-modus)].
93
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Via Wi-Fi verbinding maken met
printers
Beelden op de camera kunnen worden geprint op een printer die via Wi-Fi
met de camera verbonden is.
1
Druk op de knop .
2
Selecteer [ ].
3
Kies [Registreer apparaat v. verbind.].
4
Controleer de SSID en het
wachtwoord.
De SSID eindigt op _Canon0B.
Beelden automatisch verzenden
Op basis van de verzendingsopties van
stap 9 worden beelden automatisch
verzonden naar de computer waarop
u bent aangemeld wanneer u de camera
binnen bereik van het toegangspunt
brengt en de camera inschakelt.
Zorg ervoor dat de accu voldoende is opgeladen wanneer
u automatisch beeldoverdracht gebruikt. De spaarstand van
de camera wordt uitgeschakeld.
Beelden die worden vastgelegd na automatische
beeldoverdracht, worden dan niet naar de computer verzonden.
Ze worden automatisch verzonden wanneer de camera opnieuw
wordt opgestart.
De automatische overdracht van beelden naar een computer
wordt geactiveerd wanneer de camera opstart binnen bereik van
het toegangspunt. Start de automatische overdracht van beelden
niet automatisch, probeer dan de camera opnieuw op te starten.
Als u de automatische verzending van beelden wilt stoppen, kiest
u [Blden aut. n. computer verz.] > [Autom. verzenden] > [Uitsch.].
94
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Een verbinding tot stand brengen via een toegangspunt
De camera kan verbinding maken met een toegangspunt waarmee de
printer verbinding heeft, zodat u kunt printen via het toegangspunt.
Zorg dat u in de buurt van het toegangspunt bent wanneer u de apparaten
met elkaar verbindt. U moet namelijk tijdens de procedure op de
WPS-knop drukken.
1
Kies [WPS (PBC-modus)].
Kies menu [ ] (
=
23) > [Inst. draadloze
communicatie] > [Wi-Fi-functie] > [ ].
Kies [Registreer apparaat v. verbind.] en
kies in het scherm [Wachten op verbinding]
de optie [Ander netwerk].
Kies [Verbind via WPS] en kies vervolgens
[WPS (PBC-modus)].
2
Druk op het toegangspunt op de
WPS-knop.
3
Kies op de camera in het scherm
[Inst. IP-adres] de optie [Autom.
instellen].
Er wordt nu geprobeerd om een
verbinding tot stand te brengen tussen
de camera en het toegangspunt.
4
Nadat de verbinding tot stand is
gebracht, gaat u verder met stap 6
bij “Via Wi-Fi verbinding maken met
printers” (=
93).
5
Gebruik de printer om via Wi-Fi
verbinding te maken met de camera.
Kies in het menu met Wi-Fi-instellingen
van de printer de SSID (netwerknaam)
die op de camera wordt weergegeven
om de verbinding tot stand te brengen.
Vul in het wachtwoordveld op de printer
het wachtwoord in dat op de camera
wordt weergegeven.
6
Kies de printer waarmee u via Wi-Fi
verbinding wilt maken.
Kies de printer die u wilt gebruiken en
druk op de knop .
Beelden op de geheugenkaart worden
weergegeven nadat de apparaten via
Wi-Fi verbonden zijn.
7
Selecteer een beeld om te printen.
Selecteer een beeld en druk op de
knop .
Selecteer of speciceer de weergegeven
items en print ze vervolgens (
=
112).
95
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
CANON iMAGE GATEWAY registreren
Koppel de camera en CANON iMAGE GATEWAY door CANON iMAGE
GATEWAY toe te voegen als bestemmingswebservice op de camera.
Zorg dat u in de buurt van het toegangspunt bent wanneer u de apparaten
met elkaar verbindt. U moet namelijk tijdens de procedure op de
WPS-knop drukken.
U moet een e-mailadres invoeren dat u op uw computer of smartphone
gebruikt om een meldingsbericht te kunnen ontvangen voor het voltooien
van de koppelingsinstellingen.
1
Druk op de knop .
2
Selecteer [ ].
3
Ga akkoord met de overeenkomst
zodat u een e-mailadres kunt
invoeren.
Lees de weergegeven overeenkomst
en kies [Akkoord].
Beelden uploaden naar webservices
Webservices registreren
Gebruik een smartphone of computer om uw webservices toe te voegen
aan de camera.
Een smartphone of computer met browser en internettoegang is nodig
om de camera-instellingen voor CANON iMAGE GATEWAY en andere
webservices in te voeren.
Raadpleeg de CANON iMAGE GATEWAY-website voor meer informatie
over de browservereisten (Microsoft Internet Explorer, enzovoort),
inclusief instellingen en versiegegevens.
Voor informatie over landen en regio’s waar CANON iMAGE GATEWAY
beschikbaar is, raadpleegt u de website van Canon
(http://www.canon.com/cig/).
Raadpleeg de help-informatie voor CANON iMAGE GATEWAY
voor instructies en informatie over de instellingen van CANON
iMAGE GATEWAY.
Als u een andere webservice dan CANON iMAGE GATEWAY wilt
gebruiken, hebt u daar een account voor nodig. Voor meer informatie
gaat u naar de website van elke webservice die u wilt registreren.
Mogelijk zijn er kosten verbonden aan een internetverbinding en het
gebruik van een toegangspunt.
96
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
[ ] verandert nu in [ ].
8
Open de pagina in het
meldingsbericht en voltooi de
koppelingsinstellingen voor de
camera.
Ga vanaf een computer of smartphone
naar de pagina waarnaar wordt verwezen
in het meldingsbericht.
Volg de instructies op de pagina met
koppelingsinstellingen voor de camera
om de instellingen te voltooien.
9
Voltooi de CANON iMAGE GATEWAY-
instellingen op de camera.
Selecteer [ ].
De webservice CANON iMAGE GATEWAY
is nu toegevoegd als bestemming.
Controleer eerst of de e-mailtoepassing op uw computer of
smartphone niet zo is gecongureerd dat e-mail van relevante
domeinen wordt geblokkeerd. Als dat wel het geval is, kunt u het
meldingsbericht mogelijk niet ontvangen.
4
Maak verbinding met een
toegangspunt.
Kies [Verbind via WPS] en kies
vervolgens [WPS (PBC-modus)].
Druk op het toegangspunt op de
WPS-knop.
Kies op de camera in het scherm
[Inst. IP-adres] de optie [Autom. instellen]
om de camera met het toegangspunt te
verbinden.
5
Voer uw e-mailadres in.
Zodra de camera verbonden is met
CANON iMAGE GATEWAY wordt een
scherm weergegeven waarin u een
e-mailadres kunt invoeren.
Voer uw e-mailadres in en ga verder.
6
Voer een getal van vier cijfers in.
Voer een zelfgekozen viercijferig nummer
in en ga verder.
U hebt dit viercijferige nummer later nodig
wanneer u de koppeling met CANON
iMAGE GATEWAY instelt bij stap 8.
7
Controleer of u het meldingsbericht
hebt ontvangen.
Zodra de bevestiging is verzonden naar
CANON iMAGE GATEWAY, ontvangt
u een melding op het e-mailadres dat
u bij stap 5 hebt ingevoerd.
Druk op de knop
in het volgende
scherm, dat aangeeft dat de melding
is verzonden.
97
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Beelden uploaden naar webservices
1
Druk op de knop .
2
Kies de bestemming.
Kies een webservicepictogram.
Als meerdere ontvangers of opties
om te delen worden gebruikt voor een
webservice, kiest u een item op het
scherm waarmee u ontvangers kunt
selecteren.
3
Verzend een beeld.
Kies verzendingsopties en upload het
beeld.
Wanneer u uploadt naar YouTube,
leest u de servicevoorwaarden en
kiest u [Akkoord].
Nadat het beeld is verzonden, wordt [OK]
weergegeven. Druk op de knop
om
terug te keren naar het afspeelscherm.
Als u beelden die u naar CANON iMAGE GATEWAY hebt
geüpload wilt weergeven op een smartphone, kunt u de speciale
app Canon Online Photo Album proberen. Download en installeer
de app Canon Online Photo Album voor iPhones of iPads uit de
App Store of voor Android-apparaten van Google Play.
Andere webservices registreren
U kunt ook andere webservices naast CANON iMAGE GATEWAY
toevoegen aan de camera.
1
Meld u aan bij CANON iMAGE
GATEWAY en open de pagina met
koppelingsinstellingen van de
camera.
Ga op een computer of smartphone
naar http://www.canon.com/cig/ om naar
CANON iMAGE GATEWAY te gaan.
2
Stel de webservice in die u wilt
gebruiken.
Volg de instructies die op de computer of
smartphone worden weergegeven om de
webservice in te stellen.
3
Selecteer [ ].
Druk op de knop om [ ] te kiezen.
Als gecongureerde instellingen worden gewijzigd, voert u deze
stappen nogmaals uit om de camera-instellingen bij te werken.
98
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Printers
Zijn de instellingen van de printer
gewijzigd om verbinding te maken
met andere apparaten, herstel dan de
instellingen om via Wi-Fi verbinding te
kunnen maken met de camera of het
toegangspunt van de camera.
Bij rechtstreekse Wi-Fi-verbindingen
tussen de camera en printers eindigt
de SSID op _Canon0B.
Opnieuw verbinding maken via Wi-Fi
Nadat de verbindingsinstellingen zijn geregistreerd, is het mogelijk om
opnieuw via Wi-Fi verbinding te maken met apparaten of webservices.
1
Druk op de knop .
2
Selecteer een item.
Kies in de getoonde eerdere verbindingen
een item waarmee u via Wi-Fi verbinding
wilt maken. Wordt het item niet getoond,
druk dan op de knoppen / om van
scherm te wisselen.
Er worden geen eerdere verbindingen
weergegeven indien menu [
] (
=
23) >
[Inst. draadloze communicatie] >
[Instellingen Wi-Fi] > [Verbindingshist.]
ingesteld is op [Verbergen].
Webservices
Stap 3 is niet nodig.
3
Bereid het andere apparaat voor.
Smartphones
Schakel Wi-Fi in op de smartphone en
open Camera Connect.
Zijn de instellingen van de smartphone
gewijzigd om verbinding te maken
met andere apparaten, herstel dan de
instellingen om via Wi-Fi verbinding te
kunnen maken met de camera of het
toegangspunt van de camera.
Bij rechtstreekse Wi-Fi-verbindingen
tussen de camera en smartphones
eindigt de SSID op _Canon0B.
99
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Standaardinstellingen voor draadloze
communicatie herstellen
Alle draadloze instellingen kunnen worden gewist. Zo kunt u voorkomen
dat de informatie onbedoeld wordt gedeeld als u de camera uitleent of het
eigendom van de camera overdraagt.
Kies menu [
] (
=
23) > [Inst. draadloze
communicatie] > [Wis instellingen].
Informatie wissen van apparaten die via Bluetooth
zijn gekoppeld
Wis informatie over verbonden smartphones voordat u een andere
smartphone koppelt.
Stappen op de camera
Kies menu [ ] (
=
23) > [Inst. draadloze communicatie] >
[Bluetooth-functie] > [Verbindingsinfo contr./wissen] en druk op
de knop .
Stappen op de smartphone
Wis in het Bluetooth-instellingenmenu op de smartphone de camera-
informatie die op de smartphone is geregistreerd.
Draadloze instellingen bewerken
of wissen
Verbindingsinstellingen wijzigen of verwijderen
Verbindingsinstellingen die op de camera zijn opgeslagen, kunnen
worden gewijzigd of verwijderd. Verbreek de Wi-Fi-verbinding voordat
u verbindingsinstellingen wijzigt of verwijdert.
1
Druk op de knop .
2
Selecteer een item.
In het scherm dat links wordt getoond,
kunt u naar een ander scherm gaan door
op de knoppen / te drukken.
Kies in het scherm links een item
met verbindingsinstellingen die u wilt
verwijderen of wijzigen.
3
Kies [Apparaatgegevens bewerken].
Kies in het getoonde scherm een
apparaat met verbindingsinstellingen die
u wilt wijzigen of verwijderen. Wijzig of
verwijder vervolgens de instellingen.
100
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Basisfuncties van de camera
aanpassen
Deze instellingen worden gecongureerd in het menu [ ] (
=
23).
Voor meer gebruiksgemak kunt u handige en veelgebruikte functies
naar wens aanpassen.
Camerageluiden dempen
Voorkom dat de camera geluiden afspeelt wanneer u de ontspanknop half
indrukt of de zelfontspanner activeert.
Stel [Pieptoon] in op [Uitschakelen].
Het volume aanpassen
U past het volume van afzonderlijke camerageluiden als volgt aan.
Selecteer [Volume].
Kies een item en druk daarna op de
knoppen
/ om het volume aan te
passen.
Menu-instellingen
Basisfuncties van de camera aanpassen voor meer gebruiksgemak
101
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
De spaarstand aanpassen
U kunt desgewenst de timing voor het automatisch uitschakelen van
de camera en het scherm (respectievelijk Uitschakelen en Display uit)
aanpassen.
Selecteer [Spaarstand].
Nadat u een item hebt geselecteerd,
drukt u op de knoppen
/ om dit item
aan te passen.
Om de batterij te sparen, kiest u gewoonlijk [30 sec.] voor
[Uitschakelen] en [1 min.] of minder voor [Display uit].
De instelling van [Display uit] wordt ook toegepast als
u [Uitschakelen] instelt op [Uitsch.].
Deze energiebesparende functies zijn niet beschikbaar wanneer
u Eco-modus (
=
101) op [Aan] hebt gezet.
Schermhelderheid
Pas de helderheid van het scherm als volgt aan.
Selecteer [Displayheldrh.] en druk
vervolgens op de knoppen
/ om de
helderheid aan te passen.
Timing voor het intrekken van de lens
Nadat u op de knop hebt gedrukt in een opnamemodus (
=
20) wordt
om veiligheidsredenen na ongeveer een minuut de lens ingetrokken.
Als u wilt dat de lens direct wordt ingetrokken nadat u op de knop drukt,
stelt u de tijdsduur voor het intrekken in op [0 sec.].
Stel [Lens intrekken] in op [0 sec.].
Eco-modus gebruiken
Met deze functie kunt u batterijvermogen sparen in de opnamemodus.
Wanneer de camera niet in gebruik is, wordt het scherm snel donker om
het batterijverbruik te beperken.
1
Congureer de instelling.
Stel [Eco-modus] in op [Aan].
Het scherm wordt donkerder wanneer
de camera gedurende ongeveer
twee seconden niet wordt gebruikt.
Daarna gaat het scherm na ongeveer
tien seconden uit. De camera wordt
na ongeveer drie minuten inactiviteit
uitgeschakeld.
2
Maak de opname.
Als het scherm is uitgeschakeld maar de
lens nog niet is ingetrokken, kunt u het
scherm weer inschakelen en gereedmaken
voor het maken van opnamen door de
ontspanknop half in te drukken.
102
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van
de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestands-
beheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt dus niet de
volledige inhoud gewist. Tref voorzorgsmaatregelen wanneer u een
geheugenkaart weggooit, zoals het fysiek vernietigen van de kaart,
om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren
wordt weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan de
aangegeven capaciteit.
Low Level Format
Voer een Low Level Format uit in de volgende gevallen: [Geheugenkaart
fout] wordt weergegeven, de camera functioneert niet goed, beelden op
de kaart worden trager gelezen of opgeslagen, het maken van continue
opnamen gaat langzamer of het opnemen van een lm wordt plotseling
afgebroken. Bij een Low Level Format worden alle gegevens op de
geheugenkaart gewist. Voordat u een Low Level Format uitvoert, kopieert
u eerst de beelden van de geheugenkaart naar een computer, of stelt u de
beelden op een andere manier veilig.
Druk in het scherm “Geheugenkaarten
formatteren” (
=
102) op de knop
om [ ] weer te geven.
Kies [OK] om het formatteringsproces
te beginnen.
Een Low Level Format duurt langer dan “Geheugenkaarten
formatteren” (
=
102), omdat de gegevens in alle opslaggebieden
van de geheugenkaart worden gewist.
U kunt een Low Level Format van een geheugenkaart annuleren
door [Annuleer] te selecteren. In dat geval zijn de gegevens
gewist maar kunt u de geheugenkaart normaal blijven gebruiken.
Voor maximale helderheid houdt u de knop minstens een
seconde ingedrukt terwijl het opnamescherm wordt weergegeven
of wanneer de enkelvoudige weergave is ingeschakeld. (Hiermee
negeert u de instelling van [Displayheldrh.] op het tabblad [
].)
Druk nogmaals minstens een seconde op de knop
of herstart
de camera om de oorspronkelijke helderheid van het scherm te
herstellen.
Het opstartscherm verbergen
U kunt desgewenst het opstartscherm deactiveren dat normaliter verschijnt
wanneer u de camera inschakelt.
Stel [Opstart scherm] in op [Uit].
Geheugenkaarten formatteren
Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is
geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart
formatteren met deze camera.
Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart
verwijderd. Voordat u gaat formatteren, kopieert u eerst de beelden
van de geheugenkaart naar een computer, of stelt u de beelden op
een andere manier veilig.
Selecteer [Kaart formatteren].
Kies [OK] om het formatteringsproces
te beginnen.
103
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Bestandnr.
Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd (0001–9999)
en opgeslagen in mappen die elk maximaal 9.999 opnamen kunnen
bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen.
Selecteer [Bestandnr.] en kies de
gewenste optie.
Continu
Ook als u een andere geheugenkaart gebruikt, worden
de beelden oplopend genummerd totdat u een opname
maakt en opslaat met het nummer 9999.
Auto. reset
Als u een andere geheugenkaart gebruikt of een
nieuwe map maakt, begint de bestandsnummering
weer bij 0001.
Handm. reset
Maakt een nieuwe map en begint de beelden te
nummer vanaf 0001.
Ongeacht welke optie u bij deze instelling selecteert, kunnen de
opnamen oplopend worden genummerd na het laatste nummer van
bestaande beelden, als u een andere geheugenkaart in de camera
plaatst. Als u opnamen wilt opslaan met nummers vanaf 0001,
gebruikt u een lege (of geformatteerde,
=
102) geheugenkaart.
Mappen selecteren en aanmaken
U kunt mappen waar beelden worden opgeslagen selecteren of aanmaken.
Nieuwe mappen kunt u aanmaken door in mapselectiescherm [Maak map]
te selecteren.
1
Open het scherm [Selecteer map].
Kies [Selecteer map].
2
Congureer de instelling.
Kies een map voor de opslag van
beelden.
Wilt u een nieuwe map aanmaken,
kies dan [Maak map].
Mappen krijgen namen zoals 100CANON, met een driecijferig
mapnummer gevolgd door vijf letters of cijfers.
Er kunnen mappen worden gemaakt met cijfers binnen het
bereik 100–999.
104
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Certicatielogo’s controleren
Sommige logo’s voor certicatievereisten waaraan de camera voldoet,
kunnen op het scherm worden bekeken. Andere certicatielogo’s staan
in deze handleiding afgedrukt, op de verpakking van de camera, of op
de camerabehuizing.
Kies [Certicaatlogo weergeven].
Weergavetaal
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
Selecteer de taal in [Taal
].
Automatisch draaien uitschakelen
Voer deze stappen uit om het automatisch draaien van beelden uit te
schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden die de camera of een
computer worden weergegeven, gedraaid op basis van de oriëntatie van
de camera.
Stel [Auto. roteren] in op [Uit].
Aan
Draai beelden automatisch tijdens weergave op zowel de
camera als computers.
Aan
Draai beelden automatisch tijdens weergave op computers.
Uit Draai beelden niet automatisch.
Beelden die zijn vastgelegd terwijl [Auto. roteren] was ingesteld
op [Uit], worden niet automatisch gedraaid indien u deze optie
later instelt op [Aan].
Metrische/niet-metrische weergave
Desgewenst kunt u de maateenheden, die op de zoombalk (
=
26),
de MF-indicator (
=
56) en op andere plaatsen worden weergegeven,
wijzigen van m/cm in ft/in.
Stel [Maateenheden] in op [ft/in].
105
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
De volgende functies worden niet hersteld naar de
standaardinstellingen.
- De instellingen menu [
] (
=
23) > [Datum/tijd/zone] (
=
16),
[Taal
] (
=
104) en [Videosysteem] (
=
108)
- Informatie anders dan [Bluetooth-functie] die is geregistreerd
in [Inst. draadloze communicatie] (
=
83)
Standaardinstellingen voor draadloze communicatie
herstellen
Selecteer in [Camera resetten] de optie
[Draadloze instell.].
Zodra u [OK] kiest, worden de
standaardinstellingen voor draadloze
communicatie hersteld.
Uitleg over functies verbergen
Uitleg over functies verbergen wordt normaliter getoond wanneer u items
in Snel instellen (
=
23) of MENU (
=
23) kiest. U kunt deze informatie
desgewenst uitschakelen.
Kies menu [
] (
=
23) > [Uitleg] >
[Uitschakelen].
U kunt wijzigen hoe menu’s worden weergegeven via het
menu [
] (
=
23) > [Menuweergave].
De resolutie voor HDMI-uitvoer wijzigen
Weergave op een tv via HDMI kan enige tijd duren wanneer u overschakelt
naar een lm met een andere resolutie. U kunt deze vertraging voorkomen
door 4K-lms te converteren naar Full HD en de uitvoerresolutie in te
stellen op Full HD.
Stel [HDMI-resolutie] in op [1080p].
Andere instellingen aanpassen
De volgende instellingen kunt u ook aanpassen via het menu [ ].
[Videosysteem] (
=
108)
[Inst. draadloze communicatie] (
=
83)
[GPS-instellingen] (
=
87)
[Omg. weergave] (
=
22)
Standaardinstellingen van de camera herstellen
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de
standaardinstellingen van de camera herstellen.
Standaardinstellingen van de camera herstellen
Selecteer in [Camera resetten] de optie
[Basis instell.].
Zodra u [OK] kiest, worden de
standaardinstellingen van de camera
hersteld.
106
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Systeemoverzicht
Polsriem
Accu
NB-13L
*
1
Acculader
CB-2LH-serie
*
1
USB-kabel
(op het uiteinde voor de camera: Micro-B)
*
2
Geheugenkaart Kaartlezer
Computer
Tv/monitor
Meegeleverde accessoires
Voeding
HDMI-kabel
(op het uiteinde voor de camera: type D)
*
3
PictBridge-compatibele printers
*1 Ook afzonderlijk verkrijgbaar.
*2 Er is ook een origineel Canon-accessoire beschikbaar (interfacekabel
IFC-600PCU).
*3 Gebruik een in de winkel verkrijgbare kabel van maximaal 2,5 m.
Accessoires
Haal meer uit uw camera met optionele Canon-accessoires en andere
apart verkrijgbare, compatibele accessoires
Compacte
voedingsadapter
CA-DC30-serie
107
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Optionele accessoires
De volgende camera-accessoires worden apart verkocht.
De verkrijgbaarheid varieert per gebied en sommige accessoires
zijn wellicht niet meer verkrijgbaar.
Voedingen
Accu NB-13L
Oplaadbare lithium-ionbatterij
Acculader CB-2LH-serie
Lader voor accu NB-13L
De acculader kan worden gebruikt in gebieden met een
wisselspanning van 100–240 V (50/60 Hz).
Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte
stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator
die is bedoeld voor op reis, omdat deze de accu kan beschadigen.
Het bericht [Communicatiefout met accu] wordt weergegevens als
u een accu gebruikt die niet van het merk Canon is. Een reactie
van de gebruiker is dan noodzakelijk. Houd er rekening mee dat
Canon niet aansprakelijk is voor eventuele schade die ontstaat
door ongelukken, zoals slechte werking of brand, die worden
veroorzaakt door het gebruik van accu’s van een ander merk.
De accu is voorzien van een handige afdekking die u kunt
bevestigen om zo de accustatus in een oogopslag te kunnen zien.
Bevestig de afdekking zo dat
zichtbaar is op een opgeladen
accu en
niet zichtbaar is op een niet-opgeladen accu.
Gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten
wanneer het wordt gebruikt in combinatie met accessoires van het merk
Canon.
Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/of
ongelukken zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door de
slechte werking van accessoires van een ander merk (bijvoorbeeld lekkage
en/of explosie van een accu). Reparaties die nodig zijn aan uw Canon-
product ten gevolge van dergelijke slechte werking vallen niet onder de
garantie, en hier zal een vergoeding voor in rekening worden gebracht.
108
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Optionele accessoires gebruiken
Afspelen op een tv
Foto’s
Films
U kunt uw foto’s weergeven op een tv door de camera aan te sluiten
op een HD-tv met een in de winkel verkrijgbare HDMI-kabel (maximaal
2,5 meter met een type D-aansluiting aan het uiteinde voor de camera).
Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over de
aansluiting en over het wijzigen van de ingangen.
Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven als
u beelden bekijkt op een tv (
=
120).
1
Zorg dat de camera en de tv zijn
uitgeschakeld.
2
Sluit de camera aan op de tv.
Steek de kabelstekker volledig in de
HDMI-aansluiting van de tv zoals
weergegeven.
Open het aansluitingenklepje en steek
de kabelstekker er volledig in.
Compacte voedingsadapter
CA-DC30-serie
Plaats de meegeleverde accu in
de camera zodat deze kan worden
opgeladen. De interfacekabel IFC-600PCU
(afzonderlijk verkrijgbaar) is nodig om de
adapter aan te sluiten op de camera.
Overige accessoires
Interfacekabel IFC-600PCU
Om de camera op een computer of
printer aan te sluiten.
Printers
PictBridge-compatibele printers
van Canon
Zelfs zonder een computer te gebruiken,
kunt u beelden printen door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een printer.
109
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
De accu plaatsen en opladen
Laad de accu op met een optionele compacte voedingsadapter van
de CA-DC30-serie en interfacekabel IFC-600PCU.
1
Plaats de accu.
Voer stap 1 bij “De accu en uw
geheugenkaart plaatsen” (
=
15)
uit om het klepje te openen.
Plaats de accu zoals wordt beschreven
bij stap 2 van “De accu en uw
geheugenkaart plaatsen” (
=
15).
Voer stap 4 bij “De accu en uw
geheugenkaart plaatsen” (
=
16)
uit om het klepje te sluiten.
2
Sluit de compacte voedingsadapter
aan op de camera.
Open het klepje terwijl de camera is
uitgeschakeld (1). Houd de kleinste
stekker van de interfacekabel (afzonderlijk
verkrijgbaar) in de aangegeven richting
en steek de stekker helemaal in de
aansluiting van de camera (2).
Steek de grote stekker van de
interfacekabel in de compacte
voedingsadapter.
(
1
)
(
2
)
3
Zet de tv aan en stel deze in op
externe invoer.
Stel de tv-ingang in op de externe
ingang waarop u bij stap 2 de kabel
hebt aangesloten.
4
Schakel de camera in.
Druk op de knop om de camera aan
te zetten.
De camerabeelden worden
nu weergegeven op de tv.
(Het camerascherm blijft leeg.)
Als u klaar bent, schakelt u de camera en
de tv uit en verwijdert u daarna de kabel.
Tijdens HDMI-uitvoer kan het enige tijd duren voordat het
volgende beeld wordt weergegeven indien u overschakelt van
een 4K- naar een HD-lm en andersom of indien u overschakelt
naar een lm met een andere framesnelheid.
Als de camera is aangesloten op een televisie, kunt u ook
opnamen maken terwijl u de beelden bekijkt op het grotere
tv-scherm. Opnamen maken werkt op dezelfde manier als
via het camerascherm.
110
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
De batterij opladen via een computer
U kunt de accu ook opladen door bij stap 2 van “De accu en uw
geheugenkaart plaatsen” de grootste stekker van de interfacekabel in
de USB-aansluiting van een computer te steken (
=
109). Raadpleeg
de computerhandleiding voor meer informatie over USB-aansluitingen
op de computer. We raden aan dat u interfacekabel IFC-600PCU gebruikt
(afzonderlijk verkrijgbaar).
Open het klepje terwijl de camera is
uitgeschakeld. Steek de kleinste stekker
van de kabel in de aangegeven richting
helemaal in de aansluiting van de camera.
Sluit de grote kabelstekker aan
op de computer. Raadpleeg de
computerhandleiding voor meer
informatie over computeraansluitingen.
Het opladen begint nu en de indicator
op de achterkant van de camera brandt
oranje.
Het opladen kan echter langer duren
indien u beelden op de camera importeert
naar de computer, zoals beschreven
bij “Beelden opslaan op een computer”
(
=
112).
Het lampje gaat uit als het opladen is
voltooid.
3
Laad de accu op.
Steek de compacte voedingsadapter
zoals geïllustreerd in een stopcontact.
Heeft uw compacte voedingsadapter
een netsnoer, sluit dan het netsnoer aan
op de adapter en steek vervolgens het
andere uiteinde in het stopcontact.
Het opladen begint en het USB-
oplaadlampje gaat branden.
Het lampje gaat uit als het opladen
is voltooid.
Haal de compacte voedingsadapter uit
het stopcontact en haal de interfacekabel
uit de camera.
Laad de accu niet langer dan 24 uur achtereen op, om de accu
te beschermen en in goede staat te houden.
Zorg dat u bij het opladen van een andere accu altijd eerst de
interfacekabel uit de camera haalt voordat u een andere accu
plaatst die u wilt opladen.
Gaat het USB-oplaadlampje niet branden, sluit dan de
interfacekabel opnieuw aan.
Opgeladen accu’s verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze
niet worden gebruikt. Laad de accu op de dag dat u deze wilt
gebruiken op, of vlak daarvoor.
De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning
van 100 – 240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact
past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik
geen elektrische transformator die is bedoeld voor op reis, omdat
deze de accu kan beschadigen.
111
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
De software gebruiken
Als u de functies van de volgende software wilt gebruiken, downloadt u de
software van de Canon-website en installeert u deze op uw computer.
Image Transfer Utility 2
- Beelden automatisch naar een computer verzenden (
=
92)
Map Utility
- Een kaart gebruiken om gps-informatie weer te geven die aan
beelden is toegevoegd
Voor het weergeven en bewerken van beelden op een computer,
kunt u reeds geïnstalleerde of algemeen verkrijgbare software
gebruiken die compatibel is met de beelden die u met de camera
vastlegt.
Download en installeer de nieuwste software vanaf de
Canon-website.
Het opladen kan langer duren indien u beelden vanaf de camera
importeert naar een computer, zoals beschreven bij “Beelden
opslaan op een computer” (
=
112).
Indien u, nadat u het opladen hebt gestart zoals hierboven
wordt beschreven, op de ON/OFF-knop drukt om de camera
uit te schakelen, stopt het opladen en gaat de indicator uit.
Bij sommige computers kan de batterij alleen worden opgeladen
als de geheugenkaart in de camera zit. Plaats de geheugenkaart
in de camera (
=
15) voordat u de kabel aansluit op de USB-
poort van de computer.
112
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Beelden printen
Foto’s
Films
U kunt uw foto’s eenvoudig afdrukken door de camera aan te sluiten
op een printer. Op de camera kunt u beelden opgeven voor afdrukken
in serie, bestellingen bij fotozaken voorbereiden en bestellingen
voorbereiden of beelden afdrukken voor fotoboeken.
Hier wordt een compacte fotoprinter van de Canon SELPHY CP-serie
gebruikt als voorbeeld. Afhankelijk van de printer kunnen de weergegeven
schermen en beschikbare functies verschillen. Lees ook de handleiding
van de printer voor aanvullende informatie.
Eenvoudig printen
Foto’s
Films
Als u de camera met een USB-kabel (afzonderlijk verkrijgbaar; camera-
uiteinde: Micro-B) aansluit op een printer die compatibel is met PictBridge,
kunt u uw opnames printen.
1
Zorg dat de camera en de printer
zijn uitgeschakeld.
2
Sluit de camera aan op de printer.
Open het aansluitingenklepje en steek
de kleinste stekker in de aangegeven
richting helemaal in de aansluiting van
de camera.
Sluit de grote kabelstekker aan op de
printer. Raadpleeg de handleiding van
de printer voor meer informatie over de
aansluiting.
3
Schakel de printer in.
Beelden opslaan op een computer
Met interfacekabel IFC-600PCU of een USB-kabel (allebei afzonderlijk
verkrijgbaar; camera-uiteinde: Micro-B) kunt u de camera aansluiten op
een computer en beelden opslaan op de computer.
1
Sluit de camera aan op de computer.
Open het klepje terwijl de camera is
uitgeschakeld (1). Steek de kleinste
stekker van de USB-kabel in de
aangegeven richting helemaal in
de aansluiting van de camera (2).
Sluit de grote kabelstekker aan
op de computer. Raadpleeg de
computerhandleiding voor meer
informatie over computeraansluitingen.
De camera wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u deze
aansluit op de computer.
2
Beelden opslaan op de computer.
Voor het bekijken van beelden kunt
u reeds geïnstalleerde of algemeen
verkrijgbare software gebruiken.
(
1
)
(
2
)
113
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Beelden toevoegen aan de printopdracht (DPOF)
Foto’s
Films
Geef beelden op voor afdrukken in serie (tot 400 beelden) of voor
bestellingen bij fotozaken (tot 998 beelden) door de beelden op een
geheugenkaart en het aantal exemplaren te selecteren. De afdrukinformatie
die u op deze wijze voorbereidt, voldoet aan de DPOF-normen (Digital Print
Order Format).
Films kunnen niet worden geselecteerd.
Printinstellingen congureren
U kunt de instellingen, zoals de afdrukindeling, toevoegen van datum
of bestandsnummer, en de overige instellingen, als volgt opgeven.
Deze instellingen worden toegepast op alle beelden in de printopdracht.
1
Selecteer [Printopties].
Selecteer menu [ ] (
=
23) >
[Printopties].
4
Selecteer een beeld.
5
Open het printscherm.
Druk op de knop om [Beeld printen] te
kiezen en druk daarna nogmaals op de
knop .
6
Print het beeld.
Kies [Print].
Het printen start nu.
Wilt u andere beelden printen nadat het
printen is afgelopen, herhaal dan deze
procedure vanaf stap 4.
Wanneer u klaar bent met printen,
schakelt u de camera en de printer
uit en verwijdert u de kabel.
Printinstellingen congureren
Foto’s
Films
1
Open het printscherm.
Voer stap 1–5 bij “Eenvoudig printen”
(
=
112) uit om dit scherm te openen.
2
Congureer de instellingen.
Selecteer een item en kies vervolgens
de gewenste optie.
114
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Beelden printen die zijn toegevoegd aan de
printopdracht (DPOF)
Foto’s
Films
Het afspeelscherm wordt weergegeven
wanneer u de camera aansluit op een
PictBridge-compatibele printer.
Wilt u dit scherm openen, druk dan op de
knop en selecteer [Printopties] in het
getoonde scherm.
Selecteer [Print] en selecteer op het
volgende scherm [OK] om de beelden
te printen.
Elke DPOF-afdruktaak die u tijdelijk
onderbreekt, wordt hervat bij het
volgende beeld.
2
Selecteer [Stel in].
Kies een item dat u wilt congureren en
kies de gewenste optie.
Druk op de knop
om terug te
keren naar het printscherm.
Sommige printers of fotozaken zijn wellicht niet in staat om alle
DPOF-instellingen toe te passen bij het printen.
Gebruik deze camera niet voor het congureren van
printinstellingen voor beelden met DPOF-instellingen die op een
andere camera zijn gecongureerd. Als u de printinstellingen
wijzigt met deze camera, worden alle bestaande instellingen
wellicht overschreven.
Als u [Datum] instelt op [Aan], drukken sommige printers de
datum wellicht tweemaal af.
Beelden opgeven om te printen
1
Selecteer beelden om te printen.
Volg stap 1 bij “Printinstellingen
congureren” (
=
113) om het scherm
links te openen.
Selecteer [Sel.beeld] of [Meerdere] en
druk vervolgens op de knop
.
Volg de instructies op het scherm om
beelden toe te voegen die u wilt printen
en druk vervolgens op de knop
.
115
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Meerdere beelden tegelijk toevoegen
Kies bij stap 2 van “Afzonderlijke beelden
toevoegen” (
=
115) de optie [Meerdere]
om het scherm links te openen.
Selecteer een item en druk op de
knop
.
Volg de weergegeven instructies om
beelden toe te voegen.
Gebruik deze camera niet voor het congureren van
printinstellingen voor beelden met DPOF-instellingen die op een
andere camera zijn gecongureerd. Als u de printinstellingen
wijzigt met deze camera, worden alle bestaande instellingen
wellicht overschreven.
Films kunnen niet worden geselecteerd.
Beelden toevoegen aan een fotoboek
Fotoboeken kunnen worden voorbereid door maximaal 998 beelden op
een geheugenkaart te selecteren.
Afzonderlijke beelden toevoegen
1
Selecteer [Fotoboek instellen].
Selecteer menu [ ] (
=
23) >
[Fotoboek instellen].
2
Kies [Selecteer beelden].
3
Selecteer een beeld.
Selecteer een beeld en druk op de
knop .
[
] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop
om het
beeld te verwijderen uit het fotoboek.
[ ] wordt niet meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
Als u klaar bent, drukt u op de knop
om terug te keren naar het
menuscherm.
116
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Problemen oplossen
Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de
camera. Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met een
klantenservicehelpdesk.
Voeding
Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt.
Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de
polen met een wattenstaafje en plaats de accu enige malen opnieuw.
De accu raakt snel leeg.
Bij lage temperaturen nemen de prestaties van batterijen af. Maak de accu een
beetje warm, bijvoorbeeld door deze in uw zak te houden. Zorg dat de polen niet
in contact komen met metalen voorwerpen.
Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de
polen met een wattenstaafje en plaats de accu enige malen opnieuw.
Als dit niet helpt en de accu weer snel leeg is na het opladen, is de levensduur
verstreken. Koop dan een nieuwe accu.
De accu is opgezwollen.
Het is normaal dat batterijen een beetje zwellen. Dit is niet gevaarlijk. Als de accu
echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, dient u contact op
te nemen met een klantenservicehelpdesk.
Opnamen maken
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt.
Druk tijdens het afspelen (
=
67) de ontspanknop half in (
=
21).
Vreemde weergave op het scherm bij opnamen.
Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto’s worden
vastgelegd, maar wel in lms worden opgenomen.
- Als u opnamen maakt bij TL- of LED-verlichting kan het scherm ikkeren en
kan een horizontale band verschijnen.
Bijlage
Nuttige informatie over het gebruik van de camera
117
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Wi-Fi
Het Wi-Fi-menu kan niet worden geopend door op de knop
te drukken.
Het Wi-Fi-menu kan niet worden geopend wanneer de camera via een kabel is
aangesloten op een printer of computer. Koppel de kabel los.
Kan geen verbinding maken met het toegangspunt.
Controleer of het toegangspunt is ingesteld op een kanaal dat wordt ondersteund
door de camera (
=
123). In plaats van automatische kanaaltoewijzing kunt
u het beste handmatig een ondersteund kanaal toewijzen.
Het verzenden van beelden duurt lang./De draadloze verbinding
is verbroken.
Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt
van storingsbronnen, zoals magnetrons of andere apparaten die op
de 2,4 GHz-band werken.
Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken
(zoals het toegangspunt) en zorg ervoor dat er zich geen voorwerpen tussen
de apparaten bevinden.
Het opnemen of afspelen van een lm stopt plotseling.
Gebruik voor [ ] of [ ] een UHS-I-geheugenkaart met een
UHS-snelheidsklasse van 3.
De opnamen zijn niet scherp.
Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling
(
=
59,
=
60).
Er worden geen AF-punten weergegeven en de camera stelt niet scherp
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Om de AF-punten weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen,
probeert u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te
plaatsen voordat u de ontspanknop half indrukt (of herhaaldelijk half indrukt).
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker.
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (
=
52).
Gebruik AE-vergrendeling of spotmeting (
=
52).
De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (
=
52).
Gebruik AE-vergrendeling of spotmeting (
=
52).
Verminder de belichting van het onderwerp.
De opnamen zijn te donker, ondanks dat er is geitst (
=
29).
Pas de helderheid aan met behulp van itsbelichtingscompensatie of door het
itsuitvoerniveau te wijzigen (
=
62,
=
66).
Verhoog de ISO-snelheid (
=
53).
De onderwerpen in geitste foto’s zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
Pas de helderheid aan met behulp van itsbelichtingscompensatie of door het
itsuitvoerniveau te wijzigen (
=
62,
=
66).
Films opnemen
Onderwerpen lijken vervormd.
Onderwerpen die tijdens het opnemen snel langs de camera bewegen, kunnen
vervormd lijken.
118
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Wi-Fi
Device met zelfde IP-adres bestaat op gesel. netwerk
Stel het IP-adres opnieuw in zodat er geen conict is met een ander IP-adres.
Verbinding verbroken/Kon beeld niet verzenden
Mogelijk worden in uw omgeving Wi-Fi-signalen belemmerd.
Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van
magnetrons en andere apparaten die op de 2,4 GHz band werken.
Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken
(zoals het toegangspunt) en zorg ervoor dat er zich geen voorwerpen tussen
de apparaten bevinden.
Controleer het verbonden apparaat om te zien of er geen fouten zijn.
Onvoldoende vrije ruimte op server
Verwijder onnodige beelden op de server en controleer de vrije ruimte voordat
u de beelden opnieuw probeert te verzenden.
Controleer de netwerkinstellingen
Zorg ervoor dat uw computer met de huidige netwerkinstellingen verbinding kan
maken met internet.
Fouten en waarschuwingen
Indien er een foutmelding verschijnt op het scherm, reageert u als volgt.
Foutcodes
Bij problemen met de camera worden foutcodes (in de indeling Errxx) en de
aanbevolen oplossingen weergegeven.
Nummer Bericht en oplossing
02
Geen toegang tot kaart. Herplaats/vervang kaart of
form. kaart met deze camera.
Plaats de geheugenkaart opnieuw, gebruik een
andere kaart of formatteer de kaart.
04
Kan beelden niet opslaan omdat kaart vol is.
Vervang kaart.
Gebruik een andere geheugenkaart, wis onnodige
beelden of formatteer de kaart.
10, 20, 30, 40,
50, 60, 70,
80, 99
Fout bij opname. Schakel de camera uit en weer in of
herplaats de batterij.
Gebruik de ON/OFF-knop of plaats de accu
opnieuw.
* Blijft het probleem zich voordoen, schrijf dan de foutcode (Errxx) op en neem
contact op met een klantenservicehelpdesk.
119
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
(17) Scherpstelbereik (
=
56),
AF-vergrendeling (
=
60)
(18) Witbalans (
=
54)
(19) Stijlinstellingen (
=
55)
(20) Auto optimalisatie helderheid
(
=
53)
(21) Hoogte/breedte foto (
=
35)
(22) Flitsmodus (
=
61),
FE-vergrendeling (
=
62)
(23) Flitsbelichtingscompensatie
(
=
62), flitsmodus (
=
66)
(24) ISO-snelheid (
=
53)
(25) Sluitertijd (
=
64,
=
65)
(26) Bluetooth-verbindingsstatus
(
=
85)
(27) Diafragmawaarde (
=
65)
(28) Belichtingsniveau (
=
65)
(29) Bluetooth-verbinding met
smartphone, status van
gps-bepaling (
=
87)
(30)
Automatisch (
=
32)
(31) Waarschuwing: camera beweegt
(
=
29)
(32) Intelligent IS (
=
30)
(33) Modus Hybride automatisch/
Digest-type (
=
28)
(34)
Aantal opnamen (
=
49)
(35) Zoombalk (
=
26)
(36)
Vereiste tijd (
=
49)
(37)
Afspeeltijd (
=
49)
(38) Witbalanscorrectie (
=
55)
(39) Miniatuureffectmovie (
=
49)
(40) Videosnapshot (
=
50)
(41) Datumstempel (
=
34)
(42) Eco-modus (
=
101)
(43) IS-modus (
=
63)
(44) Windfilter (
=
48)
(45) Demper (
=
48)
(46)
Automatische langzame sluiter
(
=
48)
(47)
Automatisch corrigeren
(
=
37)
(48) Belichtingscompensatieniveau
(
=
52)
(49) MF-indicator (
=
56)
Batterijniveau
Op het scherm verschijnt een pictogram of bericht dat het resterende
niveau van de batterij aangeeft.
Scherm Details
Voldoende opgeladen
Iets leger, maar nog voldoende opgeladen
(Knippert rood)
Bijna leeg; accu moet worden opgeladen
Leeg; accu moet onmiddellijk worden opgeladen
Informatie op het scherm
Opnamen maken (uitgebreide informatieweergave)
(
48
)
(
47
)(
46
)(
45
)(
44
)
(
43
)(
42
)
(
39
)
(
38
)
(
37
)
(
36
)
(
34
)
(
31
)
(
29
)(
28
)(
27
)(
26
)(
25
)
(
24
)
(
19
)
(
20
)
(
21
)
(
22
)
(
23
)
(
1
)
(
2
)
(
3
)
(
4
)
(
5
)
(
6
)
(
7
)
(
8
)
(
9
)
(
10
)
(
12
)(
13
) (
15
) (
17
)
(
18
)
(
14
)
(
30
)
(
41
)
(
49
)
(
35
)
(
16
)(
11
)
(
32
)
(
33
)
(
40
)
(1) Opnamemodus,
compositiepictogram (
=
30)
(2) AF-methode (
=
57)
(3) AF-bediening (
=
59)
(4) Raster (
=
36)
(5) Transportmodus
(
=
34,
=
35)
(6) Meetmethode (
=
52)
(7) Beeldkwaliteit (
=
36)
(8) Filmopnameformaat (
=
47)
(9) Wi-Fi-signaalsterkte
(10) AE-vergrendeling (
=
52)
(11) Beschikbare opnamen,
maximumaantal continue
opnamen
(12) Resterende tijd
(13) Batterijniveau (
=
119)
(14) Zoomvergroting (
=
31),
digitale telelens (
=
57)
(15) AF-punt (
=
57)
(16) Spotmetingpuntkader (
=
52)
120
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Afspelen (uitgebreide informatieweergave)
(
4
) (
5
) (
6
) (
7
) (
8
) (
9
)
(
11
) (
13
) (
14
) (
16
)
(
17
) (
18
) (
21
) (
24
)
(
25
) (
29
)
(
12
)
(
2
) (
3
)
(
28
)
(
19
) (
23
)
(
26
) (
27
)
(
1
)
(
10
)
(
20
)
(
15
)
(
22
)
(1) Film afspelen (
=
26,
=
67),
digest-film afspelen (
=
28)
(2) Nummer huidig beeld/totaal aantal
beelden
(3) Batterijniveau (
=
119)
(4) Wi-Fi-signaalsterkte
(5) Bluetooth-verbindingsstatus
(
=
85)
(6) Classificatie (
=
76)
(7) Beeldbeveiliging (
=
73)
(8) Histogram (
=
69)
(9) Mapnummer – bestandsnummer
(
=
103)
(10) Opnamedatum/-tijd (
=
16)
(11) Opnamemodus
(12) Sluitertijd (
=
64,
=
65)
(13) Diafragmawaarde (
=
65)
(14) Belichtingscompensatieniveau
(
=
52)
(15) Helderheid (
=
39)
(16) ISO-snelheid (
=
53)
(17) Witbalans (
=
54)
(18) Witbalanscorrectie (
=
55)
(19) Stijlinstellingen (
=
55)
(20) Filtereffect (
=
39)
(21) Flitser (
=
61)
(22)
Automatisch corrigeren
(
=
37)
(23) Flitsbelichtingscompensatie
(
=
62), filmcompressie
(
=
80)
(24) Meetmethode (
=
52)
(25) Auto optimalisatie helderheid
(
=
53)
(26) Filmopnameformaat (
=
47)
(27) Beeld bewerken (
=
77)
(28) Foto’s: beeldkwaliteit (
=
36)*
Films: afspeeltijd
(29) Bestandsgrootte
* Bijgesneden beelden worden aangegeven met [
].
121
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Specicaties
Beeldsensor
Beeldformaat ....................................Type 1/2,3
Eectieve pixels in de camera
(Het aantal pixels kan afnemen door
beeldverwerking.)
.................................Ongeveer 20,3 megapixel
Totale pixels ...................................... Ongeveer 21,1 megapixel
Lens
Brandpuntsafstand
(equivalent aan 35mm-lm) .............. 4,3 – 172,0 mm
(24 – 960 mm)
Zoomvergroting.................................40 x
Opnamebereik (gemeten vanaf de punt van de lens)
Opnamemodus Scherpstelbereik
Maximale
groothoek ( )
Maximale
telelens ( )
*
1 cm–oneindig 2,0 m–oneindig
Anders dan
hierboven
5 cm–oneindig 2,0 m–oneindig
1–50 cm
* Handmatig scherpstellen is hetzelfde.
Voorzorgsmaatregelen
De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica.
Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken
of stoten.
Plaats de camera nooit in de nabijheid van magneten, motoren of
andere apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren.
Sterke elektromagnetische velden kan storingen of verlies van
beeldgegevens veroorzaken.
Als er waterdruppels of vuil vastzitten op de camera of het scherm,
wrijft u dit af met een droge zachte doek, zoals een brillendoekje.
Niet hard wrijven of hard drukken.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen
bevatten om de camera of het scherm schoon te maken.
Gebruik een lensblazer om stof en vuil te verwijderen van de lens.
Lukt het schoonmaken niet goed, neem dan contact op een
klantenservicehelpdesk.
Bewaar ongebruikte accu’s in een plastic zak of een vergelijkbare
verpakking. Om ervoor te zorgen dat de prestaties van de accu
behouden blijven wanneer u de accu gedurende langere tijd niet gaat
gebruiken, laadt u de accu circa een keer per jaar op en gebruikt u de
resterende lading op voordat u de accu opbergt.
122
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Scherm
Type ......................................................Kleuren-TFT LCD
Schermgrootte ......................................7,5 cm (3,0 inch)
Aantal beeldpunten ............................... Circa 0,92 miljoen beeldpunten
Opnamen maken
Digitale zoom
Vergroting .........................................Circa 4x
Maximum met optische zoom ........... Circa 160 x
Brandpuntsafstand (telelenskant,
equivalent aan 35mm-lm) ...............Equivalent aan circa 3840 mm
ZoomPlus
(Aantal opnamepixels L) ................... Circa 80 x
Continue opnamen
Opnamesnelheid*
1-beeld AF
Continue opnamesnelheid
(hoge snelheid) ......................... Maximaal circa 10,0 beelden/sec.
Continue opnamesnelheid
(lage snelheid) ..........................Maximaal circa 4,0 beelden/sec.
Servo AF
Continue opnamesnelheid
(hoge snelheid) ......................... Maximaal circa 7,4 beelden/sec.
Continue opnamesnelheid
(lage snelheid) ..........................Maximaal circa 4,0 beelden/sec.
* Snelheid van continue opnamen kan afnemen door de volgende factoren:
Tv-waarde/Av-waarde/onderwerpomstandigheden/opnameomgeving/
gebruik van itser/ISO-snelheid/zoomstand
Sluiter
Sluitertijd
Auto-modus
(automatische instellingen)
Max. Tv ......................................... 1 sec.
Min. Tv .......................................... 1/3200 sec.
Bereik bij elke opnamemodus
Max. Tv ......................................... 15 sec.
Min. Tv .......................................... 1/3200 sec.
Beschikbare Tv-waarden (sec.)
Opnamemodus ............................. M-modus/Tv-modus
15, 13, 10, 8, 6, 5, 4, 3,2, 2,5, 2,
1,6, 1,3, 1, 0,8, 0,6, 0,5, 0,4, 0,3,
1/4, 1/5, 1/6, 1/8, 1/10, 1/13, 1/15,
1/20, 1/25, 1/30, 1/40, 1/50, 1/60,
1/80, 1/100, 1/125, 1/160, 1/200,
1/250, 1/320, 1/400, 1/500, 1/640,
1/800, 1/1000, 1/1250, 1/1600,
1/2000, 1/2500, 1/3200
Diafragma
F-nummer
Groothoek ......................................... 3,3–8,0
Telelens.............................................6,9–8,0
Flitsbesturing
Ingebouwde itser
Flitsbereik (max. groothoek)
dichtstbije punt ..............................Circa 50 cm
verste punt .................................... Circa 5,0 m
Flitsbereik (telelenskant)
dichtstbije punt ..............................Circa 2,0 m
verste punt .................................... Circa 2,5 m
123
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Interface
Bedraad
DIGITAL-aansluiting ......................... Micro-USB
HDMI OUT-aansluiting ......................Type D
Draadloos
Bluetooth
Conform normen ........................... Bluetooth-versie 4.1
(BLE-technologie, Bluetooth low
energy)
Wi-Fi
Conform normen ........................... IEEE802.11n/g/b
Verzendfrequentie
Frequentie ................................2,4 GHz
Kanalen ....................................1–11 kanalen
Beveiliging
Infrastructuurmodus .................. WPA2-PSK (AES/TKIP),
WPA-PSK (AES/TKIP), WEP
* Voldoet aan Wi-Fi Protected
Setup
Modus Camera
toegangspunt ............................ WPA2-PSK (AES)
Gebruiksomgeving
Temperatuur .......................................... Min. 0°C, max. 40°C
Afmetingen (conform CIPA)
B ...........................................................Circa 110,1 mm
H ...........................................................Circa 63,8 mm
D ...........................................................Circa 39,9 mm
Gewicht (conform CIPA)
Inclusief accu en geheugenkaart ..........Circa 299 g
Alleen camerabody ...............................Circa 275 g
Opname
Bestandsformaat ................................... Voldoet aan DCF, compatibel met
DPOF (versie 1.1)
Gegevenstype
Foto
Opname-indeling ..........................Exif 2.31 (DCF2.0)
Beeld ............................................Alleen JPEG
Film
Opname-indeling ..........................MP4
Video.............................................MPEG-4 AVC/H.264
Audio ............................................MPEG-4 AAC-LC (stereo)
Voeding
Accu ...................................................... NB-13L
Aantal foto-opnamen (conform CIPA:
kamertemperatuur 23°C)
Circa 265 beelden
Aantal foto-opnamen (Eco-modus aan) Circa 370 beelden
Filmopnametijd (conform CIPA:
kamertemperatuur 23°C)
Circa 60 min.
Filmopnametijd (continue opname) Circa 100 min.
Afspeeltijd* Circa 4 uur
* Tijd bij het afspelen van een diavoorstelling van foto’s
124
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Accu NB-13L
Type: Oplaadbare lithium-ionbatterij
Nominale spanning: 3,6 V gelijkstroom
Nominale capaciteit: 1250 mAh
Oplaadcycli: Circa 300 keer
Bedrijfstemperatuur: 0–40°C
Acculader CB-2LHE
Nominale invoer: 100–240 V wisselstroom (50/60 Hz),
0,09 A (100 V)–0,06 A (240 V)
Nominale uitvoer: 4,2 V gelijkstroom, 0,7 A
Oplaadduur: Circa 2 uur 10 min. (bij gebruik van NB-13L)
Bedrijfstemperatuur: 5–40°C
Compacte voedingsadapter CA-DC30E
Nominale invoer: 100–240 V wisselstroom (50/60 Hz)
0,07 A (100 V)–0,045 A (240 V)
Nominale uitvoer: 5,0 V gelijkstroom, 0,55 A
Oplaadduur: Circa 2 uur 50 min.*
(opgeladen met NB-13L in de camera)
* De oplaadtijd varieert aanzienlijk afhankelijk
van het resterende batterijniveau.
Bedrijfstemperatuur: 5–40°C
125
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
A
Aangepaste witbalans 54
Aansluiting 112
Accessoires 107
Accu
Eco-modus 101
Niveau 119
Opladen 15
Spaarstand 101
AE lock 52
AF lock 60
AF Tracking 58
AF-methode 57
Afspelen
Bekijken
Auto-modus (opnamemodus) 18, 26
Av (opnamemodus) 65
B
Beelden
Afspelen
Bekijken
Beveiligen 73
Weergaveduur 38
Wissen 74
Beelden geotaggen 87
Beelden opslaan op een
computer 112
Beelden verzenden 95
Beelden verzenden naar een
smartphone 83
Beelden verzenden naar
webservices 95
Beeldkwalit. 36
Beeldverhouding 35
Bekijken 19
Beeld zoeken 71
Diavoorstelling 72
Eén beeld weergeven 19
Indexweergave 70
Tv-weergave 108
Vergrote weergave 72
Belichting
AE lock 52
Compensatie 52
FE-lock 62
Bestandsnummering 103
Beveiligen 73
Bewerken
Rode-ogencorrectie 78
Bluetooth 83
C
Camera Connect 83
Camera resetten 105
CANON iMAGE GATEWAY 95
Classicatie 76
Continue opname 35
D
Datum/tijd/zone
Instellingen 16
Diavoorstelling 72
Digitale telelens 57
Digitale zoom 31
DPOF 113
E
Eco-modus 101
Egale huid (opnamemodus) 43
F
FE-lock 62
Films
Bewerken 79
Fisheye-eect (opnamemodus) 44
Flitser
Flitsbelichtingscompensatie 62
Flitser aan 61
Flitser uit 61
Slow sync 61
Formaat wijzigen 77
Fotoboek instellen 115
Foutmeldingen 118
G
Geheugenkaarten 2
Gps-informatieweergave 69
H
Handmatig scherpstellen
(scherpstelbereik) 56
HDMI-kabel 108
Hulp bij kader 31
I
Indicator 25, 38
Inhoud van de verpakking 2
ISO-snelheid 53
K
Kleur (witbalans) 54
Korrelig Z/W (opnamemodus) 43
M
M (opnamemodus) 65
Macro (scherpstelbereik) 56
Meetmethode 52
Menu
Basishandelingen 23
Miniatuureect (opnamemodus) 46
N
Nachtopnamen uit hand
(opnamemodus) 41
O
Opname
Opname-informatie 119
Opnamedatum/-tijd
Datum/tijd/zone
P
P (opnamemodus) 51
Pieptoon 100
Polsriem
Riem
Portret (opnamemodus) 41
Printen 112
Problemen oplossen 116
Programma automatische
belichting 51
R
Rasterweergave 36
Resetten 105
Riem 2, 14
Rode-ogencorrectie 78
Roteren 76
126
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
S
Scherm
Menu
Menu Snel instellen
Pictogrammen 119, 120
Weergavetaal 17
Scherpstelbereik
Handmatig scherpstellen 56
Macro 56
Scherpstellen
AF lock 60
AF-methode 57
MF-peaking 57
Servo AF 59
SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten
Geheugenkaarten
Servo AF 59
Snel instellen
Basishandelingen 23
Softfocus (opnamemodus) 44
Software
Beelden opslaan op een
computer 112
Spaarstand 101
Speelgoedcamera-eect
(opnamemodus) 46
Standaardwaarden
Resetten
T
Tv (opnamemodus) 64
Tv-weergave 108
V
Verbindingsinformatie bewerken of
wissen 99
Vergrote weergave 72
Voeding 107
Accu,
Acculader
Vuurwerk (opnamemodus) 42
W
Weergavetaal 17
Wi-Fi-functies 83
Windlter 48
Wissen 74
Witbalans (kleur) 54
Z
Zelfontspanner 34
Zelfportret (opnamemodus) 40
Zoeken 71
Zoomen 27, 31
127
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Voorzorgsmaatregelen bij draadloze functies
Voordat goederen of technologieën in de camera worden geëxporteerd
die worden gereguleerd door de Foreign Exchange and Foreign
Trade Act (met inbegrip van het meenemen van de goederen of
technologieën uit Japan of ze aan niet-ingezetenen laten zien in
Japan), is mogelijk een exportvergunning of vergunning voor een
servicetransactie nodig van de Japanse overheid.
Aangezien dit product Amerikaanse coderingsitems bevat, valt het
onder de regelgeving van de U.S. Export Administration en mag het
product niet worden geëxporteerd naar of binnengebracht worden in
een land waarop een handelsembargo van de VS van toepassing is.
Noteer de draadloze Wi-Fi-instellingen die u gebruikt. De draadloze
instellingen die op dit product zijn opgeslagen, kunnen worden
gewijzigd of gewist door foutief gebruik van het product, de gevolgen
van radiogolven of statische elektriciteit, of een ongeval of fout.
Houd er rekening mee dat Canon niet verantwoordelijk is voor
directe of indirecte schade of verlies van inkomsten als gevolg
van het verslechteren of verdwijnen van inhoud.
Wanneer u niet meer eigenaar van de camera bent, het product
weggooit of ter reparatie opstuurt, dient u de standaardinstellingen
voor draadloze communicatie te herstellen door eventuele instellingen
te wissen die u hebt ingevoerd.
Canon compenseert geen schade als gevolg van verlies of diefstal van
dit product.
Canon is niet verantwoordelijk voor schade of verlies als gevolg van
ongeoorloofde toegang tot of gebruik van doelapparaten die op dit
product zijn geregistreerd doordat het product is verloren of gestolen.
Gebruik het product zoals aangegeven in deze handleiding.
Gebruik de draadloze functie van dit product volgens de richtlijnen
die in deze handleiding staan beschreven. Canon is niet aansprakelijk
voor schade of verlies als de functie en het product op een andere
manier worden gebruikt dan in deze handleiding wordt beschreven.
Veiligheidsmaatregelen
Aangezien Wi-Fi radiogolven gebruikt om signalen te verzenden, zijn er
strengere veiligheidsmaatregelen nodig dan wanneer u een LAN-kabel
gebruikt.
Houd rekening met de volgende punten wanneer u Wi-Fi gebruikt.
Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken.
Dit product zoekt naar Wi-Fi-netwerken in de buurt en geeft de
resultaten op het scherm weer. Netwerken waarvoor u geen
toestemming hebt (onbekende netwerken), worden mogelijk ook
weergegeven. Als u probeert verbinding te maken met deze netwerken
of deze probeert te gebruiken, kan dit echter als ongeoorloofde
toegang worden beschouwd. Gebruik alleen netwerken die u mag
gebruiken en probeer geen verbinding te maken met andere
onbekende netwerken.
Als de veiligheidsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen zich de
volgende problemen voordoen.
Bekijken van de overdracht
Derden met slechte bedoelingen kunnen Wi-Fi-overdrachten opsporen
en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt.
Ongeoorloofde netwerktoegang
Derden met slechte bedoelingen kunnen ongeoorloofde toegang
krijgen tot het netwerk dat u gebruikt en informatie stelen, wijzigen of
vernietigen. U kunt daarnaast ook het slachtoer worden van andere
ongeoorloofde toegang zoals imitatie (waarbij iemand een andere
identiteit aanneemt om ongeoorloofde toegang te krijgen tot informatie)
of springplankaanvallen (waarbij iemand ongeoorloofde toegang krijgt
tot uw netwerk als een springplank om hun sporen uit te wissen terwijl
ze in andere systemen inbreken).
Beveilig dus uw Wi-Fi-netwerk voldoende om dit soort problemen te
vermijden.
Gebruik de Wi-Fi-functie van deze camera alleen met voldoende kennis
van Wi-Fi-beveiliging en zorg voor een goede balans tussen risico en
gemak wanneer u de veiligheidsinstellingen aanpast.
128
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
CMSIS Core header les
Copyright (C) 2009-2015 ARM Limited.
All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modication, are permitted provided that the following conditions
are met:
- Redistributions of source code must retain the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer.
- Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
- Neither the name of ARM nor the names of its contributors may be
used to endorse or promote products derived from this software
without specic prior written permission.
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE COPYRIGHT HOLDERS
AND CONTRIBUTORS “AS IS” AND ANY EXPRESS OR IMPLIED
WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED
WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR
A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL
COPYRIGHT HOLDERS AND CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR
ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY,
OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT
LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS
INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF
LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT
(INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY
WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED
OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Software van derden
AES-128 Library
Copyright (c) 1998-2008, Brian Gladman, Worcester, UK. All rights
reserved.
LICENSE TERMS
The redistribution and use of this software (with or without changes)
is allowed without the payment of fees or royalties provided that:
1. source code distributions include the above copyright notice, this list
of conditions and the following disclaimer;
2. binary distributions include the above copyright notice, this list of
conditions and the following disclaimer in their documentation;
3. the name of the copyright holder is not used to endorse products
built using this software without specic written permission.
DISCLAIMER
This software is provided ‘as is’ with no explicit or implied warranties
in respect of its properties, including, but not limited to, correctness
and/or tness for purpose.
129
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Persoonsgegevens en veiligheidsmaatregelen
Indien persoonsgegevens en/of Wi-Fi-beveiligingsinstellingen zoals
wachtwoorden enz. worden opgeslagen op de camera, dient u zich
ervan bewust te zijn dat dergelijke informatie en instellingen op de
camera bewaard kunnen blijven.
Wanneer u het eigendom van de camera aan een andere persoon
overdraagt, de camera weggooit of ter reparatie opstuurt, dient u de
volgende maatregelen te nemen om te voorkomen dat dergelijke
gegevens en instellingen uitlekken.
Wis geregistreerde Wi-Fi-beveiligingsgegevens door [Wis instellingen]
te kiezen in de Wi-Fi-instellingen.
Handelsmerken en licenties
Microsoft en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc.,
gedeponeerd in de U.S. en andere landen.
App Store, iPhone en iPad zijn handelsmerken van Apple Inc.
Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
HDMI, het HDMI-logo en High-Denition Multimedia Interface
zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
HDMI Licensing, LLC.
Wi-Fi
®
, Wi-Fi Alliance
®
, WPA™, WPA2™ en Wi-Fi Protected Setup™
zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de
Wi-Fi Alliance.
Het Bluetooth
®
-woordmerk en -logo’s zijn gedeponeerde
handelsmerken die eigendom zijn van Bluetooth SIG, Inc. en elk
gebruik van dergelijke merken door Canon Inc. geschiedt onder
licentie. Overige handelsmerken en handelsnamen zijn eigendom
van hun respectieve eigenaren.
Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve
eigenaren.
Dit apparaat gebruikt exFAT-technologie die in licentie is gegeven
door Microsoft.
KSDK Peripheral Drivers, Flash / NVM, KSDK H/W Abstraction Layer
(HAL)
(c) Copyright 2010-2015 Freescale Semiconductor, Inc.
ALL RIGHTS RESERVED.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modication, are permitted provided that the following conditions
are met:
* Redistributions of source code must retain the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer.
* Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
* Neither the name of the <organization> nor the names of its
contributors may be used to endorse or promote products derived
from this software without specic prior written permission.
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE COPYRIGHT HOLDERS
AND CONTRIBUTORS “AS IS” AND ANY EXPRESS OR IMPLIED
WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED
WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR
A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL
<COPYRIGHT HOLDER> BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT,
INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL
DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT
OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA,
OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER
CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER
IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING
NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT
OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF
THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
130
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
This product is licensed under AT&T patents for the MPEG-4 standard
and may be used for encoding MPEG-4 compliant video and/or
decoding MPEG-4 compliant video that was encoded only (1) for
a personal and non-commercial purpose or (2) by a video provider
licensed under the AT&T patents to provide MPEG-4 compliant video.
No license is granted or implied for any other use for MPEG-4 standard.
* Kennisgeving in het Engels weergegeven, zoals vereist.
Vrijwaring
Onrechtmatige verveelvoudiging van deze handleiding is verboden.
Alle metingen zijn gebaseerd op teststandaarden van Canon.
Deze informatie, de productspecicaties en het uiterlijk kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
De illustraties en schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen
enigszins afwijken van het werkelijke apparaat.
Niettegenstaande het bovenstaande kan Canon niet aansprakelijk
worden gehouden voor eventuele schade die ontstaat door het gebruik
van dit product.
1

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln
1

Forum

canon-powershot-sx740-hs
  • Aufnahmen bei Polarlicht Wie stelle ich am besten die Camara ein Eingereicht am 11-8-2023 11:49

    Antworten Frage melden
  • Es ist eine falsche Sprache eingestellt. Wie kann ich es ändern¿
    Eingereicht am 19-1-2023 17:51

    Antworten Frage melden
  • Wie ist die Einstellung an der Kamera für Nahaufnahmen? Eingereicht am 6-7-2022 09:08

    Antworten Frage melden
  • Ich habe "plötzlich" 4 Ordner. Brauche aber nur einen. Wie lösche ich die anderen.? Eingereicht am 1-8-2021 12:18

    Antworten Frage melden
  • Ich möchte Fotos löschen. Der apparat sagt Schreibgeschützt? Eingereicht am 27-9-2020 18:11

    Antworten Frage melden
  • Datumsstempel für ausdruck des Bildes einstellen, wie? Eingereicht am 9-12-2019 14:29

    Antworten Frage melden

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Canon PowerShot SX740 HS wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Andere Handbücher von Canon PowerShot SX740 HS

Canon PowerShot SX740 HS Zusatzinformation - Deutsch - 13 seiten

Canon PowerShot SX740 HS Kurzanleitung - Deutsch - 13 seiten

Canon PowerShot SX740 HS Bedienungsanleitung - Deutsch - 130 seiten

Canon PowerShot SX740 HS Zusatzinformation - Englisch - 13 seiten

Canon PowerShot SX740 HS Kurzanleitung - Englisch - 13 seiten

Canon PowerShot SX740 HS Bedienungsanleitung - Englisch - 130 seiten

Canon PowerShot SX740 HS Zusatzinformation - Holländisch - 13 seiten

Canon PowerShot SX740 HS Kurzanleitung - Holländisch - 13 seiten

Canon PowerShot SX740 HS Zusatzinformation - Französisch - 13 seiten

Canon PowerShot SX740 HS Kurzanleitung - Französisch - 13 seiten

Canon PowerShot SX740 HS Bedienungsanleitung - Französisch - 130 seiten


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info