Videomontage
91
Ne
Montage
1. Zoek bij de cassette in de videorecorder het punt dat ongeveer 3 seconden vóór de scène is
die ingevoegd moet worden. Zet de videorecorder bij dat punt in de afspeelpauzestand.
2. Druk bij de camcorder op de PLAY-knop en zoek het opnamestartpunt op. Zet de
camcorder bij dat punt in de afspeelpauzestand.
• U kunt de afspeelknoppen op de camcorder of de speciale afspeelfuncties op de
infraroodafstandsbediening gebruiken, net zoals bij normaal afspelen.
3. Druk op de A/V INSERT-knop.
• “A/V INSERT” en 2a verschijnen in de zoeker.
4. Begin met de weergave van de cassette in de videorecorder.
5. Druk op de afspeel/pauzeknop e/a van de camcorder wanneer u wilt beginnen met
invoegen.
• De aanduiding 2a verandert in 2.
6. Druk op de STOP-knop van de camcorder wanneer u wilt stoppen met invoegen.
• Het invoegen stopt en de aanduiding “A/V INSERT” verdwijnt uit de zoeker. De camcorder komt in de
stopstand te staan.
• Als u op de afspeel/pauzeknop
e/a drukt in plaats van op de STOP-knop, dan wordt de pauzefunctie
voor de AV-invoegmontage ingeschakeld.
• Als u de nulpunt-terugkeerfunctie instelt op het punt op de band waar u wilt stoppen met invoegen, zal
telkens wanneer u bij dat punt komt, de camcorder de A/V-invoegfunctie uitschakelen en in de
stopstand komen te staan.
7. Stop het afspelen op de videorecorder.