7
2. INSTALLATIE
2.1. GEGEVENSPLAATJE
•
•
•
Afb. 2
31020
CORBANESE (TV)
ITALY
Mod.
s/n
Compressor HERMETIC
V
A
Refrigerant R404 Charge
Desing pressure (Low)
Desing pressure (High)
Rated Load
Class Volume
PED Code
IP
KPa
KPa
Kw
Ph Hz
Model
Serienr.
mm/yy/volgnummer
Frequentie
Vermogen
Fase
Absorptie
Volt
2.2. PLAATSING
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Afb. 4
Afb. 3
Controleer of de gegevens van het plaatje en de kenmer-
ken van de elektrische lijn met elkaar overeenstemmen
(V, kW, Hz, aantal fasen en beschikbaar vermogen).
Het plaatje met de kenmerken van het apparaat is op de
zijkant aangebracht (Afb. 2).
De eventuele opstelling van machinekamers voor de versprei-
ding van condensatie-units moet plaatsvinden in navolging
van de normen die van kracht zijn in het land van installatie en
die op de brandpreventie betrekking hebben (wend u tot de
plaatselijke brandweer voor de benodigde aanwijzingen).
Bovendien moet rekening gehouden worden met het
feit dat de eventuele inwerkingtreding van de veiligheidsklep-
pen of de smeltdoppen, in het koelcircuit, de onmiddellijke
afvoer in het milieu van het volledige koelmedium tot gevolg
heeft. Zorg dus voor de opportune middelen voor vuilverwer-
king en eerste hulp zoals aangeduid wordt in de veiligheids
informatiebladen van het koelmedium (
8
zie par. 2.12).
Klimaatklasse:
4
(omgevingstemperatuur 30°C met relative vochtig-
heid 55% niet condenserend) volgens normen CEI EN
60335-1, CEI EN 60335-2-89, ISO 23953-2:2005(E)
De groepen op afstand zijn uitgevoerd om geïnstalle-
erd te worden op plaatsen die tegen weersinvloeden
zijn beschut. De installaties moeten op een genivelle-
erde ondergrond van cement of staal worden gepla-
atst en moeten ruimte voorzien voor het onderhoud
zoals op de technische schema's is aangegeven. Bij
installatie op het dak of op zolder doet men er goed
aan om balken aan te brengen om het gewicht te
verdelen. Bovendien moet het onderstel stevig
genoeg zijn en geschikt om het gewicht van de volle-
dige eenheid te dragen, dit gewicht is te vinden in de
technische gegevens van de specifieke ontwerpteke-
ning. Om trillingen en lawaai te vermijden kan men
eventueel antitriltapijten in neopreen gebruiken, deze
moeten onder de hoeken van het onderstel van de
eenheid worden geplaatst.
Wanneer de operationele snelkoeler/bewaarinstallatie
onder het niveau van de vloer of ondergronds wordt
geïnstalleerd, moet de installateur de clausules
toepassen die voorzien zijn door de norm EN378-
1:2008+A1:2010 ANNEX D om te garanderen dat
niemand in de cel geblokkeerd kan blijven op het
einde van de werkshift.
De snelkoeler/bewaarinstallatie kan ondergronds
geïnstalleerd worden of op een platform, mits de
nooduitgangen worden aangepast zoals voorzien
door de norm EN378-1:2008+A1:2010 ANNEX C.
De noodzaak voor geforceerde ventilatie in een lokaal
waar de snelkoeler/bewaarinstallatie is geïnstalleerd
moet door de installateur worden gecontroleerd zoals
voorzien door de norm EN378-2:2008+A1:2009
hoofdstuk 6.2.14.
De koeler moet geïnstalleerd en getest worden met
volledige inachtneming van de wettelijke normen ter
preventie van ongevallen, van traditionele verordenin-
gen en de heersende normen.
De installateur moet de eventuele voorschriften op het
gebied van brandpreventie nakijken (wend u tot de plaat-
selijke brandweer voor de benodigde aanwijzingen).
Plaats de koeler op de uitgekozen plek.
Nivelleer de apparatuur met behulp van de regelpootjes.
Gebruik voor het waterpas zetten van de zwaardere
machines de daarvoor bestemde hefwerktuigen (Afb. 3).
Als de apparatuur niet genivelleerd is, kunnen de
werking en de condensafvoer gecompromitteerd
worden.
Vermijden (Afb.4):
Plaatsen in direct zonlicht.
Gesloten plaatsen met hoge temperaturen en geringe
luchtverversing (
8
zie Tabel 2).
Vermijd het de machine dichtbij ongeacht welke warm-
tebron te plaatsen.