20
61WG units zijn speciaal ontworpen voor het optimaliseren
van verwarmingsinstallaties waar heet water nodig is voor
traditionele verwarming of warm tapwater.
In dit geval is een AUX print opgenomen in de regelkast
van de unit.
De Pro-Dialog+ regelaar van de 61WG bevat algoritmen
voor constante en automatisch optimalisatie:
• regeling van een open/dicht driewegklep op basis van
eisen voor verwarming of huishoudelijke warmwater-
voorziening,
• regeling van elektrische verwarmingstrappen kan
dienen als aanvulling op de verwarmingskringloop,
• reset van heetwater-setpoint (verwarming) gebaseerd
op buitenluchttemperatuur,
• prioriteitsregeling tussen verwarming en huishoudelijke
warmwatervoorziening.
5.11.1 - Opnemer
Een optionele buitentemperatuuropnemer kan worden
gebruikt om het setpunt te resetten of de zomer/winter-
stand te bepalen.
5.11.2 - Regelaars
De verwarmingsmodule regelt de volgende elementen:
• Een driewegklep om over te schakelen naar huishoude-
lijke warmwatervoorziening.
• Een extra waterpomp in het verwarmingscircuit.
• Tot vier elektrische verwarmingstrappen (voor aanvul-
lende beveiliging verwarmingstrappen).
5.11.3 - Aansluitklemmen van gebruiker
Drie potentiaalvrije contacten zijn beschikbaar bij een
print met aansluitklemmen van de gebruiker.
• Een contact voor opgenomen vermogen voor DHW
vanaf de tank.
• Een potentiaalvrij contact voor DHW prioriteit.
• Een potentiaalvrij contact voor de zomerstand.
5.11.4 - Regeling van externe elektrische verwarmings-
trappen
De warmtepompen kunnen maximaal vier elektrische
verwarmingstrappen regelen voor extra verwarmings-
capaciteit.
Elektrische verwarmingstrappen worden ingeschakeld voor
extra verwarmingscapaciteit wanneer aan de volgende
voorwaarden is voldaan.
• De unit gebruikt 100% van zijn beschikbare verwar-
mingscapaciteit, of de unit wordt beperkt door een
beveiligingsmodus (bijv. lage aanzuigtemperatuur-
beveiliging) en kan niet in alle gevallen aan de verwar-
mingsvraag voldoen.
• De buitentemperatuur is beneden een configureerbare
drempel (zie HCCONFIG menu).
• Limiet van opgenomen vermogen van de unit is niet
actief.
Zo nodig kan de gebruiker de laatste beschikbare elektrische
verwarmingstrap configureren als een veiligheidstrap.
Deze veiligheidstrap wordt slechts in aanvulling op de
andere trappen geactiveerd als er een storing in de unit is die
het gebruik van de verwarmingscapaciteit verhindert. De
overige elektrische verwarmingstrappen blijven functioneren
zoals hierboven beschreven.
De elektrische verwarmingstrappen werken alleen tijdens
verwarmingsbedrijf, maar niet tijdens huishoudelijke
warmwatervoorziening.
5.11.5 - Verwarming of huishoudelijke warmwatervoorziening
De verwarmingscapaciteit kan via een driewegklep worden
omgeschakeld naar een verwarmingscircuit (ventilator-
convectoren, radiators of vloerverwarming) of naar een
huishoudelijke heetwatertank.
De unit vraagt om omschakeling naar huishoudelijke warm-
watervoorziening wanneer aan al de volgende voorwaarden
is voldaan:
• Het potentiaalvrij contact van de tank is gesloten EN.
• Tijdschema 3 is in een onbezette periode OF het
potentiaalvrije prioriteitscontact is gesloten.
Het water setpoint wordt aangepast op basis van de
bedrijfsmodus:
• In verwarmingsbedrijf worden de setpoints hsp1 en hsp2
gebruikt. Ze kunnen worden aangepast door een reset
door de gebruiker of op basis van de buitentemperatuur.
• In de stand voor huishoudelijke warmwatervoorziening
wordt setpoint hsp3 gebruikt. Er wordt geen setpoint
reset gebruikt.
De unit vraagt om omschakeling naar verwarmingsbedrijf
wanneer aan minimaal één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
• Het potentiaalvrij contact van de tank is open OF.
• De maximale bedrijfsduur in DHW is afgelopen OF.
• Tijdschema 3 is in een onbezette periode.
Indien om omschakeling wordt gevraagd terwijl een
compressor in bedrijf is, wordt deze stopgezet voordat de
driewegklep overgaat op de nieuwe stand, waarna de unit
opnieuw wordt gestart.
Als de unit in de stand voor huishoudelijke warmwater-
voorziening staat wordt het “DHW” bericht weergegeven
op het bedieningspaneel, naast de huidige bedrijfsmodus.
Voorbeeld: “Local Running DHW”.
5.11.6 - Zomerstand
De zomerstand wordt ingeschakeld wanneer de buiten-
temperatuur de parameterdrempel “summ_oat” tijdens de
“summ_on” tijd overschrijdt. De stand wordt uitgeschakeld
wanneer de buitentemperatuur tijdens de “summ_off” tijd
terugkeert naar een lagere waarde dan de parameterdrempel
“summ_oat”. De zomerstand kan ook worden ingeschakeld
als het potentiaalvrije contact “SUMM_SW” wordt gesloten.
5.11.7 - Extra waterpomp
Wanneer de zomerstand wordt uitgeschakeld wordt een
extra waterpomp in het verwarmingswatercircuit gestart.
Wanneer de beveiliging tegen vastzitten is geconfigureerd,
wordt de extra waterpomp periodiek gestart.