Gebruiksaanwijzing 3070
9
Stopwatch
De stopwatch maakt het mogelijk verstreken tijd,
stoptijden en twee finishtijden te meten.
Het bereik van de stopwatch is 23 uur , 59 minuten en
59,99 seconden.
De stopwatch loopt door , opnieuw startend vanaf 0,
nadat deze zijn limiet heeft bereikt, tenzij u deze stopt.
De stopwatchmeting loopt door , zelfs als u de
stopwatchfunctie verlaat.
Als u de stopwatchfunctie verlaat terwijl een
tussentijd bevr oren is op het display , wordt de
tussentijd verwijder d en keert deze terug naar de
verstreken tijdmeting.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de stopwatchfunctie, die u selecteert door op
te
drukken.
Timer
U kunt een timer-starttijd instellen binnen een ber eik van
1 minuut tot en met 24 uur . Een alarm klinkt als de timer
0 bereikt.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de timerfunctie, die u selecteert door op
te
drukken.
De timer -starttijd instellen
1. Houd terwijl de timer -starttijd in de in de timerfunctie
op het display getoond wor dt
ingedrukt totdat de
uurinstelling van de timer -starttijd begint te
knipper en, wat aangeeft dat het instelscherm
geselecteerd is.
Gebruik als de timer -starttijd niet getoond wordt
de bediening bij “De timer gebruiken” om deze te
tonen.
2. Druk op
om het knipperen tussen de uur - en minuteninstelling te wisselen.
3. Gebruik
(+) of
(-) om de knipperende selectie te wijzigen.
Stel $ ’ in om een timer -starttijd van 24 uur in te stellen.
4. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
De timer gebruiken
Druk in de timerfunctie op
om de timer te starten.
Als het einde van de aftelling bereikt is, klinkt het alarm gedurende 5 seconden of
totdat u deze stopt door op een willekeurige knop te drukken. De timertijd wordt
automatisch op de startwaarde ingesteld wanneer een alarm klinkt.
Druk tijdens een aftelling op
om deze te pauzeren. Druk nogmaals op
om de
aftelling te hervatten.
Om een aftelling volledig te stoppen, pauzeer deze dan eerst (door op
te
drukken) en vervolgens op
te drukken. Hierdoor wordt de afteltijd weer op de
startwaarde ingesteld.
Alarmen
U kunt vijf onafhankelijke, dagelijkse alarmen instellen.
Als een alarm is ingeschakeld, klinkt het alarm als de
alarmtijd bereikt is. U kunt tevens een uursignaal
inschakelen waarna het horloge elke heel uur twee keer
een signaal geeft.
Het alarmnummer (ALM-1 tot en met ALM-5 ) geeft
een alarmscherm aan. SIG verschijnt als het
uursignaalscherm getoond wordt.
Als u de alarmfunctie selecteert, verschijnen eerst de
gegevens die u bekeek toen u de de laatste keer de
functie verliet.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de alarmfunctie, die u selecteert door op
te
drukken.
Een alarmtijd instellen
1. Gebruik in de alarmfunctie
en
om door de
alarmschermen te blader en totdat het alarm getoond
wor dt waarvoor u de tijd wilt instellen.
2. Houd
ingedrukt totdat de uurcijfers van de alarmtijd beginnen te knipperen, wat
aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Druk op
om het knipperen tussen de instellingen van de uren en de minuten te
verplaatsen.
4. Gebruik als een instelling knippert
(+) en
(-) om deze te wijzigen.
Let er als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van de 12-uur weergave op
dat u de tijd juist instelt als ochtendtijd (geen indicator) of middag/avondtijd (P
indicator).
5. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
Alarmbediening
Het alarm klinkt in alle functies op de instelde tijd gedurende ongeveer 10 seconden of
totdat u deze stop door op een willekeurige knop te drukken.
Het alarm testen
Houd in de alarmfunctie
ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Een alarm en het uursignaal in- en uitschakelen
1. Gebruik in de alarmfunctie
en
om een alarm of het uursignaal te selecteren.
2. Druk als het gewenste alarm of het uursignaal geselecteerd is op
om deze in of
uit te schakelen.
Geeft aan dat het alarm is ingeschakeld.
Geeft aan dat het uursignaal is ingeschakeld.
De alarm-aan-indicator ( ) en de uursignaal-aan-indicator ( ) worden in alle
functies op het display getoond als het alarm en het uursignaal zijn ingeschakeld.
Als een willekeurig alarm is ingeschakeld, wordt de alarm-aan-indicator in alle
functies op het display getoond.
V erlichting
De verlichting maakt gebruik van een elektronisch
paneel waardoor het gehele display verlicht wordt voor
een gemakkelijke aflezing in het donker . De automati-
sche lichtschakelaar activeert automatisch de verlichting
als u het horloge naar uw gezicht draait.
De automatische lichtschakelaar moet worden
ingeschakeld (aangegeven door de automatische-
lichtschakelaar -aan-indicator) om geactiveer d te
kunnen worden.
Zie “V erlichting voorzorgsmaatregelen” voor ander e
belangrijke informatie over het gebruik van de
verlichting.
De verlichting handmatig inschakelen
Druk in een willekeurige functie op
!
om het display gedurende ongeveer een
seconde te verlichten.
Bij de bovenstaande bediening wordt de verlichting automatisch geactiveerd,
ongeacht de huidige instelling van de automatische lichtschakelaar .
De verlichting is buiten gebruik tijdens een tijdkalibratie-signaalontvangst, het
instellen van sensormetingfuncties en de kalibratie van de ijksensor .
Over de automatische lichtschakelaar
Als u de automatische lichtschakelaar inschakelt, wordt de verlichting geactiveerd
wanneer u uw pols, in een willekeurige functie, als hieronder beschreven positioneert.
Onthoud dat het horloge is voorzien van een volautomatische, elektronische
verlichting waardoor de automatische lichtschakelaar alleen maar wordt geactiveer d
als het beschikbare licht beneden een bepaald niveau is. De verlichting wordt niet
ingeschakeld bij helder licht.
De automatische lichtschakelaar is altijd buiten gebruik, ongeacht de aan/uit-
instelling, tijdens een van de volgende condities.
T erwijl een alarm klinkt
Tijdens een sensormeting
T erwijl in de digitale kompasfunctie een ijksensorkalibratie wordt uitgevoerd
T erwijl in de ontvangstfunctie een ontvangstoperatie plaatsvindt
Waarschuwing!
V erzeker u ervan dat u op een veilige plaats bent als u het display van het
horloge afleest, gebruikmakend van de automatische lichtschakelaar . W ees
extra zorgvuldig als u rent of bij een activiteit betrokken bent die kan
resulteren in een ongeluk of verwonding. V ermijd ook op dat door de
plotselinge verlichting door de automatische lichtschakelaar anderen om u
heen niet verrast of afgeleid worden.
Als u het horloge draagt, let er dan op dat de automatische lichtschakelaar
uitgeschakeld is voordat u van een fiets, motor of ander voertuig gebruik
maakt. Plotselinge of ongeplande werking van de automatische lichtschake-
laar kan u afleiden met een verkeersongeluk en ernstige persoonlijke
verwondingen als gevolg.
Minuten
Huidige tijd
1/100 seconde
Uren
Seconden
V erstreken tijd
Start
Stop Herstart Stop Wissen
Start
T ussentijd
( getoond)
Loslaten tussentijd
Stop Wissen
T ussentijd
T wee finishtijden
Start
T ussentijd
Stop
Loslaten tussentijd
Wissen
Tweede renner
finisht.
Tijd tweede
renner op display .
Eerste renner
finisht.
Tijd eerste
renner op display .
Tijd meten met de stopwatch
Minuten
Huidige tijd
Uren
Seconden
Alarmtijd
(Uren : Minuten)
Alarmnummer
Huidige tijd
Alarm-aan-indicator
ALM-1 ALM-2 ALM-3
SIG ALM-5 ALM-4
Automatische-
lichtschakelaar-
aan-indicator
Door het horloge in een positie te houden die evenwijdig is met de grond en
daarna meer dan 40o naar u toe te draaien, zal het display verlicht worden.
Draag het horloge aan de bovenzijde van uw pols.
Evenwijdig met de grond
Meer dan 40
O