Gebruiksaanwijzing 3793
1
Over deze gebruiksaanwijzing
Knopbedieningen worden aangegeven met
gebruikmaking van in de illustratie getoonde letters.
Elke sectie van deze gebruiksaanwijzing verschaft u
de informatie die u nodig heeft om de bedieningen
in elke functie uit te voeren. Meer gedetailleerde en
technische informatie vindt u in de "Referentie"-sectie.
Algemene gebruiksaanwijzing
Druk op
Ꭾ
om van functie te veranderen. Nadat u in een willekeurige functie een
bediening (behalve
Ꭿ
) heeft uitgevoerd, keert u terug naar de tijdfunctie wanneer
u op
Ꭾ
drukt.
Druk in een willekeurige functie op
Ꭿ
om het display te verlichten.
Tijdfunctie
Het horloge is uitgevoerd met een digitale en analoge tijdfunctie. De bedieningen
voor het instellen van de digitale en analoge tijd zijn verschillend.
Druk in de tijdfunctie op
Ꭽ
om op het display tussen het datum- en tijdscherm te
wisselen.
Digitale tijd en datum
Gebruik de tijdfunctie om de digitale tijd en datum in te stellen en te bekijken. Als u
de digitale tijd instelt, kunt u ook de zomertijdinstellingen invoeren.
De digitale tijd en datum instellen
1. Houd in de tijdfunctie
Ꭽ
ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm is geselecteerd.
2. Druk op
Ꭾ
om het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
3. Als de instelling die u wilt wijzigen knippert, druk op
Ꭿ
en
Ꭾ
om deze als
hieronder beschreven te wijzigen.
4. Druk op
Ꭽ
om het instelscherm te verlaten.
Als u alleen de seconden opnieuw op 0 instelt (zonder de uur-, minuten- of
zomertijdinstelling te wijzigen), wordt de instelling van de analoge minutenwijzer
automatisch aangepast. Als u de uur-, minuten- of zomertijdinstelling wijzigt, dient
u ook de bij "De analoge tijd aanpassen" beschreven bediening te gebruiken om
de analoge wijzers overeenkomstig te wijzigen.
Zie "Instelling zomertijd digitale tijd" voor meer informatie over de zomertijdinstelling.
Als u de seconden opnieuw op
OO
instelt terwijl de huidige secondetelling in het
bereik van 30 tot en met 59 is, wordt de minutentelling met 1 verhoogd. In het
bereik van 00 tot en met 29 worden de seconden opnieuw op
OO
ingesteld en
blijft de minutentelling ongewijzigd.
De dag van de week wordt automatisch overeenkomstig de datuminstellingen
(jaar, maand en dag) getoond.
Het jaar kan worden ingesteld in het bereik van 2000 tot en met 2099.
De in het horloge ingebouwde automatische kalender houdt rekening met de
variërende lengte van maanden en schrikkeljaren. Nadat u de datum heeft
ingesteld, behoort er geen reden meer te zijn deze te wijzigen, behalve nadat u de
batterij van het horloge heeft laten vervangen.
Tussen 12-uur en 24-uur tijdweergave wisselen
Druk in de tijdfunctie op
൳
om tussen 12-uur tijdweergave (aangegeven door A of P
op het display) en 24-uur tijdweergave te wisselen.
Bij 12-uur weergave verschijnt de P (PM) indicator links van de uurcijfers bij tijden
in het bereik van 12 uur ’s middags tot en met 11:59 uur s avonds. Bij tijden in het
bereik van 12 uur middernacht tot en met 11:59 uur ’s ochtends verschijnt de
A (AM) indicator links van de uurcijfers.
Bij 24-uur weergave wordt de tijd getoond in het bereik van 0:00 tot en met 23:59,
zonder indicator.
De 12-uur/24-uur weergave die u in de tijdfunctie selecteert, wordt in alle functies
toegepast.
Instelling zomertijd digitale tijd
Zomertijd zet de digitale tijd een uur vooruit ten opzichte van de standaardtijd. Let
erop dat niet alle landen of zelfs lokale gebieden van zomertijd gebruik maken.
De digitale tijdfunctie-tijd tussen zomertijd en
standaardtijd wisselen
1. Houd in de tijdfunctie
Ꭽ
ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk een keer op
Ꭾ
om het zomertijd-instelscherm
te laten verschijnen.
3. Druk op
൳
om tussen zomertijd (
ON
getoond) en
standaardtijd (
OF
getoond) te wisselen.
4. Druk op
Ꭽ
om het instelscherm te verlaten.
De DST indicator verschijnt op het tijdfunctie-, alarm
en wijzers-instelfunctiescherm om aan te geven dat
zomertijd is ingeschakeld.
De analoge tijd instellen
Voer de hieronder beschreven bediening uit als de door de analoge wijzers
aangegeven tijd niet overeenkomt met de digitale tijd.
De analoge tijd aanpassen
1. Druk in de tijdfunctie zes keer op
Ꭾ
om de
wijzers-instelfunctie te selecteren.
2. Houd
Ꭽ
ingedrukt totdat de huidige digitale tijd
begint te knipperen, wat aangeeft dat de analoge
instelfunctie geselecteerd is.
3. Druk op
൳
om de analoge tijd versneld 20
seconden vooruit te verplaatsen.
Als u
൳
ingedrukt houdt, wijzigt de analoge tijd
versneld vooruit.
Als u de analoge tijd substantieel wilt aanpassen,
druk dan tegelijkertijd op
൳
en
Ꭿ
. Hierdoor
wordt de versnelde verplaatsing van de wijzers
vergrendeld zodat u beide knoppen los kunt
laten. De versnelde verplaatsing gaat door, totdat
u een willekeurige knop indrukt. Als de tijd 12 uur
vooruit verplaatst is of een alarm (dagelijks alarm,
uursignaal of timersignaal) klinkt, stopt de
verplaatsing ook.
4. Druk op
Ꭽ
om de instelfunctie te verlaten.
Druk op
Ꭾ
om terug te keren naar de tijdfunctie.
Telememo
De telememofunctie maakt het mogelijk dat u tot en
met 30 gegevenssets met naam- en telefoonnummer-
gegevens op kunt slaan. Gegevens worden automatisch
gesorteerd op naam. U kunt gegevens oproepen door er
op het display door te bladeren.
Een telememofunctie-gegevensset bevat een
naam- en een nummerveld.
Zie "Karakterlijst" voor gedetailleerde informatie
over hoe gegevens door het horloge worden
gesorteerd.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd
in de telememofunctie, die u selecteert door op
Ꭾ
te drukken.
Druk op .
Druk op .
Druk op .
Druk op .