Gebruiksaanwijzing 4380 / 4396 / 5048
3
2. Gebruik
Ꭽ
om het rondetijdscherm (om de rondetijdgegevens te bekijken) of
tussentijdscherm (om tussentijdgegevens te bekijken) te selecteren.
=
Selecteer het tussentijdscherm om een in de stopwatchfunctie opgeslagen
rondetijd in een tussentijd om te zetten.
3. Druk op
Ꭿ
om de oproepfunctie te selecteren.
4. Gebruik
Ꭽ
om, vanaf het laatst naar het eerst opgeslagen titelscherm, door de
gegevensset-titelschermen te bladeren totdat het titelscherm van de gegevensset
waarvan u de gegevens wilt bekijken getoond wordt.
5. Druk op
൳
om, vanaf de oudste naar de nieuwste gegevens, door de gegevens in
de bij stap 4 geselecteerde gegevensset te bladeren.
=
Afhankelijk van het door u bij stap 2 geselecteerde scherm kunt u rondetijd- of
tussentijdgegevens bekijken.
Een gegevensset verwijderen
1. Selecteer in de oproepfunctie het titelscherm van de gegevensset die u wilt
verwijderen.
2. Houd
Ꭾ
en
൳
ingedrukt totdat CLR op het display begint te knipperen.
=
Hierdoor wordt de gegevensset en alle gegevens in deze set verwijder d.
=
Wanneer u een enkele gegevenset verwijdert wor dt het gegevenssetnummer van
alle meer recente gegevenssets (met hogere gegevenssetnummers) met 1 verlaagd
om de lege ruimte te vullen. Als er bijvoorbeeld zes gegevenssets (genummerd 01
t/m 06) in het geheugen zijn opgeslagen en gegevensset 03 wordt verwijderd,
wijzigen de nummers 04, 05 en 06 in 03, 04 en 05.
Timer
De timer kan worden ingesteld binnen een bereik van 1
tot en met 24 uur . Een alarm klinkt als de timer 0 ber eikt.
=
U kunt ook automatisch herhalen selecteren waarna
de timer automatisch herstart wanneer 0 wordt
bereikt.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de timerfunctie, die u selecteert door op
Ꭿ
te drukken.
De timer gebruiken
Druk in de timerfunctie op
൳
om de aftelling te starten.
=
Als het einde van de aftelling bereikt is en automatisch herhalen is uitgeschakeld,
klinkt het alarm gedurende 10 seconden of totdat u dit stopt door op een
willekeurige knop te drukken. De aftelling wordt automatisch opnieuw op de
startwaarde ingesteld als het alarm stopt.
=
Als automatisch herhalen is ingeschakeld, herstart de aftelling automatisch zonder
onderbreking als 0 bereikt wor dt. Het alarm klinkt wanneer de aftelling 0 bereikt.
=
De aftelling loopt door , zelfs als u de timerfunctie verlaat.
=
Druk terwijl een aftelling plaatsvindt op
൳
om deze te pauzeren. Druk nogmaals op
൳
om de aftelling te hervatten.
=
Om een aftelling volledig te stoppen, pauzeer deze dan eerst (door op
൳
te
drukken) en druk vervolgens op
Ꭽ
. Hierdoor gaat de afteltijd automatisch terug
naar de startwaarde.
De timer-starttijd en automatisch herhalen instellen
1. Houd als in de timerfunctie de starttijd op het display
getoond wordt
Ꭽ
ingedrukt totdat de uurinstelling
van de starttijd begint te knipperen, wat aangeeft dat
het instelscherm geselecteerd is.
=
Gebruik als de starttijd niet getoond wordt de
bediening bij “De timer gebruiken” om deze te
laten verschijnen.
2. Druk op
Ꭿ
om de het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
3. V oer afhankelijk van de huidig geselecteerde instelling op het display de volgende
bediening uit.
=
Gebruik terwijl de starttijd-instelling knippert,
൳
(+) en
Ꭾ
(-) om deze te
veranderen.
=
Stel 0:00 in om een starttijd van 24 uur te selecteren.
=
Druk terwijl de automatisch herhalen aan/uit-instelling (ON of OF ) knippert op
൳
om tussen automatisch herhalen aan (ON ) en uit (OF ) te wisselen.
4. Druk op
Ꭽ
om het instelscherm te verlaten.
=
De automatisch-herhalen-aan-indicator ( ) wordt op het aftelscherm getoond
als deze functie is ingeschakeld.
=
V eelvuldig gebruik van automatische herhaling en het alarm verkort de levensduur
van de batterij.
Alarmen
U kunt voor drie onafhankelijke multi-functie-alarme
uren, minuten, maand en dag instellen. Als een alarm is
ingeschakeld, klinkt het signaal wanneer de alarmtijd
bereikt wordt. Een van de alarmen is een wekalarm en
de andere twee zijn eenmalige alarmen. U kunt ook een
uursignaal inschakelen waarna het horloge elk heel uur
twee keer een signaal geeft.
=
Er zijn drie alarmschermen genummerd 1 t/m 3 . Het
uursignaalscherm wordt aangegeven door
:00.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de alarmfunctie die u selecteert door op
Ꭿ
te drukken.
Alarmtypes
Een alarmtype wordt bepaald door de instellingen die u maakt, zoals hieronder
beschreven.
=
Dagelijks alarm
Stel de uren en minuten in voor de alarmtijd. Door deze instelling klinkt het alarm elke
dag op de ingestelde tijd.
=
Datumalarm
Stel de maand, dag, uren en minuten in voor de alarmtijd. Door deze instelling klinkt
het alarm op de ingestelde tijd op de ingestelde datum.
=
1-Maand alarm
Stel de maand, uren en minuten in voor de alarmtijd. Door deze instelling klinkt het
alarm elke dag op de ingestelde tijd, alleen in de ingestelde maand.
=
Maandelijks alarm
Stel de dag, uren en minuten in voor de alarmtijd. Door deze instelling klinkt het alarm
elke maand op de ingestelde tijd, op de ingestelde dag.
Een alarmtijd instellen
1. Gebruik in de alarmfunctie
൳
om door de
alarmschermen te bladeren totdat het alarm waarvoor
u de tijd wilt instellen getoond wordt.
=
U kunt alarm 1 als een wekalarm of eenmalig alarm instellen. Alarmen 2 en 3
kunnen uitsluitend als eenmalige alarmen worden gebruikt.
=
Het wekalarm wordt elke vijf minuten herhaald.
2. Houd nadat u een alarm heeft geselecteerd
Ꭽ
ingedrukt totdat de uurcijfers van de
alarmtijd beginnen te knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
=
Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Druk op
Ꭿ
om het knipperen in de hieronder getoonde volgor de te verplaatsen om
andere instellingen te selecteren.
4. Gebruik terwijl een instelling knippert
൳
(+) of
Ꭾ
(-) om deze te wijzigen.
=
Stel - in voor de maand om een alarm zonder maand (dagelijks en maandelijks
alarm) in te stellen. Gebruik
൳
en
Ꭾ
totdat - verschijnt (tussen 12 en 1) terwijl
de maandinstelling knippert.
=
Stel - - in voor de dag om een alarm zonder dag (dagelijks alarm of 1-maand
alarm) in te stellen. Gebruik
൳
en
Ꭾ
totdat - - verschijnt (tussen het einde van
de maand en 1) terwijl de daginstelling knippert.
=
Stel bij 12-uur weergave de tijd juist in als ochtendtijd (geen indicator) of
middag/avondtijd (P indicator).
5. Druk op
Ꭽ
om het instelscherm te verlaten.
Alarmbediening
Het alarm klinkt op de ingestelde tijd gedurende ongeveer 10 seconden. In het geval
van een wekalarm, wordt het alarm maximaal zeven keer elke vijf minuten herhaald
totdat u het alarm uitschakelt of in een eenmalig alarm verandert.
=
Alarm- en uursignaalbedieningen worden uitgevoerd over eenkomstig de tijdfunctie-tijd.
Noot
=
Druk op een willekeurige knop om het alarm te stoppen.
=
Door tijdens een 5-minuten interval tussen wekalarmen een van de volgende
bedieningen uit te voeren, stopt de huidige wekalarmbediening.
Het tijdfunctie-instelscherm selecteren
Het alarm-
1-instelscherm selecteren
Het alarm testen
Houd in de alarmfunctie
൳
ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Alarm
1 selecteren
1. Gebruik in de alarmfunctie
൳
om alarm 1 te selecteren.
2. Druk op
Ꭽ
om in de hieronder getoonde volgorde door de mogelijke instellingen te
bladeren.
=
De van toepassing zijnde alarm-aan-indicator wordt in alle functies getoond
als een alarm is ingeschakeld.
=
De wekalarm-aan-indicator knippert gedurende de 5-minuten intervallen
tussen alarmen.
=
Wanneer u het alarm-1 -instelscherm selecteert terwijl het wekalarm is
ingeschakeld, wordt het wekalarm automatisch uitgeschakeld (waardoor
alarm 1 in een eenmalig alarm verandert).
Seconden Uren
Minuten
Tijdfunctie-tijd
Automatisch-herhalen-aan-indicator
Automatisch-
herhalen-
aan-indicator
Aan/uit-status
Starttijd
(Uren)
Starttijd
(Minuten)
Automatisch-herhalen
Aan-Uit
Alarmtijd
(Uur : Minuten)
Alarmnummer
Alarmdatum
(Maand - Dag)
B B B
Alarm uit
Module 4380
Module 4396
Wekalarm aan
Module 4380
Module 4396
Module 5048 Module 5048
Druk op
Rondenummer
Tussentijd-nummer
Gegevensset-
nummer
Gevensset-titelscherm
Eerste gegevensset Laatste gegevensset
Rondetijd
Tussentijd
Uren
Minuten
Dag
Maand