Gebruiksinstructies
Ritme, hartslag en vermogensgegevens worden niet weergegeven in de originele
configuratie.
Wijzig het meetscherm om de gemeten waarden van de gekoppelde sensoren weer te
geven.
Het metingscherm wijzigen
Belangrijk
* Wanneer een sensor wordt gekoppeld met Cateye Cycling™, wordt een "A"
weergegeven na de sensornaam.
* Als u een koppeling hebt gemaakt met een sensor die de snelheidsmeting kan uitvoeren,
gaat u verder naar stap 3.
3. Stel de bandomtrek in voor de sensor die de snelheid kan meten.
Tik op [Apparaat] en tik dan op [Sensornaam] > [Bandomtrek] (de lengte van de
buitenomtrek van het wiel).
Selecteer de bandomtrek volgens de bandgrootte die op de zijkant van de band is
geschreven.
De wielomtrek bepalen
* Standaardwaarde: 2096 mm (700x23c)
* Stel de wielomtrek in voor elke sensor.
* U kunt de sensornamen ook wijzigen en het koppelen annuleren vanaf dit scherm.
Het koppelen van de sensor is nu voltooid.
* Als u met een andere sensor wilt koppelen, herhaalt u de procedure.
5. De houder monteren
6. De snelheidsensor (cadans) monteren (ISC-12)
(Optioneel)
7. De hartslagsensor (HR-12) dragen
(Optioneel)