* De stand-bytijd voor het koppelen is 5 minuten. Activeer de sensor binnen deze tijd.
* Als u nog een sensor wilt koppelen, herhaalt u stappen 2 en 3.
4. Druk op OPTION om terug te keren naar het metingscherm.
Het koppelen is nu voltooid.
Als u een sensor die de snelheid kan meten hebt gekoppeld, gaat u verder met het instellen
van de bandomtrek.
De naam van de gesynchroniseerde sensor wordt weergegeven en het koppelen is
voltooid.
• SP: Snelheidssensor
• ISC: Snelheid-/cadanssensor
• CD: Cadanssensor
• HR: Hartslagsensor
• PW: Vermogenssensor
* Wanneer u een sensor koppelt aan een fietscomputer, verschijnt een "C" na de
naam van de sensor.
Wanneer de fietscomputer [ID FULL] toont op het scherm en terugkeert naar het
scherm voor het koppelen van de sensor, is het maximum aantal sensoren gekoppeld.
Er kunnen maximaal 9 afzonderlijke sensor-id's worden gekoppeld met de
fietscomputer.
Als het maximale aantal sensoren is gekoppeld, houdt u OPTION op het scherm voor
het koppelen van de sensor 4 seconden ingedrukt om alle koppelingen te wissen.
Koppel dan de vereiste sensoren opnieuw.
Belangrijk
Instellen wielomtrek