Kies de afmeting van de elektroden overeenkomstig de afmeting van de spier;
gebruik kleine elektroden op kleine spieren en grote elektroden op grote
spieren. Als de stimulatie onprettig aanvoelt, kan dat betekenen dat er niet
voldoende contact tussen de huid en de elektrode is. De elektroden kunnen
versleten en aan vervanging toe zijn.
Opmerking: Controleer altijd of de stimulatie uitgeschakeld is (energie-
niveau 0) voordat de elektroden van de huid verwijderd worden.
Stimulatie-energie – intensiteit
Voor pijnbestrijding met een stimulatiefrequentie tussen 50-100 Hz is de
basisregel dat de stimulatie sterker moet zijn dan de pijn zelf. Verhoog de
intensiteit tot u een sterk tintelend gevoel opwekt dat niet pijnlijk is.
Voor pijnbestrijding met een stimulatiefrequentie tussen 2-10 Hz moet de
intensiteit hoog genoeg zijn om tot een zichtbare spierrespons te leiden.
De patiënt voelt de stimulatie voordat er een daadwerkelijk zichtbare
samentrekking plaatsvindt!
Bij NMES en spierstimulatie is het doel voor de therapeut de patiënt te
motiveren zijn/haar hoogst mogelijke, pijnloze stimulatie-energieniveau
te tolereren. Hoe hoger de stimulatie-energie, hoe hoger het percentage
geprikkelde motorische eenheden. In sommige gevallen kan het nuttig zijn
de stimulatie te combineren met vrijwillige samentrekkingen/co-contracties.
Probeer vooruitgang te boeken in de bereikte energieën binnen een sessie en
tussen sessies.
Lichaamshouding
U ziet een afbeelding van de aanbevolen lichaamshouding onder de
afbeelding voor de elektrodeplaatsing. De optimale houding hangt af van
het programmatype en het lichaamsdeel dat gestimuleerd moet worden.
Als u massageprogramma's zoals een ontspannende massage gebruikt, is het
belangrijk dat u een houding aanneemt waarin u zich goed kunt ontspannen.
Combinatie van de 2+2-functie en de Mi-technologie:
Als u de 2+2-functie gebruikt, kan de Mi-Scan-functie nog gebruikt worden
voor de kanalen 1 en 2, maar is deze alleen beschikbaar voor de programma's
Endorphine, Spierversterking en Amyotrophie voor de kanalen 3 en 4. De
functies Mi-Range, Mi-Tens en Mi-Action kunnen in deze toestand niet worden
gebruikt.
Voor meer informatie raadpleegt u de "Lijst met programma's" in de
Gebruikershandleiding.
Mi-Theta 600: De verpakking bevat twee Mi-sensoren waardoor u de
mogelijkheid hebt de Mi-technologie met Mi-Action, Mi-Range, Mi-Tens en Mi-
Scan optimaal te benutten.
Theta 500: Dit apparaat is klaar voor Mi-gebruik. Door de aankoop van twee
kabels met Mi-sensoren kunt u optimaal gebruikmaken van de Mi-technologie
met Mi-Range, Mi-Tens en Mi-Scan.
Rehab 400: De Mi-technologie is niet beschikbaar voor dit apparaat.