6. Installatie
Deze elektronische thermostaat moet worden geïnstalleerd door een erkende, gekwalificeerde technicus
overeenkomstig het bedradingsschema. De installatie moet ook worden uitgevoerd volgens de
voorschriften van het relevante elektriciteitsbedrijf. Alleen de voedingsregeling (externe voedingseenheid)
hoeft te worden geïnstalleerd.
Om de kamertemperatuur nauwkeurig te kunnen bewaken en regelen, moet de externe voedingseenheid
worden geïnstalleerd op een geschikte plaats. De externe voedingseenheid moet worden geplaatst op een
locatie die niet wordt afgedekt door gordijnen, meubilair of andere obstakels. De thermostaat wordt best
niet te dicht bij een verwarmingsbron geïnstalleerd, zoals een fornuis, verlichting of in direct zonlicht. Hij
wordt best ook niet geïnstalleerd op een plaats waar hij wordt blootgesteld aan tocht.
Belangrijk: de externe voedingseenheid moet worden losgekoppeld van de voedingsbron voordat de
behuizing wordt geopend.
Wandmontage
De behuizing moet worden gescheiden van de bodemplaat voor de controller isgemonteerd.
Volg de onderstaande stappen:
1. Verwijder de schroef van de bodem van de behuizing.
2. Open de behuizing door te trekken uit het deksel aan de onderkant.
3. Bevestigingsgaten bevinden zich aan de achterkant behuizing. Mark hun locatiesop de muur waar de
thermostaat te worden geïnstalleerd.
Boor de gaten en steek depluggen en vervolgens Schroef de bodemplaat op de muur of de stekker.
19