2-nl
1
2
3
A. Kanteldeur met alleen een horizontale geleiderail.
B. Kanteldeur met verticale en horizontale geleiderail – speciale deurarm
(E, The Chamberlain Arm™) en het beveiligingssysteem (29 (9))
noodzakelijk. Raadpleeg uw leverancier.
C. Sektionale deur – zie 20B – koppel de deurarm. Het beveilig-
ingssysteem (29 (9)) noodzakelijk voor deuren met een lengte
hoger dan 2,5 m.
D. Schermdeur – speciale deurarm (E, The Chamberlain Arm™) en
het beveiligingssysteem (29 (9)) noodzakelijk. Raadpleeg uw lever-
ancier.
E. Speciale deurarm – The Chamberlain Arm™ voor gebruik op deur-
typen B en D.
DEURTYPEN
BENODIGD GEREEDSCHAP
GELEVERD BEVESTIGINGSMATERIAAL
(1) Zeskantbout
(2) 8mm sledebout
(3) Houtschroeven
(4) Vorkbout
(5) Handvat
(6) Plug
(7) Betonplug
(8) Borgring
(9) Zeskantige moer
(10) Bevestigingsring
(11) Zeskantbout
(12) Borgmoer
(13) Metrisch tapbout
(14) Zeskantschroef
(15) Stopbout
(16) Zeskantige moer
(17) Zeskantschroef
VOLTOOIDE INSTALLATIE
Naarmate u vordert met de in deze handleiding beschreven montage-,
installatie- en afstellingsprocedures is het misschien nuttig om deze
afbeelding van een voltooide installatie bij de hand te hebben.
(1) Kophoes
(2) Spanpoeliesteun
(3) Slede
(4) Rail
(5) Ketting/Riem
(6) Hangijzer
(7) Snoer
(8) Opener
(9) Lampeglas
(10) Noodontkoppeling:
koord & handgreep
(11) Gebogen gedeelte deurarm
(12) Recht gedeelte deurarm
(13) Deurbeugel en plaat
(14) Kopsteun
(15) Trolley-ontgrendelarm
MONTAGE
Belangrijk! Als u een overhead-deur heeft, moet u bij het monteren
van de rail de instructies voor de Chamberlain™ Deurarm (The
Chamberlain Arm™) accessoire gebruiken in combinatie met deze
Gebruikershandleiding.
MONTAGE DE RAIL
Breng vet aan op de binnenranden van de railstukken (1). Plaats de rail-
stukken op een vlakke ondergrond voor montage. Alle vier railstukken
zijn onderling verwisselbaar. Schuif de railsteun (3) op het railstuk.
Koppel de rails door de railsteun op het volgende railstuk te schuiven.
Tik de railsamenbouw (4) op een stuk hout tot de railstukken (5) vlak
aansluiten. Herhaal dit met de overige railstukken.
MONTEER DE KETTING/RIEM
Neem de ketting/riem uit de doos en leg de ketting op de grond
(voorkom dat de ketting/riem verdraait).
A. Ketting: Duw de stiften van de verbindingsschakel (3) door ket-
tingschakel (4) en opening van de trolley (5). Plaats de sluitschalm (2)
over pennen en op de sleuven. Schuif borgclip (1) over de sluitschalm
en op de pengroeven tot beide pennen stevig vergrendeld zijn.
B. Riem: Haak de trolleyconnector (6) in de bevestiging (7) op de trol-
ley (8).
PLAATS DE KETTING IN DE RAIL EN BOUW DE
KOPHOES SAMEN
Schuif poeliesteun (1) en binnenste trolley (2) in het achterste einde
(openereinde) van de complete rail (3), zorg ervoor dat de poeliesteun
gemonteerd wordt met de pijl (4) in de richting van de voorzijde
(kopeinde) van de rail (5) zoals afgebeeld. Duw de steun naar de voorz-
ijde (kopeinde) van de rail (5). Plaats sledebout (6) door de steun van
de kophoes (7). Draai veermoer (8) en platte ring (9) losjes op de slede-
bout. Plaats sledebout (6) van de kophoes-eenheid (7) in boutuitsparing
van de poeliesteun (1). Schuif kophoes-eenheid (7) op de voorzijde
(kopeinde) van de rail (10).
BEVESTIG DE TROLLEY AAN DE RAIL
Schuif de buitenste trolley (1) in de achterzijde (opener) van de raileen-
heid (2), waarbij het uiteinde met de trolley-ontgrendelingsarm (3) in de
richting van de opener moet wijzen. Schuif de buitenste trolley in de
rails tot deze aansluit op de binnenste trolley.
BOUW DE KOPHOES SAMEN
Draai de veermoer op de sledebout tot deze vingervast zit. Plaats de
punt van een schroevendraaier (1) in een van de sleuven van de moer-
ring (2) en duw deze stevig tegen de kophoes. Plaats een steeksleutel
(3) op het vierkante uiteinde van de veermoer (4) en draai de moer
circa 1/4 slag rechtsom tot de moerring (2) vrijkomt tegen de kophoes
(5). Hiermee wordt de veer op de optimale kettingspanning ingesteld.
De ketting kan van het getande kettingwiel afglijden als de ketting te
slap gespannen is. Als de ketting eraf glijdt, veermoer opnieuw spannen
door de moer een 1/2 slag rechtsom te draaien.
Span de ketting NIET te strak.
BEVESTIG RAIL AAN OPENER EN MONTEER
KETTING/RIEM
Terwijl ketting (4) en riem (5) uit de weg worden gehouden, wordt rail
(1) in het opvulstuk (2) geschoven tot de rail vast zit. Neem de
ketting/riem
en plaats deze om het getande kettingwiel (3). Zorg ervoor dat de
tanden van het getande kettingwiel in de ketting/riem grijpen.
MONTEER DE AFDEKKING VAN HET GETANDE
KETTINGWIEL
Plaats de afdekking van het getande kettingwiel (1) bovenop de opener
(2) en monteer deze met schroeven (3).
INSTALLTIE
Draag, als u boven uw hoofd werkt, een veiligheidsbril om uw
ogen te beschermen.
Stel alle bestaande sloten buiten werking om schade aan de
garagedeur te voorkomen.
Verwijder alle aan de garagedeur bevestigde touwen voordat u de
garagedeuropener installeert, om ernstig lichamelijk letsel door
verstrikt raken te voorkomen.
Wij raden aan de deuropener minstens 2,1m boven de vloer te
installeren of hoger, als de ruimte dit toelaat.
4
5
6
7
8
9
10
11
PLAATS DE KOPSTEUN
De kopsteun moet stevig aan de garageconstructie bevestigd wor-
den. Versterk de muur of het plafond zonodig met een 40mm dikke
plank. Het niet opvolgen van de instructies kan ondeugdelijke werk-
ing van het veiligheidssysteem tot gevolg hebben.
U kunt de kopsteun op de muur (1) boven de deur of aan het pla-
fond (3) bevestigen. Volg de instructies die het beste aan uw specifieke
vereisten voldoen. Teken, terwijl de deur gesloten is, de verticale mid-
dellijn (2) van de garagedeur af. Trek deze lijn door tot op de muur
boven de deur. Open de deur tot diens hoogste openingspunt. Teken
een haakse horizontale lijn (4) op de kopmuur 5 cm boven het hoogste
punt zodat er ruimte is voor de bovenkant van de deur.
12