4 FX FP FQ V3 Range Issue 01 10/17
3.0 Voorbereiding voor installatie van de kachel.
U ontvangt uw kachel volledig gemonteerd, gecontroleerd en verpakt in een
beschermende houten krat. Verwijder de banden voorzichtig en til de bovenkant van de
krat op. Verwijder plastic verpakkingsdelen, open de deur en neem de inhoud eruit. Neem
de onderdelenlijst (zie boven) en controleer de inhoud zorgvuldig.
3.1. De kacheldeur kan voor hanteergemak verwijderd worden. (dit is niet gebruikelijk).
Verwijder in dat geval de clips onderaan de scharnierpennen, open de deur 30˚ en til
hem uit de scharnieren. Bij het FQ model moeten de scharnieren losgedraaid worden.
3.2. Verwijder alle interieurdelen uit de kachel volgens de hieronder beschreven procedure.
(zie ook het hoofdstuk Onderhoud).
3.2.1. Verwijder de tralies door ze omhoog uit de zijwanddelen te schuiven en uit de
verbrandingskamer te nemen.
3.2.2. Verwijder de twee gegoten keramische zijwanddelen uit de verbrandingskamer
door de voorste randen naar binnen en het midden te bewegen en weg te schuiven
van de 45˚ verstekhoek met de achterwand. Doe dit UITERST VOORZICHTIG ter
voorkoming van beschadiging, krassen of schilferen van de keramische delen en
zorg ervoor dat het achterwanddeel niet naar voren kan vallen en breken!
3.2.3. Verwijder nu de achterwand. Hanteer deze keramische delen uiterst voorzichtig
en bewaar ze op een veilige plek waar ze niet beschadigd kunnen worden.
3.2.4. Verwijder de smoorklep door deze met beide handen vast te houden en de
voorkant naar je toe- en de achterkant uit de steunen te schuiven. Door de sleuven
in de smoorklep kan deze uit de voorste pennen geschoven worden. Bovenop de
smoorklep ligt een keramische isolatieplaat, verwijder deze voorzichtig en let op
dat hij niet breekt.
3.3. De flens voor het rookkanaal kan nu in de gewenste horizontale of vertikale positie
worden gemonteerd.
3.3.1. Neem de 3 x M6 bouten en moeren en de flens die in de verbrandingskamer of
de ruimte van de aslade verpakt zijn.
3.3.2. Monteer de flens aan de boven- of achteruitgang met de meegeleverde pakking
of geschikte afdichtkit.
3.3.3. Desgewenst kan het afdekplaatje (dat in de achteruitgang gemonteerd is)
gebruikt worden als afdekking van de uitgang in de bovenplaat. Draai de bouten en
moeren stevig tegen de pakking of afdichtkit vast voor een goede afdichting.
3.4. Til de kachel op zijn plaats maar doe dit niet alleen vanwege het gewicht. Zet hem indien
nodig waterpas met de stelbouten.
3.5. Zet de koelblijvende deurhendel met de M6 bout en de vierkante borgring vast aan de
vinvormige deurknop en gebruik daarvoor de meegeleverde inbussleutel.
3.6. Sluit de kachel aan op het rookkanaal, schoorsteen of flexibele afvoer en zorg ervoor dat
alle aansluitingen goed zijn afgedicht.
3.7. Voltooi de installatie volgens deze instructies en de algemene en plaatselijke bouw- en
installatievoorschriften.
3.8. De onderdelen van de kachel kunnen weer ingebouwd worden in omgekeerde volgorde
van de uitbouw instructies.