40 Infotainmentsysteem
Alfa-nummeriek toetsenbord
De letters van het alfabet,
symbolen, leestekens en cijfers
verschijnen, als ze beschikbaar zijn,
op het navigatiescherm als een
alfanumeriek toetsenbord. Het
alfatoetsenbord verschijnt wanneer
er gegevens moeten worden
ingevoerd.
QWERTY of ABCDEF: Indrukken
om te wisselen tussen de toetsen-
bordindelingen QWERTY en
ABCDEF.
Symbolen: Voor het selecteren
van symbolen.
Spatie: Om een spatie tussen de
tekens of woorden van een naam te
zetten.
Verwijderen: Indrukken om een
verkeerd gekozen teken te wissen.
Adres invoeren
Druk op de schermtoets Adres om
naar het scherm Adres invoeren te
gaan. Voer een route in door de
landnaam, de plaatsnaam, straat-
naam, het huisnummer en het kruis-
punt in te voeren.
Als er nog geen land is ingevoerd,
is het plaatsnaamveld niet beschik-
baar. Druk op de schermtoets rechts
van de plaatsnaam om een land te
selecteren.
Als het land al was ingesteld en
verschijnt, druk dan op de scherm-
toets rechts van de plaatsnaam om
het geselecteerde land te wijzigen.
Het selecteren van een naam wordt
vergemakkelijkt door het systeem
dat na de invoer van een teken
vervolgens alleen de mogelijke
vervolgtekens markeert.
Plaats: Voer een plaatsnaam in.
Straat: Voer een straatnaam in.
Huisnr.: Voer een geldig adres-
nummer in.
Kruising: Voer een straatnaam in
die de geselecteerde straat kruist.
Eerst de plaatsnaam invoeren:
1. Voer de stadsnaam in.