72 Infotainmentsysteem
informatie geeft u het commando
"Help" wanneer u in het menu voor
de stemherkenning bent.
Bellen
Er kan worden gebeld via volgende
commando's.
Kiezen of Bellen: Deze
opdrachten kunt u allebei gebruiken
om een telefoonnummer te bellen.
Nummer bellen: Met deze
opdracht kunt u een telefoon-
nummer kiezen door de cijfers een
voor een in te voeren.
Opnieuw bellen: Met deze
opdracht kiest u het laatst gebruikte
nummer op de mobiele telefoon.
Gebruik van het commando
"Kiezen" of "Bellen"
Een nummer bellen:
1. Druk op
b / g. Het systeem
antwoordt "Geef een
commando", gevolgd door een
geluidssignaal.
2. Zeg "Kiezen" of "Bellen".
3. Zeg zonder onderbreking het
volledige nummer, gevolgd door
"Kiezen".
Als er verbinding is, zal de betref-
fende persoon te horen zijn via de
luidsprekers.
Bellen met behulp van een
naamlabel:
1. Druk op
b / g. Het systeem
antwoordt "Geef een
commando", gevolgd door een
geluidssignaal.
2. Zeg "Kiezen" of "Bellen" en
noem vervolgens het naamlabel.
Bijvoorbeeld: "Bellen Jan op
het werk".
Als er verbinding is, zal de betref-
fende persoon te horen zijn via de
luidsprekers.
Gebruik van het commando
"Nummer bellen"
Hiermee kunt u een telefoonnummer
kiezen door de cijfers een voor een
in te voeren.
1. Druk op
b / g. Het systeem
antwoordt "Geef een
commando", gevolgd door een
geluidssignaal.
2. Zeg "Nummer bellen".
3. Noem de cijfers een voor een
om te kiezen. Na elk ingevoerd
cijfer zal het systeem het cijfer
herhalen, gevolgd door een
geluidssignaal. Zeg "Kiezen"
nadat u het laatste cijfer hebt
ingevoerd.
Indien een verkeerd cijfer wordt
opgelezen, zegt u "Wissen" om het
laatste cijfer te wissen.
Als er verbinding is, zal de betref-
fende persoon te horen zijn via de
luidsprekers.
Gebruik van het commando
"Opnieuw bellen"
1. Druk op
b / g. Het systeem
antwoordt "Geef een
commando", gevolgd door een
geluidssignaal.