Kies een van de volgende opties voor de methode voor het uitwisselen van sleutels:
Automatisch (IKE)
– Versleuteling: De methode Versleuteling bepaalt de lengte van de sleutel die wordt
gebruikt voor het versleutelen/decoderen van ESP-pakketten. Let op! Beide zijden
moeten gebruikmaken van dezelfde methode.
– Verificatie: De methode Verificatie verifieert de ESP-pakketten (Encapsulating Security
Payload). Selecteer MD5 of SHA. Let op! Beide zijden (VPN-eindpunten) moeten
gebruikmaken van dezelfde methode.
MD5: een eenrichtingshashing-algoritme dat een digest van 128-bits genereert
SHA: een eenrichtingshashing-algoritme dat een digest van 160-bits genereert
– PFS (Perfecte doorstuurgeheimhouding): als PFS is ingeschakeld, genereert fase 2 van
IKE nieuw sleutelmateriaal voor IP-verkeersversleuteling en -verificatie. Let op! Beide
zijden moeten PFS ingeschakeld hebben.
– Vooraf gedeelde sleutel: IKE gebruikt de vooraf gedeelde sleutel voor het verifiëren
van de externe IKE-peer. Zowel tekens als hexadecimale waarden zijn toegestaan in dit
veld, bijvoorbeeld "Mijn_@123" of "0x4d795f40313233". Let op! Beide zijden dienen
dezelfde vooraf gedeelde sleutel te gebruiken.
– Levensduur sleutel: Dit veld bepaalt de levensduur van een door IKE gegenereerde
sleutel. Als de levensduur vervalt, wordt automatisch een nieuwe sleutel onderhandeld.
De levensduur van de sleutel kan variëren van 300 tot 100.000.000 seconden. De
standaardlevensduur is 3600 seconden.
Handmatig
– Versleuteling: De methode Versleuteling bepaalt de lengte van de sleutel die wordt
gebruikt voor het versleutelen/decoderen van ESP-pakketten. Let op! Beide zijden
moeten gebruik maken van dezelfde methode.
– Versleutelingssleutel: In dit veld staat de sleutel die gebruikt wordt om IP-verkeer te
versleutelen en decoderen. Zowel tekens als hexadecimale waarden zijn toegestaan in
dit veld. Let op! Beide zijden moeten dezelfde sleutel gebruiken.
– Verificatie: De methode Verificatie verifieert de ESP-pakketten (Encapsulating Security
Payload). Selecteer MD5 of SHA. Let op! Beide zijden (VPN-eindpunten) moeten
gebruikmaken van dezelfde methode.
MD5: een eenrichtingsstreepjesalgoritme dat een digest van 128-bits genereert
SHA: een eenrichtingshashing-algoritme dat een digest van 160-bits genereert
– Verificatiesleutel: In dit veld staat welke sleutel wordt gebruikt om IP-verkeer te
verifiëren. Zowel tekens als hexadecimale waarden zijn toegestaan in dit veld. Let op!
Beide zijden moeten dezelfde verificatiesleutel gebruiken.
– Ingaande SPI/Uitgaande SPI: De SPI (Security Parameter Index) is opgenomen in de
ESP-kop. Hierdoor kan de ontvanger de SA (security association of SA) selecteren
waaronder een pakket verwerkt moet worden. De SPI is een waarde van 32-bit. Zowel
decimale als hexadecimale waarden zijn toegestaan, bijv. "987654321" of "0x3ade68b1".
Iedere tunnel dient een unieke ingaande SPI en uitgaande SPI te hebben. Tunnels
kunnen niet dezelfde SPI delen. Let op! De ingaande SPI dient overeen te komen met de
uitgaande SPI van de externe gateway en andersom.