II
23
S : Stuurslot
Om het stuur te ontgrendelen, dient u het stuurwiel iets te bewegen, terwijl
u de sleutel zonder forceren in het contactslot draait.
A : Accessoires
In deze stand kunt u bepaalde elektrische accessoires gebruiken. Het
laadstroomlampje brandt.
M : Contactstand
De lampjes STOP, temperatuur en niveau koelwater, laadstroom, handrem,
oliedruk, ABS, bestuurdersgordel, airbag en emissie moeten in deze stand
branden.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto, moeten de volgende lampjes
eveneens tijdelijk oplichten:
SensoDrive versnellingsbak, elektrische stuurbekrachtiging, water in
brandstof (diesel).
Het niet branden van een van deze lampen duidt op een storing.
D : Startstand
Laat de sleutel los, zodra de motor aanslaat. Niet meer starten als de
motor al draait.
De werking van de hier afgebeelde lampjes wordt getest in de contactstand.
S T U U R S L O T - C O N T A C T S T A R T M O T O R