V
66
Wiel demonteren
Verwijder de wieldop.
Draai de wielbouten iets los
met de wielsleutel 1.
Plaats de krik 2 onder één
van de 4 daarvoor bestemde
kriksteunpunten A bij het te
verwisselen wiel onder de
auto.
Draai de krik 2 uit tot de voet
van de krik steunt op de grond.
Controleer of de as van het
uiteinde van de krik loodrecht
op het kriksteunpunt A staat.
Krik de auto op.
Verwijder de wielbouten en het
wiel.
Ga nooit onder een auto
liggen die alleen op de krik
steunt (gebruik bokken).
Na het verwisselen van het
wiel:
- Laat zo snel mogelijk
het aanhaalmoment van
de wielbouten en de
bandenspanning van het
reservewiel controleren.
- Laat de lekke band zo
spoedig mogelijk repareren
monteer het originele wiel
daarna weer onder de auto.
Raadpleeg een CITROËN
erkend bedrijf.
Wiel monteren
Breng het wiel aan.
Draai de wielbouten handvast.
Draai de wielbouten met de
sleutel 1 enigszins vast.
Laat de krik zakken en verwijder
deze vervolgens.
Draai de wielbouten vast met
de sleutel 1.
Breng de wieldop aan.
Berg het gereedschap en het
wiel op in de bagageruimte.
Lichtmetalen velgen
Indien uw auto voorzien is van
lichtmetalen velgen en een stalen
reservewiel, dan is het normaal
wanneer u tijdens de montage
van dat reservewiel constateert
dat de ringen van de wielbouten
niet helemaal tegen de velg
aankomen.
Bij montage van het stalen reser-
vewiel wordt gebruik gemaakt
van het conische gedeelte van de
wielbout (zie afbeelding).
Controleer, wanneer u de
lichtmetalen velg weer monteert,
of de ringen van de wielbouten
schoon zijn.
V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L